NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 178. 1906. Dinsdag 1 Mei 20e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Goes „Kerk en School". Een Hollandsch avonturier uit de 18e eeuw PRIJS DER ADVERTENTIËN E e c h t s i a k e ib. 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN Een nuchter woord in 't belang der chr. school schrijft ds. v. Dis te Zaamslag in De Zondagsbode. Het volgende nemen wij over Vele hervormden zijn niet overtuigd van de noodzakelijkheid van chr. onderwijs. Men komt aandragen met allerlei vragen, die eigenlijk ook verraden, dat men van chr. onderwijs een ver keerd begrip heeft, alsof een chr. school dienst zou moeten doen van een Evangeliesatiepost of bekeeringsinstituut. Men heeft, zoo zegt men, zoo'n voorliefde voor de oude openbare school, en wij gevoelen dat wel mee, maar waar blijft dan dat gevoel van smart, als men toch ook moet zien, hoe de strooming in die oude volksschool steeds verder van God en Zijn dienst zich ver wijdert De Bijbel is geen schoolboek, zegt een ander, dus de Bijbel niet voor kinderen Er zou heel wat te zeggen zijn op dergelijke redenee ringen en bedenkingen. En ik behoef daartoe niet ter verdediging aan te halen, wat groote en met ons gelijkgezinde mannen onzer kerk over de school en het onderwijs zeggen, maar als andersdenkenden de noodzakelijkheid inzien van een school met of naar den Bijbel, dan moet dit toch ook spreken tot hen, wier liefde voor de Kerk niet twijfelachtig is, maar wier liefde flauw is tot de school, als christelijke school, d. i. als school, waarin het onderwijs dootrokken is van den geest van Christus. Onlangs heeft zelfs prof. Knappert van Leiden (modern) in eene lezing het uitgesproken, hoe een godsdienstlooze school onmogelijk Kerk en volk ten goede kan komen. En merkwaardig is het eveneens, dat zelfs op de vergadering der moderne predikanten in deze week één der referaten handelt over deze vraag kan de tegenwoordige lagere school nog voldoen aan de zedelijk-godsdienstige eischen, welke we stellen voor ons volk? Wij hebben er heelemaal geen behagen in om een smet te werpen op die oude school, we merken het zelfs met smart op, hoe tal van onderwijzers een weg opgaan, die heilloos is voor ons geliefd Vorstenhuis, zoodat de gemeen teraad van Amsterdam onlangs het besluit moest nemen „geen onderwijzers meer te benoemen dan na schriftelijke verklaring, dat zij de Vader- landsche liederen zouden laten zingen", wij doen eveneens niet mee met de leuze om de openbare school „leeg te pompen", neen, alles wat verkeerd is geworden stemme ons tot ver ootmoediging, maar ook dan tot de vraag wat kunnen, wat moeten wij doen tot zegen voor onze kinderen, onze gedoopte kinderen? Enkele weken geleden werd op zekere plaats een lezing gehouden over het onderwerp: „welke school, welk onderwijs is voor de kinderen het beste Antwoord „de openbare school". Nu hapert er iets aan zoo'n vraag voor ons, als gemeente. Wij toch beschouwen de kinderen FEUILLETON. De koningin was met dit denkbeeld zeer ingenomenzij overhaalde den koning er in toe te stemmen en Ripperda naar Weenen te zenden om de onderhande lingen te voeren. Zijn volmacht luidde dat hij vrede moest sluiten, en een nauw verbond tusschen Oostenrijk en Spanje moest bewerken tegen de Turken en Pro testanten. De koningin droeg hem nog op een huwelijk tot stand te brengen tus schen Don Carlos en Maria Theresia, waar door de Spaansche prins de vermoedelijke erfgenaam der Oostenrijksehe monarchie worden zou. De koning beloofde Ripperda, zoo hij slaagde, hem tot minister-president te zullen benoemen. Voor Ripperda was dit een spoorslag om zijn best te doen. En dank zij zijn geslepenheid, zijn handigheid om met men- schen, en vooral met geld om te gaan, en zijn invloed op Sinzendorf en Prins Euge- nius stonden zijn kansen weldra uitstekend. Bovendien had Lodewijk XV door zijn weigering om met de infante van Spanje te trouwen, den toorn van de Spaansche konings-familie opgewekt. Alle betrekkin gen tot Frankrijk werden afgebroken, en Ripperda kreeg last den vrede met Oosten rijk te sluiten op voorwaarden door den koizer gesteld. Philips wilde met den keizer het nauwste verbond sluiten, dat ooit tusschen twee rijken bestaan had. Rip perda kreeg den rang van ambassadeur je! Weenen; hij trad nu openlijk als ge niet slechts als „kinderen", maar als gedoopte kinderen, als kinderen van Christelijke ouders, die een doopbelofte hebben gedaan. En dan wordt de vraag voor ons welke school is voor onze gedoopte kinderen, voor de kinderen onzer Kerk de beste Dan gaan wij niet antwoorden och, het zijn maar kinderen, wat geeft het of de kinderen nu op een school gaan met den Bijbel of zonder den BijbelNeen laat ons niet gering schatten den invloed van den geest der school op de kinderen. En trouwens de zaak is een voudig. Bij een chr. huisgezin, bij een chr. kerk behoort een chr. school. Men wil allerlei christe lijke vereenigingen hebben, waarom dan niet zoo'n school Onlangs zei me iemand, zoo een voudig weg „de school is het voorportaal der kerk". En ik gaf hem gelijk en dachtde Gereformeerden en de Roomschen hebben dat begrepen en zij bouwen hun kerken met hun scholen. En wij zien het aan, zeggen heel kalmpjes en koud „dat moeten zij weten". Nu zij weten het ook en menige Herv. Gem. weet het ook droevig, en ondertusschen ziet men eigen bloed wegvloeien. Hoe het komt? Ook omdat men zelve geen band gevoelt met de school, de volksschool. Ook omdat men lauw is ten opzichte der hoogste belangen voor de kinderen, voori _wier ziel men zoo weinig de handen opheft. De geachte schrijver heft niet mee aan de leus „de openbare school leegpompen", zegt hij. In den zin zooals hij het wel zal bedoelen, heft in christelijke kringen niemand deze leus aan. Integendeel allen vereenigt de leus „de openbare school moet zoo goed mogelijk zijn". Maar die leus is door misverstand en logen, ook in de kringen door hemzelven hier boven geschetst, in discrediet ge bracht, alvorens zij kon werken. Wij hebben er indertijd aan herinnerd dat de vader dezer leuze is ds. Pierson van Zetten, die zijn levenlang gestreden heeft voor de ehr. school. Hij gaf in een Unie vergadering te kennen dat men de openbare school moest „leegpompen"; en de drie groote machines, daartoe noodig waren lo. zorg voor de vrijheid van onderwijs, de school aan de ouders 2o. verbetering van schooltoezicht, on derwijs, leermiddelen, lokaliteit, rechts positie der onderwijzersde chr. school trachte in goeden zin te concurreeren 3o. vrije examens, zoodat beter tot hun recht komen de bekwaamheid der onder wijzers en het belang der leerlingende school voede op voor het leven. volmachtigd handelaar van Spanje op, en op 30 April 1725 sloot hij namens den koning het tractaat van vrede en van defensieve alliantie, den volgenden dag dat van koophandel, te zamen bekend in de geschiedenis onder den naam de Weener verdragen. Het huwelijksplan, waarop vooral de koningin van Spanje zoo ge steld was, werd door den keizer voorloopig nog in beraad gehouden. Door zijn optreden had Ripperda de tevredenheid en de dankbaarheid van den koning van Spanje verworveu de geslo ten tractaten toch waren zoozeer naar den zin van den koning dat hij deze onrnid- delijk goedkeurde en Ripperda tot hertog en grande van Spanje van de eerste klasse benoemde. Urendayn, die in Spanje de onderhandelingen had gevoerd, werd tot Markies de la Paz verheven. Maar de groote geheimzinnigheid waar mede de onderhandelingen gevoerd waren had de achterdocht van Frankrijk en En geland gewekt; zij waren terstond bedacht op middelen om de verwachting die Karei VI en Philips V van hunne verbintenis hadden, te leur te stellen. Zij vonden het noodzakelijk een alliantie aan te gaan, die dienen moest om een tegenwicht te vormen tegen het Spaansch- Oostenrijksche verbond. Aan dat nieuwe verbond zouden ook de Staten en de koning van Pruisen deelnemen. Onderwijl zette Ripperda de onderhan delingen voort over de huwelijksplannen tusschen de Spaansche prinsen en de doch ters van den keizer. In dien zin alleen wenscht de grijze voorzitter van den Schoolraad wenschen alle voorstanders der chr. school die zwart gemaakte „leus" de openbare school leeg pompen op te vatten. En de heer De Savornin Lohman, onze hooggeschatte strijder voor de school met den bijbel, heeft er in de jongst gehouden vergadering van „De Unie Een school met den Bijbel'' nog een vierde noodzakelijke maatregel aan toegevoegdOuders, geeft uwe kinderen voor de opleiding tot chr. onderwijzers en onderwijzeressen. Wij zouden dit, om bij het beeld van de watermachine tot droogmaling op het oogenblik ook in Z.-Vlaanderen, helaas het meest pakkende beeld te blijven, het vierde en niet het minst belangrijke -werktuig ter leegpomping van de „open bare" school willen noemen. In dien zin, den eenig goeden zin, zullen wij de „openbare" schoolleegpompen. En ook ds. v. Dis is daarmede gelukkig reeds druk bezig. Moge zijn woord een goede plaats vinden, gelijk ook wij hem geluk wenschen met zijn aanvankelijk succes tot 't verkrijgen eener Chr. (Hervormde) school in zijn gemeente. Vinde zijn woord, en meer nog vinde zijn voorbeeld Davolging ook in onze om geving. Daar zijn gemeenten waar kinderen van Ned. Herv. ouders steeds stelselmatig aan de Chr. school onttrokken zijn. Een onverantwoordelijke daad. Een fout; maar die nog te herstellen is door zelf zoo spoedig mogelijk tot het stichten eener Chr. school over te gaan. „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst", moet een Pater Jezuiet eeuwen geleden al gezegd hebben. Ook Luther gebruikte dat woord. En wijlen prof. Brummelkamp hoorden wij 't hem meermalen nazeggen. De ervaring heeft, ook in diep treu- rigen zin, de waarheid van dat woord be vestigd. Maar ook in goeden zin. Het zij de ervaring van nog meerderen, die zich opmaken en doen naar Da Costa's woord Bouwt scholen in wier schoot het [Evaifgeliezout Uit on- en bijgeloof een dierb're [jeugd behoudt. In Juli 1725 kwam het derde verdrag tot stand, dat zoo geheim gehouden werd, dat het eerst een eeuw later, in 1843, gepubliceerd werd in de Spaansche trac- taten-verzameling van Alejandro de Can- tillo. Hoewel het tractaat voor een deel de wenschen des konings vervulde deed het dit niet volkomen het bepaalde dat twee zonen van den koning in het huwelijk zouden treden met twee dochters des kei zers. Maar vtfh het huwelijk der oudste dochter, Maria Theresia, de vermoedelijke opvolgster in de Oostenrijksehe erflanden, met Don Carlos was slechts terloops sprake. Mocht dit huwelijk plaats hebben, dan beloofde Spanje al zijn macht en invloed aan te wenden om de keizerskroon in het huis van Oostenrijk te doen blijven. Zoo Frankrijk en Engeland daarover een oor log wilden beginnen zouden Oostenrijk en Spanje dien samen voeren, en pogen alle veroveringen, die Frankrijk sedert 1633 gemaakt had voor Oostenrijk, Gibraltar en Minorca voor Spanje te herwinnen. „Het was een verdrag," zegt von Ranke, naar het model van die, welke vroeger tusschen de beide Habsburgsche linies gesloten waren. Tegen Franschen en Tur ken, en zoo wellicht wegens den gods dienst binnen of buiten het rijk een oorlog mocht uitbreken ook tegen de protestanten, zouden zij gemeene zaak maken." Ripperda werd na hel sluiten van dit tractaat tot buitengewoon gezant, met den rang van ambassadeur, van Spanje te Wee nen benoemd. Maar het scheen dat de van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 30 April 1906. Naar aanleiding van het ook door ons overgenomen stukje „Vrijmaking" der kerken, van dr. O in de Zondagsbode (de aanhalingsteekens zijn van dr. O. door een zetfout onzerzijds kwam 't aanhalings- teeken achter kerken te staan schrijft ds. G. H. Wagenaar in de Volksbode onder staand woord van afkeuring Nu wil het ons toch voorkomen, datDr. O. hier in hetzelfde euvel vervalt, hetwelk hij in de A. R. pers afkeurt. Hebben wij ons dik wijls te beklagen over de wijze, waarop de A. R. pers kennis neemt van en oordeelt over wat in onze kringen voorvalt, laten wij dan onzerzijds ons voor een lichtvaardig oordeel wachten. De ontmoeting tusschen Dr. Kuyper en de heeren van de «vrijmaking" is een bloot ge rucht. En op geruchten afgaan en er gevolg trekkingen uit te maken, schijnt ons niet raadzaam. Doch ook al ware het gerucht waarheid ge bleken, dan wil het ons nog onbetamelijk voor komen uit het bloote feit van een ontmoeting tusschen deze mannen te besluiten, dat er weer een «aanslag" tegen onze Kerk wordt gesmeed. Wij achten Dr. Kuyper verstandig genoeg om althans in dit stadium de politiek van Ds. Gewin c. s. te laten voor wat ze is en rustig toe te kijken hoe zich de nieuwe actie zal ontpoppen. Er is al zooveel kerkelijke hartstocht in ons huidig politiek gedoe, dat de blaasbalg van Dr. O. waarlijk niet noodig is, om het vuur van de partijschap brandende te houden. Een protest van die zijde is ons dubbel welkom. Moge het ingang vinden in die kringen waar men zelfs aan den naam van drKuyper allerlei leelijks verbindt, en zelfs in de intiemste aangelegenheden van zijn huis, aanvallen op de volkskerk waant te ont dekken. Wie zal dat betalen Het Volk roept alle soc.-dem. geestver wanten op om den 1 Mei-dag niet te wer ken, maar te "feesten. „Wij willen dien dag niet staan in dienst van het kapitaal. Wij willen dien dag dienstbaar maken aan de bestrijding van het kapitalisme, allereerst door ons zelf dien éénen dag te onttrekken aan zijndru k". „Te onttrekken aan zijn druk Tot welk een belachelijke voorstelling komt men toch van den arbeid wanneer men dien niet beschouwt in het licht der Scheppings ordinantie en van het Woord! grootheid hem naar het hoofd steegdat hij van hoogmoed niet meer wist, wat hij spreken of zwijgen moest. De Fransche en Engelsehe gezanten te Weenen, Richelieu en Saphorin konden in hunne rapporten voortdurend melding maken van den hoogen toon, dien Ripperda aansloeg. In openbare gezelschappen had hij zich zelfs uitgelaten „dat zoo koning George Frankrijk zou bijstaan SpaDje en Oostenrijk den pretendent op den troon zouden zetten." „Alberoni had grove mis slagen begaanhij had de Spaansche vloot niet naar Sicilië moeten zenden, maar naar Engeland om den koning te onttronen..." Een ander maal dreigde hij „dat zoo Engeland nog langer weigerde Gibraltar af te staan, een oorlog voor de deur stond. Wij weten wel dat die stad onneembaar is, maar wij hebben maatregelen genomen om Engeland tot de teruggave te nood zaken." Dit wekte natuurlijk in Engeland het vermoeden, dat de Keizer en Spanje zich verbonden hadden tot een strijd tegen Engeland en Frankrijk, welk vermoeden versterkt werd door het bericht, dat twee bekende aanhangers van den pretendent, Wharton en Graham, te Weenen waren aangekomen en daar nauwe betrekkingen onderhielden met Ripperda en den Rus- sischen gezant. In Spanje had de toenemende vijandige gezindheid het gevolg, dat de eerste mi- Jacobus III, de zoon van den in 1689 ver vallen verklaarden koning Jacobus II. Doch geen twist hierover. Alleen maar stellen wij ons voor dat do nuchteren onder deze arbeiders zullen vragen Indien wij, loon slaven, ons houden aan uw raad, wie zal dat dan betalen? Kantongerecht te Middelburg. Zaterdag zijn veroordeeld wegens straatschen derij J. d. K., Domburg tot eene berisping; over treding leerplichtwetW. A. L., Vlissingen, tot f 2 b. s. 2 d. h.overtreding drankwetD. L., Middelburg, tot f 2 b. s. 1 d. h.des nachts rijden met een wagen niet voorzien van eene licht gevende lantaarn C. B., Vlissingen, tot f I b. s. tuchtschoolstraf van 1 weekrijden met een rijwiel niet voorzien van een bel: A. C. A.E., Neuzen, tot f 2 b. s. 2 d. h.rijden met een middel van vervoer over een klinkerzijpad: J. H., Middelburg, tot f0,50 b. s. i d. h.rijden met een middel van vervoer over een wandel weg J. G., M. Q., F. S. P., Middelburg, J. A. G., Veere, tot f 1 b. s. I d. h.als bestuurder van een voertuig zich niet gedragen naar de bevelen der politie: A. J. d. J., Middelburg, tot f0,50 b. s. 1 d. h., D. v. 'tW., Middelburg, tot f I b. s. I d. h.; zijn trekhond laten loopen zonder muilkorfH. H., Middelburg, tot f 2 X I b. s. 1 d. h., iedere b. als marskramer zijn waren ten verkoop aan bieden zonder hiervan kennis te gevenD. C., G. B. B., zonder bekende woon- of verblijfplaats, tot f 1 b. s. 1 d. h.wateren buiten de bakken A. v. D., Middelburg, tot f 1 b. s. i d. h.als gebruiker van een perceel waarvoor het verbod is afgekondigd daarin bezoekers toe te laten, niet zorgen dat zich aldaar geen bezoekers bevinden J. W., Middelburg, tot 6 dagen h.als bezoeker zich bevinden in een huis waarvoor het verbod is aangekondigd daarin bezoekers toe te laten C. d. R., Middelburg, tot f 5 b. s. 3 d. h., C. v. E., Middelburg, tot 3 d. h.en wegens dronken schap W. G., Middelburg, tot f 1 b. s. 1 d. h., W. F. v. d. P., Middelburg, tot f 2 b. s. 2 d. h., J. d. L., hvr. v. H. W. J. L., Middelburg, tot f 3 b. s. 2 d. h., J. d. K., Middelburg tot 2 d. h. Vernietigd is het vonnis gewezen den 30 December 1905, tegen P. S., Vlissingen, waar tegen de beklaagde is gekomen in verzet en opnieuw rechtdoende is de beklaagde veroor deeld tot f3 b. s. 2 d. h. M. C. In de Vrijdag te Utrecht gehouden openbare terechtzitting van den Centralen Raad van beroep (ongevallenverzekering) had de uitspraak plaats in het hooger beroep van H. F. L., wed. C. A. G. te Middelburg tegen de uitspraak van denRaad vanBeroep te Rotterdam, waarbij haar is ontzegd hare vordering tot uitkeering aan haar en hare onmondige kinderen van de schadeloos stellingen, bedoeld in art. 23 en 24 der nister Grimaldo moest aftreden. Hij werd opgevolgd door Orendayn, maar nauwelijks had Ripperda dit vernomen, of hij keerde in alle stilte naar Madrid terug, om te pogen thans de leiding der zaken in handen te krijgen- Zoodra hij in Spanje was aangekomen, werd Ripperda benoemd tot minister van buitenlandsehe zakendit werd spoedig gevolgd door zijn benoeming tot minister van financiën, oorlog, marine en Indië, zoodat hij niet alleen de eerste man in het rijk was, maar ook feitelijk het geheele bestuur in handen had. Hij had nu het toppunt zijner wenschen bereikt. Hij genoot de gunst des Konings, het vertrouwen der Koningin, en de populariteit van het volk. De gunsteling van den dag werd in gloeien de taal der Spaansche romance begroet als een nieuwe planeet, die aan den politieken horizon opging, als de voorbode van den vrede en den voorspoed voor de geschokte wereld. Maar ongelukkigerwijze was Ripperda niet in de gelegenheid die hooge verwach tingen te verwezenlijken. Onder gunstiger omstandigheden had hij wellicht veel tot stand kunnen brengen, in Spanje moest hij rekening houdeD, meer dan hij deed, met den naijver en de intriges van de Spaansche staatslieden, die in hem toch altoos een vreemdeling en een renegaat (verrader van zijn godsdienst) zagen. Hbld. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1