Kerknieuws. Schoolnieuws, Gemengde Berichten. De kapitein der „Sirio" was 62 jaar en had al 45 jaar lang gevaren. Nog wordt gemeld, dat op 't oogenblik der ramp, de Italianen elkander de red dingsboeien betwistten me* revolver en dolk in de handenvechtend op de bru taalste manier, zonder acht to geven op vrouwen of kinderen. Een half uur lang waren de landverhuizers meester. Zij maakten de bemanning machteloos. Met hemes in de band maakten zij zich van de booten meester, trots de heldhaftigheid van de officieren, die eerst vrouwen en kinderen wi'den redden. Eene groep landverhuizers sprong op oene boot toe, die reeds vol was en te water gelaten zou worden. Met het mes staken zij iedereen overhoop en namen de plaa s van hunne slachtoffers iu. Zij waren op t punt te vertrekken, toen een nieuwe groep aan kwam en het gevecht op vreeselyke wyze opnieuw begon. üe kapitein, ziende dat het schip verloren wm en de reddingsbooten bemachtigd, acuoot zich voor het hoofd. Daarna verloren de officieren hun kalmte en trachtten aan land te komen. Niemand bestuurde meer de redding. Daarom is het aantal dooden zoo groot, hoewel op hot tydstip der ramp de nee volkomen kalm was. Onder de verdronkenen is de zangeres Lola Millones, die naar Argentinië onder weg was. Op de kust zet men het reddings werk voort. Het strand is bezaaid met lijken en wrakhout van de ramp. De plaats van de schipbreuk is een historische plaats. Dicht by de eilanden Hormigas, namelijk bij Kaap Palos, vertrok op 3 Augustus 1492 Columbus op zijne reis, waarop hy de Nieuwe Wereld ontdekte. Het Italiaansch gezantschap te Madrid heeft uit Rome last gekregen volledige bijzonderheden naar het Quirinaal te zen den en aan de overlevenden de deelneming des Koniugs te betuigen en hun hulp te verleenen. Uit het Vatikaan komen qok telegram men, die dringend om inlichtingen vragen over de prelaten, die slachtoffers van de ramp geworden zyn. Er waren verschil lende bisschoppen aan boord, die onlangs door den Paus naar Rome waren ontboden. Men vermoedt dat de geestelijke onder de slachtoffers, die aartsbisschop van Sao Pedro in Brazilië wordt genoemd Mgr. Camargo de Barros is, aartsbisschop van Petropolis. Dultschland. De Duitsche pers is geschrokken van smerige onthullingen over zekere firma Van Tippelskirsoh, en den majoor Fischer, die groote zwendelarijen pleegden ten nadeele van particulieren en het rijk in Oost-Afrika, met medeweten van den daar voor door hen betaalden minister van landbouw Podbielsky. Het misdrijf bestaat in het beDadeelen van het Rijk door slechte waar en te hooge prijzen de minister heeft etn groote som gelds aangepakt om te zwijgen, en de majoor Fiseher heeft her- hoa:del ijk van zijn „vriend" Van Tippels- kirscïi geld „geleend''. Over dit „koloniaal schandaal" zal men wel niet spoedig uitgepraat zijn. Want nog meerdere hooggeplaatsten zijn er in betrokken. Vooral de majoor Fischer, die van wege de regeering belast was met het in ont vangst nemen der verschillende waren voor de troepen, de intendant dus, schijnt een schurk te zijn. Hij had vele „vrienden" die hem „hielpen". En juist zeven jaar geleden waren die viienden bijster vrij gevig en hulpvaardig voor hem, en zeer precies in 1899 werden de overeenkom sten van de Regeering met de firma ver nieuwd en de majoor had daarin mee te spreken Ea omtrent zijn geldelijken toestand was sedert lang in de militaire kringen alles al bekend. Op de koloniale afdeeüng kwa- jr.' n telkens briefkaarten v>or hem, die, ze -als het gaai, door de mindere beamb ten gaarne gelezen werden. De gewone tekst luidde „Daar u nu uwe procenten v?a de firma v. T. hekregen hebt, ver zeek ik dringend om afdoening van de o rroude rekeningEn hieronder stond tLn de naam van een kleermaker of een anderen leverancier. Schandelijk hoog blijken thans te zijn g weest de prijzen, die door den Staat en do firma werden betaald voor uniformen en equipementstukken. Daaruit kunnen Ai deskundigen en met Dame de counur- rt erende fabrikanten zie^, hoe duur dit monopolie voor de bevoorrechte tinna ge weest is Het is te begrijpen dat de minister zijn o -tslag krijgt. Leefde Bismarck nog maar Marokko. De conferentie te Algeciras heeft ten doel gehad om den binnenlandschen toe stand in Marokko wat te regelen en in de eerste plaats de veiligheid in het land te herstellen. No, veel is daarin sedert nog niet veranderd. Uit Tanger wordt gemeld, dat er voortdurend berichten komen uit het binnenland over een gevaarlijke beweging tegen den Fransehen invloed. De rebellen trekken hun hoofdmacht om Marakesch, de zuidelijke hoofdstad, samen en een aantal half onafhankelijke vazallen hebben zich bij hen aangesloten. Zij heb ben den heiligen oorlog afgekondigd en dV-ineen er by den onderkoning Abdoel Hafid\ip aan, dat hij zich als sultan zal laten uitriepen. Deze onderkoning is alge meen be;miud en zijn leus Marokko voor de Marokkanen, heeft overal geestdrift gewelkt. De toestand zou hachelijker zyn 4*8 coit. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Hoornaar G. Benes te Hoog- blokland. 21 Aug. viert ds. v. Kempen te West broek, vroeger te Bruinisse, zijn 25-jarige ambtsbediening. Omtrent het voorstel tot het ter hand nemen van de zaak der reorganisatie van de kerk melden wij, dat er voor stemden 11 orthodoxe leden, en er tegen 2(ds. Weijland uit Veere, zitting hebbende voor Zeeland, en de president ds. Loeff uit Dordt, zitting hebbend voor Zuid-Holland)samen 8 leden. Er voor stemden de heeren Leemans, v. Dis, Creutzberg, Gronemeijer, De Groot, Tonsbeek, Hulsebos, De Haan, Siegers, Mense en De Vries. Geref. Kerken. Tweetal te KruiningenJ. H. Broek Roelofs, oand. te Hardenberg, en J. Oziuga, cand. te Amsterdam. Beroepen te Barneveld M. M. Horjus te Brouwershaven te Oud-Loosdrecht J. K v. Haeringen te Genderen. Bruinisse. Het was voor de leden der Geref. Kerk j. 1. Zondagvoormiddag een blijde stonde. Was men in spanning of Z.Eerw. ds. De Jager zijn beroep naar Dinteloord zou aannemen, aan het einde der predikatie deelde de geliefde Ieeraar mede dat hjj had gemeend te moeten be danken en dus voor de gemeente behouden bleef. Dadelijk nadat ds. De Jager had ge sproken en iemand van den kerkeraad had kunnen antwoorden, zong de gemeente hem toe Ps 134 3. Deze spontane uiting van 't geen in den boezem der aanwezigen omging, maakte zichtbaren indruk op den leoraar en gemeente beiden. Stelle de Heere hem nog tot rijken zegen in dit deel van Zijn akker. Oud-Geref. Gemeente. Krabbendijke. Uit een tweetal, be staande uit ds. L. Boone te St.-Philipsland en ds. H. Roelofzen te Goes, werd by meer derheid van stemmen ds. L. Boone Zater dagavond gekozen om door den kerkeraad te worden beroepen. (Verbeterd bericht). Geslaagd voor de Engelsche acte A middelbaar onderwijs te 's-Gravenhage de heer C. J. Munters, te Middelburg. En voor het Fransch 1. o. de heer J. M. Kerpe- stein te Ter Neuzen. Geslaagd voor 't eindexamen cursus hoefbeslag op de veeartseny-school te Utrecht met diploma de heer P. C. Boone Jr., te Colijnsplaat. Middelburg. De voordracht ter be noeming van eene onderwijzeres aan school J alhier bestaat uit de dames A. J. Nijland en J. W. de Visser—Meertens, beiden on- d'rwijzeres te Middelburg, en O. A. de J„ng, tijdelijk onderwijzeres te Loeneu op de Veluwe. LAW I )BOUW. Veehouderij in 1905. Rundvee. Aan het officiëel verslag over de vee houderij in 1905 ontleenen wij Melkproductie. De melkproductie is in 1905 grooter geweest dan in 1904, dat zich door groote voederschaarste keu- merkte. Intusschen had men ook in het afgeloopen jaar in verschillende streken in het Noorden des lands reden tot klagen. Zoo was in Groningen door de droogte op de zand- en de zware kleigronden de hoeveelheid melk minder dan middelmatig terwijl in het zuidelijk deel van het Wester kwartier ook in den winter de melkgift te wenschen overliet, doordien het vee in den zomer te veel leed. In Drenthe was de droogte mede oor zaak van eene geringe melkleverantie aan de fabrieken. Dit geldt ook van sommige streken in het Noorden van Overijsel, in welke provincie voorts in de eerste 3 4 maanden de3 jaars de nadeelige werking van 1904 en 1903 op de melkproductie nog merkbaar was. In het Noorden van Noord-Holland werd door het vee mede belangrijk minder melk gegeven, waardoor de kaasproductie er kleiner was dan andere jaren. Omtrent de zuidelijker gelegen gedeelten des lands luiden de berichten zeer gunstig. Zoo was in de provincie Gelderland de totale boterproductie van 29 fabrieken in 1905 12,37 pCt. hooger dan ia 1904, hetgeen niet alleen moet worden toegeschreven aan de grootere melkopbrengst, maar ook aan het hooger vetgehalte. De ten vorigen jare geuite klachten omtrent den achter uitgang der melkveehouderij iu Groningen, waar alleen in het zuidelijk deel van het Westerkwartier het aantal koeien schijnt toe- in plaats van af te nemen, in de Drentsche Veenkoloniën en in Zeeland werden ook in 1905 wederom vernomen. Uit Noord-Holland wordt bericht, dat de veehouders moeilijk aan geschikt melk- personeel, een verschijnsel, waarover ten vorigen jare mede in Zeeland en Gronin gen werd geklaagd. Boter. Werd er in het verslag over 1904 op gewezen, dat Engeland, als afzet gebied voor onze boter, meer en meer plaats maakte voor Duitschland, in 1905 heeft de toestand zich verder ontwikkeld. VolgensdeEngelschestatistiekbedroegonze boteruitvoer naar Engeland 10,704,900 K.G. tegen 12,865,000 K G. in 1904. Onze uit voer naar Duitschland klom daarentegen volgens de Duitsche statistiek van 10,608,800 K.G. in 1904 tot 13,516,500 K.G. in 1Ö05. Duitschland is dus tegen woordig de belangrijkste afnemer ran onze boter. Opmerking verdient, dat ook ten aanzien van de Deensche boter eene ver mindering van den uitvoer naar Engeland en eene vermeerdering van dien naar Duitschland valt waar te nemen. Onze boteruitvoer naar België bedroeg volgens de Belgische statistiek in 1905 3,884,000 tegen 3,693,000 K.G. in 1904. Volgens de Nederlandsche gegevens heeft onze totale uitvoer van boter in 1905 be dragen 23,234,000 K.G., tegen 23,607,000 K.G. in 1904. Paarden. De gezondheidstoestand van den Nederlandschen paardenstapel was in 1905 over het algemeen goed. In het najaar echter heerschte in verschillende streken goedaardige droes met hare com- plieatiën. De resultaten, in 1905 met de paarden fokkerij verkregen, kunnen over het al gemeen zeer gunstig genoemd worden, tengevolge van de hooge prijzen, die wer den besteed. Het natuurlijk gevolg daar van is dan ook, dat het aantal gedekte merriën in 1905 2230 grooter was dan in 1904 en klom tot 48,852. Do fokinrichting bleef vrij wel overal dezelfde. Het fokken met koudbloedheng- sten nam over het algemeen toe, dat met inlandsche zware hengsten af, terwijl ook het fokken van harddravers en Engelsche volbloedpaarden eenigszins toenemende is, vooral dat van harddravers, waartoe Normandische, Amerikaansche en Rus sische hengsten worden gebruikt. Van de geïmporteerde komen voornamelijk de Fransche harddravershengsten in aanmer king, ook voor de algemeene fokinrichting van warmbloedpaarden, n. 1. daar, waar men een middelzwaar tuigpaard wil fok ken, reeds waren twee goede exemplaren in Groningen en in Noord-Holland ge- stationneerd. De qualiteit der goedgekeurde hengsten wordt langzamerhand beter. Intusschen zyn de dekgelden in vele provinciën nog te laag, waardoor het aanhouden van heng sten van de beste qualiteit lang niet overal rendeert. In een paar provinciën is een bond van hengstenhouders opgericht, die het minimum dekgeld bepaalt. Hiervan zijn ongetwijfeld gunstige resultaten te verwachtenhet minimum dekgeld f 6 is echter nog te laag gesteld. Het aantal in het land gefokte, werke lijk goede dekhengsten is nog veel te gering en zal niet veel grooter worden, zoolang het aantal personen, die meer dan een hengstveulen willen aanhouden, niet sterk toeneemt. Op de goede afstamming van fok- en ge- bruikspaarden wordt ten onzent nog steeds veel te weinig gelet. Ook wordt nog altijd veel te veel goed vrouwelijk materieel in den handel gebracht, terwijl het toch zoo h"og noodig is dat do beste jonge en oudere merries voor de fokkerij bewaard blijven. De handel iu paarden was in 1905 in het geheele land beter dan ooit tevoren; vooral voor Duitschland koopt men elk jaar meer paarden, terwijl de handel op Frankrijk vermindert. Duitschland en Engeland blijven de groote afnemers daarna volgen België, Italië, Zwitserland, Spanje en Frankrijk. Ook ds binnenlandscl.e handel was be vredig ind er werden hooge prijzen be steed. Voor het leger worden in het land 170 paarde", vo r de artillerie aangekocht. Aan bovenstaande algemeene opmerkin gen zyi ten aanzien van sommige provinciën nog het volgende toegevoegd. in Groningen begint de paardenfokkerij weer meer op te leven, na de stagnatie, die in de laatste jaren was waar te nemen. Er werden hooge prijzen besteed, ook voor eeDigszins afwijkende qualiteit. Vooral Duitsche kooplieden kochten een groot getal op in prijzen van f 250 tot f 500. Slachtpaarden waren mede zeer duur Opmerking verdient, dat een paar Belgische hengsten ter dekking zjjn ge steld in Groningen en Friesland. In laatst genoemde provincie dekten nog ongeveer een tiental inlandsche zwarte hengsten. Nog sterker dan in Friesland neemt het fokken met bedoelde hengsten af in Dren the, waar er nog maar enkele zijn. De vraag naar inlandsche zwarte heDgsten voor Engeland voor begrafenissen was in het najaar van 1905 iets levendiger, al waren de prijzen nog niet hoog. Overijsel heeft voor de paardenfokkerij weinig te beteekenen. Het aantal gedekte merriën is er van alle provinciën het kleinst. In Gelderland waren de uitkomsten in het voor de paardenfokkerij belangrijkste gedeelte, n.l. de Betuwe, goed of zeer goed. De fokkerij van koudbloed neemt toe. In da Betuwe worden weinig veulens ver kocht. Meer heeft de verkoop plaats op 1 "a-jarigen leeftijd naar Duitschland, ter wijl de beste dieren wo-den f;at gehouden om 4 k 5-jarigen ouderdom ais luxepaarden Van de hand te worden gedaan. Evenals in Gelderland is het fokken met het Belgische koudbloedpaard ook toenemende in Zuid-Holland en Noord- Brabant. Uit laatstgenoemde provincie wordt bericht, dat in 1905 oen aanzienlijk aantal l'/rjarige paarden van het zware slag naar Duitschland gingen. In Zeeland verheugt de fokkerij zioh meer en meer in de belangstelling van de landbouwers, waarvan iu de hooge prijzen de oorzaak inoet worden gezocht. Het aantal merriën op de boerderijen wordt voortdurend uitgebreid, zoodat in 1905 van het aantal in Neder'aud gedekte mer riën het vijfde gedeelte in Zeeland thuis behoord», De hengsten zijn bijna alle van het Belgische ras. De merriën zijn nog van zeer uiteenloopend type. Vooral in streken als SchouwenDuiveland, waar tot voor korte jaren veelvuldig gekruist werd met hengsten van Oldenburgsch en Clydesdale ras, is nog weinig eenheid iu het vrouwelijk fokmateriaal waar te nemen. Het hoogst staat de fokkerij in Zeeuwsch- Vlaanderen, waar men, ook ten gevolge van de onmiddellijke nabijheid van België, steeds de hoogste prijzen maakt. Intusschen is ook iu andere deelen der provincie voor uitgang waar te nemen. Vermelding verdient ten slotte nog de oprichting van het stamboek voor het Zeeuwsoh-Belgisch trekpaard, dat dadelijk veel steun heeft ondervonden. In Limburg, waar uitsluitend met Bel gische hengsten wordt gefokt, was men over de in 1905 verkregeu uitkomsten mede zeer tevreden. Middelburg. Het stedelijk schutterij- muziekcorps, lnitenant-directeurdhr. Morks, geeft een muziekuitvoering op het Molen water, a. s. Vrijdag 10 Augustus, aanvang 7Va uur. Onder meer zal wordeD uitgevoerd: De Fremersbery, Badensehe Legende van Malislow Koennomaun. Goes. De drukkerspatroons op een na die wegens uittstedigheid afwezig was, zijn het eens geworden over de vaststelling eener betere loonregeling voor de gezellen in dat vak. Volgens deze regeling zal het weekloon bedragen van: 1819 jaar t4 A f 5 (wat ons nog veel te weinig schijnt) 19—20 jaar f5 A f6; 20-21 jaar f6 5 f6,75; 21—22 jaar f6,75 a f7,50 22—23 jaar f7,50 f8,50 Boven de 23 jaar f8,50, natuurlijk alles minimum. Gehuwden krij gen 50 cent per week meer. Deze regeling is natuurlijk een compromis. Er waren drukkers die verder wilden gaan, en tot hier toe verder gingenen 't doet ons genoegen te kunnen melden dat de grootste achterlijkheid hier was bij een vrijzinnig-demooratischen drukker, en de vooruitstrevendheid, de billijkheid juist geworden werd aan antirevolutionaire zijde. Doch hierover later Rilland-Bath. De vorige week brach ten eenige polderwerkers een kleine hoe veelheid lood by den opkooper M. Augustijn alhier, om het van de hand te doen. Zij gaven voor het van den aannemer te heb ben gekregen. Zaterdagavond brachten zij weer een collectie De opkooper, de zaak niet vertrouwende deed aangifte bij de politie. Deze surveilleerde van Zater dag op Zondagnacht en ook van Zondag op Maandag, doch ondanks hun ijverig zoeken konden zij niets ontdekken. Heden Maandagavond echter brachten de polder werkers wederom lood en zeiden van avond om tien uur nog meer te zullen brengen. De opkooper Augustijn deed direct aangifte bij de rijkspolitie dat er weer lood gebracht was door drie personen. De rijkspolitie ging er direct op uit en arresteerde ze in gezelschap van den on bezoldigd rijksveldwachter Koeman bij den schoenmaker G. Onmiddellijk werden zij naar het arrestantenlokaal overgebracht en na korten tijd bekenden ay hun mis daad. Het lood enz. behoorde aan de Nieuwe Vennootschap. Het ontvreemde bedroeg in het geheel meer dan 100 K.G. De polderwerkers waren in dienst der heeren Broekhoven en Wiegeling, aan nemers. Omdat vele polderwerkers, in dienst by de aannemers van den Eerste Bathpolder hier Zaterdags en Zondags blijven was het die dagen zeer druk en ook nog al rumoerig op het dorp, ja erger nog bij het zich begeven naar de verschillende keeten werd baldadigheid gepleegd. By den landbouwer B. werden bossen aard appelen uitgetrokken, bij den herbergier A. in den polder werd 't tuintje geruineerd omdat de herbergier niet open doen wilde (het was na sluitingstijd), verder werd de kar van den bakker T. van den dyk af ge reden en ook nog een en ander beschadigd. Ook had een vechtpartij naby wachtpost 19 plaats en werden paarden uit weiden gehaald en elders gebracht. Men schrijft uit St. Annaland De dichting der doorbraak aan den Suzanna- polder, de laatste op het eiland Tholen, is thans voltooid. De tachtig werkdagen voor dien arbeid bestemd, zijn dan ook om. De Hollandsche werklieden zijn vertrokken en die uit de gemeente hebben ander werk gevonden. De woonarken en de kipkarren, de baggermachine en de sleepboot, de schuiten en de pramen, alles is weg en een rustige stilte heerscht thans, waar sedert den I2en Maart algemeene bedrijvigheid was. De geïnnundeerde polder zelf, met uitzondering van het nieuw bedijkte gedeelte, het Voogds- poldertje dat tegenwoordig rijpende vruchten heeft, ligt er allertreurigst by. Alle boeren, meestal kleine, zjjn druk bezig de greppels en slooten te delven, om het zoute water gelegenheid te geven daarin weg te zakken. Sommigen breken met de egge de bovenkorst op, veel in den grond werken wordt door de land- bouwleeraars ontraden teneinde het hemelwater, dat juist dezen zomer zoo sohaarsch valt, de gelegenheid te geven. gemakkelijk in den grond doc r te dringen, zoodat bet zout, in opgelost n toestand, met het water naar de ouders' e aardlagen kan worden afgevoerd. Hoeveel jaren het duren zal eer'deze polder zyn vroegere vruchtbaarheid zal hebben teruggekregen, is niet vooruit te zeggen, doch een tiental zal er ongeveer wel voor noodig zijn: daartoe zal dan echter nog flink wat gela moeten worden uitgegeven om het land te verwijderen, dat hier en daar wel een halve meter dik op de akkers ligt, andeis wordt het land nimmer goed. Het dijk vak, dat in de doorbraak geplaatst is, zipt er zwaar en stevig uit en is ongeveer een manslengte hooger dan de kruin van den zeedyk. Het is nu, by vergelijking, dui delijk te zien, dat deze veel te licht en laag was om stormvloeden als van 12 Maart 1.1. te verduren. Het dijkbestuur heeft dan ook besloten den geheelen dyk aan dit nieuwe stuk gelyk te maken. Te Loosduinen is een weesjongetje dat bij een oom werd grootgebracht, onge zien te water geraakt en verdronken. Te Heusden is een 16-jarige jongen met beide beenen onder de wagens van een in volle volle vaart zijnde tram geraakt en aan de gevolgen oterleden. ln de zoogenaamde heide onder Drogeham stond een ilinke arbeiderswoning, bewoond door Epke v. d. Berg, zijne vrouw en hunne drie kinderen, allen jongens, waarvan de oudste 5 jaar, een van 3 en een van l'/3 jaar. De man was Woensdag naar Duitsch land gegaan om er wat geld te verdienen, wat noodig was, daar zijn huis door gelde lijke hulp van anderen voor een paar jaar was gebouwd. Hij en de zijnen stonden als nijvere menschen bekend. Zaterdag des namiddags ongeveer twee uur, zou de vrouw melk halen van een der buren, die op korten afstand woonde, en liet hare drie bovengenoemde jougetjes achter in de woning. Na eenigen tijd afwezig te zijn geweest, bereikte haar de mare, dat haar huis in brand stond zij spoedde zich der waarts, doch kon niet verhinderen, dat door de hevige vlammen die reeds toen woedden, hare drie kinderen verbrandden. Water om te blusschen was er niet, zoodat eenigen tijd daarna de gedeeltelijk ver koolde lijkjes van onder de nog gloeiende puinhoopen werden weggehaald, door de politie zorgvuldig vcorloopig in een korf neergelegd en bij de buren gebracht. Een hond en een varken zija mede verbrand, terwijl één varken zichzelf wist te redden. Overigens is dan ook alles een prooi der vlammen geworden, huismeubels een partijtje rogge enz. Zondag heeft te Dungen een 30-jarige landbouwer bij het wildstroopen de volle lading van zijn ge weer in zijn hoofd gekregen, tengevolge waarvan hij, vreeselijk verminkt, op de plaats dood bleef. Hij had het geweer, zooals iemand die met hem op stroopen was uitgegaan mededeelt, tegen een boom gezet. Te Amsterdam is gedurende de afwezigheid der ouders een 6-jarig kind van eene tweede verdieping op de binnen plaats gevallen, het was terstond dood. De 22-jarige zoon van een machinist te Coevorden had het ongeluk bij gebruik van vleesch een beeutje in dekeel te krijgen, met het treurig gevolg, dat hij binnen enkele oogeublikken door verstikking overleed. Te Scheveningen kwam Maandag bij den reeder v. d. Zwan bericht uit Lerwick (Engeland), dat de 15-jarige scheepsjongen C. den Heijer varende op zijn logger, 28 Juli op de visscherij over boord is gevallenen jammerlijk verdronken. Te Dordrecht was gisteren een jeugdige rijwielhersteller in den winkel bezig een carbidlantaarn schoon te maken, toen deze ontbrandde. Hij liet ze direct vallen, waardoor ze haar vuur aan een hoop gebruikte poetsdoeken meedeelde en van daar aan de etalageruimte. Spoedig liep hij naar zijn zuster, achter in huis, en toen beiden naar den winkel liepen, stond daar alles reeds in feilen gloed, zoodat ze zich haastten, door de gang naar buiten te komen. De brand was intusschen reeds door voorbijgangers bemerkt, en door den politie-slangenwagen gebluscht. Het vuur had zich echter ook medege deeld aan de bovenwoning die gedeeltelijk, en aan de benedenwoning die geheel is uitgebrand ook de inboedel achter ver brandde nagenoeg geheel, terwijl van den winkel-inventaris alleen een fiets, en van den inboedel een kist gered kon worden. Een zekere dokter Ingenez te Win schoten adverteert in sommige bladen een middel tegen tuberculose. Hy noemt het nelisab, dat is het. omgekeerde van basiien (bacillen). De man kan misschien dat woord niet goed spellen, vandaar al licht de verkeerde spelling van het om gekeerde er van. Intusschen zy men voor zichtig met dat. medicijn, dat „alle bacillen doodt", want deze dokter is niets anders dan een eerzaam kastelein, wien het om de centen der eenvoudigen te doen is en tegen wien reeds proces-verbaal moet zyn opgemaakt. Van een zijde, die geacht kan worden goed op de hoogte zijn, wordt medegedeeld dat het aau baron Van Heeckeren, gezant te Stockholm, toegeschreven voornemen, om tot openbaarmaking van stukken of brochures over te gaan, beslist ongegrond is. Zaterdagavond brak, tengevolge van hooibroei, brand uit een boerderij te Sloten (N.-H.). In ongeloofelijk korten tijd lagen huis, stalling en hooihuis in de asch. Tijd, om iets van belang te redden was er niet. Al het hooi verbrandde. Zondagavond is weder een gevaar lijke verpleegde uit het Rijkskrankzinni- gengesticht te Medemblik ontvlucht. Te Oudkarspef worden door een vereeniging van landbouwers premiën uit geloofd voor het dooden van ratten. Deze maatregel werkt zeer gunstig. In Juni werden 797 gedoode ratten ingeleverd, in Juli 642.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2