NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 192. 1906. Donderdag 17 Mei 20e Jaargang. GHRISTELIJK- HISTORISCH >000000 udster ld ïng 8,- 12,- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Vrouwenkiesrecht. Bmtenl&MscIi Overzicht. N, Melis- ien bruin Kersen- 5, te Aag- 'dlt, A. H. DE it te treden bij J. J, iddelburg 9.27 12.37 9.20 12.30 9.08 12.18 8.56 12.06 8.49 11.59 8.40 11.50 8.24 11.34 8.18 11.28 9.27 12.37 8.40 M.50 8.28 11.38 8.25 11.35 8.20 II.30 8.I5 II.25 IT EED AM. 7,30van im 9,45. BA AF. halve-jSfaan-- Antwerpen iorg. 7.u. it. ir-Schelde. EEET. t e m b e r. ortijd. 1 naarHans- nam. 8,25. rden voorm. geen goe- HELDE" 4,30 4,30 6,- 1,_ 7,30 12, 9,- 12,— 8,30 12,— 8,30 12,— 8,30 12,— n datum is-, ede getal i& TEBIKZEB. s, a. 11 e e fl Mei, ook 7,30 7,30 7,30 7,30 7,30 6,30 3- 1,30 3,- 3,- 3,- 3- 3,- 3,- tijd. gen 6,106) 6,40. 45. 10 e)f) vertrek van zen vm. 8,30 orsselen en i en Neazen IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Goesche Watersnood-Comité. Vorige opgaaf f 8696,90 Mr. J. H. F. v. d. P., 's-Hage - 250,— Inschrijving „De Zeeuw" - 3, Van de firma Oosterbaan le Cointre, uitgevers te Goes, als 3e storting van de ver moedelijke baten der uitgave „De Overstrooming in Zee land" - 250,— f9199,90 Aan het Prov. Comité afgedragen - 8000, Nog in kas f 1199,90 JOS. WITKAM, penningmeester. Braekensiek's jongste plaat in de groene Amsterdammer de Koningin-Moeder na het bezoek der dames van „Vrouwenkies recht" ten Paleize te Amsterdam tot de Koningin zeggende dat in (deze) quaestie van recht een klein land groot moet zijn was minder juist. Het vraagstuk van vrouwenstemrecht is geen quaestie van recht, evenmin als dat van het allemans- of huismanskiesrecht. Dat is geen recht speciaal den mannen of den vrouwen toekomende. In volstrekten zin genomen is het niet een rechtsvraag die achter deze beweging zit; al kan in betrek- kelijken zin worden toegegeven dat een vrouw even goed het stemrecht kan uit oefenen als een man, en er geen enkele reden voor is om de uitsluiting der vrouw van de stembus in de grondwet vast te leggen. Doch niet dergelijke verdediging van het vrouwenkiesrecht is den leideressen van deze beweging aangenaam. Zij nemen ze u kwalijk. Tot de Koningin dorsten zij het eenige weken geleden wel zeggen dat onder hare voorvaderen de drie Koningen hare rechten op dit punt steeds waren miskend geworden. Hunne motieven zijn dan ook eenigszins anders. Vooreerst klagen zij over achteruitzet ting der vrouw, blijkens 't gemis van dat kiesrecht. Het is niet duidelijk waarom, indien dit juist ware, niet alle menschen, ook de kinderen die een zekeren leeftijd bereikt hebben, diezelfde klacht mogen aanheffen. Een tweede motief voor den eisch van Vrouwenkiesrecht is aan de zijde der vrou wen, dat de specifiek vrouwenbelangen eerst dan zullen behartigd worden, wanneer ook de vrouw stem in het kapittel heeft. Een redeneering die al evenmin steek houdt. Immers dan zouden alle mogelijke belangen eerst tot hun recht kunnen komen, wanneer de verschillende groepen zeiven zich over deze belangen kunnen uitspreken. De volksvertegenwoordiging heeft om een rechtvaardig oordeel te vellen, en de verschillende volksbelangen te behartigen, nooit noodig gehad de medewerking van alle belanghebbenden. Een derde motief voor vrouwenkiesrecht is dat van de gelijkheid van rechten van man en vrouw. Dat echter gelijkheid van recht, gelijk heid van bevoegdheid medebrengt, is niet bewezen. Bevoegdheden hangen samen met aan leg. En de aanleg der vrouw is een andere dan die van den man. Dit heeft de Schepper alzoo gewild. Het is eene Zijner ordi nantiën, waaraan niet te ontkomen is. Maar is het dan niet waar, dat de vrouw door hare geschiktheid voor allerlei maat schappelijk werk, waarvan tot voor kort de man het monopolie scheen te hebben aanspraak op kiesrecht kan doen gelden In geenen deele. Immers geschiktheid voor maatschappelijk werk en geschikt heid voor staatkundigen arbeid zijn twee. Tal van mannen zqn uitstekende werkers in de maatschappij, doch zijn zoo wijs om het staatkundige werk aan anderen over te laten. Het kiesrecht is een functie door de Landsregeering aan hare onderdanen ver leend uit staatkundige overwegingen. Aan de uitoefening van dat kiesrecht behoort niemand zich te onttrekken. Doch niemand verhoovaardige zich er op als op een recht. Zelfs al ware het een recht, het zou in belangrijkheid verre staan beneden zoo vele andere rechten, die mannen en vrouwen gelijkelijk in ons goede land ge nieten. Als daar zijn het recht van ver gadering en vereeniging, het recht van het vrije woord, ook in geschrifte, en tal van burgerlijke en burgerschapsrechten, die in de wet omschreven zijn. Tegen vrouwenkiesrecht als een recht moeten wij ons dan ook verklaren. Doch wij voegen er gaarne bij, juist omdat wij voor huismanskiesrecht zijn, dat de uit oefening van het kiesrecht door weduwen, meerderjarige alleenwonende vrouwen, die de plaats vervullen van den huisman of huisvader, bij de wet behoort te worden vastgesteld, altijd wanneer wij een zoo danige wet op de uitoefening van het huismanskiesrecht mochten rijk worden. 16 Mei 1906. Dit kabinet mag zwak wezen, het werkt toch niet ongelukkig. Behalve dat het met den steun, nu eens van sociaal-demoeraten, dan weer van een deel der rechterzijde, zijn voorstellen en wetsartiken er door haalt, maar inzake de opbrengst der geldmiddelen, wandelt het onder voortdurenden zonneschijn. Ook de afgeloopen maand April bracht weer een aanzienlijk bedrag meer in de schatkist da» April van 1905. Verleden jaar April werd 11,8 miljoen en deze maand leverde nagenoeg zes ton meer. Op bijna alle rubrieken werd in April van dit jaar meer ontvangen dan verleden Jaar, en wel oppersoneele belasting 1'40,000; bedrijfsbelasting f97,000; ver mogensbelasting f51,000; invoerrechten f30,000: suikeraccijns f174,000; wijn accijns t 1000 gedistilleerd f 33,000 accijns op het geslacht f 44,000 posterijen f53,000; rijkstelegraaf f23,000; loods gelden f 20,000 enz. Over de nu afgeloopen vier maanden van 1906 werd in 't geheel 1,6 miljoen gulden meer ontvangen dan de eerste vier maanden van 1905. En dat niettegenstaande het successierecht ruim een half miljoen minder opbracht. Het kabinet kan in menig opzicht van geluk spreken. Nat al. De Transvalers, onder bevel van kolonel Barker, bewijzen aan de Engelschen in hun pogen tot onderdrukking der Zoeloe opstanden in Natal uitstekende diensten. Dat zij bij de verovering van de Zoeloe- sterkte Ntingwe verliezen leden, is eigen lijk een gevolg van het ongeschikte terrein. Het was een uiterst moeilijke onderneming. De weg ging over bergen en door ravij nen, waardoor het vooruitkomen zeer werd belemmerd. De opstandelingen maakten een dankbaar gebruik van deze natuur lijke terreinmoeilijkheden, en onderhielden een onafgebroken tirailleervuur op de co lonne. De vrijwilligers hadden weinig of geen gelegenheid om het vuur te beant woorden. Ten slotte werd NtiDgwe veilig bereikt, maar onderweg was gebleken, dat de meegenomen wagens en bespanningen onbruikbaar waren, en door nieuwe moes ten 'worden vervangen. De opstandelingen hebben een begin gemaakt met het oefenen van weerwraak tegen de z. g. loyale Naturellen doör een kraal te verbranden bij Sisoeleni in het Oemsinga-district. En inmiddels gaat Bambata, het hoofd der opstandelingen, voort de Engelschen te vermoeien en te benadeelen. Er is hoog J opgegeven over de „loyalty" van den zie ken hoofdman van den machtigsten Zoeloe- stam Dinizoeloedoch kenners beweren dat deze kapitein heelemaal niet loyaal is, nooi loyaal geweest is en dat het een taktische fout was geweest hem van St. Helena te laten terugkomen, waarheen hij vroeger verbannen was. Opmerkelijk was de houding der autoriteiten ze geloofden in D.'s „loyalty", doch wenschten van zijn aangeboden hulp om Bambata te vangen, geen gebruik te maken. Bambata is nu niet meer in het Nkand- hlabosch, maar in een groote grot, die ruimte aanbiedt voor duizenden aanhan gers, rondom welker opening een groot, dicht doornbosch groeit. Dit is nabij de plaats, waar Cetchwayo begraven ligt, de machtige, eens vrije Zoeloekoning, bij wien de opstandelingen thans zweren. De grot heet onneembaar. De toestand is inderdaad zeer ernstig. De zendingsposten zijn verlaten, de be woners zochten een goed heenkomen in de EDgelsche laagers. De Engelschen moeten zeer op hunne hoede zijn voor de zoogenaamd loyale kaffers. Een dezer, de kapitein Koela, is gevangen genomen, verdacht van ver slandhouding met Bambula. Hierop hebben duizenden welgewapende kaffers zich tegen de Engelsehen gekeerd. Hoe de Engelschen gestraft worden voor hunne wapening dezer halfbarbaarsche natuurkinderen in den jongsten oorlog met de republieken. Wind zaaiden zij. Zij zijn al bezig storm te oogsten. Duizenden vrijwilligers uit Transvaal en Transoranje, op lijfsbehoud der eigen landgenooten bedacht, haasten zich de Engelschen te hulp te komen, zoodat de Kaffer het ditmaal nog wel verliezen zal. Maar het gebeurde is voor Engeland een harde les. Duitschland. De Keizer heeft, terstond na het ver nemen van het overlijden zijner oud tante, prinses weduwe Fred rik Karei, zijn veis naar Wiesbaden uitgesteld en is van Metz, waar hij in het slot Urvilk logeerde, naar Berlijn teruggekeerd. De overledene had haar man, die een broederszoon was van wijlen Keizer Wil helm I, alsmede haar beide dochters, Elizabeth en Maria, overleefd. Eerstge noemde was gehuwd met den groothertog van Oldenburg, waardoor prinses Frederik Karei de aangehuwde grootmoeder is van van prins Eitel Friedrich. Zij was het dan ook, die haar kleindochter Sophie Charlotte vergezelde bij haar feestelijken intocht in Berlijn. Haar tweede overleden dochter is prinses Marie van Pruisen, die in eerste huwelijk de echtgenoote was van prins Hendrik der Nederlanden, den broeder van Koning Willem III. Duitsch Zuid-West-Afrika. De onlusten in Engelsch Zuid-Afrika vallen samen met die in Duitsch Zuid-West Afrika. Wij wezen er vroeger reeds op hoe de Duitschers ook daar hun handen vol hebben, met het rebellenhoofd Morenga. Dezer dagen werd deze opstandeling door een achtervolgende Duitsche colonne over de grens gedrongen, en ondanks het protest van Engelsche politiemannen op Britsch terrein nagezet, in het nauw ge bracht en ernstig verwond door de Duit schers. De Engelschen zijn daarover boos. Maar de Duitschers ook want niet geheel ten onrechte beweren deze laatsten, dat de Britten óf zorg moeten dragen voor vol doende bewaking der grens, zoodat de op standelingen niet op Britsch gebied kunnen komen, ófwelde Engelschen moeten het dulden, dat de Duitschers die taak van grensbewaking zelf ter hand nemen, maar dan ook door desnoods de uitgeweken op standelingen [op Engelsch grondgebied achtervolgen en daar straffen. Natuurlijk hebben beiden Engelschen en Duitschers het te volhandig met hunne zwarte vijanden, om 't elkander over deze onbeduidende grensqüaestie moeilijk te maken. Maar de verwarring is door dit alles geteekend. Rusland. Volgens een socialistisch blad heeft de Doema zich goed gehoudenwat natuurlijk zeggen wil, dat zij tamelijk revolutionair heeft opgezet. Er werd Zondag in haar tweede vergadering heftig geredevoerd. Men eischte de amnestie van alle politieke veroordeelden en dan niet als begenadi ging, maar als erkenning van hun goed recht. Een voorstel om dien eisch tele grafisch aan den Czaar kenbaar te maken, werd verworpen. De vergadering was zeer rumoerig. De Russische ministerraad schijnt voor inwilliging te zijn, doch laat den omvang der amnestie onbeslist. De gemoederen zijn over het algemeen rustig gebleven; men had eerst nogal er voor gevreesd, wegens den Meidagmaar 't ging goed. Anders echter in Wologda. Daar vielen de boeren de Meivierders aan, die met geweld fabrieken en winkels tot sluiten dwongen. Toen er op de menigte geschoten werd, liep men te hoop op het stadhuis en stak dat in brand. De gouverneur en een niet nader opgegeven aantal personen werden gewond. In Warschau werd Maandag een bom geworpen indeMarsjalkofkaja-straat, waar door de kapitein van politie Konstantin en drie andere lieden den dood vonden, Door een salvo der troepen werden acht personen gedood. De bommenwerper werd gepakt. Volgens een andere lezing doodde de bom behalve den kapitein een soldaat en verwonde gevaarlijk 2 agenten en 6 bur gers en loste gedurende zijn vlucht de dader een revolverschot op een soldaat, die met geweerschoten het vuur beant woordde en den moordenaar en twee andere personen doodde. Konstantinof had op 1 Mei 1904 laten schieten op een socialistische betooging, waarbij 30 menschen werden gedood sedert dien tijd werd de kapiteiu onop houdelijk door de terroristen achtervolgd. Na den aanslag hebben de terroristen nog verscheidene personen door geweer schoten gewond. In 't geheel telt men volgens deze lezing 4 dooden en 19 gewonden. De troepen in de fabriekswijken te Petersburg bijeen getrokken, hebben niets te doen gehad. Te Moskou is doorge werkt. De havencommandant te Peters burg, admiraal Koeezmitsj, dreigde eenige werklui op de werf met ontslag voor het geval zij staakten. Eenige hunner grepen hem hierop aan één zelfs sloeg hem met een stuk hout den ruggegraat stuk. De admiraal stierf kort daarna. De schuldige werd door zijn kameraden niet verklapt, en is nog niet gevonden. Nu Gapon dood is, komen er allerlei berichten in die de strekking hebben om te doen gelooven, dat hij een verrader was. Of die berichten juist zijn, zal wel nooit uitkomen. Feit is alleen dat hij veel geld had. Maar dat kwam, zegt men, omdat hij 20 duizend roebel van de werklieden partij verduisterd had. Maar de grootste grief der revolutio nairen tegen hem was dat hij zich met de regeering verzoend, geld van haar aan genomen, en op zich genomen had drie hoofden der revolutionaire beweging aan de politie over te leveren. Sinds dit oogen- blik loerde men op hem. Een commissie uit zijn eigen partij, onder leiding van een ingenieur, die hem tijdens de manifestatie van 22 Januari 1905 het leven gered had, maar dien Gapon nu had getracht over te halen, mede verraad te plegen, vond zijn verblijfplaats uit, nam hem mede naar Oserki, en bracht hem in een door hem gehuurd landhuis, waar hij den ongeluk kige tot bekentenis bracht en over hem het doodvonnis uitsprak en voltrok. Bijzonderheden ontbreken. Alleen weet men dat den 6 April bedoelde villa door een onbekende heer, die zich Poetilin noemde, was gehuurd voor een zekere mevrouw Swerjinski, dat de huurder een paar dagen later met zijn jeugdigen be diende terugkeerde en den dwornil (den huisbewaarder) opdroeg brood en bier te gaan koopen, dat deze daaraan voldeed, doch bij zyn terugkeer de deur reeds weer gesloten vond en de beide personen ner gens te vinden waren. Toen eenige weken later de huurder zich niet aanmeldde, liet de eigenaar door de politie de villa openen, alle kamers waren in orde, slechts een kamer op de bovenste verdieping was met een hang slot afgesloten. Toen de kamer geopend was,- vond men in een hoek van dit ver trek een niet te omschrijven hoop bedekt met een zwarte pelsjas met een kraag van beverbont. Van daar ging een dikke strop naar een ijzeren kapstok. Toen de pelsjas weggenomen was, kwam een ge heel gekleed lijk van een man te voor schijn, in half gebogen houding met een strop om den hals. Men herkende het lijk onmiddellijk als dat van den gewezen priester Georgi Gapon. Het gelaat was geheel bruin, de neus geschondeneen oog was buiten de kas getreden, de mond stijf geslotenzijn das lag op den grond en zijn hemdskraag stond open. In een vestzak vond men een retourbiljet naar Oserki, op den Hen April afgestempeld. Men vermoedt dat Gapon eerst gedood en vervolgens als lijk naar Oserki ge bracht is. Het adres van antwoord van de Doema op de Troonrede van den Czaar zal den Czaar worden overhandigd. In dat adres wordt krachtig toegejuicht de vorstelijke oproep tot een gemeenschappelijken ar beid tot heil van het vaderland h(j vindt warmen weerklank in de harten der af gevaardigden, die vereenigd zijn in het streven, Ruslands wedergeboorte te be werkstelligen. Herinnerd wordt voorts hoe het volk met geestdrift het manifest van 30 October begroette; doch hoe de vrijheid reeds de eerste dagen door zware beproevingen verduisterd werd, wijl velen die de grondbeginselen van het manifest met voeten traden, het land overdekten met executies, fusilleeringen en gevangen nemingen. Slechts wanneer verantwoorde lijkheid der ministers aan het volk wordt ingesteld kan in de gemoederen des volks de gedachte van de volkomen verantwoor delijkheid van den Vorst wortel vatten en slechts een ministerie, dat het vertrouwen van de meerderheid der Doema geniet, kan bij het volk vertrouwen in de regeering vestigen. Tegelijkertijd moeten de grond slagen zich inburgeren van een verant woordelijkheid der administratie aan de vertegenwoordigers des volks. Het ontwerp-adres eischt vervolgens opheffing van den Rijksraad, welke een scheidsmuur vormt tusschen Tsaar en volk; verder verlangt het vrijheid van geweteD, van spreken, van drukpers, van vereeni ging, vergadering en werkstaking, daar zonder deze beginselen de hervorming der sociale toestanden ondenkbaar is, verder gelijkheid van alle burgers voor de wet en opheffing der doodstraf, het bevredigen van de behoeften der boeren bevolking en der arbeidende klasse, ten slotte verheffing van de volksontwikke ling en bevrediging van de eischen der verschillende nationaliteiten, wier ver eeniging slechts mogelijk is, wanneer de eigenaardigheden van elk afzonderlijk worden in het oog gehouden. Ten slotte verlangt het adres volledige politieke amnestie als eerste onderpand van weder zij dsche overeenstemming tusschen Tsaar en volk. Een pootig stuk. Wanneer de Doema nu maar rekening houdt met den tragen gang der wetge vende machine zelfs in de sterkst voor uitstrevende landen zie het maar aan Frankrijk (en Nederland 1) dan zal het haar nooit tpt ergernis zijn, wanneer al

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1