NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
No. 246. 1906. Zaterdag 21 Juli 20e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
Afwijking m de Rechte.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Gemengde Berichten.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Ons volk is een volk van ernst. Is het
wonder? Het karakter van den Neder
lander is geworden in den kamp met het
element der zee, het is gevormd in den
strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid.
Behalve van aanhoudende worsteling
tegen het water in de lage landen der zee,
meldt de historie de onderlinge veeten
tusschen de verschillende volksstammen,
die zich verworven hadden een woonplaats
tusschen Dollard en Swin. De twist tus
schen Hoeken en Kabeljauwen duurde
anderhalve eeuw haast, de oorlog met
Spanje tachtig jaren en bovendien waren
Oost en West, Noord- en Oostzee, de Sont
en het nauw bij Gibraltar tooneel van
hardnekkige gevechten.
De drasse landen bogen onder de krijgs-
scharen der vijanden 't water verdreef
of verzwolg ze het moordend lood, naast
koorts en pestilentie, bezorgde ons de over
winning.
Dit alles drukte op ons volkskarakter
den stempel van ernst, naast kloeke dege
lijkheid van een sterk gevoel voor recht
en billijkheid. Zoo sterk zelfs sprekend
is deze trek in het karakter van ons volk
geworden, dat by vrede naar buiten, de
stryd meest ontbrandde in den boezem
der natie.
Maar dat volk, levend met den dood
in 't aangezicht, werd ook een godsdienstig
volk, en meer dan in eenig ander land
was ons vaderland geschikt om te worden
de akker, waarin het Calvinisme zou wor
telen en tieren. De ernst leert peinzen en
de handel met zijn wiskunstige formules
was school voor logisch denken.
Ons volk werd een denkend volk, gaande
in rechte lijn. Afwijking gaf vaak aan
leiding tot bitteren twist en niet zelden
ontstak de fakkel van den haat en werd
het teedere familieleven gescheurd.
Ten onrechte wordt gesproken van een
denkend deel der natie. Ongeleerde men-
schen toch hebben weergegeven hun
innerlijke aandoeningen, neergeschreven
de vrucht hunner wijsgeerige overden-
kinkingen. De gelaatstrekken, tot zelfs
van den werkman, dragen de merkteekenen
van den peinzenden geest. Zie de-stoere
koppen, onregelmatig en onaangenaam aan
doend, uitdrukking gevend aan het ver
broken evenwicht der ziel, van de menigte
onopgeloste vragen.
Maar «de boog kan niet altijd gespannen
zijn". Een spreekwoord is meest een waar
woord, gevend in korte zegging levens-
axioma's. Zoo ook dit. De geest wil ont
spanning, het lichaam uitspanning, de
mensch vraagt afwijking van de rechte
lijn. Zie er komt een lichte beweging,
haast niet waarneembaar. Het oog teekent
alreeds eenige verassing. Hoe „leuk" ont
snapt aan den mond. De beweging neemt
toe, de lijn vertoont golving, dat 's „ver
makelijk" en het wordt prettig of pleizierig,
leutig of lollig naarmate degolvingen sneller
gaan en de spanning der bogen zich ver
kort. Het oog lacht, om den mond vertoont
zich de bekende plooi, er komen kuiltjes
in de wangen. De voet beweegt reeds
tot dansen.
Maar nog zijn we er niet. Spreekt men
niet van een boertig verhaal, een uiïge
vertelling, een potsierlijke kleeding, een
schalksche lach, een snaaksch uiterlijk, een
cömtsch geva', een kluchtige historie, een
koddige voorstelling, een geestig gezegde
Wat rijkdom vertoont onze taal als zij
voor dezelfde gemoedsaandoening naar haar
verschillenden oorsprong of den sterkte
graad, waarmee zij optreedt, telkens zoo
juist benoemt.
Hoe „aardig" toch, dat rimpelend water
vlak. Wal geringe afwijking. Maar zie
nog eveu deze lijn. Schrik niet, hij vloeit
uit, wat malle krullen, hoe kluchtig; zij
breeden uit totvlakken, wonderijke figuren
comischDe figuren krijgen gelijkenis'
daar een oude grootvader en kijk wat rare
kwast aan zijn slaapmuts, 't is bepaald
potsierlijk, Maar de lijn herstelt zich, en„.„
ze vertoont de fraaiste kleuren. Dat is het
geestige.
We zijn gekomen aan de grens van de
lagere genietingen van den denkenden
geest. Aan de andere zijde staan humor,
ironie en sarcasme, maar de humor is de
meeste.
Beginnen we met de laatste. Ironie is
de scherts verborgen onder den ernst. Sar
casme is meer't is de spot in den vorm
der waardeering. Ironie treft, maar niet
diep; het sarcasme maakt ongeneeslijke
wonden.
Ironie 't Is de distel in het bloemperk,
de worm aan den wonderboom, de Maart-
sche bui op een zonnigen voorjaarsdag, de
twist tusschen broeders van 't zelfde huis,
de verdeeldheid in de gemeente desHeeren,
de ondragelijke smarten in het lijden van
den martelaar voor het geloof, bet sterven
va* den levendgemaakte door Gods geest.
Doch erger is het sarcasme't is het
onkruid, verstikkend de bloem en het
kostelijk graan, de donderbui vernielend
den schoonen oogst't is de dood, grijnzend
uit de wateren bij een spelevaart, of zijn
offer eischend op een vroolijk feest. De
hypocriet in de gemeente des Heeren, de
zelfmoord van den gewaanden dicipel van
Jezus.
De ironie is de uiting van den geest,
die zijn tegenstanders niet vreest, die van
de overwinning zeker is. Het sarcasme
is het zwaard, doodend den vijand, die
tart door zijn onbeduidendheid.
Ironie en sarcasme zijn gevaarlijke wa
penen. Zij hanteeren gemakkelijk, doch
juist daardoor zijn zij in banden van den
scherpdenkenden geest vaak aanleiding
tot zonde tegen het dreigend wetwoord
Gij zult niet doodslaan.
De humor is de uiting van het echt
menschelijke. Het is de rechte lijn, plot
seling opbuigend in den spiraalvorm de
roode papaver bloeiend in den herfst op
het stoppelland, de korenbloem in den
graanakker, het sneeuwklokje in het nog
doode grasveld, de oase in de woestijn,
de feestdag in het eentonige leven, de
zonnestraal brekend door grijze wolken,
de glimlach bij het rouwkleed, de triumf
op het gelaat van den stervende.
Een Duitsch schrijver heeft gezegd
De humor is de ernst schuilend in de
scherts. Het is de lach in de taal, de ge
zonde, goedsmoedsche lach.
In het leven zijn twee stroomingen
de kalme vaart, zich strekkend recht op
het doel, en de kabbelende beek, huppe
lend tusschen groenende kruiden en lage
struiken. De kalme vaart is beeld van
ons leven. De aanraking met de murme
lende beek is de humor.
Er is in ons leven gebrek aan humor.
Te weinig ook waardeering van den humor
bij onze schrijvers, in onze dagelijksche
literatuur. Toch zijn 't meest de diepste
denkers, die ons hun verrassingen bieden.
Want humor blijft altijd een verrassing.
Hij treft door zijn plotseling te voorschijn
treden. Gelijk een mensch nu en dan be
hoefte heeft om eens hartelijk te lachen,
zoo ook is humor noodig tot verkwikking
van den geest. Het is de medicijn voor
de geestelijke digestie. Laten wij ze waar-
deeren en hem danken, die er ons nu en
dan een kleine dosis van weet in handen
te moffelen. Want we hebben te wachten,
dat eerstdaags een voorstel zal gedaan
worden, om humor aan belasting te onder
werpen. Gevolg van het materialisme
onder Christenen. (School met den Bijbel.)
20 Juli 1906.
Een algemeene oorzaak.
Liever vraag ikvanwaar die achter
uitgang, die wanorde, dit algemeen verval?
Wijt gij het aan de regeeringsvormen
Wij hebben alle soorten gehad demo
cratie, aristocratie, eenhoofdig bestuur,
despotistne, constitutioneel bewind i de
gansehe voorraadschuur der revolutionaire
gouvernementen heeft ons ten dienste ge.
staan.
Aan de omstandigheden P
Ze zijn niet altijd ongunstig geweest.
Aan de verbastering van het volk?
Dit was niet zoo diep gevallen, dat er
geen opbeuring mogelijk was.
Ontbrak het aan mannen van bekwaam
heid en energie?
Er zijn staatslieden geweest, aan wie
ik althans talent en karakter, evenmin
als goede bedoeling, ontzegzoodat we
des te meer gedrongen worden naar de
reden te zoekeD, waardoor ook hunne
wijsheid bedrogen en hunne veerkracht ver
lamd werd.
Alles wijst dus op eene algemeene oorzaak,
aan wier invloed staatsvormen en omstan
digheden en volkskarakter en handelende
personen ondergeschikt zijn geweest, deze
moet gezocht worden in de begrippen
welke den boventoon gehad hebben.
De gebeurtenissen zijn de omtrekken en
vormen, waarin de gestadige werking ran
den tijdgeest zich openbaart.
(Gr. v. Prinsterer).
Wij, rustige, conservatieve Zeeuwen
wonende in een land dat zich verheugen
mag in een eeuwenoude beschaving, heb
ben niet het minste begrip van wat daar
gebeurt onder de onbeschaafde volken. Met
name onder de inboorlingen van 't donkere
Afrika.
Nog steeds vertoont het werelddeel van
Livingstone en Stanley de schrale plekken
der onbebouwheid op de wereldkaart. Nog
steeds dekken de donkere wouden van
het groote schiereiland de zwartste mis
daden.
Ongestraft, door geen gezag bespied en
door geen fatsoen of verantwoordelijkheid
gebonden, woedt daar de gruwelijke
misdaad.
Zoo nu en dan wordt eens een tipje van
dien sluier opgelicht. Maar het is dan ook
slechts een tipje. Slechts het volle licht der
openbaarheid zal in staat zijn paal en perk
te stellen aan de hemeltergende schandalen
door blanken bedreven tégenover de inboor
lingen dezer sombere gewesten.
Het is uit dat oogpunt dat we dankbaar
melding maken van een belangrijke bewe
ging in Engeland ontstaan tengevolge van
tijdingen uit Zoeloeland.
Daarginds wordt of werd door blanke,
soldaten, dus gewapend, een klopjacht
gehouden op weerlooze inboorlingen.
De bijzonderheden, ijselijk en bloedig,
sparen we onze lezers. Genoeg zij het om
het geheele schrikwekkende tafreél te
illustreeren als we hier het slotwoord van
den leider der expeditie de majoor Nicolay
afschrij ven.
Hij schrijftHet werk te velde is meer
een jacht als een gevecht. De Naturellen
smeekten om .genade, maar het was onmo
gelijk hun beden te verhooren. Wat wij te
doen hebben is dithet land af te zoeken,
op groote schaalNaturellenneerteschieten,
Kraals te verbranden, gras in brand te
steken, vee buit te maken en het land, dat
nu zwart gebrand en desolaat is in plaats
van lachend en bevolkt, te vernielen.
Zoo oordeelt een man, door een beschaafd
volk, als leider eener expeditie aangewezen.
Is het wonder dat een storm van ver
ontwaardiging losbarst over het Britsche
legertje in Afrika?
V. D., het vrijzinnig democratisch gezel
schap, dat in MiddelburgscheArnhemsclie
Winschoter, en andere couranten ten ge-
makke van de over 't algemeen toch reeds
zoo goed van hulpkrachten voorziene redac
tiën vrijzinnig democratische artikelen
levert, schrijft in genoemde bladen een
lang artikel naar aanleiding van de quaestie-
Van Heeckeren.
De heer v. Heeeketen moet aandeel
gehad hebben in het ten val brengen van
minister Van Lynden in het vorige kabinet,
en daarvoor beloond zijn met een Eerste-
Eamerzetel en een lintje door de Koningin,
doch gelijk bekend is wordt ieder
koninklijk besluit, tot dekking der konink
lijke onschendbaarheid gecontrasigneerd
door een minister; dus is minister Kuy per
de schuldige.
Het verzoek vau baron Van Heeckeren
aan den tegen woordigen ministervan buiten-
landsehe zaken om eere-herstel liep op niets
uit, en dat aan de Eerste Kamer werd door
hem ingetrokken.
En zoo blijft deze quaestie hangen, stof
gevende aan V. D. en andere vrijzinnige
schrijvers voor geheimzinnige, half juiste,
half onjuiste opmerkingen aan 't adres van
't vorig kabinet.
Reeds heeft De Standaard op een ander
onderzoek aangedrongen, opdat de onbe
vredigde publieke opinie bevredigd wor
den mag.
Daarom hopen wij dat spoedig ook over
deze quaestie het volle licht opga.
Misschien is het maar een kleinigheid.
Doch eene, die door V. D. en andere vrij
zinnige epistelschrijvers tot iets zeer ge
wichtigs wordt opgeblazen, juist omdat
niemand het rechte er van weet.
Onze groote steden worden zoo groot,
dat men in die woestijnen van huizen
meer en meer behoefte gevoelt om wat
frissche lucht te happen en in de buiten
lucht te slapen. Vooral dat laatste wordt in
het buitenland meer en meer gebruikelijk.
Nog bestaat onder ons de meening dat
niets zoo ongezond en gevaarlijk is als
de nachtlucht. Maar de bewoners van de
buitenlandsche wereldsteden denken er
anders over.
In Londen komen de daktuinen meer
en meer in de inode.
Men maakt in Londen zijn dak tot een
vloer, goed voorzien en waterdicht. Een
metalen bedekking, goed geverfd, dan
flink asphalt-papier er op, en gewasschen
grint. Rondom een ijzeren hek of balus
trade. Dau wordt de ruimte voorzien van
planten in potten, van zangvogels en bloe
men, als anjelieren, irissen, graniums enz.,
en men schaft rieten tuinmeubelen aan,
tafels, stoelen, divans, of zelfs een familie
schommel.
Ziedaar een daktuin in een wereldstad
waar men „hoog", maar juist niet altijd
„droog" zitten kan.
Armoe zoekt list.
Middelburg. Hier ter stede zal weer
een nieuw Engelsch bookmakerskantoor
worden opgericht.
Donderdag 26 Juli 's middags te
een uur wordt in het Grand Hotel V erse-
put alhier de zomervergadering van leden
van het hoofdbestuur der Maatschappij
tot bevordering van Landbouw en Veeteelt
in Zeeland gehouden.
De St. Ct. no. 166 bevat o. a. de
statuten der afdeeling Middelburg van de
te Amsterdam gevestigde Vereeniging tot
steun van verwaarloosden en gevallenen.
Door den minister van oorlog is de
sterkte voor de ploegen van het blijvend
gedeelte der lichting 1906 bij het 3e reg.
infanterie als volgt bepaald eerste ploeg
te Bergen op Zoom 51, te Middelburg 18 en
te Vlissingen 19 milicienstweede ploeg
te Bergen op Zoom 56, te Middelburg en te
Vlissingen ieder 29 miliciens. De ploegen
der lichting 1905 bestonden te Middelburg
elk uit ruim 100 manschappen.
Goes. De uitvoering op de tent, door
„Hosanna" Donderdagavond wegens het
ongunstig weer uitgesteld, zal nu gegeven
worden op Maandag 28 dezer, des avonds
8'/« uur (bij gunstig weer).
Krabbendijke. De Stroodorpepolderi
welke op 12 Maart j.l. overgevloeid is,
werd, zoóals reeds gemeld is, bezaaid met
haver, wikken, suikerbieten enz. enz.
De haver staat thans in de bellen, is j
zeer kort gebleven en staat vrij dun. De
wikken is ook bijna een mislukking. De
suikerbieten, welke in het eerst weinig
beloofden, hebben de laatste dagen won
deren gedaan, zoodat dan ook deze week
een begin is gemaakt om ze opeen te
plaatsen en te wieden, daar er nog best
wat van te halen zal zijn. Nog dient te
worden vermeld, dat er een paar lappen
suikerpeeën in dezen polder liggen, welke
gelijk met die in andere polders gezaaid
en bewerkt zijn, en deze staan zoo mooi
en groot, alsof daar geen water op gestaan
heeft, zoodat het maar jammer is dat al
de grond zoo maar niet behandeld is, doch
het is iets om uit te leeren. Het spreek
woord die niet waagt, ook niet wint, is
hier wel van toepassing.
Rilland. Bij het vervoeren van grond
waarbij de bakken voor dat vervoer be
stemd voortgetrokken worden door een
locomotief, ontspoorde heden Donderdag
op het werk aan den spoordijk zulk een
locomotief zonder evenwel ongelukken te
veroorzaken. De locomotief drong in het
zand. De oorzaak was verzakking der
grond waarover de rails liggen.
Colijnsplaat. Sedert begin Juni gaf het
muziekgezelschap alhier elke week by goed
weder een avondconcert op de muziektent,
wat altyd zeer in den smaak valt by het
publiek. Deze week Woensdag nu zou het
gewone concert plaats hebben, doch na
enkele nummers gespeeld te hebben, ont
ruimde het fanfarengezelschap de tent om
plaats te maken voor de zangvereeniging
„Polyhymnia", die nu nog eenige nummers
zongen, zeer tot genoegen van het publiek,
dat, blijkens de stilte, genoot van het
schoone gezang. Het was een stille, schoone
zomeravond en de liederen, die met gevoel
werden gezongen en goed bestudeerd waren,
klonken dan ook zuiver en liefelyk onder
het bladerendak van de linden. Beide ver-
eenigingen maken zich verdienstelijk door
dergelijke uitvoeringen en kunnen dan ook
op de onverdeelde belangstelling rekenen
van alle kunstliefhebbers.
St.-Maartensdijk. Door den gemeente
raad is ter voorziening in twee vacatures
in het college van zetters wegens perio
dieke aftreding de volgende voordracht
opgemaaktJ. Stoutjesdijk (aftr.), A. Elen-
baas (aftr.), Chr. Hoek Mz., P.Charpentier.
Tevens werd in deze vergadering overge
legd de teekening met de omschrijving van
het bouwen van een muur tegen de zee-
werende havenkade- Dit plan, opgemaakt
door den waterbouwkundige B. J. van Oost
werd met algemeene stemmen goedgekeurd
en besloten zoo spoedig mogelyk tot de
aanbesteding van dit werk over te gaan,
behoudens goedkeuring van Ged. Staten.
Men schrijft ons uit het zuidelijk deel
van Zuid-Beveland omtrent de landbouw
gewassen Met het dorschen van karwei-
zaad is deze week een aanvang gemaakt,
hetwelk een vrij goed beschot zal geven
alhoewel er maar weinig is uitgezaaid. Met
het plukken van het vlas is men byna klaar
en de stand daarvan is uitstekend, blokken
die een 20 dagen geleden nog zwak er bij
stonden zijn nu best geworden. Er ligt hier
zeer veel vlas, veel is van 't voorjaar by de
landbouwers gehuurd, en veel is er nog
gekocht. Slechts een zeer kleine uitzonde
ring, anders is alles voor België en
Zeeuwsch-Vlaanderen bestemd. Het pluk
ken geschiedt uitsluitend door werklieden
van hier, zoodat er een goed loon mede ver
diend wordt. Jammer dat er ook alweer,
door nogal velen, misbruik gemaakt wordt,
en in plaats van geregeld een goede schrang
te trekken, men maar handjes vol neemt en
de vlasboer er veelal de dupe van is. Het
gebeurt allicht dat de bazen genoodzaakt
zijn dezulken (wat maar goed is) te bedan
ken. Is zoo, iemand op vrije voeten gesteld
dan komt hij niet licht meer bij een ander
klaar. De uitstekende weersgesteldheid
draagt er ook nog het hare toe bij. Om
reden dat het geen haast behoeft en men
op zijn gemak op tijd klaar komt. Het
hooien loopt op een eindede goede weers
gesteldheid heeft daaraan ook het hare
aangedaan. Zoowel qualiteit als quantiteit
is best, in de laatste weken de vraag zeer
willig. Men besteedt voor lucernhooi djrect