NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No, 168. 1906 Donderdag 19 April 20e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUiJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Snippers uit de oude doos. C. VERtMtifc; VAN IIE IMT,$L IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onze vrienden in de districten Mid delburg en Vlissingen moeten Vrijdag weer gaan stemmen. Een aansporing tot trouwe opkomst heb ben zij niet noodig. Zij zullen ook nu weer wel op hun post zijn. Zij kennen het gewicht van een stem dag, gelijk van iederen stembusgang. En schier geen enkel district in ons vaderland, stellig niet in onze provincie is er, waar de kiezers door de omstan digheden zoo getraind werden als deze. Nauwelijks toch hebben de Walchersche kiezers met groote trouw zich van hun plicht gekweten, en nauwelijks hebben de onzen met veel moeite den zetel voor de Staten gewonnen of behouden, of zie daar komt weer een plaats open, en worden zij weer, en nog eens weer, opgeroepen ter stembus Wat een .veranderingen in de laatste jaren onder de vertegenwoordigers uit dit deel van Zeeland. Door vertrek, door droeve omstandigheden, door sterfgeval verloor men achtereenvolgens Van Voorst Vader, Huvers, Kloppers, Wisboom Ver stegen, Bos, Van der Meer. En telkens weer sloten de antirevo lutionaire kiezers door tal van christelijke kiezers uit andere partijen gesteund, hunne rijen, om de geschoten bres te dichten. En nimmer bleek hun gang een vergeefsche te zyn geweest. Dat zullen de kiezers in 't district Mid delburg zich herinneren wanneer zij Vrij dag ter stembus optrekken en de plaats door het heengaan van onzen diep be treurden Van der Meer open gevallen, zullen trachten te doen bezetten door een van diens trouwste vrienden en geestver wanten den heer Verhage. 90 FEUILLETON. DOOR SOALDIS. V 11 s s i ri g e n. (Slot.) CORNELIS DE HOND. Geboren te Beveren, in het land van Waes, werd hij alhier predikant omstreeks 1578 in de plaats van ds. Baselius, en bleef in dienst tot aan zijn overlijden in 1605. Hij had het land van Wats, om des geloofswille moeten ontvluchtten, met ach terlating van zijne aldaar liggende vaste goederen, die door de Spanjaarden in be slag waren genomen, zich naar de Palts begevende alwaar zijn zoon Jacobus geboren werd, aanzienlijke bezittingen welke hij in West- Vlaanderen had moeten achterlaten, werden eerst na het sluiten van het Twaalfjarig Bestand, in 1609, aan zijne kinderen teruggegeven, waardoor deze zich toen met tijdelijke goederen ruim bedeeld zagen. De ouders verkeerden in- tusschen te Vlissingen, tijdens hun verblijf aldaar, in kommervolle omstandigheden, zoodat zij gedurig met geldelijke onder steuning begunstigd dienden te worden en hunne beide zonen, Jacobus en Petrus voor rekening van de stad mochten studeeren. Als zesden dienaar vinden wij vernoemd ABRAHAM VAN DER MIJLEN. Deze werd geboren te 's-Hcerenberg den 13 Mei 1558, uit het huwelijk van Johan nes, die eerst Rentmeester van Graaf Willem van den Berg was, doch later 1577 predikant werd en als zoodanig in 1591 te Breda overleed en Christina van Wimborg. Onze Abraham studeerde te Qent, waar hij in Feb. 1583, onder Kimmedontius, negen stellingen verdedigde overffhet Priesterschap van ChristusHij werd Mede als predikant alhier in dienst van J Juni 1602 tot aan zijn overlijden in Maart 1625. Dat zullen de kiezers in het district "Vlissingen bedenken, wanneer zij op dien zelfden dag hun stemkaart zullen aan wenden om de plaats te vervullen van den hoogst bekwamen en beminden oud gedeputeerde graaf Van Lijnden, in de hoop dat deze zetel toekomen mocht aan den door velen begeerden en algemeen geachten Van de Putte. De leiders in beide districten deden bereids wat zij konden. Zij zullen actief blijven tot Vrijdagmiddag 5 uur, en ook daarna nog wel. Maar de kiezers, onze geestverwanten, dit toch zijn de eenigen, aan wie wij meenen goeden raad verschuldigd te zijn, hebben slechts tot Vrijdagmiddag 5 uur op hun post te zijn. Zij kunnen de moeilijke taak der leiders en hunne snelle loopers o, zoo verlichten, wanneer zij zoo vroeg mogelijk ter stembus gaan. Vooral geldt dit hun die wat ver wonen. Wie van plan was uit de stad te gaan, zou der partij een dienst bewijzen met eerst zijn stembiljet te verzorgen. En wie eenigazins kan, brenge een allicht ver- geetachtigen buurman mee. Is daar een oude of gebrekkige die tegen den verren tocht opziet, men spanne den bruinen er even voorlaat ook die mee helpen opdat zoo velen maar immer mogelijk, op onzen candidaat kunnen stemmen. Want zoo ooit, dan zal het nu, ja nu, vooral in Vlissingen op één stem aankomen. Herstemming krijgen we niet.Het wordt Vrijdag terstond in eenen beslist. Dat dan een iegelijk zijn plicht doe. Is daar aireede tegen onze candidaten 't bezwaar van deze of gene gehoord, dat de een is een „doleerende" en de andere maar een „groenteboer''. Weerleg toch deze klacht met de herinnering dat er nooit „doleerenden" zijn geweest, en de „dolee- rende" kerken reeds lang in de gerefor meerde kerken zijn opgegaan. Dat een boer al evenzeer in staatkun digen zin een mensch is als een heer en onze democratische tijd tegen de reac tionaire drijving naar het standen verschil van alle zijden zijn schel klinkend protest doet hooren. Beide onze candidaten zijn bekwame, ernstige mannendie met de belangen van plaats en district goed op de hoogte zijnen daarbij gezind zijn die naar ver mogen te helpen behartigen. En tevens om de Chr. meerderheid in de Eerste Kamer, dat goede tegenwicht tegen de liberalistisch- socialistische meerderheid in de Tweede Kamer, te helpen bestendigen. Want juist op de verovering van dat Bolwerk be reidt de vrijzinnigheid, ook op Walcheren, zich voor. Won zij nu, zij het ook door 't oneerlijke strijdmiddel van de Middelburgsche Courant met haar jacht op kerke'iike gevoelig heden, zij zou in 't gansehe land zich ten voorbeeld laten stellen a's de strijdbare, die mét haar principieelen, vvèl voorbe reiden aaifval de eerste bresse schoot in de meerderheid der Eerste Kamer. Provinciaal en Landsbelang beide doen ons daarom vragen om aller Christenen j steun: in Middelburg voor dec ndidatuur in Vlissingen voor de eandidatuur De stembus is open van 8 tot 5. 18 April 1906. Het blijkt weer best te gaan met de rijksinkomsten. De drie afgeloopen maan den vielen mee tot een totaal bedrag van ruim een miljoen gulden boven het gelijk aihier, als propenent beroepen den 1 Juli en 22 Oct. bevestigd. Hij maakte hier spoedig veel opgaug en werd zeer gewaar deerd, totdat zijne vrijzinn ge gevoelens bij den Magistraat argwaan verwekten, en hem het prediken verboden werd. Over deze vervolging door Vrolikhert breed voerig verhaald ligt een sluier. Na zijne afzetting in Zeeland den 18 Maait 1609, werd hij in 1614 pred. te Papendrecht, waar hij werkzaam bleef tot 1619, toen hij weder, wegens Remonstrantsche gevoelens ont slagen werd. Hij vestigde zich toen te Dordrecht, waar hij overleed den 27 Maart 1637, en in de Groote Kerk begraven werd. Hij was tweemalen gehuwd, eerst met Dina Hoefijzer van Delft en den 19 Oct. 1596 te Vlissingen met Engeltje van Duijne, bij welke plechtigheid de geheele kerke- raad tegenwoordig was. Vier kinderen zonen werden uit deze huwelijken geboren. JOOST VAN LAREN. Deze werd de stamvader van een be roemd predikantengeslaoht. Geboren te Comen den 15 Aug. 1563, uit het huwelijk van Joost en Jaquemijne van Dammedie omstreeks Nieutvjaar 1580, toen Comen afgebrand werd, naar Iperen vluchtten. In 't begin van 1581 legde onze Joost aldaar belijdenis des geloofs af. Nadat hij zich aldaar twee jaren geoefend had, begon hij in Sept. 1583, omtrent zes weken nè, den dood zijner ouders, op verzoek der gemeente openbaar te prediken in de St. Nikolaaskerk. Hij huwde ook aldaar den 4 Dec. 1584 met Maeiken Knoekaerdts, en na haar dood in Nov. 1599 met Gatharina le Blonde en na het overlijden van deze in Aug. 1603 met Maaijken Bar ends. Als predikant te Iperen bleef hij met zijne drie ambtgenooten aldaar werkzaam lot aan derinncming der stad door Parma op 10 April 1582. In Juni daarop werd hij pred. te Antwerpen tot 23 Aug. 1585, toen ook deze stad voor Parma moest zwichten. Den 15 Sept. d. a. v. kwam hij iu dienst te Arnemuidenalwaar hij 23 jaren bleef arbeiden, totdat hij 16 Mei 1608 namige kwartaal des vorigen jaars. Maart alleen was ruim 2 ton hooger dan zijn naamgenoot van '05. Van dit accres leverden de invoerrechten de grootste helft, en de suikeraecijns haast ongeveer de restdoch de successierechten waren een ton lager, en de grond-, per soneel-, en bedrijfsbelasting, zoutaccijns en domeinen saam ook een ton. Wat 'zich in April weer wel zal laten terugvinden. De geheele opbrengst over het eerste kwartaal in 1906 was f32.827.000 en in de eerste 3 maanden van 1905 slechts f31.797.000. Het vrijzinnige kabinet schijnt onder een gelukkig gesternte geboren Dezer dagen lazen wij in een blad het bericht dat dr. Kuyper te Utrecht was geweestdaar geconfereerd" had met dr. Gewin en Prof. Visscher, en dat zulks wel „in verband zou staan'' met de reor ganisatieplannen dier heeren in de Her vormde Kerk Toen wij het lazen dachten wij, dat komt voor de stemming in de Middelburger. Daar komt een Sprokkelingetje van En waarlijk daar hebben wij 't, het luidt aldus Dezer dagen meldde het Utr. Dagblad dat dr. Kuyper onlangs met prof. Visscher en dr. Gewin ten huize van laatstgenoemde een samenkomst had. Men brengt dit bezoek in verband met den weldra op te richten Geieform. bond tot vrij making der Ned. Herv Kerk. Dus dr. Kuyper alweer iri het complot tegen de Nederduitsch Hervormde Kerk. Hij en de zijnen willen opnieuw haar een gevoeligen slag toebrengen. Zoo zullen zij haar afbrokkelen totdat zij ineenvalt 1 Dr. Bronsveld had wel gelijk met zijne waar- alhier werd beroepenoverlijdende te dezer plaatse den 24 Oct. 1618. Van zijne twaalf kinderen zijn de zenen zonen predikant geworden, van wien Daniël en Joost mede Vlissingen hebben gediend. Men verhaalt dat zes der broeders eens samen te Arnhem waren bij hun broeder Daniël, eD daar door den Magistraat „in het vriendelijke werden gearresteerd en niet ontslagen dan onder voorwaarde dat ze allen daar eens zouden prediken," wat zij dan ook deden. ADRIANUS COCQUIUS. Geboren te Rotterdam omstreeks 1617, was hij vermoedelijk afkomstig uit het Z.zeesche geslacht van dien naam. Hij studeerde te Utrecht en werd in 1642 pred. te Bleiswijk, van waar hij den 8 Sept. 1652 beroepen werd naar Sluis, ter ver vanging van den bekenden Jodocus van Lodensteijn. Van Sluis werd hij herwaarts beroepen en bevestigd 29 Dec. 1652. Huiselijke omstandigheden gaven aan leiding, dat hij zijn ontslag te Vlissingen moest vragen, welk verzoek veel gehaspel I teweeg bracht tusscheu Classis en Kerke- raad, waarin zelfs gecommitteerde Raden en de Prins betrokken werden. Vóór de beslissing der zaak in Fehr. 1683 was Cocquias met zijne echlgenoote Wilhelmina van der Meer, naar Leiden verhuisd. Vol gens Vrolikhert zou men over zijn verblijf te Vissingen meer kunnen mededeelen, j indien de kerkel. Notulen van 1659 tot 1681 niet, vermoedelijk opzettelijk, waren verduisterd. Hij was een zeer geleerd man en werd in 1678, namens de Hoogeschool te Har derwijk, „honoris causa" tot theol. dr. benoemd. Vele zijner latijnsche werken werden vertaald en herdrukt. JACOBUS WILLEMSEN. Deze werd geboren te Middelburg den 22 Juli 1698. Reeds als knaap gaf hij j blijken van buitengewone bekwaamheden, j Vooral onder de leiding van zijn voor- j treffelijke» leermeester, den Luterse^en j predikant, Treitel, was bij reeds vrijer gevord, toen hij naar de Hoogeschool te Utrecht ging. Proponent te 's-Hage geworden zijnde den 29 Juni 1723, werd hij tegelijk beroe pen te Heemstede en te Biervlietnam het eerste beroep aan en werd aldaar bevestigd 21 Aug. 1724 door ds. Albertus Voget van Middelburg. Vandaar werd hij herwaarts beroepen en werd hier bevestigd 29 Juli 1725 door zijn' ambtgenoot Johs. Ver schuring. Van hier naar Middelburg beroepen trad hij aldaar in dienst den 4 Jan. 1728. Aldaar staande bedankte hij voor een beroep naar Amsterdam, waarop hij den 7 Mei 1740 be noemd werd tot Hoogl. aan de doorl. school. Hij werd te Middelburg emeritus den 14 Maart 1779, en overleed daar ter plaatse den 31 Maart 1780. Ds. Willemsen is tweemalen gehuwd ge- I weestlo met Anna Catharina Matthaeus, uit O.-Indi'è afkomstig. Na een kort, doch gelukkig huwelijk overleed deze vrouw. In de onuitgegeven aanteekeningen van de la Rue wordt een merkwaardig blijk verhaald van 's mans onbaatzuchtigheid. Hij was n.m. universeel erfgenaam zijner echtge- noote, wier nalatenschap door kort te voren toegevallen erfenissen, omstreeks acht ton gouds bedroeg. Hoewel er niets beschreven was, keerde de weduwnaar ongevraagd ticee ton aan hare familieleden uit. In Juli 1738 hertrouwde hij met Elizabeth Verwout Noiretook deze vrouw ontviel hem na vier jaren. Hij leefde van toen aan eenzaam in zijn ruime en aanzienlijke woning op de Rouaansche Kade. Met uitzondering van Bemardus Smyte- gelt, was er nooit te Middelburg een predi kant, die door preekgaven en als herder en leeraar, zóó hoog stond aangeschreven en in zóó groote mate de achting en liefde der gemeente genoot. Tot besluit van ons bezoek aan Vlissingen willen wij nog even onderzoeken wat er geboekt staat omtrent de vroeger hier be staan hebbende WMWOH-Heevokmde GEMEENT#. IIIIIMH IIWMM—W— schuwing tegen de fanatieke gereformeerde woordvoerders. Maar toch helpen vele leden der Ned. Herv. Kerk de Gerelormeerden in het verkrijgen van zetels in de staten van land en provincie Zullen zij dat nu weer a. Vrijdag in het district Middelburg doen Men ziet, het is weer de oude echt- schunnige taktiek van de Middelburger. Zij weet dat zij het in een eerlijken beginselstrijd niet halen kan, en neemt daarom, bij elke verkiezing, de toevlucht tot hooghartig gescheld of tot de politiek van „verdeelen en heerschen". Een politiek te berispelijker, dewijl 't heele stukje dat wij hierboven afdrukten is gebaseerd op een praatje. Want het is niets meer dan een praatje dat, indien dr- Kuyper te Utrecht is ge weest, hij met genoemde Hervormde heeren zou hebben „geconfereerd", en zij over de organisatie der Hervormde Kerk gespro ken zouden hebben. Het is dan ook zoo tendentieus voor zichtig gezegd Men (let wel „men"' dat is in den regel de schrijver van het berichtje„brengt dit in verband met den weldra op te richten bond tot vrij making der Ned. Herv. Kerk 1" En de Middelburgerdie dit zeer wel weet, grijpt naar haar zakdoek, wischt haar warigen droog en roept ach en wee over die „fanatiek gereformeerde woord voerders", die opnieuw de Herv. Kerk een slag willen toebrengen haar afbrok kelen zullen tot zij ineenvalt Men moet wel diep besef hebben van eigen zwakheid en diep verval, om tot dergelijke middelen nu nog de toe vlucht te durven nemen. Minister Thorbecke moet eens van de journalisten gezegd hebben -. „dat genus Al zeer spoedig na den afval van Spanje is te Vlissingen in de Fransche taal ge predikt. In de acten van de Waalsche gemeente vindt men aangeteekenddat in 1572 de stad Vlissingen van Spanje af gevallen zijnde, bijzondere personen in Engeland, twee a drie compagnieën her waarts gezonden hebben, voor welke de He"fer Douterleau uit Frankrijk gekomen, gepredikt heeftdat deze krijgsknechten na de overgave van Middelburg derwaarts zijn gezonden, alwaar deze predikant hen ook gevolgd is, toch kwam hij iederen Donderdag te Vlissingen prediken in, het Prinsenhnis. Naderhand is er dienst ge houden op htt kerkhof (thans Oude Markt) totdat in het jaar 1635 in de Korte Vla mingstraat, eene afzonderlijke kerk gesticht werd, die in 1809 door brand vernield werdna welken tijd, in de Engelsche kerk, beurtelings in de Fransche en Engel sche taal werd dienst gedaan. Omstreeks het jaar 1705 was de ge meente zoozeer in aanzien en aantal toe genomen dat er een tweede predikant aangesteld werd, en terwijl de oudste door den staat bezoldigd werd, genoot de jongste predikant zijne jaarwedde van de stad. Doch tijdens de Fransche overheersching was er opnieuw slechts één leeraar, die in 1809 naar elders vertrok, zoodat de gemeente tot 1814 zonder predikant bleef en de dienst slechts nu en dan door de Middelburgsche leeraars waargenomen werd. Na 1814 vond Z.M. gced, dat de "Waal sche pred. weder uit 's Rijks kas zou worden bezoldigd doch deze vergunning is bij Kon. besl. in 1823 ingetrokken, toen na het vertrek van den toen maligen leeraar M. A. van der Bank, de gemeente met die der Ned. Herv. is vereenigd en waar ook de fondsen werden overgebracht. De Waalsche gemeente is van 1575 tot 1820 door zes en dertig predikanten bediend. (Bevolking dezer gemeentein 1824 6624in 1906 20.002 zielen). -~) o(

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1