NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 190. 1906 Dinsdag 15 Mei 20e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Bnitenlandsch Overzicht VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, ie Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN rEUILLETOH. Snippers uit de oude doos. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Watersnood. In dank ontvangen en bij den penning meester van het Goesche Comité verant woord, van J. Oranje Lz. f 2,L. J. Oranje f 1,samen f3, beiden te Fal mouth, Michigan, U. S. A. 14 Mei 1906- Luctor et Emergo schrijft F D e Zeeuw, de motie van „Nederland en Oranje" overnemende, beklaagt zich, dat zijn correspondent niet eerder den inhoud dier motie mocht vermelden en vindt de opgelegde ge heimhouding in dit geval dwaas. Wij zouden ook geen reden voor geheim houding kunnen vinden. Doch ons is van die oplegging niets bekend. Was de correspondent van De Zeeuw ter vergadering geweest, dan had hij den inhoud der motie gerust kunnen melden. Volledigheidshalve moeten wij er evenwel bijvoegen, dat wel de in de motie genoemde punten waren besproken en aangenomen, doch dat aan het Moderamen werd opgedragen, die uit te werken en in een behoorlijken vorm te gieten. Het komt ons daarom voor, dat De Zeeuw met zijn zacht verwijt bij „Nederland en Oranje" eigenlijk aan het verkeerde adres is. Ook wegens de betrekkelijke onbedui dendheid der quaestie leggen wij ons gaarne bij deze toelichting neer. Onze indruk was dat onze berichtgever wel op de hoogte was, doch voorloopig niets mocht loslaten. Gevolg van deze late publiceering is in ieder geval geweest dat de liberale pers en in navolging de katholieke pers in onze omgeving een onjuist beeld gaven van het door „N. en O." te Ter Neuzen genomen besluit. Nu is in geen geval buiten de anti-revolu tionaire kringen bekend geworden dat de liberale kiesvereeniging „De Vrijheid" den eisch had gesteld dat geen katholiek zou gecandideerd worden, die door een naam- 96 DOOB S C A L D I S. AXEL. Slot. ENOCH STERTHENIUS. Deze werd geboren in Engeland, uit een Vlaamsch geslacht. Hij studeerde te Leiden in 1602 en 1603, meest op kosten der Middelburgsche regeering. Proponent geworden zijnde, werd hij te dezer stede beroepen, waar hij ook school meester werd aan de groote- ot Lat. school tegen eene bezoldiging van 25 Pd. Vis. 's jaars. Van hier naar Z.zee beroepen er- trok hij derwaarts in Febr. 1614, doch reeds in het volgende jaar, in April, ont ving hij een beroep naar Middelburg. Die van Z.zee weigerden eerst hem te laten vertrekken, en de regeering aldaar beloofde zijne bezoldiging met 200 gld. te zullen verhoogen. Door deze bezwaren liep het tot April 1617, eer hij te Middelburg kon bevestigd worden. Hij was gehuwd met Johanna de Haeglit, wellicht eene dochter van Jan de Maeght, den bekenden tapijt-fabrikant te Middel burg. Zij stierf den 25 Maart 1619, en ds. Sterthenius den 7 Mei 1626, nalatende negen kinderen. Hij werd begraven onder een zerk met Latijnsch opschrift, in de Koorkerk. JOHANNES PANNEEL. GeboreD te Norwich (Engeland) waar zijn vader Michiel, van een edel geslacht uit Vlaanderen afkomstig zijnde, destijds?, en daarna van 1577 tot 1604 te Middelburg pred. was. Onzen Johannes studeerde te Heidelberg, waar hij den 17 Jan. 1591, onder den naam van „Johannes Panneuus, Nortwieensis Anglo Flandre" als student werd ingeschreven, en vandaar vervolgens aan de Academie te Leiden in 1593, daarin „esteund door de regeering van Middelburg. jjij werd in Aug. 1595 eerat pred. te loos strooibiljet had meegewerkt aan de verkiezing van de twee jongste anti-revo lutionaire raadsleden. Met name de Nieuwe Zeeuwsdie Courant zouden wij daarom alsnog willen verzoeken haar onvolledig, en daardoor onjuist bericht te willen herzien. Desnoods door de motie van „N. en O." in haar geheel over te nemen. In dat geval zouden wij ons bij de veel te late publiceering der motie, ook in ons blad, kunnen neerleggen. Het gaat immers gemakkelijker, en hetis ook beter en meer gewenscht, een scheve voorstelling te voorkomen, dan, is ze een maal gevestigd, ze recht te zetten. Uit ons verschafte inlichtingen blijkt dat de benoeming van den vrijzinnigen burgemeester van Serooskerke al even partijdig is als die van zijn geestverwanten collega te Zelhem, waarop wij de vorige week de aandacht vestigden. Terecht herinnerde de Graafsckapper aan onderstaand artikel 61 der Gemeentewet Niemand is tot Burgemeester benoembaar, dan die Nederlander, in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrechten is, den ouderdom van vijf en twintig jaren heeft ver vuld en ingezeten is der gemeente. Van dit laatste voorschrift kan, in het be lang der gemeente, worden afgeweken. Voorzeker, een alleszins uitnemend art' dat al te veel in het vergeetboek raakt. Als regel wordt hier gesteld, dat een ingezeteneder gemeente tot burgemees ter moet worden benoemd. De uitzondering is, dat iemand „van buiten'' wordt benoemd, alleen dan, wan neer „het belang der gemeente'' zulks vordert. En met haar mogen ook wij, met de benoeming te Serooskerke voor ons, vragen waarom is hier van den wettelijken regel afgeweken Bracht het „belang der ge meente" zulks mede Grijpskerke, waar hij stond tot 1603 en diende vervolgens bij de kruisgemeente te Calais. Vandaar werd hij den 19 Juni 1610 naar Elleivoutsdijk beroepen, toen in Combinatie met Oudelande, alwaar hij 19 Sept. d. a. v. bevestigd werd. Naar Baar land beroepen werd dit beroep, als tegen kerkenordening geschiedt, afgekeurd, doch daarna door herstel, den 2 Jan. 1612 ge- approbeerl. Van Baarland herwaarts beroepen, kwam hij over in Nov. 1617, en bediende deze gemeente tot in Juni 1633, toen hij, hoogstwaarschijnlijk door zijn overlijden, in 1634 als opvolger kreeg Bemhardes van Laeren. Toen hij, te Grijpskerke staande, in het huwelijk trad kreeg hij van den Magistraat te Middelburq een geschenk van 25 Pd. Vis. In de opdiacht van zijn te Calais, ten Jare 1*107, vertaald „Tractaat van den Antichrist en van zijnRijk" door Georgium Pacart, aan de Regeering van Middelburg, erkent hij, van dezelve menigvuldige wel daden te hebben genoten, zoo in den loop zijner studiën als anderszins. In de opdracht aan de predikanten te Middelburg van zijn, in 't Nederduitsch overgezet hoekje van Otto Casmannus getiteld: „VadeMeeum Carapi tus et rara charitas", 1609, schrijft hij „dat hij van kindsbeen af in de stad Middel burg zijne woonplaats gehad, door de Leeraars getrouwelijk was gevoed met de redelijke onvervalschte melk, en tot de dienst des Goddelijken Woords na voor gaande en behoorlijk examen was aan genomen geworden." Uit het Fransch heeft hij nog overgezet: „Corte ende gemeyn- same onderwijsinghe om de sieeken te te vertroosten." Als twintigsten dienaar vinden wij op de lijst vernoemd WILLEM TE WATER. Deze, de Zeeuwsche stamvader van de alom vermaarde familie Te Water, werd geboren te Amsterdam den 25 Juni 1698 uit het huwelijk van Hendrik, koopman aldaar, en Catharina Keurst, Immers er waren ook uit Serooskerke twee zeer bekwame, by het gros der ge meentenaren zeer gewilde sollicitanten. Twee antirevolutionairen van onverdachte reputatie. En de gemeente is voor onge veer vier vijfden antirevolutionair. Het geen wij in ons no. van j.l. Vrijdag met de cijfers hebben aangetoond. Daarbij waren het ingezetenen terwijl de nu benoemde is uitwonende, terwijl hij daarbij ook nog is burgemeester van een andere gemeente. Ook aan deze benoeming is het spijt ons dat wij het zeggen moeten een voor ons min aangenaam politiek luchtje. Wij zeggen dit, natuurlijk onvermin derd onze opmerking dat de persoon van den benoemde, is een geacht man, wiens optreden als burgemeester van deze schoone gemeente, haar ten zegen moge zijn In de vrijzinnige pers doet het volgend bericht de ronde Men schrijft uit Wommels aan de (liberale) „Leeuw. C t."Zoo is dan de fraaie villa „Sminia State" tot den grond afgebroken en wijzen slechts enkele puinhopen de plaats aan, waar het gebouw heeft gestaan. Het grootste deel van het afgebrokene .is per scheepsgelegen heid naar Haarlem vervoerd, waar onder beheer van Heemstede reeds weder met den opbouw in dergelijken trant is begonnen. „Sminia-State" te Wommels is alzoo verdwenen en het ont redderd terrein ligt daar als een onwraakbare getuigenis, wat ook nog in onzen tijd de gevolgen kunnen zijn van heillooze godsdienst-twisten en bitteren partijstrijd". De bedoeling van de overneming door de vrijzinnige bladen van dit speciaal Friesche bericht schijnt te zijn om den niet ingewij den lezer te doen gelooven dat de orthodoxe menschen te Wommels zulke twiststo'kers zijn. Die „bittere partijstrijd" te Wommels in niets anders dan d at de moderne predikant aldaar is vervangen door een rechtzinnigen Op jeugdigen leeftijd mede tot den han del bestemd, legde onzen Willem zich met allen ijver daarop toe. Door het lezen van godgeleerde werken opgewekt om ken nis te maken met de taal der geleerden begon hij op zestien-jarigen leeftijd zich in het Latijn te oefenen, waarin hij binnen een jaar, door eigen vlijt en zonder on derwijs van anderen, zulke vorderingen maakt°, dat hij die taal genoegzaam kon verstaan. Hij openbaarde zijn ouders zijne begeerte tot het predikambt, waaraan deze volgaarne toegaven. Na door verschillende geleerden zijne voorloopige opleiding ontvangen te hebben, vertrok hij naar de Hoogeschóol te Leiden en werd, na aldaar vijf jaren gestudeerd te hebben, den 15 Dec. 1721 proponent bij de Classe van Leiden c. a. Als zoodanig den 13 Febr. 1725 te Zaamslag beroepen, werd hij aldaar bevestigd 22 April d. a. v. door ds. Wilhelmus de Koning van Mid delburg met 1 Thess. 5 12 en 13 en deed intree met Rom. 1: 11. Nadat ds. te Water de gemeente te Zaamslag 17 jaren had gediend, werd hij den 12 Maart 1742 tot tweeden pred. te dezer stede beroepen, welk beroep hij den 18 dito aannam. Te Zaamslag nam hij afscheid den 1 Juli des voormiddags «iet Hand. 15 29c „vaart wel" en werd des namiddags alhier bevestigd door zijn ambt genoot es schoonvader Jona van Middel- liove, met 1 Thess. 5 12 en 13, den volgen den Zondag zijn dienstwerk aanvaardende met Jes. 51 16. In den ganschen loop zijner bediening zijn ds. te Water geene meer buitengewone omstandigheden wedervaren dan bij den inval der Franschen ia Staats- Vlaanderen, den 17 April 1747, met een leger van 20000 man. Dit baarde zulk eene algemeene verslagenheid, dat een groot deel van Axel's ingezetenen naar veiliger oorde vertrokken. Niet alzoo ds. te Waterdeze bleef, totdat de stad en het geheele land van Axel, den 16 Mei 1747, bij verdrag aan den vijand wérden overgegeven. Hoewel er in de artikelen des capitulatie niets bepaald was, ds. J. Ankerman, die staatkundig tot de Friesch Chr.-Hist. behoort, en als zoodanig in deze.tweeërlei functie, zoo op kerkelijk als staatkundig gebied positie kiest, het geen zijn recht en zijn plicht is. Te Wommels geschiedt niets anders dan het geen te Goes al voor veertig jaren is ge schied, en te Kampen, doch helaas in de andere richting, bezig is zich te prepa reeren. Vaccine-varia. Dr. Boïng geeft als resumé van één zijner geschriften de volgende tien stellingen I. De mogelijkheid eener beschuttende werking van de inenting kan theore tisch niet geloochend worden. II. De duur dezer werking, indien aan wezig, strekt zich in zeer vele ge vallen slechts uit over zeer korten tijd weken en maanden. III. De revaoeinatie beschut niet meer en niet minder dan de vaccinatie. IV. Ook de eenmaal doorgestane pok ziekte geeft geen zekerheid tegen herhaling. V. De ziekte- en sterftekans der inge ente en niet-ingeënte individuen is niet overal dezelfde nu eens is zij bij deze, dan weer bij gene grooter en zij schijnt veel minder afhan kelijk van het aantal niet ingeënte personen, als van de sociale ver houdingen, waaronder de bevolking leeft. VI. De oorzaak waarom op vele plaatsen relatief meer oningeënte individuën ziek worden dan ingeënte, ligt meer in leeftijd en sociale verhoudingen der niet-ingeënten, dan het niet- in geënt zijn. VII. De prioriteit in het ziek worden ligt bijna zonder uitzondering bij de ingeënten, niet bij de niet-in- omtrent de vrijheid van godsdienstoefening, predikte hij toeh den volgenden dag over Jes. 45 7. Wel maakte hij zich eenigzins beaDgst, toen hij drie dagen daarna bij den Commandant ontboden werd, maar deze vrees bleek ongegrond te zijn geweest, want niet alleen sprak de Commandant geruststellend ten opzichte de godsdienst oefening, maar verzekerde hem tevens zijne bescherming. Trouwens, deze woorden werden door daden gevolgd, want, wanneer er gepredikt werd, werd de kerk van binnen en van buiten met eene wachfbezet, ja zelfs volgde de Commandant den leeraar, wanneer deze in naburige gemeenten des lands ging prediken, ten einde hem tegen allen overlast te besehermen. Ook de behoeften van de gemeenten Zaamslag, den Hoek en Neuzen, wier pre dikanten, bij het naderen der Franschen de vlucht hadden genomen, verloor ds. te Water niet uit het oog, zoodat hij iederen Zondag des voorm. te Axel en des namid dags in een dier andere gemeenten pre dikte. Deze liefdebeurten vervulde hij eenige maanden geregeld, totdat van de gevluchte predikanten, eerst die van Zaam slag en daarna die van den Hoek terug keerden, terwijl die van Neuzen voor goed achterbleef. Groot was intusschen de vreugde, toen op 18 Oct. 1748 de vrede te Aken gesloten werd, tengevolge waarvan de Franschen afstand moesten doen, van hetgeen zij ver overd hadden. De uittocht van den vijand was bepaald op 27 Januari 1749, op welken dag de commandant Blancheeen man zoo braaf en zoo geacht als ooit een vijand was, een minzaam afscheid nam, zoo van den Magistraat, als inzonderheid van ds. te Water, aan wien hij nog 50 gld. voor den armen gaf, Z.Ew. van zijne oprechte vriendschap verzekerende, gelijk hij die met eene vertrouwelijke briefwisseling uit Frankrijk nog j aren lang heeft onderhouden. Nauwelijks was nu den volgenden dag aangebroken of de stad weergalmde van het gejuich en 's Heeren huis dreunde van dankbre Psalmen, toen ds. te Water, naar geënten en speciaal niet by de niet- ingeënte zuigelingen. VIII. De intensiteit der ziekte is bij inge- enten en gerevaceineerden even sterk als bij de oningeënten. IX. Het overdragen van andere ziekten door de vaccinatie ia voor Syphilis en Erysipelas onweerlegbaar voor Scrophulose, Tuberculose e.a. niet bewezen, maar mogelijk. X. Ieder statistisch onderzoek, dat de leeftijdsklasse buiten beschouwing laat, is absoluut waardeloos. Luctor et Emergo. De staking in Italië is geëindigd. De straten der hoofdsteden hernemen hun oude aanzien. De Kamer heeft andermaal bericht ge kregen van 15 socialistische volks-ver- tegenwoordigers dat zy hun ontslagnamen. De Kamer heeft nu dit ontslag aangenomen. Het Engelsch-Turksche geschil is op gelost. De Sultan heeft toegegeven, gelijk te denken was. Hij heeft er in toegestemd Tabah en alle andere plaatsen in Sinaï binnen Egyptisch grondgebied te ont ruimen. Met belangstelling wordt nu uitgezien naar 't werk van de Russische Doema. Zij heeft tot onder-voorzitters gekozen prins Peter Dolgoroekof met 382, professor Gredeskoel uit Karkof met 372 van de 429 uitgebrachte stemmen. Het begint den socialisten, die door hun boycot nu geen vertegenwoordigers in de Doema bezitten en gepoogd hebben te Warschau, Lodz en andere Poolsche steden een werkstaking door te zetten op den dag, dat de Doema geopend werd, nu bitter te berouwen, dat ze aan de verkiezing geen aanleiding van Ps. 66 8 tot 15, de dank- predicatie uitsprak, terwyl hij de loffelijke gewoonte in stand hield om jaarlijks de gemeente aan die weldaad der verlossing te doen gedenken. In de maand Augustus van 1763 werd ds. te Water door eene zware ziekte aangetast, die hem den dood dreigde, maar waarvan hij in zooverre herstelde, dat hij den pre dikstoel weder beklom om de gemeente te stichten. Van tijd tot tijd begonnen zijne lichaams krachten evenwel zóó zeer te verminderen dat hij nauwelijks van de gemeente kon verstaan worden. Eindelijk namen zyne krachten zoodanig af,dat zy n einde naderde en hij in den vroegen morgen van 26 Maart 1764, zeer zacht ontsliep, eene weduwe en zes kinderen achterlatende. Zyn stoffe lijk overschot werd den 31 Maart in de kerk alhier ter aaree besteld. Ds. A. Wijngers, predikant te IJzendijke maakt op hem dit grafschrift „Geleerdheid, vlijt en kunst beweenen haren [vriend De waarheid, zuiv're leer en oudheid haar' [belijder, Van wezenloozen schijn den krachtigen [bestrijder Te Water, die zijn' Heer heeft tot zijn' [dood gediend". Ds. Te Water is tweemalen gehuwd ge weest. Uit zijn eerste huwelijk, den 16 Aug. 1726 te Zaamslag gesloten met Josina Biscop, eenige dochter van Jan Biscop, Griffier der Staten van Zeeland, zijn hem zes en uit zijn tweede, den 6 Nov. 1738 te Axel voltrokken met Sara van Middel hoven, oudste dochter van ds. Jona van Middelhoven, pred. aldaar tien kinderen geboren, van welke kinderen bij zijn over lijden nog zes in leven waren, n.l. vijf zonen en éène dochter. Met zyn zoon Jona Willem geboren uit het tweede huwelijk van ds. Te Water hebben we reeds kennis gemaakt bij ons bezoek aan Haamstede. (Bevolking Axel in 1824 2191in 1905 4728 zielen.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1