Bericht de
25 tent per 5 ons.
NIEUWE KOOLVISCH
12 ct. p. 5 ons.
NIEUWE STOPISCB.
Afioop'Yerköspiiigen enz.
MweHtemtiën.
AAGTEKERKE.
Opneming Wegen.
Vele eieren raapt men van
WALCHERSCH
OCfiTEISI) VOEDER
oöiïaMstyaiislfii
prima kwaliteit
NIEUWE HOLL. ZOUTEVISCH
S c h o o I n i e u w s.
Het Zomerfeest te Biezeünge.
Marktberichten,
Aanvang1 2 Juli a. s.
Boekh. FANOY.
zijn van de Tweede Kamer, mits de Kerke-
raad het goedvindt en de predikant voorziet
in de goede vervulling van zijn ambt, werd
aangenomen met 22 tegen 20 stemmen.
De toevoeging eener '2e al. aan art. 1 van
'i reglement op de vacatures werd aange
komen met algemeene stemmen, eveneens
de schrapping van art. 55 van 't reglement
op de vacatures.
De toevoeging eener 3e al. aen art. 29
van 't reglement op het examen werd met
algemeene stemmen verworpen, terwijl het
reglement op de algemeene weduwen- en
weezenbeurs der Ned. Herv. Kerk geamen
deerd werd aangenomen met algemeene
stemmen.
Chr. Evang. Gem.
Bedankt voor Ierseke door K. v. d. Hoek
te Heiligerlee.
Benoemd tot onderwijzer aan een o. 1. s.
te Tuil en 't Waal dhr. 0. Daane te Veere.
Aan de universiteit te Amsterdam
slaagde voor het cand. examen scheikunde
dhr. P. Calland. Aan die te Groningen werd
bevorderd tot docter in de rechtsweten
schap dhr. R. Koppe, geboren te Gasselter
Nijeveen, op proefschrift getiteld „Eenige
strafrechtelijke beschouwingen in verband
met het beginsel van de wet van 12 Feb. '01
(Kinderwetten)".
Donderdag had het lang besproken 7e
Zomerfeest onzer Zuid-Bevelandsche Chr.
Jongeliugevereenigingen te Biezeünge
plaats. Het weer hield zich goed. Des
morgens had het min of meer gedreigd,
doch te 12 uur brak het zonnetje door
en bij de opening van het feest door ds.
Hummelen van Biezeünge, kom men dan
ken voor het schoon weder en de feeste
lijke stemming waarin men den avond
tegemoet ging.
Vooraf werd op verzoek van den voor
zitter der Regeüngscommissie, dhr. II.
J.mse Bz., gezongen de le twee coupletten
\an het Bondslied, en deze heer sprak een
woord tot inleiding en van welkom.
Ds. Hummelen heette allen welkom
namens den eigenaar van deze kersen
boomgaard dhr. de Roo, in naam der re
gelingscommissie, en bovenal van Hem
die deze schooue zon over ons schijnen
doet. Elders brengt Satan zijn kinderen
bijeen in de tenten der ijdelheid hier
brengt God ons saam om Zijn Naam te
eeren en ons te verlustigen in zijn tempel
van ongekorven hout. Er is veiseheiden-
heid van richting onder sprekers en hoor
ders, maar er is één Christendom in de
geloofsverdeeldheid, een eenheid die ineer
van beteekenis is, dan al wat ons scheidt
De Ileere zegene ons, sterke de sprekers,
en beziele de spelers, en geve allen genade
om op een Christelijke wijze feest te vieren.
In dezen weg zal ons einde ziju tot'sHeeren
eer en heerlijkheid.
Spreker gaat hierop voor in gebed, en
richt vervolgend een woord inzonderheid
tot de jongelingen overBet vormen van
toekomstbeelden.
Hij doet dit gaarne, waar hij nog
slechts kort geleden zelf jongeling was.
Spr. schetste deu jongeling in zijn wen-
euhen en idealen, zijn geloof in en geest
drift voor de geheimzinnige toekomst,
waarin zijn leven schuilt. Uit die toekomst
staren nevelige beelden op hem, onder
scheiden in naam en wezen, zij worden
bepaald door opvoeding, omgang en Jon-
geÜDgsvereeniging. Daarom, voedt reine
hoogstaande, schriftuurlijke beelden voor
uw toekomstig leven.
Toekomstbeelden. Wie heeft ze niet. En
't is goed. De Jongeling moet zich in
denken hoe 't hem zijn zal als hij vader,
burger, vakman, enz. zal zijn. Hij verheugt
zich bij die idealen.
Het doel dat hem wenkt sterkt hem en
doet hem over alle bezwaren heen stappen.
Jjügelingen wien deze toekomstbeelden
van huiselijk, maatschappelijk, staatkundig
leven bekoreD, ik heb u daarom lief. Er zijn
er ook die zich geen beelden vormen van
hun toekomstig leven. Dit spruit voort uit
onkunde, of gebrek aan doorzicht. Zij zullen
later niet anderen leiden, maar geleid, ver
leid worden. Medelijden moet men met hen
hebben.
Maar nog meer met die jongelingen, wier
idealen gebluscht zijn door de zonde van
ontucht en dronkenschap, de moderne lit
teratuur en den slechten omgang.
Niet alleen meer van de jongelingen in
onze stedeD, maar ook van die van 't platte
land geldt helaas al meer dat zij vroeg
rijp en vroeg rot zijn naar lichaam en
geest. Hier ligt een roepiDg voor de ouders
de Kerk, de Chr. Jongeüngsvereeniging.
Tot deze laatste heeft Spr. het nu alleen.
Eene bijzondere roeping is om de jonge»
ÜDgen te geven reine, hoogstaande, schrif
tuurlijke beelden van het leven der
toekomst in huisgezin, maatschappij en
staat, door middel van 't onderzoek der
Schrift en Vaderlandsche Geschiedenis en
der Chr. Historische beginselen, en te be-
e (rijden alle moderne litteratuur. Zij heeft
met te evangeüseeren, of in de eerste plaats
aJgedwaaldeu te zoeken of elkander te
nekeeren, dat is het terrein der Kerk.
ïuast huisgezin en kerk hebben zij een
eigen plaats te behouden, en voornamelijk
te werken aan de ontwikkeling van het
isaiakfer der jongelingen. Met een wel
sprekende opwekking daartoe eindigt
spreker.
Alsnu treedt op ds. Stegenga, van Wol»
fsartsdijk, met Moed",
Moed is bewustheid van kracht. Elia
tegenover Aehab openbaart in sommige
momenten grooten moed. Yan Hogendorp
evenzeer tegenover de Fransche autoritei
ten. Niet minder de huisvader die zwaar
werkt voor 't gezin met God en met eere
ondanks tegenspoed, en de huismoeder die
het groot aantal kindereu opvoedt en het
huisgezin met vaste hand weet te besturen.
Jongelingen behooven moedig te zijn. Jeugd
en moed behooren bij elkander. De
jongeling moet den moed hebben om tegen
den stroom van den tijd in te gaan, voor den
Heere uit te komen door 't woord, door het
insigne, maar vooral door de daad. Ootmoed
is nog schooner dan moed, want 't is moed
zonder hoogmoed, gelijk Maurits na den
slag bij Nieuwpoort betoonde, en Gideon
voor den strijd tegen Amalek. Veel oot
moedige jongelingen zag Spr. nog niet,
dewijl zij zulke hooge idealen hebben veelal.
Moed mag niet ontaarden in overmoed en
hoogmoedwaarbij de moed niet in het hart
maar in het hoofd zit.
En ootmoed mag niet ontaarden in moe
deloosheid. Jongemenschen zijn er die
klagen over het leven, en zij hebben het
nog niet eens gezien. Het is een moede-
looze tijd.
Spr. beantwoord de vraag van waar de
moed. Moed houden is niet mogelijk voor
wie geen moed heeft. Moed krijqen, leert
men van Boven, gelijk Paulus, 'in contact
staan met God, dan „hebben wij altijd
goeden moed", wijl God de teugels der
wereld in handen heeft.
Dr. Wagenaar herinnert aan 15 Juli
en 7 Sept. e. k., waarop't 300 en lr 0 jaar
zal zijn, dat Rembrandt en Bilderdijk wer
den geborengeeft een vergelijking van
beide groote mannen, waarbij hij Strek
ken van overeenkomst aantoont en op 5
punten van tegenstelling wijst. Beide R.
en B. waren dichters. Ook Rembrandt,
van wiens kunst B. terecht heeft gezon
gen „Ze is dichtkunst, ze is muziek, ze
zingt in zonnestralen" en wiens z.g. Nacht
wacht niet meer een schilderstuk is maar
een gedichtEn beide dichters waren
Nederlanders. Niet alleen voelde zich B.
buiten zijn Holland balling en heeft R.
zijn geboortegrond nooit willen verlaten,
doch echt Nederlandsch is, als B's taal,
R's schilderkunst. Echt Nederlandsch is
zijn weergeven van de realiteit, hoe schoon
ook 't ideëele door 't reëele heen blinkt,
echte Nederlanders zijn al zijn figuren,
uitgenomen alleen zijn Amsterdamsch-
Portugeesche Joden, doch wier aanwezig
heid do Nederlandsche gastvrijheid prijst
Beide R en B. teekent spreker als sterke
persoonlijkheden, die hierdoor een zwaren
levensstrijd hebben gehadook hebben
beide in moeilijke omstandigheden de zorgen
dos levens getorst.
Voorts schildert dr. W. R. en B als
gevoelsmenschen wat met name het aller
schoonste is in R.'s kunstwijst op beider
eigenaardigheid om zich zeiven tot kunst
object te stellen met sterken zin voor rid-
derpraal, en waardeert in beider leven en
kunst den invloed der liefde.
Als laatste trek van overeenkomst wijst
spreker op het Bijbelsche in Bilderdijks
poëzie en in Rembrandts kunstdoch nu
toont hij een vijftal tegenstellingen aan.
Bilderdijk was een Jacob-Israël, Rem
brandt een Ezau, wel in Izaaks tent ge
boren, maar zijn leven zoekend in de eigen
kracht van zijn kunstgenieRembrandt
zoekt in eigen opvatting heerlijk weer te
geven hot licht der Schepping, Bilderdijk
leerde bezingen de Zonde en Gerechtig
heid, de genezing die er onder hare vleu
gelen is en de heerlijkheid, die zij uitstralen
zal, als haar nieuwe morgen komtRem
brandt is de kunstenaar, die staat buiten 't
nationale, 'tkerkelijke, 'twetenschappelijke
leven zijns tijds, Bilderdijk is in dat drie
voudig leven ook door zijn kunstgenie een
bronRembrandt wordt door zijn levensgang
op 't strand geworpen en sterft vergeten
en verlaten, en Bilderdyk opent als IJs
breker van het Réveil de Nederlandsche ha
vens voor de vloot, bemand met een nieuwe
teelt van Geuzen van Oranje Rembrandt
was, al had ook 't Calvinisme zijns tijds
invloed op zijn kunst, humanist, ea is daar
door de thans algemeen vereerde; Bilder
dijk was issu de Calvin en bleef de
gehate bij de wereld tot op heden,
maar de diep-beminde bij hen, die den
grooten Antagonist zijner eeuw, ook on
danks zwakheid en zonde, waardeeren als
den lijder en strijder, tegen waanverlich-
ting en valsche vrijheid, voor de Waarheid
Gods en het wezenlijk heil van zijn Land
en Volk.
Ds. Lindhout, vau Amsterdam, sprak
een boeiend woord over „De zuchtende
Creatuur".
De wereld, zoo ving spr. aan, ig doodolijk
krank. Oppervlakkig gezien is die kranke
wereld zeer schoon, maar onder die schoon
heid ach een zee van jammer. Zij wordt
vergeleken by een korfje met de schoonste
bloemen gevuld, doch ziet onder dis bloemen
verbergen zich allerlei feDijnige slangen.
Er gaat door heel deze wereld een lange,
bange zuchtde zucht der wanhoop, der
smal te, in één woord Het gansohe schep
sel zucht.
Onze wereld is als een vrouw, die moeder
wordt. Zy draagt in haar schoot het oude
verborgen. De ure komq dat uit die oude
wereld het nieuwe zal worden geboren. Eer
die geboorte kan plaats vinden moet de tyd
der barensweeën voorafgaan. In dien tijd
leven wij. Het zuchten van het zuchtend
schepsel zijn de barensweeën.
Hoort dat zuchten. Hier in het ziekenhuis
een moeder, die in gloeiende koorts ijlende
spreekt over haar kinderen, die ze onver
zorgd moest achterlaten, toen ze naar het
ziekenhuis werd gebrachtdaar een uit de
chloroformbedwelming bijgekomen jonge
man, die 't na de operatie uitschreeuwt van
pijn, enz.
En dan de smarten veroorzaakt door den
dood. De kleine moederlooze, die schreit
om moeder; de van haar oogappel beroofde
vrouw. Het zucht en dat zuchten zijn de
profetische klanken van een wereld waar
geen dood meer zal zijn.
Dan het leed veroorzaakt door den oor
log. Boven de donder der kanonnen hooren
we de smartkreten van de slachtoffers.
Ook die smartkreten zijn de profetische
klanken van den tijd, waariD de zwaarden
tot spaden zullen worden geslagen.
Ook de dierenwereld zucht. Het paard,
dat kunstgewrocht van Gods Schepping
dat in zich vereenigt de sterkte van den
osde goedigkeid van de koede vlug
heid van het hert het beeft en trilt onder
de slagen van den onmenscheüjken drijver.
Het kon geen smartkreten doen hooren
maar als 't kon danDe mensch, zelf
een slaaf, maakt het dier een slaaf van
zijn driften.
Het gonzende insect dansende in de
stralen van de avondzon door de zwaluw
weggekaapt; het vogelke beroofd van zijn
jongen jammert en klaagt en piept en
fladdert dagen daarna nog.
Ook die zuchten zijn de profetische
klanken van een wereld waarin ook het
redelooze schepsel zal worden vrijgemaakt
van de dienstbaarheid der zonde.
Hoe zal dat zijn als in vervulling treedt
wat Jesaja heeft voorzegd: En de wolf
en het lam zullen saam verkeeren en de
leeuw zal stroo eten als de os.
Ala in vervulling treedt wat de Ziener
bij Patmos zag: De nederdaüng van het
nieuwe Jeruzalem als een bruid voor haar
man versierd.
Als in vervulling zal treden Ziet ik kom
haastelijk. Die tijd is aanstaande. Jezus
komt. De teekenen der tijden roepen ons
toe„Ziet de bruidegom komt".
Dra stilt Hij het gezucht van het eeuwen
zuchtende schepsel, en klinkt de wereld
door zijn tweede't Is volbracht.
Daarop trad de pauze in, waarin het Chr.
Harmoniegezelschap „Hosanna", directeur
de heer L. de Beste, op voortreffelijke wijze
door uitvoering van schoone stukken de
feeststemming wist te verhoogen.
Ds. Talrna wenscht niet te spreken tot
ouderen, dat schijnt hem verwaand. Naar
mate hij ouder wordt, voelt hij dat. En
bovendien de ouderen hebben 't achter den
rug, daarom richt Spr. zich maar meer tot
de jongere mensohen, schoon ook tot de
ouderen, die zich nog jong gevoelen, wijl
voor hen het eigenlijken,in den grond alles,
komt. AUes om ons heen is schijn de
werkelijkheid alleen is 't Koninkrijk Gods.
Hier zijn twee soorten jongelingen met
eigen Bondslied, die hoe ook verscheiden,
op een punt overeenstemmen, dat er van
vechten in staat Jonge menschen vechten
graag. Oude menschen zijn zij die in de
periode gekomen zijn van laten rusten En
andere jongelui die zeggen laat ons eten en
drinken, want morgen sterven wij, die zijn
ook oud, want niemand is jong, die morgen
sterft. Maar vechten is alleen goed wan
neer het gaat om de zaak van Hem. Er
zijn hier ook jongelui die strijden willen
gelijk in de Bondsliederen staat.
Spr. die aan politiek doet, en dus al zijn
leven moet „vechten" wil hun hierbij waar
schuwen.
Het geheim van de kracht bij 't strijden
moet gekend worden. Spr. bevangt vaak
beklemming als hij bij 't „vechten" klop
krijgt. Toch is 'twaar God met ons
zijnde, moeten wij 't winnen. Waar is 't
geheim der kracht die allen tot zwakheid
maakt! Wij zijn een klein hoopje men
schen, die vaak wel een beetje anders
moesten zijn. De kring is klein, alle
eeuwen door, van hen die alles doen in
Gods Naam. Wetenschap, Geld, Kunst,
de Macht van den Staat zijn niet in
handen van Gods kinderen. Of God de
wereld dan niet regeert Er is toch zoo
veel noodig voor allerlei arbeid in het
Koninkrijk GodsMaar let eens op.
Menige arme man, die rijk werd en mis
schien zelfs 't tot ouderling bracht, moet
aan het eind zeggen mijn ziel is er armer
op geworden.
Het Chr. Ministerie is er geweest, doch
de kracht van 't geloof is er bij de men
sehen niet sterker op gewordeD.
Wie zich opmaakt om den strijd des
Heeren te strijden in de wereld moet tegen
een haast onverwinbare macht op. De
wereld trekt David hem een Goüalhs-
kleed aan, maar hij kan er niet ingaan.
David kon al die dingen niet hanteeren.
Het verdrukte hem.
Toen heeft hij een slinger genomen en
Goliath gedood.' Niet omdat een steen
beter is dan een zwaard, maar omdat
David het geleerd had. Saul begreep dat
David in de verdediging van de kudde
tegen leeuw en beer een koninklijke daad
deed en in den strijd tegen Goliath eigen
lijk zijn werk deed, daarom moest David
Saul's kleed aan hebben, doch dit zou
mislukt zijn. David kon Goliath overwin
nen alleen omdat hij deed datgene waar
toe God hem geroepen had.
Petrus op 't Galüleesehe meer vond het
wandelen op de zee door den Heere
koninklijk. Immers de zee is voor den
visscher iets anders dan voor een badgast.
Zij zien er in hun vijanden Petrus ook.
Daarom grijpt hem die wandeling aan en
hij vraagtGebied mij af te komen op 't
water, en de Heere roept hem, en Petrus
gehoorzaamd. Het geheim onzer kracht ligt
daarin, niet injhet zelf doen. Alle eerbied
in Kerk en Staat mislukt, die niet in dezen
weg is begonnen.
Wij moeten altijd weer terug tot de
gehoorzaamheid. Er is zoo vaak bij jonge
menschen ijver voor alle chr. werk. Maar
zij vergeten er het eene Noodige bij. Wij
moeten alles doen ter eere Gods, het
oordeel Gods over ons heen laten gaan.
Zorgen dat het christendom, de Naam
Gods niet gelasterd worde. Echte geest
drift moet blijven, en niet ontaarden in
namaak. Hoeveel hout en stroo en stop
pelen van ons zal er nog verbrand wor
den. De wereld in en om ons is opper
machtig en laat in ons leven zoo telkens
uitdruppelen haar doodelijk gif. Maar
ons leven is niet ons werk, maar Gods
werk. Het hooren van het Woord Gods
en het zien dat God zijn Woord in ons
maakt tot een eeuwige werkelijkheid, dat
is de kracht die ons ter overwinning voert.
Ds. v. d. Berg van Ter Neuzen spreekt
over „De Navolging van Christus''.
Het leven van den christen wordt onder
verschillende benamingen voorgesteld
een strijd, een wandel, een reize. Ook de
benaming „Navolging van Chistus" heeft
burgerrecht gekregen, op grond van Jezus'
woord „Zoo iemand achter Mij wil komen
die volge Mij".
Bij de jongeren van Christus gold dit
latterly k. Na Christus' heengaan wordt het
figuurlijk verstaan. Maar 't wordt soms
foutief verstaan. Nu eens laat men dezen
karaktertrek, dan weer een ander naar
voren komen.
In de eerste tijden des Christendoms was
zij 't meest zuiver: een gewoon leven in het
midden der wereld. Men wilde het karakter
hebben van Christus, zachtmoedigheid, ne
derigheid, liefde ook de smaad des mees
ters op de dienstknechten.
Onder de regeering der Romeinsche Kei
zers drong iets anders op den voorgrond
het lijden om den naam van Christus, het
martelaarschap. Later 300 jaar na Chr.
zocht men hierom de wereld te ontloopen,
een zich terugtrekken in de woestijnde
ascese treedt op den voorgrond. De klui
zenaar, de anachoreet, de kloosterling was
de beste navolger van Chr.
Weldra komt men echter hiervan terug
en wordt het ideaal uit te gaan en de
wereld om twee en twee zonder bundel
en male, den Christus te prediken. An
deren blijven echter napeinzen en over
peinzen. Hier was een eenzijdig op den
voorgrond dringen van 't geval met mis
kenning van het verstand. Een verzinken
in 't lijden, geen oprichting over het lijden.
Maar geheel verkeerd is do nieuwe rich
ting; de moderne beschouwing: Christus
Jezus als voorbeeld, niet meer, met loo
chening vau dienzelfden Heere als Borg.
Maar hoe kan Christus ous voorbeeld zijn,
als Hij niet is onze borg
Juist in ziju Borg zijn ligt de aantrek
king der heerlijkheid.
Door 'c geloof ligt in Hem onze zalig
heid. Indien wij met hem lijden, zullen
wij eens deelen in zijne heerlijkheid. Zoo
leeren wij Kruisdragers zijn.
Spr. eindigt zijn rede met een ernstig
vermaan navolgers van Chr. worden door
heel ons leven, en al ons doen en laten,
door 't geloof, in rijn kracht, met't zelfde
heilig doel, en Hem geliikvnrmio-
Ds. Drost sprak het slotwoord. Hij
trachtte eerst de hoorders te stemmen tot
lof en dank aan onzen God die zulk schoon
zomerweer schonken vervolgens bedankte
hij allen die aan 't wèMagen van dit feest
hadden meegewerktden eigenaar van
dezen boomgaardde Regelingscommissie
de Kerkvoogdij van Biezeünge (die de kerk
wilde afstaan bijaldien het weer ongunstig
wasgewees'.);de bondgenooten; „Hosanna"
vooral met zijn ij verigen directeur; de hoor
ders en de sprekers. £pr. waarschuwt ons
niet van hier te gaan met de farizeeuwsche
overlegging dat wij zulke prompte men
schen zijn door hier te komen feestvieren
dan toch ware ons feest voor ons onvrucht
baar gebleken.
Dit feest brengt zegen, of voor wie dien
zegen langs zich heen laat gaan, vloek. Dit
geldt de rondloopers, de halve hoorders,
maar ook de bestendige hoorders. Spreker
verheugt zich dat weer eens de jongelings-
vereenigingen der beide richtingen konden
saamkomen. De van God gewilde ver
scheidenheid, ook blijkend in de natuur,
wilde Spr. niet verstoren maar gelijk
alle takken van den boom, naar verschil
lende richtingen wijzende toch tot één boom
behooren, zoo hebben allen die den Heere
vreezen te wandelen als leden van één
Lichaam onder één Hoofd.
De Heere heeft zijn zegen gegeven, laten
wij de erkentenis hiervan realiseeren in ons
leven. Onthoude een ieder ds. Talma's
woordbrood, broodnoodig hebben wij, dat
wij tot de gehoorzaamheid worden terug
gebracht. Zij dit de vrucht van ons feest.
Spr. giDg vervolgens voor in dankgebed,
en na gezang en de Apostolische zegenbede,
ging de bijeenkomst uiteen.
Magé en als zoodanig benoemd r. van
Hoepen, opzichter te Westkapelle.
Vlissingen. De levering van aard
appelen ten behoeve van het garnizoen,
waarvoor het minst werd ingeschreven
door dhr. A. Botting voor f 3,25 per H. L.,
is wegens den hoogen prys door den
minister van oorlog niet gegund. Men zal
nu trachten de levering onderhands op
te dragen.
MIDDELBURG, 28 Juni 1906.
De kleine aanvoer bestond uitsluitend uit
tarwe en enkele monsters kroonerwten, die
tot noteering zijn verkocht.
Men besteedde voor jarige tarwe f 0,
a f0,nieuwe tarwe f7,k f7,10;
jarige rogge f 0,f 0,nieuwe rogge
f 0,f 0,wintergerst f 0,a 1' 0,
nieuwe zomergerst f 0,f 0,— haver f 0
k f 0,paardeboonen f 0,k 0,tuin-
boonen f 0,a f 0,witteboonen gelezen
fafongelezen ft
ronde bruine boonen f—k flange
dito fk fgroene erwten f 0,
k f0,nieuwe kroonerwten f9.a f9,50;
koolzaad f0,a f0,karwijzaad per
50 K.G. f—a f—
Alles per H.L.
Opgaaf v. d. marktzetters, handelaren.
Boter t'0,575 a f0,62s per '/z kilo.
Eieren f3,60 per 100 stuks.
Opgaaf v. d. Zeeuwsche Landb. Maatsch.
Boter f0,575 a f0,625 per '/2 kilo.
Eieren f3,60 per 100 stuks.
Veilingsvereeniging .Walcheren'
MIDDELBURG, 28 Juni I906.
Aardappels (ronde) f4f 5 per HL., idem
(muizen) f 4f 5 per HL., idem (schoolmeesters)
f3,80f"4; aardbeien 60— 7o cent, kruisbessen
2325 cent, doperwten 40—45 cent, peulen
20—22 cent, alles per vijfkop; sla 1 /41 cent
per krop; komkommets 10—11 cent, bloemkool
9lo cent, alles per stuk; ramenas 1i'/2 cent,
peen 47 cent, rapen 2'/2 cent, karoten 5 cent,
sjalotten 1 cent, pieterselie 2—4 cent, alles per
bos; andijvie (krul) 1215 cent per ben, idem
(struik) 11'/2 cent per struik; spinasie 78
cent, zuring 3 cent, alles per ben postelein
23 —30 cent per grietplatte boonen 40— 50
cent per mandje.
Mijn hartelijken dank aan allen die
hebben medegewerkt voor mijne verkiezing
tot commissaris van „Walcheren" en aan
hen die mij bewijzen van belangstelling
schonken.
GERLACH VAN ST. JOOSLAND.
Domburg, 28 Juni 1906.
li or k boe lij o s
met de oude Psalmberijming zijn nu te
bekomen in klein formaat, met waterdruk
in verschillende prijzen, bij
zijn KIPPEN en EENDEN wan
neer men voedert het bekende
daarbij bevordert het door het hooge
phosforgehalte krachtig beenderen-
gestel bij de Kuikens.
Verkrijgbaar b ij
FIRMA K. MEERTENS, Middelburg.
A. POLDERMAN, Vlissingen.
W. MAAS Pz., Koudekerke.
A. MAASDAM, Oost-Souburg.
J. W. MARKUSSE, Veere.
W. JOZIASSE, Seroos/cerke.
A. K. THEUNE, ur
NOACH MINDERHOUD, WestkaPelle-
JOH. ADRIAANSE, Zoulelande.
Wed. G. PASSENIER, Domburg.
J. VERSCHIERE, Nieutv- en St.-Joosland.
P. PASSENIER, Aaglekerke.
A. BRASSER, Biggekerke.
A. DE PACHTER, Ritthem.
J. A. BRAND, Oostkapelle.
M. VERHULST, St.-Laurens.
C. HOLLEBRANDSE, Vrouwepolder.
NIJPJES, Veerscbe weg, Middelburg.
J. LIEVENSE, Oude Vlissingsche weg,
Middelburg.
Aanbevelend,
HAAS JUNIOR, Hlidd'b,
Wederverkoopers rabat