NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 222. 1906. Zaterdag 23 Juni
20e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HiSTORISGH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Gemengde Berichten.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Z|j, dié ziclv met 1 Juli a. s.
op ons blad abonnecren, ont
vangen het tot clïen datum
gratis
22 Juni 1906.
Wij vestigen de aandacht op de adver
tentie in dit no. omtrent het Admissie
Examen der Christelijke Hoogere Burger
school te Rotterdam.
Wij juichen het zeer toe dat wij eindelijk
ook een Chr. Hoogere Burgerschool rijk
geworden zijn. Maar aan deze goedkoope
betuiging en een even goedkoope instem
ming van den lezer heeft deze school niets.
Wie 't missen kan moet ook zijn jongen
op de Chr. Hoogere Burgerschool doen.
Zij is de eenige inrichting van dien aard
in ons land. Zij ontvangt geen cent'Rijks-
subsidie, moet met groote geldelijke op
offeringen in stand worden gehouden en
heeft behoefte aan den steun van alle
vrijwel of wèlgestelden, die leven uit de
Chr. Historische beginselen.
Het onderwijs aan deze inrichting is uit
nemend. Wij vernamen dit van ouders wier
zonen er werden opgeleid.
Wij bevelen derhalve deze uitnemende
inrichting hartelijk aan.
De terugkeer van dr. Kuyper in den
lande is reeds voelbaar in de heden door
De Standaard opgenomen Eerste Bath-
polder-asterisk
„De aanneming van het wetsontwerp ten
behoeve van onze Zeeuwen, kan niet anders
dan als een politieke bévue worden beschouwd.
Het tast in beginsel geheel ons historisch
Nederlandsch staatsrecht aan, om er een Fransch
centralistisch expedient voor in de plaats te
schuiven.
Natuurlijk is dit noch door de regeering,
noch door de voorstemmers zoo bedoeld, maar
het ligt er ontegenzeggelijk in, en in zooverre,
doet het ons leed, dat van rechts zoovelen in
de fuik zwommen.
Gelukkig dat alsnog redres mogelijk is.
De Eerste Kamer kan de fout goed maken
door haar medewerking te onthouden.
Juist in dagen, waarin het bestaan van het
Hoogerhuis in Engeland en van onze Eerste
Kamer bedreigd wordt, kan ze niet beter
baar bestaansrecht verdedigen dan door moe
dig pal te staan voor de historische beginse
len, waarin de kracht van ons Nederlandsch
Staatsrecht schuilt."
Bij de herstemming voor een lid van
den gemeenteraad te Weesp is met on
geveer honderd stemmen meer de sociaal
democraat tot lid van den gemeenteraad
gekozen door de hulp van de protestantsch
christelijke menschen; en dat terwijl tegen
over dezen in herstemming was, niet en
vrijzinnig democraat, even rood als de ge
kozene dan ware het nog eenigszins
te verklaren geweest maar een geacht
katholiek.
Door sommige onzer bladen wordt over
dit feit en met recht getoornd. Groen
van Prinsterer reeds zei dat alleen onkunde
christenmenschen aan 't liberalisme de
hand kan doen reiken.
Maar hier deden zy het den sociaal
democraat.
Ece vrij wat schandelijker onkunde dan
die welke door Groen gelaakt werd.
Bij „staatkundige" verkiezingen, zoo
lang de linksche partijen onder den naam
anticlericaal de antithese prediken, ter
wering van chr. eandidaten, behooren de
kiezers van alle chr. richtingen, hetzij
Roomsoh, hetzij christelijk historisch, voor
hun gemeenschappelijken candidaat schou
der aan schouder te staan.
Hot ontwerp van wet dat onzen tijd be-
palen moet en uniform doen zijn, lokt hier
en daar nog al bedenking uit.
Men weet we hebben het vroeger
reeds gemeld e? is door de regeering een
Voorstel gedaan om op een gegeven, nader
te bepalen oogenblik, voor ons goheele
leven, den Midden-Europeeschen tijd aan
te nemen, dat wil zeggen om alle klokken
in het Koninkrijk der Nederlanden 40 mi-
pten te do® stilstaan,
Nu hebben we plaatstijd en spoortijdmet
20 minuten verschil.
Dan zouden we hebben éen tijd voor alles
en meer leven piet de zon.
Nu verslapen we uren des morgens als
de zon schijnt en leven 's avonds lang bij
kunstlicht. Nu hébben we 'n korten ochtend
en een langen tniddag.
En men zou keggen daar is alles voor.
Vroeg naar kooi
En vroeg er uit
Wijsheid, gezondheid
En rijkdom beduidt.
Toch wordt daartegen geopponeerd.
Men zegt dan zal de zon in het midden
van den winter eerst 9 uur opgaan en gij
zult uwe scholen en kerken, en uw geheel
openbaar leven eerst 10 uur kunnen aan-
aanvangen, en met dat aanvangsuur later
gesteld, zult ge uw geheele leven later doen
worden.
.De afwijkingen van de natuurlijke clag-
verdeeling die zich naar de zon regelt, zul
len daardoor niets minder worden.
Wij zouden zeggen Fiat, maar dan toch
ook niet erger, en de winst blijft dan toch
nog altijdeenheid van tijd voor alle leven,
voor huiszittend leven, zoowel als voor het
leven tusschen de wielen.
In jde VereeDigde Staten wordt veel
gesproken over statistische mededeelingen
die Cannon, de voorzitter van het Huis
van volksvertegenwoordigers, aan dat
lichaam heeft gedaan.
Sedert 1900, zoo zeide hij, is het aantal
fabrieken in Amerika met 7000, het daarin
gestoken kapitaal me.t 4800millioen gulden,
het aantal beambten en ambtenaren die
erbij in dienst zijn met 19,000 en hun
salarissen met 240 millioen gulden ver
meerderd. Amerika, verklaarde hij, is
een „hel van succes".
De New York World geeft nu een plaat
met Oom Sam die peinzend uit het venster
naar de vleeschpakkerijen in Chicago kijkt.
Daaronder staan de woorden Is dit een
hel van succes
Een ander blad zegt dat, hoe verblijdend
die cijfers ook mogen lijken, zij niettemin
het feit openbaren dat een tiende van het
Amerikaansche volk negen tienden van
den nationalen rijkdom bezit. N. R. C.
HET ZOUTGEHALTE
der in Maart 1906 Ondergeloopen
Zeeuwsche polders
door
Dr. D. J. HISSINK.
Directeur van het Rijkslandbouwproef
station GOES.
Van nagenoeg alle Zeeuwsche polders,
welke in Maart van dit jaar door het
Seheldewater overstroomd werden, zijn
thans grondmonsters aan het Rijksland
bouwproefstation Goes op hun gehalte aan
keukenzout onderzocht.
Een overzicht van al deze cijfers zal
later gepubliceerd worden. Voorloopig
wensch ik aan het geheel van dit cijfer
materiaal eenige beschouwingen vast te
knoopen.
Het aantal tot op heden onderzochte
monsters bedraagt 216. In de meeste ge
vallen zijn van elke plek 4 monsters ge
nomen, te weten bovenste laag van 01
(a 2) c.M. j van 1 2) e.M. 20 o.M. j
van 20—40 c.M,van 4060 e.M.
Het aantal bemonsterde plekken is
derhalve geweest 216 s 4 54, waar
van 24 uit Tholen7 uit Zuid-Beveland
benoorden de spoorlijn4 uit Zuid-Beve
land bezuiden de spoorlijn 519 uitZeeuwseh-
Vlaanderen W.D.
Ten einde een overzicht van de uit
komsten van dit onderzoek te verkrijgen,
dat gemakkelijk te overzien is, heb ik
opgemaakt het aantal K.G. keukenzout,
dat per H.A. in den grond aanwezig is,
in de laag van 0—60 c.M.
Dit aantal K.G. schommelt in ronde
cijfers van 2100 K.G.—43Ö00 K.G.
Tal van factoren oefenen natunriijk in
vloed uit op de hoeveelheid keukenzout,
welke de bodem uit het zeewater opneemt.
Onder overigens gelijke omstandigheden
neemt kleigrond meer keukenzout op dan
zavel- en zandgrond gedraineerde grond
meer dan niet-gedraineerdemet zoet
water verzadigde grond minder dan droge
grond. Verder is van invloed de tijd, gedu
rende welken de polder ouder water slaat.
Behalve al deze factoren is er echter
vooral ééne omstandigheid, welke in dit
geval een overwegenden invloed heeft uit
geoefend op het bedrag aan keukenzout,
dat door de gronden is opgenomen en dat
is het zoutgehalte van het water.
Opmerkelijk is het groote verschil in
zoutgehalte van de polders, overstroomd
door het Ooster-en Wester-Seheldewater.
Het gehalte aan keukenzout van de eerst
genoemde groep (TholeD en Zuid-Beveland
benoorden de spoorlijn) ligt tusschen 10600
K.G. en 43500 K.G.dat van de laatst
genoemde groep (Zuid-Beveland bezuiden
de spoorlijn en Zeeuwsch-VlaanderenW.D.)
tusschen 2100 en J.4700.
Natuurlijk zijn alleen van die polders
grondmonsters genomen, welke niet meer
onder water staanvan den Olzendepolder,
den Pieterspolder, den Engelschen polder
benoorden de spoorlijn en den Wilhelmus-
polder, waarvan de bedijking nog niet is
afgeloopen, zijn nog geen monsters tot op
heden onderzocht. Van den Stroodorpepol-
der, welke ook door Ooster-Scheldewater
overstroomd is, zijn slechts enkele monsters
voorloopig onderzocht, welke mij echter
aanleiding geven tot de veronderstelling,
dat deze polder thans even rijk aan zoutis
als bijv. de Karelpolder.
Tot recht begrip der bovengenoemde
cijfers zij opgemerkt, dat het laagste cijfer
der eerste groep (10600 K.G.) afkomstig is
van een plek in den Oud-Vossemeerschen
polder, waarvan mij de volgende bijzonder
heden zijn opgegeven zavelgrond, één tij
onder water, niet gedraineerd terwijl het
hoogste cijferdertweedegroep (14700K.G.)
afkomstig is van den Kleinen Molenpolder
(Z.-Vlaanderen) met de volgende bijzonder
heden zware kleigrond, 16 dagen onder
water, gedraineerd.
Het groote verschil in zoutgehalte van
deze twee groepen kan ik alleen verklaren
uit het groote verschil in zoutgehalte van
de beide Schelden.
Dat het gehalte aan keukenzout van de
Ooster- en Wester-Schelde nogal uiteen
loopt, is een bekend feit. Juiste cijfers staan
mij echter niet ten dienste. In de Mede
deelingen over Visscherij van Maart en
April 1906 (no. 147 en 148 vind ik vermeld,
dat het Ooster-Scheldewater te Gorishoek
(Tholen) in die maanden gemiddeld een
soortelijk gewicht bezeten heeft van 1,0229
in Maart en 1,0216 in April, wijzende op
een gehalte aan keukenzout van ongeveer
2,9 en 2,7 Het onderzoek van één mon
ster water der Wester-Schelde (bij Wal
soorden) gaf slechts 1,1 keukenzout.
In verband met dit groote verschil in
zoutgehalte van de polders door de Ooster
en Wester-Schelde overstroomd, zal ook
zeer waarschijnlijk een groot verschil zich
openbaren in de nadeeiige gevolgen der
overstrooming. Zonder hierop ook maar
eenigszins vooruit te willen loopen, kan ik
me toch voorstellen, dat nog wel eenige
gewassen zullen willen groeien op de tweede
groep gronden,terwijl op de gronden der
eerste groep mogelijk niets of zoo goed als
niets wil tieren,
In geen geval aal men echter uit den plan
tengroei op de door de Wester-Schelde over
stroomde polders besluiten mogen trekkenvoor
den vermoedelyken plantengroei van de pol
ders, welke door Water uit de Ooster-Schelde
overstroomd zijn.
Van sommige plekken zijn na verloop
van eenige weken nogmaals grondmonsters
onderzocht, Dit geschiedde om na te gaan.
De stand det gewassen Ih Vlaanderen,
welke zich in den beginne betrekkelijk gunstig
liet aanzien, Schijnt ten slotte lang niet mee te
vallen.
in hoeverre het keukenzout reeds uitge
loogd was door het regenwater.
Deze uitlooging van het keukenzout ge
schiedt zeer vlug in vergelijking met de
andere zouten van den bodem. Echter niet
zoo vlug, als sommigelandbouwers gemeend
hebben, op wier verzoek na een week of
wat regen opnieuw grondmonsters genomen
zijn, in de hoop, dat toen reeds eene ver
mindering van liet zoutgehalte zou zijn waar
te nemen.
En juist dit uitloogingsproces is het
eerste, wat geschieden moet, om den
grond weer in zijn ouden toestand terug
te krijgen. Eerst moet het zout door het
regenwater grootendeels weggespoeld zijn,
en daarna kan begonnen worden met het
aanwenden van middelen tot verbetering
van den physischen en chemischen toe
stand van den bodem.
Prof. J. M. van Bemmelen te Leiden
schreef mij, naar aanleiding mijner op
19 April 1906 te Middelburg gehouden
voordracht, over de uitwassching van het
keukenzout enkele regels, welke belangrijk
genoeg zijn, om hier te worden vermeld
„Ik maak u opmerkzaam daarop, dat
het vraagstuk (n.l. de nadeeiige gevolgen
van het zoute water voor den bodem en
de herstelling der vruchtbaarheid) zich ook
bij de droogmaking der IJpolders heeft
voorgedaan. Na de droogmaking van den
Anna Paulownapolder (nog vroeger van
de Waard en de Groetpolders) en van den
Haarlemmermeerpolder hebben zich de
nadeeiige gevolgen van het zoutgehalte
des bodems.nog lang doen gevoelen, omdat
men den grond dadelijk bewerkt had, en
omdat de afwatering gebrekkig en onvol
doende was.
Van de IJpolders is in 1873 en 1874
hetzelfde voorzegd.
Maar de uitkomst heeft dit gelogenstraft.
Elke IJ polder was voorzien van een stoom
gemaal, dat dadelijk het grondwater tot
op 1 M. beneden de oppervlakte heeft
afgemalen. De grond is niet diep bewerkt.
Van den beginne af hebben de IJpolders
dan ook goede oogsten gegeven. Het
chloorgehalte is uit de bovenlaag spoedig
gedaald tot beneden 0.1% chloor.
Indien de Zeeuwsche polders, die thans
overstroomd zijn, eene goede afmaling be
zitten, en de raadgevingen opgevolgd
woTden, dan kan het kwaad spoedig over
wonnen zijn. De regens zullen veel goed
doen, als het gevallen water maar afge
malen wordt, en tegen dichtslemping ge
waakt wordt.
Ik schrijf hier uit wat ik vroeger heb
geschreven in de „Bijdragen tot de kennis
van den alluvialen bodem in Nederland".
(Verhandelingen der Koninklijke Akademie
van Wetenschappen te Amsterdam 1886
bladz. 18), 1410 jaren na de drooglegging:
Hoe snel de uitspoeling van de ehloruren
plaats heeft, zoodra de aan de zee ont
woekerde akkers aan eene krachtige be
maling worden blootgesteld, is in de
Ypolders gebleken. De Wijkermeerpolder
is in 1872, de Zaandammerpolder en de
Houtrakpolder in 1878 drooggemalen. De
koolzaadoogst van 1874 was zeer vol
doende, In het drooge najaar van 1874
werd zoutuitslag en een ongunstige in
werking daarvan op het wintergewas
waargenomen, en in het koude en droge
voorjaar van 1875 schenen zoowel de
zomer- als de wintergewassen te zullen
mislukken. Maar toen de regens en de
warmte kwamen, verdween alle zoutuit
slag, keerde alles zich ten beste, en door
liepen alle gewassen de verschillende
perioden van hunnen groei zonder verdere
storing.
Ook de aangelegde gras- en klaverweiden
hebben bij beweiding aan koeien, paarden
en schapen een goed voedsel opgeleverd.
Na dien tijd zijn nooit meer klachten over
de ziltigheid van den bodem vernomen.
Vergelijkt men dezen goeden afloop met
de l\j densgeschiedenis van den Anna-Pau-
lownapolder (1847), den Waard- en Groet
polder (1844) en vele Zeeuwsche polders»
dan valt het groote verschil in het oog.
Dit verschil is alleen aan de bemaling
toe te schrijven. De genoemde polders
werden gebrekkig door windmolens be
malen, de IJpolders van het begin af door
stoomwerktuigen, welker vermogen in
sommige polders later nog versterkt is
geworden.
(Zie uitvoerig daarover mijn verslag aan
den Minister v. B. Z. over de Zuiderzee-
gronden. Hoofdstuk IV, bl. 12.)"
Middelburg. Donderdagnamiddag om
streeks half zes, heeft met de stoomtram
„Walcheren" aan het VlissingsGhe Wagen
plein een ernstig ongeluk plaats gehad.
Terwijl deze in beweging was, wilde zekere
v. L., timmerman teWestkapelie, een pakje
dat hij liet vallen, oprapen, met het gevolg,
dat zijn rechterbeen totaal werd afgereden.
In een nabijzijnde woning binnengebracht,
is hij door de doctoren verbonden, en naar
het Gasthuis gebracht.
Het Bijbelsch Museum is in den tijd
van twee en een halve dag bezocht door
ruim 3000 personen.
Borssele. Woensdag besloot de Dyk-
raad tot verdediging van den oever door
zink- en stortwerk, waarvan de kosten
zijn geraamd op f25200. Wegens her
stelling van het op 12 Maart 1.1. vernielde
afdak der peilboot en meer peilingen aan
den oever verhoogde de Dijkraad den
post voor peilingen met het daarvoor ver-
eischte bedrag. Bij de regeling van het
presentiegeld voor de leden van den Dijk
raad besloot de vergadering onder nadere
goedkeuring het bedrag te bepalen op
f 465, waarvan f 140 voor de leden
die op een uur afstand of meer van het
lokaal der vergadering wonen. M.O.
Woensdag overleed te Schore op
bijna 84-jarigen leeftijd de heer Kees de
Jonge, eerste wethouder en ambtenaar
van den burgerlijken stand dier gemeente.
De overledene was sedert Juni 1855 on
afgebroken lid van den raad, waarvan hij
de laatste 34 jaar als wethouder fungeerde.
Kats. In de vergadering van ingelanden
van den Katspolder Woensdag gehouden,
is dhr. L. A. Vink ontslagen als ontvanger-
griffier en als waarnemend ontv.-griff. be
noemd dhr. J. Bak, aldaar.
Te Sas van Gent. werden Dinsdag
middag den bierbrouwersknecht P. door
in een vat kokend bier te vallen, beide
beenen verbrand.
Rilland-Bath. Door de voogdijraad te
Middelburg is als agent voor deze ge
meente benoemd dhr. J. P. J. Verplanke,
gemeenteveldwachter alhier.
Donderdagavond hadden de gemeente
veldwachter Verplanke en de rijksveld
wachter Van Loon alhier, de voldoening
een geslepen individu te vatten aan het
station te Woensdrecht. Des middags toch
liep hier te Rilland, zoowel als aan de
halte een persoon, papier, enveloppen,
zeep, enz. langs de huizen te koop aan
bieden. Hij toonde daarbij een aantal
papieren waarop te lezen stond „Doof
stom", alsmede de prijzen zijner waren.
Aan de halte nabij het station had hij de
onvoorzichtigheid aan een arbeider te
vragen hoe laat de trein uit Woensdrecht
vertrok. Toevallig had hij eenige uren
geleden zich aan de woning van dien
arbeider voor doofstom gehouden. Ook bij
den landbouwer Bruijnzeel, waar de arbei
der werkzaam ia, hield hij zich 6tom.
Het gevolg was, dat kennis aan de politie
werd gegeven, die ondanks de zware taak,
die tegenwoordig met de vele werkzaam
heden alhier hem op de schouders drukt,
den quasi doofstomme, zoo spoedig moge
lijk, achterna gingen en hem arresteerden
juist op het oogenblik dat hij met den
trein wilde vertrekken uit Woensdrecht.
Van Woensdrecht werd hij naar Rilland
getransporteerd om in het arrestantenlokaal
te vernachten. Dc persoon in quaestie is
geboren te Vpren ®el|ië), woonachtig