NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 193. 1906.
Vrijdag 18 Mei
20e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Gemengde Berichten.
Buitenlandse!) Qverziebf.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
Snippers uit de oude doos.
Uit de Tweede Kamer.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
UMIW—aMBBH—MB8B
België.
Gelijk gemeld is, zullen op 27 Mei de
verkiezingen plaats hebben voor de zetels,
welke in 1902 gekozen zqn in 5 provin
ciën, verdeeld in 15 arrondissementen.
Er zijn 85 uittredende leden, te weten
54 katholieken, 20 liberalen en radicalen,
10 socialisten, 1 Daensist. De 4 andere
provinciën, die niet aan herkiezingen on
derworpen zijn, tellen 81 leden. De Kamer
telt dus 166 leden, verdeeld als volgt
93 katholieken, 48 liberalen, 28 socialis
ten, 2 Daensisten, alzoo 73 niet-katholie-
ken. De meerderheid bedraagt dus op 't
oogenblik 20 stemmen aan den katholieken
kant en 't is die meerderheid, tegen welke
de minderheid thans storm loopt.
De anticlericalen zijn 't eens geworden
op een gemeenschappelijk program van
actie, en welalgemeen goedkoop of kos
teloos strikt neutraal openbaar onderwijs
persoonlijke dienstplichthoogere belas
ting der goederen in de doode handen
'lest niet minstalgemeen stemrecht
met evenredige vertegenwoordiging.
Men verwacht dat het clericale kabinet
dien frontaanval wel niet doorstaan zal.
Deugen en opwinding kunnen hier nog
veel doen in zijn nadeelmen heeft het
in 1905 nog in een ander land kunnen zien.
Zij hier nog bij gemeld dat wegens de
overgroote drukte inde Antwerpsche haven
het loodsbestuur naar Vlissingen heeft
geseind, om geen schepen van meer dan
20 voet diepgang naar Antwerpen te laten
vertrekken. Op het oogenblik wachten 11
schepen op een plaats aan de baden en
deze schepen belemmeren de vaart en
kunnen misschien ongelukken veroorzaken.
Rusland.
De Doema is druk bezig aan de be
spreking van het Adres van Antwoord
aan den Czaar, gelijk het door de com
missie ter goedkeuring is voorgedragen.
Wij kregen reeds gelegenheid op te
merken dat de Doema heel wat op haar
verlanglijstje heeft, en dat zij niet van plan
is in haar antwoord een echo van de troon
rede te leggen. Zij zegt waar het opstaat
en stelt zelfs samenwerking met de regee
ring van de vervulling harer wenschen
afhankelijk.
Doch verscheidene afgevaardigden gin-
97
DOOK
S C A L D I S.
Over meekrapteelt in Zeeland.
I.
Voor ditmaal willen wij eens een uit
sluitend Zeeuwsch landbouwproduct be
spreken, welk product vooral in onze
Provincie een vruchtbaren bodem vindt
en waaraan vele oude Zeeuwsehe familiën
niet alleen hun bestaan, maar ook velen
hun rijkdom te danken hebben.
Eer die rijkgevende bron van de vroeger
zoo bloeiende meekrapcultuur geheel op
gedroogd zal zijn, zuilen wij die goede
dagen van weleer nog eens in herinnering
brengen, want wij moeten, helaas, er
kennen dat die glorierijke tijden von dit
produet voor goed voorbij zijn.
Door den verbouw der meekrap, ver
dienden niet alleen tal van werkende men-
schen hun brood, maar mochten deze nog
vrij wat overleggen voor de strenge winter
dagen. Zoo kan men, om dit met een
voorbeeld te staven, veilig aannemen, dat
er, in den bloeitijd en in het centrum dezer
industrie, in een plattelandsgemeente van
b. v. 1200 zielen, honderd meedelvers,
dagelijks en gedurende tien weken te velde
trokken, om dit product naar boven te
brengenZij besomden, in dit tijdvak
minstens 100 gld. per man, en kwam er
bIkoo alleen bij den arbeidenden stand
gen nog verder dan het concept-adres. Zij j
wilden het verlanglijstje nog wat uitbrei
den. Zoo eischte een der sprekers de be
straffing van de personen, verantwoordelijk
voor de genomen maatregelen tot onder
drukking van den opstand.
Een ander, na eerst betoogd te hebben
dat de Rijksraad moest worden afgeschaft,
zei dat er voor dient gezorgd te worden, dat
de boer gronden ter bebouwing verkrijgt,
en dat de Doema niet mag uiteengaan,
alvorens dit werk ten einde te hebben
gebracht, ook al zou de amnestie niet wor
den toegestaan.
,"„Een derde vergeleek den Rijksraad bij
oude vermolmde balken, die men zou ge
bruiken om het nieuwe gebouw van Staat
daarmede op te trekken.
En meer dan een boerenafgevaardigde
klaagde dat het adres slechts zeer zwakjes
de ellende en de onrechtvaardigheid in het
licht stelt, waaronder de boeren gebukt
gaan.
Voorts verlangden een aantal sprekers
het kiesrecht voor vrouwen, de uitbreiding
der amnestie tot agrarische en godsdien
stige vergrijpen,en verbeurdverklaring van
het kerkelijk landbezit ter verbetering van
den toestand der boeren.
Weer een ander betreurde dat in het
ontwerp verschillende voor de Doema hoog
noodige rechten ontbraken, bijv. het wet
gevend initiatief en dat er niet was gewezen
op de onvoldoende controle op de ministers;
hij stelde voor in het adres te vermelden,
dat de Doema streeft naar internationalen
vrede en naar eendracht onder alle Slavi
sche volken.
In den loop van het debat besloot de
Doema, met het oog op het groot aantal
sprekers, die zich had opgegeven, om
iederen spreker vijf minuten toe te staan.
Te 7 uur 's avonds werd de zitting gedu
rende anderhalf uur geschorst; voor dien
tijd echter hadden reeds vele afgevaardig
den de zaal verlaten.
De besprekingen werden door verschei
dene leden van het Hof bijgewoond.
Men zegt dat de Czaar door middel van
een geheim aangelegden microphoon alles
ongezien hooren en volgen kan wat de
Doema spreekt.
Na tal.
De oproerige beweging onder de inlan-
10,000 gld. in, welke nu uit andere bron
nen moeten gevonden worden
En hoe groot was het personeel niet, dat
in de wintermaanden met de bereiding was
belast.
WTat was evenwel de oorzaak van den
achteruitgang van dit eertijds zoo winst
gevend product Tweeërlei reden kan
daarvoor opgegeven worden.
Eerstens, gelijk bij vele voortbrengselen,
bleef ook hier de vervalsching niet uit. In
weerwil men met de verbouwing grof geld
verdiende, was dit voor velen nog niet ge
noeg; zelfs werd eene meestoof in Schouwen
gebrandmerkt, dat zij nieuwe roode dak
pannen door de meekrap liet stampen en
ten tweede, ook bij de toenemende concur
rentie in het fabriceeren van manufacturen,
moest de wetenschap naar een surrogaat
zoeken, ter vervanging der meekrapkleur.
De scheikunde trok aan 'twerk en men ver
kreeg als kleurstof een chemisch middel
getrokken uit koolteer: de zoogenaamde
„alizarine". Deze stof voldoet echter niet
geheel aan de eischen, aan eene standhou
dende kleur gesteld, en waardoor het dan
ook bleek, dat de meekrap nog niet geheel
kan gemist worden zij wordt dan ook, zij
het op bescheiden schaal, steeds nog ver
bouwd.
Ofschoon velen uwer de teelt en de be-
De rekening was, dat een bekwame mee-
delver, gedurende die campagne één gemet,
3-jarige meekrap boven den grond kon brengen.
Wijl het centrum der teelt altijd wel het eiland
D u i v e 1 a n d schijnt geweest te zijn, rekenen
wij hier per Duivelandsch-gemet van 300 oude
roeden, of 40 Ares 33 c.A. Nederl, maat.
ders langs de geheele lengte van Natal aan
de zijde van de grens van Zoeloeland neemt
toe de heden ontvangen berichten beves
tigen den oproerigen toestand in de streek
van Mapumulo tot Helpmekaar de stam
men worden openlijk door de toovenaars tot
den oorlog opgehitst.
De Kamer vergaderde gisteren slechts
een halven dag. Het resultaat van de zitting
was eigenlijk slechts het aannemen van art.
1638d, waarbij de werkman aanspraak kan
maken op het loon, bijaldien de werkgever
geen gebruik heeft gemaakt van den be
dongen arbeid, hetzij door eigen schuld of
zelfs tengevolge van, hem persoonlijk be
treffende, toevallige verhindering.
^De aanneming van dit artikel had weinig
voeten in de aarde, het ging als van een
leien dakje.
Meer tegenkanting vond een amendement-
Ruys de Beerenbrouck, dat den werkman
het halve loon wil toekennen gedurende
betrekkelijk korten tijd, indien deze bereid
was den overeengekomen arbeid te ver
richten, doch de werkgever daarvan door
overmacht geen gebruik heeft gemaakt.
Dat is zoo de gewoonte in Duitschland.
Ook te Amsterdam, Delft en Zutfen bij
verschillende bouwwerken. Zoo ook in
verschillende fabrieken wordt wachtgeld
betaald, indien de machines onklaar en
defect worden, of indien er geen materiaal
genoeg aanwezig is om door te werken.
Een aantrekkelijke bepaling zou men met
den eersten oogopslag geneigd zijn, den
heer Van Nispen tot Sevenaer, den heftig-
sten opposant tegen het amendement, na te
zeggen.
Maar bij nader inzien komen de bezwaren,
en nog wel groote bezwaren, voor den dag.
Het gaat niet aan, zoo sprak de vorige
Minister reeds, om de gevallen van over
macht uitsluitend ten laste van den werk
gever te doen komen. Vandaar dat Minister
Loeff het artikel wijzigde, dat tot een
opvatting in dien zin zou kunnen leiden.
En dat is recht gehandeld, zei dhr. Van
Nispen. Denk eens aan het ontzaglijke
risico, dat de werkgever kan beloopen bij
aanbestedingen. Er wordt wel gezegd,
dat men b. v. te Rotterdam en te Maastricht
geen last ondervindt van de bestreden
reiding van deze plant wel zullen kennen,
willen wij voor de oningewijden het verloop
der cultuur toch nog eens bespreken en wel
vanaf de oorsprong van de plant, tot aan
de sluiting van het bereide product in het
vat en alzoo ter verzending gereed, om te
besluiten met eenige prijsopgaven uit den
vroegeren en tegenwoordigen tijd.
Volgens de meeste schrijvers zou de
meekrapplant geen inlandsche zijn, maar
oorspronkelijk uit de Indien afkomstig en
door Perzi'è, over Venetië, Spanje en Frank
rijk, reeds eeuwen geleden tot ons ge
bracht zijn men treft ze ook aan.in Italië,
alwaar zij „rubbia" heet,ook in Duitschland,
Zwitserland en ook in Nederland en hier
is het voornamelijk Zeeland en daar van
de eilanden Schouwen, Duiveland en Tholen,
die er den besten bouwgrond voor leveren.
Sedert 1775 wordt de Duitsche meekrap,
die toen door den burgemeester Van Dctmme,
van Brielle uit Duitschland overgebracht,
hier in Zeeland het meest verbouwd.
Linnaeus noemt de plant „rubia tinc-
toru", de roode verfplant, waarvan hij vijf'
soorten opnoemd.
De genoemde Duitsche soort, die van
twee tot drie voet hoog groeit, heeft een
ruwen stengel, lancetvormige bladeren en
kleine stervormige geele bloesems en in
hare van buiten donkerbruine, inwendig
roode wortelen, die, naar ouderdom tot
wel drie voet lang worden. Zij vereischt
een zeer vruchtbaren, lossen, matig voch-
tigen, diepen en sterk bemesten grond.
De aankweeking van planten uit zaad
is zeer moeielijk, en wordt daarom, ge
woonlijk door worstelen, met oogen, en
door uitloopers, die van de jarige plant
bepaling. Doch dat is slechts ten deele
zoo. Bij groote aanbestedingen ja, waar
de aannemers het risico overbrengen op
de aanbesteedster, d. i. de gemeente, zoo
dat dan de prijs van het werk wordt ver
hoogd. En dan te Amsterdam Daar
heejt de patroonsvereeniging niet kunnen
voldoen aan een dergelijk verzoek der
metselaars en wel om practische be
zwaren. Ook te Haarlem niet, wat betreft
de timmerlui. Te Zutfen ja, daar heeft
men indertijd een poging in die richting
gedaan. Doch daar tegenover staat, dat
een dergelijke poging in 1904 te Amster
dam totaal is mislukt.
Een bepaling als de bedoelde heeft in
het Rotterdamsche werklieden-reglement
niet eens een meerderheid kunnen krijgen.
Geen wonder. '1 Is dan ook onbillijk, zegt
dhr. v. Nispen verder, dat een patroon loon
zou moeten uitkeeren bij overmacht. Stel
maar het geval, dat er door werkstaking
in een ander bedrijf, in het zijne strem
ming ontstaat. Ziekengeld uitbetalen in
zoo'-n geval, dat is wat anders. Het resico
is daar veel kleiner.
Zóó sprak dhr. v. Nispen, die naar het
gevoelen van dhr. De Klerk te zeer heeft
«uitgemeten'', veel te «zwaartillend" was
in dezen en last not least geen rekening
had gehouden met «de. practijk".
Minister Van Raalte was het echter vol
komen eens met den «zwaartillenden" op
ponent.
De argumenten van dhr. v. Nispen tot
bestrijding van het argument zijn juist,
sprak Z Exc. En dhr. Ruys had goed
praten, door er op te wijzen, dat, waar
de werkgever wel een actie kan instellen
tegen den leverancier, die in gebreke blijft,
dan ook op hem de vergoedingslast tegen
over de werklieden behoort te rusten.
Het amendement-Ruysch kelderde met
43 tegen 18 stemmen.
Zooals we reeds boven zeiden, werd het
artikel goedgekeurd. Ook op het volgende
artikel kwam een amendement en wel van
dhr. Plate. Volgens het bepaalde in dit
artikel zou de werkman, bij aldien hij recht
heeft op een deel van de winst van den
werkgever n.l. als loon, inzage der boeken
kunnen vragen kunnen vragen. Zoo b.v.
provisiereizigers, en anderen, die zóó- of
zóóveel percenten van de eventueels winst
voortkomen, voortgezet. Men plant deze
op geploegde bedden, door ze met een
z.g. zetstok eenigszins schuin in den
grond te plaatsen op één a anderhalve
voet van elkander en op rijenhoudt
dezelve ieder j aar zuiver van onkruid, hoogt
de bedden in den herfst met aarde aan, en
bedekt ze met die uit de voren ongeveer
een hand breed hoog, niet ter bewaring
voor de vorst, maar om tegen het voorjaar
nieuwe uitspruitsels te krijgen, terplanting
of het kiemen zetten. Dit z.g.n. „meedek-
ken" geschiedde vroeger in het eerste jaar
door een dekploeg, doch in het tweede
jaar door de spade. Meestal echter worden
wortels van tweejarige meekrap reeds uit-
gedolven en andere laat men drie jaren
oud worden. Deze arbeid begint gewoonlijk
in den aanvang van September, met eene
spade, die er uitsluitend voor gemaakt is,
en lang genoeg om onder den wortel te
komen.
Wijl echter de pas uitgedolven wortels
zeer broos zijn en lichtelijk breken, legt
men ze eerst aan kleine hoopjes, die men
later aan grootere zet, z.g.n. vinnen
en laat ze eenige dagen verslappen, en
alzoo eene taaiheid verkrijgen, zonder
welke er door het inrijden en de verdere
behandeling te veel zou afbreken en ver
loren gaan.
De plaats waar de meekrap verder wordt
gedroogd en toebereid, wordt meestoof
genoemd. Eerst brengt men de groene
meede naar de z.g.n. koude stoof, zijnde
eene groote schuur, met luiken, ter lossing
in de houten wanden. In den vroegeren
tijd was het gewoonte, dat aan hem, die
de eerste groene meede in de meestoof
al loon bedingen. Dit is voor geen enkelen
werkgever te doen, zegt dhr. Plate. Ver
beeld je, dan zou zoo'n werkgever zvjn
rekening van winst en verlies aan zijn
personeel, zóó maar moeten overleggen.
Dat gaat nu eenmaal niet. Men zou er
ten slotte wat op gaan vinden en komt
van den wal in de sloot. Daarom stelt dhr.
Plate voor, om in het onderhavige geval,
waarop het artikel doelt, de vrijheid te
laten bij schriftelijke overeenkomst, de
wijze te bepalen, waarop de bewijsstukken
zullen kunnen overgelegd worden.
Al voelde de Minister viet veel voor
het artikel, zooals het daar lag, het
ging in zijne bewoordingen verder dan
was bedoeld hij kon er toch niet toe
komen, het amendement Plate over te
nemen.
Toen men bijna aan stemmen toe was,
kwam de vraag of het artikel „dwingend
recht" had. Zeker, zei dhr. Drucker. Vol
strekt niet, zei dhr. Lohman. En de
Minister hield zich er eigenlijk buiten. Nu
voor de opvatting van dhr. Drucker voelde
Z.Exc. veel, doch dhr.- Lohman kan ook
wel gelijk hebben. Dit punt moet nu eerst
tot klaarheid komen. Van daar dat de
beslissing nog niet viel en de stemming
tot vandaag werd uitgesteld.
- VERBETERING.
In het Kameroverzicht van gisteren
laatste regel op 1 na staat, dat het geheele
artikel met algemeene stemmen is aange
nomen. De schrijver had geschreven dat
het werd aangenomen met 60 tegen 12 stem
men. Het was een abuis van den zetter.
Onze Middel burgsche corresp. schrijft
De actie op het gebied van het christelijk
onderwijs schijnt zich in onze hoofdstad
te ontwikkelen.
„Grijpt als 't rijpt' schreef een onzer
publicisten als motto voor zijne brochure.
Nu is de tijd van rapen voor het christelijk
onderwijs daar. Na jaren van zaaien en
wieden komt nu de maaitijd.
Op onze Besturen rust nu de taak -"an
het grijpen. Niet wild en woest, niet
zonder het berekenen van kosten of zonder
te overwegen of het koren op den akker-
wel rijp is. Maar met overleg en met goed
beleid.
bracht, eene premie in geld werd uitge
reikt en werd diens meede dan ook het
eerst klaar gemaakt.
Van de koude stoof, wordt het product
vervoerd naar «den toren", waar het op
verscheidene zolders ter droging uitge
spreid wordt, waaronder men in een stevig
gemetselde of ruime vuurplaats genoeg
zaam vuur stookt, wordende de hitte van
dit vuur, door gemetselde kanalen, die
in eene rijzende richting door den grond
loopen en verscheidene openingen hebben,
die men kan openen en sluiten, door de
geheele stoof heengeleid.
Is de meekrap nu, in den toren, op den
ondersten zolder tot een zekeren graad van
droogte gebracht, dan wordt zij op den
tweeden,vervolgens op de derden en vierden
uitgespreid en eindelijk op den dorschvloer
gedorschen, om ze vervolgens van alle aarde
en onreinheid te zuiveren, door middel van
zeeven en den wanmolen.
De wortels, die nu tot stukjes gebroken
zijn, worden vervolgens uitgespreid op den
„eest", zijnde een lange oven, waarin uit
eene stookplaats, de hitte wederom door
een kanaal of goot, onder de geheele lengte
van den eest geleid wordt. Op een haren
kleed, dat op sparren over de geheele eest r
is uitgespannen, ondergaat de uitgedorschte
meekrap nogmaals een tweede en laatste
droging, waardoor zij tot die droogte of
hardheid gebracht wordt, dat dezelve in
een ander gedeelte der stoof, het stamp
huis, de laatste bewerking ondergaan kan.
Ook wij willen, bij onze volgende bijeen
komst, de laatste bewerking van de mee
krap bijwonen.
(Slot volgt.)