NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 228. 1906. Zaterdag 30 Juni 20e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN r I „Dat zou nog eerst bewezen moeten wor- den", antwoordde Stead, li e e li ts i a k e n. Gemengde Berichten. IEDER EN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 29 Juni 1906. Het belangrijke citaat van Buys in ons vorig no. opgenomen was niet uit De Gids van 1867 maar 1869. Deze zetfout en nog een paar in 't verslag van het Zomerfeest zullen door den attenten lezer al wel ver beterd zijn geworden. Het verslag van het Zomerfeest kon, uitteraard, wegens den spoed waarmede het moest worden klaar gemaakt, slechts een flauwe reflectie zijn van het gesprokene. De 2000 die er geweest zijn roemen om het zeerst de regeling, het terrein, het mu ziek en de sprekers. En wij sluiten ons hierbij aan. Het spijt ons dat er onder de feestgangers ook enkele brooddronken knapen waren, die op dien dag daar niet behoorden. Er waren er namen zullen wij vooralsnog niet noemen die hun glazen en fleschjes van een eind in de cantine wierpefa en zich vermaakten in het rinkinkelen van't door hen vernielde glaswerk. Laten toch die menschen, welke niet met goede bedoelingen op onze terreinen komen er van daan blijven. In de kringen waar zij helaas thuis behooren, komen ook onze Christen-jongelingen de orde en den „goe den" naam dier kringen niet verstoren. Overigens verblijden wij ons over den goeden afloop van dit feest. De eigenaar van het terrein de heer De Roo, die niets ontzien heeft om het terrein geheel aan zijn doel te doen beantwoorden hebbe aller dank. De Zomerfeesten zijn onder ons inge burgerd. Wanneer het bezoek er zoo blijft toenemen, zal de Commissie moeten gaan overwegen of één spreekplaats op 't terrein Diet te weinig is. Groote menschen toch zijn immers net als kleine kinderen wan neer de achtersten den spreker niet vol doende verstaan of volgen kunnen, worden zij eenigszins lastig en de sprekers die de draagwijdte van hun stem niet kennen, loopen allicht gevaar bij zoo groote schare zich schor te spreken. Nog zij opgemerkt dat door een fout bij het opmaken van den vorm de rede vay ds. Lindhout op een verkeerde plaats is terecht gekomen. Die behoorde te volgen na de rede van ds- v. d. Berg. Minister Rink heeft bakzeil gehaald en wijziging van het Koninklijk besluit inzake de kweekscholen toegezegd. Met den heer Lohman en De Standaard ja, eigenlijk met iedereen, zeggen wij dat de Minister met zijn draconische voorwaar den bij de inrichting der Chr. kweekscholen geen politieke bedoelingen heeft gehad. Dit is een dwaasheid waarvan wij nooit een Ministerie mogen verdenken, vooral niet wanneer 't op een zwakke, heterogene Kamermeerderheid steunt, en niet vast staat of de Minister die een Koninklijk besluit heeft uitgelokt, de draagwijdte van dat besluit heeft voorzien, of met alle quaestiën die dit onderwerp raken, behoor lijk op de hoogte is. Alles begrijpen is alles vergeven. De kalme en toch rake critiek van V. Wijnbergen en Talma en Lohman heeft succes gehad, een succes dat zelfs door de persoonlijke uitvallen van een Borgesius op Talma, niet te keeren was. In sommige onzer bladen wordt ge waagd of_ hier het beleid van Minister Rink wel in een zeer gunstig licht trad Die vraag steunen wij. En ook of het, behalve aan beleid, ook niet aan verstand van t onderwerp, waar 't over ging, aan kennis van zaken in een bewindsman Vsreisöht, ontbroken heeft. De Handelingen lezende, moet men hier eit daar de vraag wel stellen. Van daar lijk maken) gedacht werd, terwijl niets anders geschied was dan den Minister op ket onhoudbare van zijn standpunt, op het ongerijmde van zijn inzicht te wijzen. Daar is het menschdom eeu standbeelden manie aangewaaid. Hebben we niet ergens gelezen dat in dit jaar dat zijn loop nog uiet ter^helft volbracht heeft, in Parijs reeds 35 gedenk- steenen of standbeelden zijn onthuld, Dat zijn geen standbeelden in marmer uitgehouwen of in brons gegoten, dat be grijpen we wel. Hier een gevelsteen en daar een buste en wat lawaaierige Fran- schen er om heen met een redenaar in de midden met een hooge zijden in den nek. Ziedaar een Fransche standbeeld-ont hulling. Maar een volk dat zijn groote mannen niet eert En dat doen de parexcellence. Zelfs zij die voor vier eeuwen geboren zijn worden bedacht. En zij voor wie allerminst een stand beeld gewenscht of begeerd wordt, en die het zelf wel nooit zullen begeerd hebben. Van Frankrijk en Fransch Zwitserland gaat het denkbeeld uit om Genève te verrijken met een standbeeld van Calvijn. En 't zal er komen ook. Reeds bij de eerste vergadering was het tot stand komen verzekerd. Een standbeeld voor Calvijn Voor hem die menscheneere tot in den grond van zijn ziel afkeurde, voor hem de stoere denker, de onvermoeide werker, voor hem die leefde voor eeuwige, niet voor vergankelijke dingen. Heelt hij zich in zijn constitutie niet een standbeeld gesticht van eenige nooit te evenaren waardij Ach, wal moet een standbeeld aan het Leman-meer afsteken bij zijn classieke werken over heel de wereld verspreid Oom Paul en de Bijbel. De bekende Engelsche journalist W. T. Stead, die tijdens den Boeren-oorlog in Groot-Britannië met kracht de zaak van Zuid-Afrika heeft verdedigd, vertelt in 't door hem geredigeerde maandschrift „Re- vieuw of Revieuws" van een ontmoeting met President Kruger. Daar Oom Paul niet op politieke onderwerpen wilde in gaan, begon Stead over den Bijbel te spre ken, die opengeslagen voor Kruger op tafel lag. Stead vroeg, of Kruger niet een boek zou willeu schrijven over den Bijbel en over den troost, dien hij daaruit geput had. De President gaf een beslist ont kennend antwoord. Toen beproefde de heer Stead hem te overreden. „Gelooft u niet," vroeg hij, „dat u het aan den Bijbel verschuldigd zijt, het te doen U hebt een zoo eenige, hooge po sitie in de wereld. U zijt de held bij alle volken, die met bewondering den heer lijken vrijheidsoorlog van uw volk volgden. U zijt een der weinige echte Bijbellezers onder de populaire helden, die de volken van Europa vereeren. U hebt den Bijbel niet alleen gelezen, u gelooft ook zijn in houd. De Bijbel is voor u een bron van troost en bemoediging, uw raadsman en gids. Gelooft u niet, dat velen, die nim mer den Bijbel lezen, het op uwe aanbe veling zouden doen?" De President schndde het hoofd. ''Neep", zei hij. „De Fijbel is Gods Woord' „Hij spreekt voor zichzelf. Ik behoef er niet voor te spreken", „Zeker, meende de heer Stead, niet uit het veld geslagen, „als de mensehen hem lezen. Maar degenen, van wie ik spreek, nemen nooit een Bijbel ter hand. Zij zijn opgevoed in de meening, dat de Bijbel een sprookje is en niet waard door staatslieden overdacht te worden. Zij gelooven n, mijn heer de President, maar zij gelooven niet aan den Bijbel, Gelooft u niet, dat zij op I uwe aanbeveling den Bijbel lezen zouden P" I „Neen", verklaarde Kruger. „Zij moeten den Bijbel zelf lezen. De menschen, waar van u spreekt, zouden den Bijbel ook op mijne aanbeveling niet lezen". i De oude Staatspresident wendde zich tot zijn tolk en deed zijn best, vleiend te spreken. „Zeg den heer Stead, dat hij zich het Evangelie moet herinneren. Heeft hij niet gelezen, hoe er geschreven staat van den rijken man, die in de hel en in de pijn de oogen ophief en Lazarus zag in Abra ham's schoot? Hoe de rijke man bad of Abraham Lazarus naar zijn vijf broederen wilde zenden, opdat zij ook niet in deze plaats der pijniging zouden komen. „Maar hij ontving ten antwoord„Indien zij Mozes en de profeten niet gelooven, zoo zullen zij ook niet gelooven, ook al kwam iemand uit de dooden tot hen". En zeg eeDs, mijnheer Stead", ging Kruger met verheffing van stem voort, „of dat ook heden ten dage nog niet waar is. De men sehen van wie u spreekt, hebben Mozes en de profeten, en wanneer zij Mozes en de profeten niet gelooven, zullen zij ook niet gelooven, als Paul Kruger hun in een boek zegt, dat zij gelooven moeten". Hij glimlachte een weinig en stond op om zijn gast het teeken van vertrek te geven. Terwijl de laatste woorden ver-, tolkt werden, drukte hij met een vriende lijken, beschermenden glimlach den heer Stead hartelijk de hand, en herhaalde in het Engelsch„Vergeet het nietals zij Mozes en de profeten niet gelooveD, zullen zij ook niet gelooven Het zijn de eerste en de laatste woorden geweest, die de heer Stead President.Kruger in het Engelsch heeft hooren zeggen. N. S. (Bazuin.) EERSTE KAMER. Bathpolder. In de afdeelingen van de Eerste Kamer werd zeer geklaagd over de overijlde be handeling van het wetsontwerp nopens den Bathpolder en ook overigens ontveinzen vele leden zich niet, dat zij weinig met het wetsontwerp zijn ingenomen en dat zij de afwijking van den gewonen regel, met name de terzijdestelling van Gedepu teerde Staten van Zeeland niet gemoti veerd achten. Wel werd toegegeven, dat Ged. Staten hun plicht in het onderhavige geval hadden verzuimd (omdat b.v. de dijken 50 c.M. te laag bleken en zij waren afgenomen zonder dat onderhouds plichtigen tot hun verplichting waren ge dwongen) ook né de doorbraak, maar toeh meende men, dat de minister zich had moéten bepalen tot het zorgen voor de belangen van het spoorwegverkeer, voor welke zorg hem trouwens hulde wordt gebracht. De toepassing van de wet van 10 Nov 1900, regelende het oppertoezicht van de Kroon ingeval van verzuim van de be voegde autoriteiten in waterstaats-aange legenheden, was hier meende men aangewezen. Hier toeh was verzuim, en de regeeriDg kon, toen Gedep. Staten niet gebruik maakten van hun bevoegdheid, de onderhoudsplichtigen te dwiDgen, op aanvraag van den commissaris der KoniDgin tusschenbeide komen. Dat de regeering hier een heel anderen weg inslaat, is niet"te rechtvaardigen met een beroep op urgentie. In zekeren zin toch is er voor alle ondergeloopen polders urgentie en daarvoor wordt geen subsidie gevraagd en voor herstel van den spoor- wegdam is er volgens den minister zelf geen urgentie, daar de ophooging slechts geschiedt voor buitengewone gevallen, die zich slechts zelden voor doen. Andere leden konden zich met dit be toog niet vereenigen. Volgens hen waren volgens art, 38 der wet van 1900 Ged. Staten wel bevoegd, maar niet verplicht handelend op te treden. Deze leden waren van oordeel, dat de door de reg. ingeslagen weg de meeste zekerheid biedt, dat in den kortsten tijd de dijken in voldoenden toe stand worden gebracht en daardoor de spoorwegdijkafdoendezalwordsn beveiligd. Vele leden hadden ook bedenking tegen het w. o. omdat h. i. door hel verleenen van een subsidie van f250,000 aan eene par ticuliere maatschappij eene niet gerecht vaardigde en bedenkelijke antecedent wordt gesteld. Hoe zal de regeering handelen, zoo werd gevraagd, wanneer andere provinciale besturen zich hierop zullen beroepen en ook subsidie zullen vragen om de waterstaats werken die ten hunne laste zijn te onder houden. Een beroep op de buitengewone omstandigheden ging, volgens de leden, niet op. Herinnerd werd aan het gebeurde met de Lekdijken in 1876. Het was aan een aantal leden niet dui delijk welke de verhouding is tusschen de oude en de nieuwe maatschappij. Be staat er connectietusschen die maatschappij Sommige leden, die het door den mi nister ingenomen standpunt betreurden, waren intusschen toch geneigd met het oog op de buitengewone omstandigheden, met het ontwerp mede te gaan. Verschillende denkbeelden werden ont wikkeld omtrent hetgeen zou behooren te geschieden als dit w. o. niet werd aan genomen. Verschillende leden waren er o. a. voor den spoorwegdam tot een zee keerend werk te maken en de Bathpolder aan zijn lot over te laten. Meerdere leden waren van oordeel dat de herdijking van dien polder van rijks wege behoorde te geschieden, doch dan ook gebruik te maken van de bevoegdheid, die het burgerlijk wetboek den Staat geeft, de betrokken gronden te onteigenen tegen voldoening van de waarde, waarop de gronden als verdronken land worden ge schat, wanneer de eigenaars weigeren over te gaan tot bepoldering. De tijd die daar mee heen zou gaan, achtten deze leden geen bezwaar, evenmin vreesden zij, dat het onvoordeelig zou zijn, immers dan zou zich geen maatschappij hebben aangeboden voor het verrichten van het werk.ps'-r jsfc Anderzijds echter werd gewaarschuwd tegen het zich wagen door den Staat in speculatieve ondernemingen. Gevraagd werd naar het al of niet be staan van een beweerde geheime clausule in het contract tusschen de nieuwe com binatie en de liquideerende maatschappij, volgens welke clausule by aanneming van dit wetsontwerp aan de maatschappij een hooger bedrag zou worden gekeerd dan anders het geval zon zijn. Voor de arr.-rechtbank te Zierikzee is door den heer D. van de Velde, candidaat- notaris te Tholen, bij beschikking van den voorzitter der Kamer van Toezicht op de notarissen en candidaat-notarissen te Mid delburg, benoemd tot plaatsvervangend notaris, ter vervanging van den heer N. van Steenbergen, notaris te Tholen, den eed afgelegd als candidaat-notaris-plaatsver- vanger. Middelburg. De Commandant van het 3e Regiment Infanterie Kolonel G. A. Buhlman woonde heden Vrijdagmorgen vergezeld van zijn adjudant kapitein W. F. Hartman de oefening van het 2e Ba taljon op het terrein aan het Midden- reduut by. Des n.m. hield de Kolonel eene inspec tie over het Bataljon in de Kazerne. Hedenmorgen zou een werkman voor het gemak dat hy by het afbreken van hef pand in de Heerenstraat, de vroegere Israë litische school, zou hebben, de kraaien nesten welke in den schoorsteen aanwezig waren, verbranden. Echter had hij niet gerekend op de gevolgen die dit kon heb ben. Het klimop dat aan den buitenkant der muur is en uitkomt in den tuin van den heer Hessling vatte vlam en raakte in brand. Door een spoedig aangerukte brand spuit, die steeds in de stadsschuur aan wezig is, werd een groot onheil voorkomen, daar het achtergedeelte van 't huis van den heer H. juist tegen het klimop aangrenst. Met de „Minimax" kon men dezen brand niet geheel blusschen, yitesingerj, Nu en dan komt er zoo eens de een of andere verbetering in betrekking tot de postbeambten. Nu weer dat voortaan de conducteurs der brievenmalen een jaar- lijksch verlof van veertien dagen zullen ge nieten, thans is dit tien dagen. De nacht-mailboot „Koningin Wil- helmina" is hedennacht naar Rotterdam vertrokken om aldaar in het droge dok te worden opgenomen. Goes. Op de feestelijk versierde baan der Koninklijk erkende weerbaarheids- vereeniging „Koningin Wilhelmina," werd heden de Provinciale schietwedstrijd ge opend, met een toespraak van den voor zitter, de heer A. S. J. Dekker, die de hoop uitsprak dat deze eerste wedstrijd, door deze vereeniging georganiseerd, moge begunstigd worden met goed weer, het welk zich aanvankelijk goed deed aanzien. Spreker hoopt dat deze en de volgende vier dagen een aangename stemming moge heerschen onder de deelnemers en was voorts erkentelijk dat er zooveel mede werking was. Voor heden kwamen uit Nederland en Oranje te Breda met 5, Prins Maurits te Leur met 5, Weerbaar heid te Ierseke met 5, Willem III te Cortgene met 7 en Scherpschutters te Vlis- singen met 4 schutters. Na het sein met den hoorn, werd de wedstrijd met het cylinder-geweer geopend. De prachtige medailles, ter bezichtiging gesteld, hadden veel bekijks. De 2e-luits. L. Deibei, van de koloniale reserve, en W. Hogervorst, van het kol. werfdepot, worden 30 dezer ontheven van hun detacheeriDg aan de normaal-schiet school te 's-Gravenhage. Bij de vertimmering eener zeer oude stelphuizinge in de Friesche gemeente Tietjerksteradeel werd achter het uile bord boven op 't dak f 1500 aan zilvergeld gevonden. Door een hevigen boschbrand zijn nabij Tilburg ongeveer drie hectaren mast en heide vernield. De oorzaak is onbekend. Met veel geraas kwam Donderdag een der klepels van den Groote Kerktoren te Gouda naar beneden vallen. Hij kwam op een der afdekjes, uitkomende Achter- de-Kerk terecht en drong door de met lood bekleede zoldering heen. Juist had een jonge dame, die daar eenige bezig heden had verricht, dit vertrek verlaten, anders had dit ongeval nog wel eens ern stige gevolgen kunnen hebben. Uit Harlingen meldt men Ten einde eenigszins te voorzien in de groote behoefte, die alhier bestaat aan drinkwater, wordt voor rekening der ge meente thans per spoor water van He Leeuwarder waterleiding aangevoerd. Het water voor het publiek verkrijgbaar voor een cent per emmer, wordt met graagte gekocht. Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 September, benoemd tot hoogleeraar in de waterbouwkunde en den brugbouw aan de Technische Hoogeschool te Delft, J. Nelemans, civiel-ingenieur, thans ingenieur lste klasse van den rijkswaterstaat te Utrecht. Ook is, met ingang van 1 Oct., aan den opzichter bij 's rijks kustverlioh- ting te Noord-Sehouwen, X. A. J. Magé, op zijn verzoek, eervol ontslag uit zijne betrekking verleend en als zoodanig be noemd de opzichter bij 's rijks kustver- lichting te Westkapelle. P. C. A. van Hoepen. (Reeds gemeld in een deel onzer vorige oplaag. Bed.) Rockefeller. In Frascati, te Amster dam, waar heden weer tabaksinschrijving is, werd in de laatste dagen in een van de drie grossiereloges, tegenover de koffie kamer, op geheimzinnige wijze getimmerd. Op last van een van de bekendste make laars in tabak te Amsterdam werd er een eere-zetel geplaatst, en bestemd voor den Amerikaanschen milliardair Rockefeller, die heden de inschrijving bezoeken zou, (N. v. d. D.) Zondag is op de kermis te Eijsden een timmerman b^j een vechtpartij do?d

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1