NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 254. 1906 Dinsdag 31 Juli 20e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Handelsonderwijs voor den Middenstand. 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Een van de belangrijkste punten, die de vorige week te Leeuwarden op de Algem. Vergadering van den Nederl. Bond van den handeldrijvenden en industrieelen Midden stand z(jn behandeld, is zeker wel het Han delsonderwijs voor den Middenstand. Te meer dient hier de aandacht op te worden gevestigd omdat te dezer opzichte het particulier initiatief krachtig werkzaam is geweest en nu weer tot hooger krachts inspanning werd geprikkeld. Wie meenen mocht dat de actie van den Middenstand zich allereerst richt op steun der Overheid vergist zich. Integendeel. De woorden door den toenmaligen minis ter dr. Ifuyper op het Nationaal Congres te Rotterdam gesproken, zijn ter harte ge nomen. Toen werd gewaarschuwd niet van de Overheid de hulpe te verwachten, maar door krachtig particulier pogen, door zich zelf te herzien, door aaneensluiting, en door studie de middenstand te handhaven op de plaats die hem toekomt. In die lijn is gewerkt. Het vorig jaar gevolg van de weten schap dat boekhouding en winkel-admini stratie zoo zeer te wenschen overliet werd door mr. Korthals Altes een rapport uitgebracht over de boekhouding van den winkelier en zijns gelijke, er op aan dringend dat zelf de hand aan den ploeg zou worden geslagen, en de middenstand zelve pogen zou te voorzien in de behoefte. Wie zich de besprekingen herinnert toen gehouden, weet met welk een belangstel ling naar de raadgevingen werd geluisterd, koe men zich ernstig voornam het niet bij woorden te laten, maar tot daden over te gaan. Zoo geschiedde het. In de meeste plaatsen van eenige betee- kenis van ons land werden door de Midden- standsvereenigingen cursussen georgani seerd voor boekhouden en handelskennis, die bijna overal goed zijn geslaagd. Zoo te Middelburg en te Vlissingen. De voorzitter herinnerde dan ook in zijn openingswoord er aan, dat „het preadvies van mr. Korthals Altes over boekhouding en winkel-administratie werd de directe aanleiding, dat door bijna al onze vereeni- gingen de hand aan den ploeg werd gesla gen, om de gebreken in onze administratieve kennis te verhelpen. Cursussen werden opgericht, en, mannen reeds vergrijsd in hun vak, achtten zich niet te oud om door het volgen dezer leer gangen zich de noodige kennis voor het meer nauwkeurig beheeren hunner zaak eigen te maken". Mag er dus op gewezen dat onder erken ning van eigen gemis de hand aan den ploeg geslagen is, het ligt voor de hand dat de vraag kwam is dit voldoende, kunnen die cursussen niet beter ingericht, moeten wij niet verder? Al moge men dankbaar zijn voor het verkregene, men gevoelde toch dat het handelsonderwijs voor den middenstand daardoor niet tot aanzijn was geroepen. Het leerplan en wat daarmede in verband staat, de korte duur, beperkte kring, dat alles toonde dat wel een begin gemaakt was, maar veel verder dan dat begin men nog niet was gekomen, Van verschillende zijden kwam dan ook den drang om dit jaar weer het handels onderwijs op de agenda te zetten 1 a ti11 a ^ranë werd gehoor verleend en ar. Borgman zou de bespreking inleiden. Meer dan iemand zeker wel bevoegd. Werd het vorig jaar de wenschel^jkheid ven cursussen bepleit, thans zou dr. Borg man over gemeentelijke handelscholen voor den Middenstand adviseeren. In zjjn rapport verdedigde hij o. m. de volgende stellingen i Vakonderwijs beoogt voorbereiding tol een later te beoefenen vak, beroep of bedrijf, yraafy d? telken? groot er wordende naar vakonderwijs ie niet le stuiten en kan niet tegengegaan worden, omdat het een natuur historisch verschijnsel is. De bevordering van vakonderwijs zal mede werken tot verhooging van het geluk en de welvaart van een volk. Elke onderwijs-organisatie moet er op gericht zijn, dat er naast of liever volgende op scholen, die algemeene ontwikkeling beoogen, scholen of cursussen zijn, die voorbereiden tot een bepaald vak, d.w.z. vakscholen of vakcursussen. Handels scholen zijn vakscholen. Het is een gevolg van de eeuwenlange behar tiging der belangen van scholen, die algemeene ontwikkeling beoogen, dat deze scholen hooger worden geacht dan vakscholen. Het vakonderwijs let niet enkel op de bevor dering van het kennen en kunnen ook de vor ming van het gemoed behoort tot zijn taak. Vakonderwijs werkt dus mede tot de opvoeding van een volk in zijn geheel. Daarom is het gewettigd, dat rijk, provincie, gemeente, hetzij alleen, hetzij gezamenlijk, het vakonderwijs steu nen of stichten en onderhouden. Het zal steeds blijven groeien, totdat gansch het volk het als natuurlijk beschouwt, dat onze kinderen, ver schillend van aanleg, zich overeenkomstig hun natuurlijke neigingen moeten kunnen ontwik kelen, en dat gewone scholen en vakscholen volkomen gelijkwaardige zusters zijn. De regeering stelle een acte verkrijgbaar voor het boekhouden en voor de correspondentie. Ook worde in avondcursussen of op tijden, geschikt voor oudere bezoekers, onderwijs ge geven in het boekhouden en correspondentie. Hier en daar worden handelsscholen opgericht, die men „lagere" handelsscholen zou kunnen noemen, en waar leerlingen van ongeveer l5 jaar dagonderwijs ontvangen in alle vakken, die een handelsman met „zaken van bescheiden omvang" moet kennen, en des avonds onder wijs wordt gegeven aan hen, die deze school des daags niet kunnen volgen. Dr. Borgman komt tot de volgende conclusies: In de wet op het lager onderwijs worde een aanvullingsartikel opgenomen, dat ook andere dan de in die wet genoemde leervakken mogen worden onderwezen in de klassen, verbonden aan en volgende op een gewone lagere school. De keuze der te volgen vakken zij in overleg met de ouders, onderwijzers en commissie van toezicht op het lager onderwijs te doen, en door Burgemeester en Wethouders, den districts schoolopziener gehoord, goed te keuren. Indien dit alles geregeld is, kunnen gemeentelijke handelsscholen gesticht worden. Ze zijn dag en avondscholen. Het onderwijs zij zoo een voudig mogelijk, rekening houdende met plaatse lijke toestanden. Wat betreft de financiëele zijde van het vraagstuk, deze is niet zoo grootop plaatsen, waar uitgebreid lagere scholen zijn, kan dat onderwijs gereorganiseerd worden op plaatsen, waar dat niet bestaat en dus de levens verhoudingen weer- eenvoudiger zijn, kan men beginnen met avond-onderwijs, respectievelijk morgen- of middagonderwijs. Indien de orga nisatie zoodanig is, dat zij niet enkele plaatsen, maar het gansche volk omvat, dan zal men spoedig de groote vruehten daarvan onder vinden, vruchten, die de kosten meer dan dubbel betalen. Bij de discussie over dit vraagpunt werd allereerst de wenschelfjkheid betoogd van het herhalin g=>-onderwijs vooral dienstbaar te maken aan het vakonderwijsde aan dacht werd te dien aanzien gevestigd op een werkje van den heer K. Beversluis, handelende over de verbetering van het herhalingsonderwijs. Geklaagd werd over de vaak onpractisohe inrichting van het uitgebreid lager- en middelbaar onderwijs. Een andere spreker was van meening, dat vakscholen te veel zullen specialiseeren. Daarom werd door hem meer de voorkeur gegeven aan het inrichten van cursussen voor den aanstaanden en volwassen han delsman, waar minder op den voorgrond moest staan het handelsonderwijs, dan wel het boekhouden en onderwijs in win keladministratie. Het ontbreken van deze kennis is een bron van groote moeilijk heden voor menig middenstander; die cursussen zouden ook dit voordeel nog hebben, dat ze ten platte lande gemakke lijker zijn in te richten dan handelsscholen, Dr. Bos betoogt, ook met beroep op toestanden in het buitenland, dat men er met verbetering van het bestaande her halingsonderwijs, door het eenigermate practisch te tinten, niet komt. Als model geeft hij aan de handels avondschool te Winschoten, Spreker meeat dat het particulier initiatief hier moet vooropgaan. Men vorme een kring 't zij van kooplieden of andere belangstellenden, b. v. voorafgegaan door een vereeniging die zulk een school sticht. Hij roept de vergadering toe Begin Begin En waar het eigen initiatief aan den arbeid is getogen, zal de Overheid wel steunen. Waardeerend het rapport van dr. Borg man meent hij toch dat een vergadering als deze, uiteraard niet oordeelen kan over paedagogisehe, technische kwesties ten opzichte van opleiding en wetswijzi ging. Voor den Bond zal het voldoende zjjn, wanneer hij krachtig uiting geeft aan wat hij te dezen aanzien wenscht, zonder in bijzonderheden te treden. Voorts moet naar de meening van dr. Bos onder handelsonderwijs niet alleen verstaan wor den een onderwijs dat slechts van de gemeente uitgaathet zal eerst dan tot grooten bloei kunnen komen, wanneer het handelsonderwijs uitgaat van de koop lieden zelf, van vereenigingen van koop lieden, van particulieren. Dan zal er voortdurende controle zijn van de lieden uit de praktijk; dan zal de kans groot zijn, dat het onderwijs zich zal aansluiten aan de praktijk. Ook zou dr. Bos gaarne zieu, dat de Boud het uitsprak.dat de gewenschte handelsscholen of cursussen dienen te worden gesteund èn door rijkèn door provincieèn door gemeente. Rijk en gemeente willen wel, doch sommige pro vincies maken bezwaar. Het praeadvies van dr. Borgman vol komen in zijn waarde wensehende te laten, zou spreker een meer algemeene uitspraak van deze bondsvergadering wil len uitlokken. Daarom stelde hij de vol gende motie voor «De vergadering spreekt als haar wenseh uit, dat het handelsonderwijs, zoo wel hetgeen voorbereidt tot den handel, als hetgeen aanvult de practische kennis, in den handel opgedaan, worde georgani seerd naar dc onderscheidene behoeften, met steun van rijk, provincie en gemeente." Verschillende afgevaardigden zetten uit een hoe in hun woonplaats door middel der vereenigingen het handelsonderwijs is geregeld, en voornamelijk Nijmegen wijst op de uitnemende resultaten. Toch kwam de vraag op, wie geeft ons een handleiding, en hoewel de voorzitter in zijn openingswoord reeds medegedeeld had, dat binnenkort van de hand van den her De Groot te Amsterdam verschijnen zal een boekske, waarin op populaire wijze een geheele leergang behandeld wordt, voorzien van voorbeelden en staten, waardoor het mogelijk zal zijn; dat aan de hand van dit werk een cursus in het boekhouden enz., ingericht kan worden, en het volgen der verschillende lessen zeer vereenvoudigd wordt, werd er op aangedrongen dat de aangesloten vereeni gingen de oprichting van cursussen ter hand zouden nemen, na van het Hoofd bestuur een leiddraad te hebben ontvangen betreffende de inrichting enz. Dr. Borgman beantwoordde de verschil lende sprekers. Op den voorgrond stelde hij met «gemeentelijke" niet te hebben bedoeld uitgaande van de gemeente. Dat kan, maar is niet noodig. Integendeel. Ook door hem werd het particulier initia tief gepropageerd. Al erkent hij dat het herhalingsonderwijs niet geschikt is voor het handelsonderwijs, toch roept hij de zulken -toe i als ge niets beters krijgen kunt, begint dan daarmede. Hoe eenvoudig ook uw cursus zij t Begin. Fouten zult ge steeds vinden. Ze zijn u ter leering. Maar iets anders is de in richting van cursussen en het plaatsnemen van het handelsonderwijs voor den mid denstand in het kader van onze onder wijsinstellingen. Zijn rapport wijst op de toekomstwaar z. i. de plaats van dal onderwijs zijn moet; maar ook voor de particuliere cursussen in deze regeling van beteekenis, omdat h§t grpote begwagr is goede te verkrijgen voor deze cursussen. Die zaken gaan samen. Maar toch herhaalt hij zijn woord. Be gin)! Zonder begin der belanghebbenden zal de overheid niet genegen zijn ingrij pende verandering te brengen in het sa menstel onzer onderwijsinrichtingen en het zijn de vereenigingen van den middenstand, die zij het in alle eenvoudigheid, geroepen zijn aan te Tatten. In de plaats zijner inwoning zijn zeker een vijftigtal cursussen van allerlei aard, en hij meent niet te veel te zeggen dat van het overgroote deel al wat tussohen de 17 en 20 jaar is ter cursus gaat. Daar moet kracht van uitgaan roept hij uit. Als gij M. H. in alle hoeken des lands u aangordt om het handelsonderwijs te bevorderen, om een begin temaken, om aan te vatten, dan zal zulks zijn ten zegen van de stad uwer inwoning, ten zegen voor ons land, dan zal door uw initiatief een algemeen regeling van het handels onderwijs niet kunnen uitblijven, en uw stand en uw land zal op hooger peil komen. Ten slotte zieh vereenigende met de motie van Dr. Bos, werd deze aangenomen met algemeene stemmen, nadat er aan was toegevoegd de wensohelijkheid om alle aangesloten vereenigingen uit te noo- digen deze zaak ter hand te nemen en het hoofdbestuur op te dragen een leid draad te verstrekken. Het verheugt ons zeer, dat hier op on derwijsgebied het particulier initiatief als het eenig wenschelijke werd uitgeroepen, en de middenstand pogen wil zijn stand te verheffen door degelijk onderwijs, uit eigen middelen te verstrekken. 30 Juli 1906. Kwaadspreken. Om kwaad te spreken behoeven wij soms niet eens iets kwaads te zeggen of iets goeds te bedillen. Wij kunnen het ook zonder spreken doen. Een eenvoudig schouderophalen is genoeg. Een trek om den mond zegt al zoo veel. Een oogop slag werkt vaak meer uit dan wij denken. Een bedenkelijk stilzwijgen, als men een woord van ons verwacht, zaait dikwijls wantrouwen en wekt booze'vermoedens op. Ja, als wij iemand prijzen en hem hoog verheffen, kan een eenvoudig „maar", dat zonder meer op dien lof volgt, dienst doen als snelwerkend vergif. N. v. d. D. Nu de kruitdamp der verkiezingen reed* lang is opgetrokken het negental ministers weder compleet is, het liberale kabinet zich vaster dan ooit in het zadel voelt, dank zij den herhaalden ondubbelzinnigen steun der rechterzijde toen eigen geest verwanten het loslieten, en hetoogen- blik nadert dat de balans over het eerste jaar kan worden opgemaakt, begint het ministerie, zoo van reohts als van links het wel eenigszins benauwd te krijgen vanwege de kritiek op zijn niets doen in zake de sociale wetgeving* Van rechts is het de(kath.) Volksbanier die haar grief tegen het concentratie-kabinet aldus weet saam te vatten. Zondag a.s., 29 Juli, komen de afgevaardigden voor den Centralen Raad wederom te samen ter bespreking en beraadslaging van hetgeen op de agenda voorkomt. De punten van behandeling, voorkomende op de agenda, verschillen aanmerkelijk met die, welke we de paar voorlaatste jaren be handelden, daar we ditmaal op de agenda missen die ingrijpende sociale onderwerpen, waaraan, alvorens deze in behandeling konden worden genomen, een geduchte studie moest voorafgaan, zoowel in de afdeelingen, waar zij aan eene breede bespreking werden onder worpen, als bij de afgevaardigden onderling, soo zelfs, dat voor enkele onderwerpen rap porteurs moesten worden aangewezen, die als gevolg hunner gemaakte studie met een door wrocht rapport ter vergadering verschenen. Van waar dit verschil, zal men vragen j och, dat is doodeenvoudig. Onder de vorige regeering werd dt sociale m d? PKte gebracht, Onderwerpen van zeer ingrijpenden aard die jaren en jaren in de organisaties punten van aandachtigeorerweging hadden uitgemaakt werden door de regeering in wetsontwerpen belichaamd, tengevolge waarvan de organisaties de handen meer dan vol kregen om tijdig hun oordeel aan de wetgevende macht kenbaar te maken over de desbetreffende wetsontwerpen. Thans is dat veranderd door het optreden dezer regeering, die alle sociale wetsontwerpen heeft ingetrokken, en die tot heden geen enkel opnieuw heeft ingediend en wij dus ten op zichte der sociale wetgeving voorloopig met de kanden in den schoot kunnen gaan zitten. 't Is treurig, maar waar. Onnoodig te zeggen, dat de sociale vereeni gingen daarvan den terugslag gevoelen. Van links is het de (vrijzinnig-demo- cratische) Werkmansbode, orgaan van het Algemeen Nederlandsch "Werkliedenver bond, die op eenigszins boozen toon zich aldus laat hooren: De werklieden kunnen dan ook niet roepen over een ministerie, dat zoo weinig voor hen deed, terwijl toch veel gedaan had kunnen worden, zonder die lieve eenheid te schaden. Geen groote wetsontwerpen hebben wij nu nog verwacht in dit jaar, doch wel optreden van betreffende ministers, waardoor men zien kan, dat zij, waar 't mogelijk is, zooveel doenlijk de arbeiders willen helpen. De arbeiders zien nu ook eens gaarne de bewijzen van den grooten ernst, waarmede de linkerzijde het arbeidersbelang zal dienen. Staatscommissiën werden benoemd, maar de arbeiders liet .men er buiten, terwijl zij ook eens over hunne belangen willen meespreken. Wij zijn niet zoo pedant als de S. D. A. P., te eischen, dat een van ons benoemd zou moeten zijn in de staatscommissie voor land bouwbedrijf, hoewel wij ons eerder als »arbei- ders"-partij kunnen laten gelden dan zij, doch als er maar één arbeider benoemd was, wij zouden reeds fiat roepen. Onze indruk over dit ministerie na kennis making gedurende een zittingsjaar is niet een als de Zutphensche Courant gekre gen heeftonze indruk is een teleurstellende. Wij zullen nog geduldig afwachten, doch blijft deze regeering zóó voortgaan, de oogen gesloten voor veel, dat verbetering behoeft ja eischt, dan zal ook onzentwege verlangend worden uitgezien naar. Naar wat of naar wie? Ja, dat zegt dit werkmansblad niet. Zou het blad soms verlangen naar de terugkomst van het coalitiekabinet? Of naar het optreden van een nog rooder kabinet, dan het tegenwoordige, met Troel stra als denkend hoofd, en Nolting als gehoorzame dienaar? Niemand die 't weet. Ons is 't trouwens om het even wat z(j verlangt. Het is ons voldoende te kunnen vast stellen dat de eerste zucht het Kabinet is tegengevallen 1 niet van ons, maar van zijn naaste vrienden is uitgegaan. Het belooft wat bij de behandeling der Tweede Staatsbegrooting De mannen van rechts zullen daarbij rustig toeschouwers en toehoorders kun nen zijn. IJkwet en Drankwet. Op de vergadering van den Ned. Mid denstandsbond te Leeuwarden werd door den afgevaardigde van,,Gemeenschappelijk Belang" te Vlissingen dhr. T. Manse, de aandacht gevestigd op eenige onbillijk heden in de ijkwet en drankwet. Eerstens de strafbepaling dat maten en gewichten, niet voorzien van het voor- geschreven ijkmerk, doch overigens in goeden staat verkeerend verbeurd ver klaard worden erenals zulks het geval is met beschadigde of van een a/keurings stempel voorziene maten en gewichten hier wordt de eerlijke handelaar, die ver zuimde zijn maten en gewichten te doen ijken op dezelfde wijze gestraft als hij die willens en wetens gebruik maakt van ondeugdelijke. Tweedens aohtte spreker het grootelijks onbillijk dat de winkelier bij inbeslagname zijner maten en gewichten genoodzaakt i« nieuwe aan te schaffen, terwijl het der RW Wj N®

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1