No. 250. 1906.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Donderdag 26 Juli
20e Jaargang.
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
Dit is hel middel niet.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
V
- MIDDELH VEG
EN. MIDDE1B. ROTTERDAM.
Juli.
ij k s uitgenomen 'b Zondags,
ngen 8 uur, van Middelburg 9,30,
itterdam 8,45.
UBOOT TELEGBAAF.
Juli.
tterdam dagelijks (behalve Maan-
■g. 7,uurvan Antweipen
lehalve Maandag) 'smorg. 7.- - u.
tdienst op de Wester-Schelde.
ZOORDEN—H AN 3"W EEBT.
;ot en met 30 September.
t-Europeesche of Spoortijd.
g k s. VanWalsoorden naarHans-
rm. 5,45, 8,45*. 11,50, nam. 3,25.
-nsweert naar Walsoorden voorm.
31, nam. 2,38, 5,38.
deze reizen vrorden geen goe-
vee vervoerd.
ootdienit
Juli.
„SCHELD E"
Zond. 29 6,— 1,
Maan. 30 9,30 12,30
Dins. 31 9,30 1,
i,— 12,30
1,30 12,30
3,30 12,30
12,30
irste getal achter een datum is
n Zierikzeehet tweede getal is
n Rotterdam).
)T MIDDËLB URG—ZEEREKZEK.
Juli.
[delburg.
,30 4,30
Van Zierikzee.
',30
',30
f,30
f,80
7,30
7,30
4,30
4,-
4,30
6,-
4,30
4,30
Woen 25 7,30
3-
Dond.26 6,30
8,—
Vrjjd. 27 6,30
3-
Zater.2' 7,30
3-
Zond. 29 6,30
5,30
Maan. 30 7,30
3-
DinB. 31 7,30
3,-
C H E R E N.
IDDELBURG.
10.32 1.27 4.07 6.47 9.27 12.37
10.25 1.20 4.— 6.40 9.20 12.30
I 10.13 1.08 3.48 6.28 9.08 12.18
10.01 12.56 3.36 6.16 8.56 12.06
9.54 12.49 3.29 6.09 8.49 11.59
9.45 12.40 3.20 6 8.40 U.50
9.29 12.24 3.04 5.44 8.24 11.34
9.23 12.18 2.58 5.38 8.18 11.28
(LISSINGEN.
o I0.32 I.27 4.07 6.47 9.27 12.37
9.45 12.40 3.20 6.8.40 it.50
9.33 12.28 3.08 5.48 8.28 11.38
9.30 12.25 3-°5 5-45 8.25 II.35
9.25 12.20 3.5.40 8.20 II.30
8 9.20 12.15 2.55 5.35 8.15 II.25
■Europeesche of Spoortyd.
n. 11,50a) b) nm. 3,23j) en G,10o)
m. 12,15a) 8,50y) 6,40.
25 nm. 1,55a) en 4,45.
50«)i) 3,23 6,10c) f)
er 80 minuten na het vertrek van
oedekenskerke n. Nemen vm. 8,30
en naar Breskens, Borsselen en
n Breskens, Borsselen en Neuzen
rtl
en tot en met 31 Aug.
d.
ien zeiden we reeds, dat de jufiers
ier dronken:
udtijds ieder boer in Twente nog
bier brouwde, gebeurde het eens
de gemeente Weerselo, dat een
1 morgen het hier in zijn bouw-
verminderd vond. Wie kon dat
lebben Van inbraak toch was
ien spoor te vinden, geen grendel
van de deur geschoven. De knecht
's nachts bij den bouwketel de
houden, maar gebonden in een
jo. 't Duurde niet lang of een
ichaar witte wiven kwam binnen,
zij om den ketel gezeten, toen
it het stroo zich bewoog, waarop
lerijl onder een vervaarlijk ge-
de vlucht namen,
jrs woonden onder den grond in
n heetten daarom dilnalven. Die
,3eten hier wiven belter en nu is
goed als een vaste regelwaar
ier zijn, vindt men in de nabijheid
aaiplaatseD, waar urnen worden
en. Waardoor dit verband witte
begraafplaatsen Om dit te weten
bij de heidensche fabelleer te
"J
2. .v
■heid en heldenmoed golden bij
anen als de voornaamste deugden,
iin en Frya werden de helden,
strijd gevallen waren, naar het
de plaats der gelukzaligen ge-
t het opnemen der gesneuvelden
slagveld en hun vervoer naaf
iren de Walkyren of slagopneem-
,st. De witte vrouwen nu warefl
voorspreeksters der gesneuvelde
lie in hare nabijheid begraven
zoodat velen op hare bede naar
voerd werden en dan iu het VI al'
rden opgenomen.
et
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Het geroep om Algemeen Stemrecht
verraadt een gevoel van ontevredenheid
over den bestaanden toestand, en 't streven
om zichzelf en anderen wijs te maken dat
die toestand betert bij algemeen stemrecht.
De erkentenis moge juist zijn, de voor
stelling van het algemeen stemrecht als het
panacee, als het middel tegen alle kwalen,
is ten eenemale onjuist.
De politieke toestand zal er althans naai
den zin van wie zoo roepen, niet beter op
worden, eer „verslechteren'', wij spreken
nu eens een oogenblik in hun geestEn de
maatschappelijke toestand heeft met den
graad van uitbreiding van het kiesrecht
nog minder te maken. Het eerste bewijst
de geschiedenis, 't laatste de ervaring onzer
naburen.
Zoolang het kiesrecht beperkt was, was
het liberalisme oppermachtig. Van 1848
tot 1887 ging de vry zinnigheid gaandeweg
vooruit, altijd in ledental in de Tweede
Kamer, en gevolg daarvan ook in het
getal zijner aanbidders onder ambtenaren
en ambtsdragers.
Na de eerste kiesrechtuitbreiding slonk
het aantal liberalen in Staten en Kamers
een volgende uitbreiding zag dat aantal
nog weer meer verminderen en ook de
laatste uitbreiding onder het kabinet-Goe
man Borgesius was der vry zinnigheid nood
lottig, dewijl zij in beide Kamers minderheid
werd.
Nog meerdere uitbreiding zou het libe
ralisme weer verder van de pad voeren en
den Chr. partijen in het gevlei komen.
En ten slotte algemeen kiesrecht waar'
voor het liberalisme (electoraal gesproken)
de dood
Men kan er dan ook gerust op rekenen
dat de oud-liberalen die de democratisee
ring onzer Staatsinstellingen en Staats
macht betreuren, konden zij, aan een groote
inkrimping van het aantal kiezers tot voor
1848 de voorkeur zouden geven boven een
censusverlaging die het overwicht aan de
christelijke partijen zal hergeven.
Bij inkrimping van het aantal kiezers
spint het liberalisme wol.
Maar waarom roept het dan met de S. D.
A. P. om algemeen kiesrecht
Wij zouden haast zeggen dat is de vij
andschap tegen de Chr. Staatkunde, of op
zyn zachtst gesproken, de berusting als der
eene moeder in Salomo's eerste recht, in
't feit dat nu zij haar kind had doodgelegen,
het kind der andere werd doorgehakt.
Maar zou het ook kunnen wezen dat zij
aldus redeneeren je kan nooit weten hoe
een stuivertje rollen kan
Dat zou niet verstandig zijn.
Want ook met de in voering van algemeen
stemrecht krijgt de vrijzinnigheid hier te
lande de macht, laat staan de oppermacht,
niet terug.
België, Frankrijk, Duitschland, waar
algemeen stemrecht werd ingevoerd, strek
ken haar ten voorbeeld.
Alleen de socialisten kunnen by invoe
ring van algemeen stemrecht wèlvaren, en
zy weten dat ook zeer wel.
Immers onder het volk achter de kiezers
is een vrij breed e groep, die met alle
positief geloof gebroken heeft en aan de
party van het „Godsdienst is Privaatzaak"
wat eigenlyk zeggen wil „Godsdienst is
tnaar ballast 1" de meerderheid in som
mige districten, allereerst in de groote
steden schenken zal.
Toch zal de S. D. A. P. of, wilt ge, de
dames- en heeren-sportclub die zich sociaal
democratische arbeidsrsy&rtii noemt, ook
inet dit panacee niet gebaat zijn.
Met algemeen stemrecht komt zij aan de
helft plus een in de Tweede Kamer voor-
loopig nieten wanneer ook het vrouwen
kiesrecht wordt ingevoerd staat het Voor
haar nog slechter. Troelstra heeft dit rui
terlijk erkend. Onder de arbeiders schuilt
toog een machtige kern, die den Heere
vreest, of mot God in het staatsrecht
althans nog wel gerekend wil zien j en die
Sou de meerderheid niet geven aan de
ei ws de P. A- Vi
Zoodat zij niet daarom hare agitatie voor
algemeen stemrecht behoeven door te zetten.
Ja maar, heeft Het Volk indertijd ge
zegd, als wij algemeen stemrecht hebben,
bunnen er geen stakingswetten en der
gelijke meer gemaakt worden. Maar in
Australië, waar algemeen stemrecht is,
werd dan toch een stakingswet aange
nomen, waarbij die van 1903 ten onzent
nog kinderspel is.
Dus dat is 'took niet.
Ja maar, zoo sprak men tot de arbei
ders, dan krijgt gij nooit duur brood,
want dan is protectie voor eeuwig buiten
den lande gebannen!
Alsof niet juist Frankrijk en België,
Duitschland en Zwitserland, alle vier
landen waar het Algemeen Stemrecht be
staat, protectionistisch zijn, en wel zoo
kras mogelijk
Goed, maar met de groote stakingen
zal 't dan toch wel uit zijn, aldus de S.
D. A. P. Immers dan zal de arbeider de
macht hebben, en daarmede de regeering
drijven in de richting waarin de patroons-
belangen aan de onze worden ondergeschikt
gemaakt.
Kortzichtigen, die vergeten zouden dat
zelfs onder een driekwart-socialistisch
kabinet in het land van Algemeen Stem
recht bij uitnemendheidFrankrijk de
werkstakingen nooit zoo krachtig zijn be
gonnen, weerstaan en teruggedrongen.
Ten slotte beveelt Het folk (tenminste
zij deed dit in 1902 het algemeen stem
recht aan als een levensquaestie voor haar
partij omdat de soc. dem. afgevaar
digden anders te kleinburgerlijk zouden
wordenAlsof dit gevaar ooit weg te
nemen wareAlsof er niet altijd „bur
gerlijke" staatslieden zullen overblijven
om in strijd met de specifiek Volkse,he
theorieën te handelen
En waar nu in ons land nog een groote
groep van bijna de helft zich van het
liberalisme en zijn neef afkeerig toont,
daar is 't nu eenmaal voorloopig niet mo
gelijk dat Algemeen Stemrecht aan deze
twee de meerderheid schenkt.
Of wij 't dan maar moeten laten zooals
het is Het zou niets schaden, wanneer
't zoo ware. Maar nu er zy 't dan ook
al in zeer beperkten kring een vraag
is naar een betere kiesrechtregeling, zij
onze aandacht gespitst op het Huismans
kiesrecht waarin een beginsel steekt en
dat 't aantal kiezers, werd ook de vrouw
in sommige gevallen meegerekend, stellig
tot over het miljoen zou doen stijgen
Wy hebben hierop al eens meer ge
wezen.
Dit artikel strekke weer eens tot op-
frissching van het geheugen.
25 Juli 1906.
Alleen de sociaal-democratie kan met
zekere koelheid het bericht afdrukken
dat H.M. de Koningin weer in hare ge
lukkige verwachting is teleurgesteld.
Bladen van allerlei richting betuigen
hnn hartelijk leedwezen, en vertolken den
spijt van het volk.
Wij voegen onze betuiging van ernstig
leedwezen er aan toe.
Koningin, Vorstenhuis en Natie zijn in
lief en leed steeds één geweest.
De natie verdubbelt ook by deze schry-
nende smart harer geëerbiedigde Vorstinne
de bede tot den Heere onzen God dat Hij
zelf zijn balsem druppele in de wonde
de Koningin weer oprichte j en Nederland
en Oranje nog eens zegene in plaats van
met de uitgestelde hope die het harte
krenkt, met de begeerte die komt, welke
ia een boom des levens
Het doet ons genoegen dat ook op Zuid-
Beveland al meer de begeerte naar een
Christelijke school levendig wordt; en dat
in de plaatsen waar een zoodanige school is,
de belangstelling voor dat onderwijs toe
neemt.
Maar hoe staat het nu met de gemeenten
■vvaar men de stichting eener Chr> school
vwrberwlt i
Wij vragen met name aan de vrienden te
Hoedekenskerke, hoe verzijtgij gevorderd?
Wij weten wel, zij vooral hebben kleine
kracht. Het zal daar allicht gaan om een of
twee personen die er zich voor spannen.
Maar in de laatste maanden kwamen van
daar geen goede berichten tot ons.
Het lust ons niet alles te gelooven of
hetgeen wij gelooven te publiceeren van het
velerlei dat ons dringt om onzen vrienden
toe te roepen Slaapt toch niet in, en vaart
toch voortHoedekenskerke hebbe zoo
spoedig mogelijk eene vrije Christelijke
school.
Een vrije school, opdat het er eene zij die
van de ouders uitgaat, en door een com
missie uit de ouders of wien zij hun ver
trouwen wenschen te schenken, wordt
beheerd en waar de gelegenheid bestaat
om het onderwijs en die onderwijs geven
te controleeren.
Niet dat wij tegen het staatsonderwijs te
Hoedekenskerke een bijzonder bezwaar
zouden hebben. Maar in onzen fel bewogen
tijd dient het toezicht op de scholen meer
in de handen der ouders te zijn en dat is
by het vrije onderwys mogelijk.
En een Christelijke school, opdat de
ouders te Hoedekenskerke, welke nog
rekenen met de doopsbelofte en den eisch
van Gods Woord, zich een onderwijs in
dien geest, en naar dien regel mogen
verzekeren.
Nog is de groote meerderheid des volks
te Hoedekenskerke aan zijn Bijbel gehecht.
Doch misverstand en mistrouwen zijn
oorzaak, dal een kleine minderheid, bij
wie het intellect of de groote mond zijn, de
meerderheid overheerseht, en bewust
of onbewust, wij laten dit gaarne in het
midden afvoert van de Christelijke
historische paden.
Daartegen is de Christelijke school, naast
de Kerk, het beste schild en wapen.
En daarom herhalen wij onze vraag
aan Hoedekenskerkehoe is het waakt
gij of hebt ge den moed opgegeven
In dit laatste geval verwijzen wij de
vrienden naar het Woord: Zoo richt dan
op de slappe handen en zet de wankelende
knieën vast.
Voor de toekomst van ons volk en van
onze kinderen mag geen opoffering ons te
veel zijn.
Onze vrienden te Hoedekenskerke moeten
haastig aan het werk
Er is gevaar bij uitstel.
Nu gaan sommige dwaze dagbladen al
vertellen waar dr. Kuyper op zijn binnen-
landsche uitstapjes al zoo naar toegaat, en
welke inrichtingen hij daar zal bezoeken.
Als de Middelburgsche Courant het daar
maar niet van op haar heupen krijgt.
De buitenlandsche reizen van den ex-
minister baarden haar al zooveel erger
nis, en haar roepen „doet toch als wy
en laat dien man rusten", vond geen in
gang. Gaat men haar leven nu ook al
vergallen met berichtjes omtrent binnen-
landsche tochtjes van 'm?
Wij kunnen 't niet helpen. Maar naar
wij vernemen zal morgen te Maassluis
dr. Kuyper in zijn geboortestad ontvan
gen worden in het Dominé's-huis, 't huis
waar dr. "K. geboren werd, en waarin een
kamer zal gemeubileerd worden in den
stijl van dien tyd. Dan zal dr. K. de
Visscherijschool bezoeken, benevens de
nieuwe chr. school, naar hem genoemd;
en 's avonds in de geref. kerk een woord
spreken in het belang van 't chr. onderwijs.
Het staat zoo ongeveer in alle dag
bladen, dus de Middelburg sche Courant
houde ons ten goede dat wij het ook
maar doen.
Het zal nog wel eens meer gebeuren is
te denken.
Teleurstellend.
Onder bovenstaand opschrift schrijft De
Standaard
»In de Ned. Herv. kerk had men gehoopt, dat
het gelukken zou tot reorganisatie te komen.
Dit kon natuurlijk niet, zoolang de besturende
Synode in haar meerderheid anti-orthodox was.
Maar dit jaar was dit anders. De meerderheid is
thans igeloovig".
Men had daarom een verzoek ingezonden, om
thans eindelijk die reorganisatie ter hand te nemen.
En toch werd ook nu het verzoek gewezen van
de hand. Ook na het geval-Bahler
Dit is een zeer ernstige teleurstelling voor wie
in dien weg heil zochten.
De grondfout ligt in de vervalsching der
grondbegrippen.
Verdraagzaamheid is eisch van en sieraad voor
het nationale leven. Volle verdraagzaamheid in
den burgerstaat.
Maar niet alzoo in de kerk.
Ze daar te willen is even ongerijmd, als poli
tieke verdraagzaamheid te willen in een kiesver-
eeniging, of verdraagzaamheid van de drank
zuchtigen in een bond voor drankbestrijding.
Een kerk is juist een stichting voor gelijkge
zinden, voor eenderdenkenden, voor hen die
'tzelfde belijden.
Tot zijn volk, tot zijn natie kan men niet niet
behooren. Daarom is op burgererf de verdraag
zaamheid onmisbaar.
Maar uit een kerk treedt wie haar belijdenis
niet beaamt, uiten daarom is in een kerk ver
draagzaamheid jegens hem die haar belijdenis
verwerpt, ondermijning van heel 't kerkelijk
wezen.
Eertijds bracht men op den Staat over wat
der kerke was. Thans brengt men op de kerk
over wat des Staats was.
Gevolg is, dat in Staat en Kerk beide de
vastheid der beginselen begeeft".
In 't leger ook al „staangeld" Onder
't opschrift „Belegde qelden van militairen''
lezen wij
„De minister van oorlog heeft bepaald,
dat de sommen, welke op de Rijkspost
spaarbank zijn ingelegd ten behoeve van
militairen, die bij het eindigen van de
aangeganeverbintenisgeen graad bekleeden,
van hen, die den dienst op niet eervolle
wijze verlaten en van hen, die zich aan
desertie hebben schuldig gemaakt, vervallen
ten bate van het Rijk en zulks voor laatst-
bedoelden te rekenen van den dag, waarop
zij als deserteur uit de sterkte van het
korps worden afgevoerd".
Ons dunkt dit een te harde maatregel
om den soldaat bij zijn plicht te houden.
Zou de minister Staal wel te voren geraad
pleegd hebben met zijn vrijzinnig-demo
cratische collega's, wier geestverwante
woord- en penvoerders immers hangende
't ontwerp Arbeidscontract van minister
Loeff zoo op dat staangeld hadden afgegeven?
Een staaDgeld zonder vorm van proces
verbeurd ten voordeele van den werkgever,
wat een gehuil is hierover aan soc.demo-
cratische zijde opgegaan, en hoe meewarig
werd daarbij aan den vrijzinnig-deino-
cratischen kant in schuins linksche richting
geknikt 1
Een dergelijk draconisch besluit had
minister Bergansius eens moeten uit
vaardigen.
Of zou 't wel waar zijn
Achteruitgang.
Wij lezen in de Nieuwe Provinciale:
De Vaderlander (het blad waaraan de naam
^an den leider der Unie-liberalen, Goeman
Borgesius verbonden is) bedachtde volgen
de grap
De heerTazelaar heeft ontdekt, dat Rembrandt
een Calvinist wasmisschien zullen zijne na
sporingen er nog toe leiden, dat Jan Steen zal
blijken een eerzaam ouderling oftewel opziener
der gemeente geweest te zijn.
Dit alles steekt de S. D. A. P. zoo in de
oogen, dat »H e t Vol k" ons komt vertellen,
dat Rembrandt revolutionair was. Wel te ver
staan, niet revolutionair in vrij-socialislischen
zin, maar in S. D. A. Peeschen zin. Wij zullen
de heeren die met het ei schijnen te werken,
helaas moeten tegenspreken. Er is dezer dagen
onder den molen van Rembrandts vader een
quitantie gevonden, waaruit blijkt, dat de jonge
Rembrandt lid was van de Liberale Unie.
Als dit waar is, dan is de Liberale Unie
niet alleen oud, maar door dien ouderdom
ook stellig zeer gedegenereerd... Van
Rembrandt's geheimzinnig duister is dan
stellig nog over het eigenaardig „ge
heimzinnig" politiek optreden van den
Jeidqr der ynie-libejralenmw het schit
terend lioht van Rembrandt's schilderijen
is gedaald tot een blanco-artikel.
De Vaderlander mag dus wel tranen
met tuiten schreien en zuchten welk diep
verval
Over een belangrijk onderwerp„de
klassieke opvoeding op onze gymnasia"
heeft zich in de N. R. C. in de laatste
dagen een interessante pennestrijd ontwik
keld tusschen mannen van het vak als dr.
Bebé, mr. v. d. Mey, G. H. B(akhuizen)
v. d. B(rink) en anderen. Er wordt met
waardeering in gesproken over de bijzon
dere gymnasia. Men begint derhalve aan
de overzijde de bekwaamheden van man
nen als dr. Woltjer, dr. Keizer, wijlen dr.
Kapteyn, dr. v. d. Valk meer openlijk te
erkennen. Ja, het doet ons genoegen te
mogen vaststellen dat door een van deze
inzenders warme hulde gebracht wordt aan
den arbeid van een onderwijsman bij uit
nemendheid den oud-minister Kuyper. Wij
lezen toch in het stukske van zekeren heer
G. het volgende
Maar wat ik zeggen wou, de jonge dr. Bébé
tot den ouden heer van der Mey toe hebben
vergeten dat reeds door minister A. Kuyper
een commissie is benoemd tot het ontwerpen
van een regeling van geheel ons onderwijs,
dat verschillende subcommissies in 't leven zfjn
geroepen, waarin de bekendste mannen op het
gebied van hooger, middelbaar, lager en vak
onderwijs zitting hebben, die de zoo geheel
ontbrekende aaneensluiting tusschen de ver
schillende onderwijsafdeelingen voorbereiden.
De bevoegdheden van onderwijzers, de overgang
van lagere op middelbare, van daar op hooge
of vakscholen, de omvang der leerstof, de
examens, enz. worden in hun ontwerpen ge
regeld, zoodat het geheel belooft één gebouw
te worden, volgens weldoordacht plan ontwor
pen, dat, hopen we, binnen niet al te langen
tijd door regeering en volksvertegenwoordiging
uitgevoerd zal worden.
Deze veel omvattende zaak te hebben aan
gevat, strekt dr. Kuyper lot eeraan de voor
bereiding is reeds lang en met kracht gewerkt,
maar totdat de nieuwe onderwijswet in het
Staatsblad zal staan, zullen de heeren van der
Mey en anderen het met die ouderwetsche
gymnasia in hun tegenwoordigen vorm voor
lief moeten nemen en misschien nog den tijd
hebben om hun oude geschiedenis, hexameters
en geleerde citaten geheel en al te vergeten.
Wij hebben het wel gezegd dat men
in de vrijzinnige pers den arbeid van dr.
Kuyper wel reeht zou doen wedervaren
wanneer hij maar eerst van het staatstoo-
neel verdwenen zou zijn.
Wij wachten nu nog op de erkentenis
dat veel goed werk ongedaan gemaakt of
voor langen tijd uitgesteld is geworden
door de roekeïeoze afsnijding van zijn
ministrieelen levensdraad.
Vooral op het gebied van het onderwijs,
mocht van dezen staatsman, zoo geheel
doorkneed in deze materie, nog zooveel
goeds verwacht wordeD maar dat heeft
de vrijzinnigheid, in strijd met 's lands be
lang, heelemaal niet gewild.
Kwaadspreken.
't Ligt voor de hand, dat men, als men
niets ernstigs te doen heeft, heel gemakke
lijk tot kwaadspreken komt. Degelijke
onderwerpen bespreken is, zelfs in kleinen
kring, vaak moeielijk, hoeveel te meer in
het gezelschap van velen. Om over zulk
een onderwerp te kunnen spreken, moet
men er iets van weten. En de kennis der
meeste menschen is al even geiing als
hun leerlust. Over personen te spreken
valt lang zoo zwaar niet. Men kent hen
men ontmoet hen nu en dan, men heeft
althans wel eens hun naam gehoord en wil
hen wel graag beter leeren Kennen, vooral
van hun minder gunstige zijde. En wie
iets verkeerds van den een of ander weet
te verhalen, kan daarom ook altijd rekenen
op een aandachtig gehoor. Enhoegrooter
het kwade is, dat verteld wordt, des te
meer wordt de aandacht gespitst. En het
levendig8t is de belangstelling, als het geldt
de fouten van een zedelijk hoogstaand
persoon, van iemand van wien men dat
wat gezegd wordt neen nooit gedacht hatj,