NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 251. 1906. Vrijdag 27"Juli 20e Jaargang. ie m CHRISTEUJK- FSTOFFEN. HISTORISGH BDltenlandseh Overzicht. [necht TS 1,- VAN WAAR? WSCHE gel •utter YLISSINGEN Dinsdags tderdags en te tarzen ÏNELIS VER- ot tien maanden feliskerke (Tol). lekerke. JASPERSE, e. romoeplder. tN, Mr. Smid 11,- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUiJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN |r een datnm tweede getal i» Wij verzoeken dringend adver tenties voor liet no. van ZATER DAGAVOND zooveel mogelijk reeds Vrijdagavond, uiterlijk Zaterdag morgen in ons bez't te doen zijn, daar wij ter bevordering zoo mo gelijk van den vrijen Zaterdagavond van het zettend personeel ter „druk kerij" Zaterdagmiddags zoo vroeg doenlijk afdrukken. BUBO or jong en oud, leeren 5 fraaie irde platen, voor chIs 1 25. Dierenrijk, in- eis, Visscben, ecten, enz. 1 eurde platen. Z. Beelden uit wereld. 3 Dee- urde platen, et Delfatoffen- eurde platen, roet onzen enor- eken, geven in bespottelijk lits 1.25, vijf i oud nuttig en ƒ1.25. iOLLE, Bazaar Hang 98, Rot- ngst Postwissel, ir Pakket". 'tjes in étui 40 ok Enveloppen M. SMITS, 28, Middelburg. uime keuze, oncuvrentie. mnco - - - aopsten. Bd. J. KLÜIJE- metselwerk, Jz., BOTTEKDAM. as. ten 's Zondags, f 8 uur, van Mid- srdam 8,45. Vlissingen 5,45 „SCHELDE" ji.29 6,- 1,— 1.30 9,30 12,30 31 9,30 1,— 1.17 9,30 r. 1810, 19 5,30 k2011, 21 6,30 7,30 8,30 9- 6- 9,- 8.30 129 8,30 1.30 8,30 i.3t 8,ö0 10,- 12,30 12,30 12,30 12,30 12,30 12,80 12,30 12 30 12,30 12.30 1,- 2,—* 9,30 IEDEKEN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel nieer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. DE ADMINISTRATIE. De Rembrandt-jubel ligt weêr achter ons. Niet beperkt tot ons kleine vader land alleen, het land van Rembrandt, was de hulde aan den grooten kunstenaar in ternationaal en als de erkenning en waar deering van het machtig kunsttalent een verblijdend verschijnsel. Men heeft in deze dagen gelegenheid te over gehad om dit talent te bewonderen. Mannen van rang en stand, bevoegde kunstrechters en ge leerden, hebben op meer dan eene wijze getracht Rembrandt's kunst te verduide lijken, te verklaren zelfs in haar wezen, en te populariseeren door geschrift en beeld. En hier te lande en elders was bij de herdenking van Rembrandt's 300-jarigen geboortedag slechts èén roep, de hulde der bewondering, wat is de meester groot ook in het kleine. Gelukkig degenen, die in de groote kunstenaarsgaven, aan de eenlingen van ons geslacht in den loop der eeuwen ver leend, den Schepper erkennen die de be lijdenis verstaan, dat alle goede gave, dus ook het kunstenaarsvermogen, afdaalt van den Vader der lichten, die ze uitdeelt of onthoudt naar Zijn welbehagen. Niet altijd wordt erkend of geloofd, dat talent en gave, het kunstenaarsvermogen of genie, niet eene gave is van de aarde, maar wel eene van hemelschen oorsprong. Meer malen heeft men getracht den oorsprong van al wat kunstgave en genialen aanleg mag heeten te verklaren uit de stof. "Uit de wetten van erfelijkheid en herediteit. Doch ook met die theorieën bleef er zooveel onverklaarbaars over. Het spon tane van het genie, de plotselinge ver schijning van hetzelve als een Elia onder Isrel, optredend als met daden in de vuisten soms in kringen, waar men zulks het minst had verwacht, zie, dit alles en nog meer speelde den voorstanders van de erfelijkheidsleer in dit opzicht parten. Zoolang van die zq'de nog onverklaarbaar blijft, o. a. waarom in familiën, waaruit soms gedurende een reeks van jaren be kwame kunstenaars zijn voortgekomen, een eenliDg slechts onder dezelfde om standigheden zich als een zeer buiten gewoon talent, als eeD genie openbaart, blijft voor de voorstanders der evolutieleer de af komst, de oorsprong van zulk een een ling, van zulk een onnavolgbaar talent een groot probleem. Kant leidt hetwoord genie, dat wij daar straks gebruikten, om daar mede de enkelen van zeer buitengewonen aanleg aan te wijzen, de mannen, die in den loop der eeuwen geschitterd hebben op velerlei gebied als sterren der eerste grootte, van „genius" af, den schutsengel, dien het zou medekrijgen op het levenspad, Om te bezielen en te inspireeren. Anderen noemen het eens scheppingskracht, of Scheppend vermogen, of wel een vonk van het goddelijke in den mensch. Zulk een buitengewoon talent ziet bij hooger licht i de dingen zooals ze voor God zijn, d i. werkelijk en waar. Daaraan geeft het vorm en gestalte, in overeenstemming en in ge lijkvormigheid met het wezen. Zulke groote, zeldzaam voorkomende geesten voelen iets in zich van het godde lijke, een uitvloeisel, zoo niet van de particuliere genade, dan toch van de ge meene gratie, die soms het meeste inwerkt op kringen en personen, die den hoogsten kunstenaar, n.l. God den Heere, miskennen of verwerpen. Ze werken, lijden en strij den onder den invloed ëener hoogere, eener goddelijke bezieling. En de kun stenaar, die zulks verstaat, en zich koning weet op zijn gebied, maar dan toch alleen een koning bij Godes gratie, wil niet anders zijn dan een instrument. Gode tot eer, in zeker opzicht de Aeolusharp gelijk, die, tusschen de rotsen uitgespannen, bewogen »vordt door de minste ritseling van wind. Treffend komt dit uit bij een dichter als Milton. Na het voltooien van een gedicht, dat de bewondering van de heele be schaafde wereld afdwiDgt, zegt hij o. a. „Hel kon slechts verkregen worden door ernstig smeeken van dien eeuwigen Geest, die met alle gaven van welsprekendheid en kennis verrijkt en zijne serafs uitzendt met het heilig vuur van zijn altaar, om de lippen aan te raken en te reinigen van dengene, wien het Hem behaagt Van daar, dat hij bij den aanhef van zijn onsterfelijk epos smeekt: „Gij vooral, doorgloei me en leer mij zingen, O Geest, die 't zuiver harte meer waardeert Dan alle tempels en altaren.... Uw kracht Doordring mijn zwakheid, Uw dageraad mijn [nacht". Vergun mij nu, u de pendant te toonen en wel in Goethe. In zijn „Opdracht" welke gewoonlijk bij alle uitgaven zijner werken, de rij zijner dichtproeven opent, bezingt hij zijne wijding, zijne roeping als dichter. De hooggeroemde schilder Von Kaulbach, die op zeldzame schoone wijze de gedachte van Goethe heeft gegrepen, heeft dit moment in een zijner schilderijen weergegeven. De schilder teekent ons den dichter-jongeling op den hoogsten top eens bergs, neergeknield voor eene liefelijke vrouwengestalte, hem tegenzwevend uit eene lichtende wolk. Ze heeft inderdaad geene vleugelen noodig, om hare afkomst te bewijzen. Eene goddelijke majesteit ge paard aan vriendelijke ernst straalt af van het wonderschoon gelaat. Van de rech terhand boven het hoofd hangt een sluier in groote, wuivende plooien af; in den ui'gestrekten linker houdt zij een lauwer krans boven den knielende. De oogen van den dichter zijn vol eer bied en ontzag op de hemelsehe verschij ning gericht, de armen in deemoedige, dankbare houding uitgebreid, terwijl de even geopende mond schijnt te zeggen »Gij schonkt mij 's aardrfjks schoonste gaven Mijn gansch geluk wacht ik van U alleen Het is voor Goethe de muze, welke hem, haren gunsteling, tot dichter wijdt. Het genie is eene souvereine gave, onaf hankelijk van tijd of plaats, land of volk, rang of stand. Naast een eenvoudig ketellapper als John. Bunyan, staat een alzijdig geleerde als Milton, schepper van het epos in Engeland's literatuurnaast Molière, een behangers-leerling, staat een Edison, die als krantenjongen zijn loopbaan begon. En op eigen bodem ziet ons oog tal van mannen, o. a. een Willem van Oranje, een Vondel, een Rembrandt, een Bilderdijk, een Da Costa, een Groen, een Kuyper, een breede rij van geesten, in wie God de Heere naar zijn souverein bestel, groote gaven heeft gelegd, allen te zamen en ieder afzonderlijk, bewust of onbewust, medewerkend tot het eene, groote doel, om n.l. de gedachten Gods te vertolken en te helpen verwezenlijken. 26 Juli 1006. Kwaadsprekers. Kwaadspreken kan op valerlei wijzen geschieden. 't Is niet alleen iets kwaads verdichten, dat in werkelijkheid niet bestaat. Daarvoor deinst menigeen terug. Men wil niet met bewustheid lieden. Bovendien 't is gevaar» lijk. Toch zijn er velen, die tegen dien vorm niet opzien, satanische karakters, voor welke kwaadspreken slechts het middel is om kwaad te doen. Zij weten, dat zjj zoo iets onwaarschijnlijks niet kun nen verzinnen en uitstromen, o f er zullen altijd menschen gevonden worden, die 't gelooven en die hun geloof zullen recht vaardigen met te zeggener wordt geen koe bont genoemd, of er is wel een vlekjè aan. Zoo kwamen de vijanden van Chris tus er toe, om Hem een „vraat" en een „wijnzuiper" te noemen en .zij wer den geloofd door sommigen, die daardoor een afkeer kregen van Hem, tot wiens ondergang men dien laster wilde doen dienen. Middenstandscongres. Geen treffender logenstraffing van de bekende socialistische grondstelling, dat de middenstand onherroepelijk tot den ondergang is gedoemd dan het congres van den handeldrijven den en industrieelen mid denstand, dat deze week in Frieslands hoofdstad gehouden is. Van de dagen van profeet Marx werd het met klimmende profetische zekerheid ver kondigd, dat de middenstand in den grooten strijd onzer eeuw tusschen kapitaal en arbeid spoedig naar den kelder zou gaan. In dezen geweldigen strijd onzer eeuw zouden de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden, en zou de arme mid denstand als tusschen twee molensteenen vermalen worden. Eu heeft eenige dagen geleden de be kende kleine profeet U. S. ook niet in Het Volk georakeld, dat naar socialistische, d.i., naar onfeilbare theorie, „de winkelstand en de tusschenhandelaren onherroepelijk ver oordeeld zijn, óf ten onder te gaan, óf in soldijdienst te gaan van de groot-onder- nemers en vennootschappen' (Zie Het Volk, no. 1924). Arme veroordeelde, voor wien nu zelfs geen gratie meer bestaat! Maar o brutale werkelijkheid, die 't durft onderstaan de Marxistische wijsheid, d. i. „de eenige ware wijsheid, die ooit op deze domme aarde verscheen", in 't aangezicht te slaan Daar wordt een middenstandscongres gehouden en dit nog wel bij gelegenheid van de tentoonstelling te Leeuwarden, op welke tentoonstelling in 't bijzonder ten toon wordt gesteld wat de middenstand nog vermag. En ook dit middenstandscongres klinkt, èn wat 't bezoek èn wat 't gehalte der besprekingen betreft, als een heldere domklok. 't Is waar, tengevolge van de krachtige arbeidersbeweging van onzen tijd, tenge volge van de wetgeving tot bescherming van den arbeid, een wetgeving, die natuur lijk vooral op den middenstand moest drukken, tengevolge van de steeds hooger stijgende vlucht der groot-industrie, ten gevolge van onderlinge, vaak oneerlijke, concurrentie, en tengevolge van tal van andere oorzaken meer, maakte de midden stand in de afgeloopen eeuw een zware crisis door. Maar hij kwam deze worsteling glansrijk te boven. Gesterkt en gestaald kwam hij uit de vuurproef te voorschijn. Dank zij den goeden invloed, die België ten dezen op ons land oefende, dank zij ook de krachtige medewerking van room- schen, christelijk-historischen en anti revolutionairen, ontstond aan het einde der vorige en in 't begin der tegenwoordige eeuw ook ten onzent naast de arbeiders beweging een krachtige middenstandsbe weging. De middenstand heeft 't woord verstaan dat de ex-Minister Kuyper tot vertegen» woordigers van den Bond sprak: „De „regeering kan alleen den middenstand „helpen, wanneer hij zichzelven helpt". De middenstand heeft zichzelven ge holpen zich steeds krachtiger georgani seerd en ook op de regeering een merk baren invloed geoefend. Op het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel wordt een wetsont werp voorbereid tot instelling van „Mid denstandskamers" naast de Kamers van Koophandel en de Kamers van Arbeid. Op 't Departement van Waterstaat wordt een ontwerp voor den chéque en qüo-dienst in gereedheid gebracht. En over beide ontwerpen is door de Regeering 't advies van den Bond voor den Handeldrijvenden en Industrieelen Mid denstand ingewonnen. Ware 't vorig Kabinet aangebleven, de Bond zou ongetwijfeld nog grooteren in vloed op de wetgeving hebben geoefend. Vooral bij de rechterzijde toch wordt de oeconomische beteeken is van den mid denstand diep gevoeld. De stand der „kleyne luyden" is voor ons in oeconomisch, ethisch en religieus opzicht de ruggegraat der maatschappij, de kern der natie, de stand, waarin de pols van 't nationale-leven ten onzentklopt. Versterking van dezen stand is naar het algemeen gevoelen van de rechterzijde eerste eisch eener gezonde oeconomische politiek. Maar daarom is 't congres, dat deze week te Leeuwarden gehouden is, vooral ook door onze mannen met groote belang stelling gevolgd. (Rotterdammer.) Het is een historisch stuk, van veruit- ziende beteekenis, die proclamatie van den Russischen Czaar tot ontbinding van de Doema. Het is daarom dal we de aandacht onzer lezers vragen voor dit stuk van his torische beteekenis. Het luidt als volgt Wij hadden door onzen wil de vertegen woordigers van het Russische volk bijeen geroepen om wetgevenden arbeid te ver richten. Wij vertrouwden vastelijk op de Goddelijke genade en hoopten op een groote en schitterende toekomst voor ons volk. Wij verwachtten immers van hun arbeid heil voor ons land. Wij hebben groote hervormingen voor gesteld in alle takken van het nationaal bestaan. Wij hebben steeds onze zorgen gewijd aan het uitroeien der openbare onwetendheid door middel van het licht van het onderwijs en het verlichten van den druk des volks, door het vergemak kelijken der voorwaarden van den land- bouwarbeid. Een wreede teleurstelling was ons be schoren. De vertegenwoordigers der natie, inplaats van zich met wetgevenden arbeid bezig te houden, zijn hunne bevoegdheden te buiten gegaan en hebben zich bezig gehouden met 't onderzoek van de daden der door ons zelf aangestelde plaatselijke overheden. Zij hebben de onvolmaakt heden aangeklaagd der fundementeele wetten, die enkel door onzen Keizerlijken wil kunnen gewijzigd worden. Ten slotte hebben zij totaal onwettige daden bedreven, zooals het beroep vanwege de Doema op de natie. De boeren, door dergelijke onmogelijke dingen opgezweept, en geen verbetering' in hun lot verwachtend, hebben zich in een reeks districten overgeleverd aan open lijke plundering, vernieling van andermans eigendom, ongehoorzaamheid aan de wetten en aan de wettige overheid. Doch onze onderdanen moeten zich her inneren, dat de verbetering van het lot des volks enkel mogelijk is, op voorwaarde dat rust en orde volledig heerschen. Wij kunnen geen onwettige en willekeurige daden toelaten, en wij zullen onzen Kei zerlijken wil opleggen aan de ongehoor- zatnen met alle kracht waarover de Staat beschikken kan. Wij roepen alle weldenkende Russen op, Zich te vereenigen en den vrede te herstellen iu ons geliefd Vaderland. Dat de rust terugkeere op Russischen bodem en dat God ons helpe in de volbrenging van de voornaamste taak die op ons rust de verbetering van het lot der boeren. Onze wil is op dat punt onwankelbaar, en de Russiche boer zal zonder schending van andermans eigendom, daar waar de landerijen te klein zijn, wettelijke en eerlijke middelen ter beschikking krijgen om zijn bezit uit te breiden, De vertegenwoordigers der andere klas sen zullen op ons verzoek al het mogelijke doen, ten einde de groote taak te vol brengen, die langs wetgevende weg door de toekomstige Doema zal volbracht worden. Door de Doema te ontbinden drukken wij onzen onwrikbaren wil uit, deze in stelling te behouden, en in overeenstem ming met dit voornemen stellen wij de bijeenroeping der nieuwe Doema vast op 5 Maart 1907, vertrouwende op de Godde lijke genade en den gezonden zin van het Russische volk. Wij verwachten van de nieuwe Doema de verwezenlijking onzer verwachtingen en de invoering daarvan in 'slands wetgeving in overeenstemming met de eischen van een herboren Rusland. Getrouwe zonen van Rusland, uw Czaar roept u, zooals een vader zijne kinderen roept, om zich bij hem aan te sluiten, om ons heilig vaderland te vernieuwen. Wij gelooven dat mannen zullen opstaan, groot in denken en groot in daden, en dat, dank hun arbeid, de glorie van Rusland weer schitteren zal. Of de vredesconferentie vooreerst bijeen komen zal Het ziet er waarlijk niet naar uit. Eer is het te vreezen dat de revolutie Europa zal doen daveren, en dat de schok ken van de Russische toestanden heel Europa zullen beroeren. Toch blijft het streven om internationaal mogelijke geschillen te beslechten voort leven en zich ontwikkelen. En tot dit doel komen ieder jaar bekende staatslieden te zamen, dit jaar te Londen en houden daar samensprakingen en vormen daar een internationale conferentie. Onder de staatslieden die daar bijeen zijn noemen we uit Nederland onder velen de heeren de Savorniu Lohmau.Van Houten, Borgesius. Deze conferenties reizen de wereld rond. In 1890 te Londen, in 1891 te Rome, in '92 te Bern, in 1894 te Den Haag, '95 te Brussel, '96 te Boedapest, '97 Brussel, '99 Cristiania, 1900 Parijs, 1903 Weenen, 1904 St. Louis, en in 1905 te Brussel. We leven tegenwoordig in een sfeer van herinneringen. Het onderwijs in de vaderlandsehe geschiedenis wordt geflan keerd door tableaux vivant. De herdenking van Rembrandt's geboor tedag is voorbij, straks volgt die van Bil derdijk. Op 15 Sept. volgt de onthulling vaa een standbeeld voor Graaf Willem Lodewijk, de stadhouder van Friesland op het Hofplein te Leeuwarden. Bij die gelegenheid zal de Middelburg- 6che predikant dr. L. H. Wagenaar, feest redenaar zijn. Iets waartoe hij, als levens beschrijver zeker in de eerste plaats mag geacht worden geroepen te zijn. En op 6 September zal het Muider slot in glorie zij 'tdan ook nagebootste glorie prijken. Dan zal daar in mid- deneeuwsehe omgeving het vijf-en-twintig jarig bestaan van de Amsterdamsohe school voor Kunstnijverheid worden gevierd. Zoo ziet men dat, ondanks de bezwaren van ds. Sikkel aanschouwelijk onderwijs nog steeds in eere blijft of zelfs meer in eere komt. Rusland. Aan een dagbladschrijver verklaarde minister Stolypin eenige dagen geleden De Tsaar wenBoht een krachtige regeering om de orde te herstellen. Zijn orde en rust weergekeerd, dan zal het parlemen tarisme worden hersteld. Het rondschrijven van den minister president aan de gouverneurs-generaal en gouverneurs, dezen uitnoodigende aan de onder hun bevelen staande overheden be sliste orders te geven, opdat de orde spoe dig en zonder machtmisbruik worde her steld, geeft een bevestiging van deze Yerklanpg omtrent de bedoelingen v*n d?ji

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1