NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 165. 1906 Zaterdag 14 April 20e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- C> Verhage. G. van de Putte. Buitenlaodsch Overzicht. Leven en dood. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Wegens Paaschfeest ver schijnt Maandag geen no. van ons hlad. F r a n k r ij k. VEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Voor de stemming voor een lid der Staten in het district MIDDELBURG wordt door ons dringend aanbevolen de heer Voor de stemming voor een lid der Staten in het district VLISSINGEN steunen wij met aandrang de candidatuur van den heer De Stemmingen hebben plaats op 20 April van 8 tot 5 uur. Ons Paaschfeest roept ditmaal meer dan gewoonlijk da schrille tegenstelling tus- schen leven en dood om ons heen, voor den geest. Het leven der natuur wordt verjongd en vernieuwd. Na maanden van verlangen wordt het groene kleed weer omgehangen. Veld en bosch bekoort alweder het oog. Maar en ziedaar de schrille tegenstelling tusschen leven en dood in de natuur, daar ontwaart ge op een belangrijk deel van onze eilanden, doodsche verlatenheid. Uit gestrekte polders, nauwelijks, of nog ganschelijk niet ontlast van het zoute water dat het plantenleven doodt, of belet tot ontwikkeling te komen. Het zoute water, dat mensch en dier heeft doen vluchten en have en goed prijs geven aan de verwoes ting. Verlaten of nauwelijks weer betreden liggen daar enkele onzer bloeiende dorpen. De woningen zijn verlaten, delandbouw- schuren ongenaakbaar, de verwoesting van binnen laat zich vermoeden. Gansche polders waar de stem van mensch noch dier wordt gehoord. Dat is de dood in de natuur. En op verderen afstand kwamen de doodstijdingen der menschen tot ons, over stelpend groot en vele. Eerst de mijnramp van Courrières met 1200 lijken, als van levend begravenen, toen de instorting te Nogald met 50 lijken en nu de lava-uitbarstingen in Italië met een onbekend getal, in ieder geval met honderden dooden. Ook daar heerschte de dood. En te midden van den dood die, op allerlei wijze zijn Memento mori doethooren licht de Paaschmorgen aan met zijn her innering aan leven en opstanding. Is de tegenstelling niet schril Dit jaar schriller als anders En als we zoo eens hoorëh en rondom ons zien dan vinden we dat ook hier weder tweeërlei beschouwing tegenover elkander staat. De beschouwing der wereld alsof de dood niet anders is dan dat we, naar de wet der natuur, gelijk alles wat leeft, eens sterven moeten. Een verzoenen met den dood, omdat juist het leven bron van lijden en smart is en de dood verlossing brengt. Daarom de lijkbaar onder bloemkransen bedolven en het graf door zijn schoone dreven en kunstrijke monumenten een lustoord, een campo santo. Daarom niet een optimisme van her- rijzenis en eeuwig leven, maar het pessi misme van de liefde tot de graven, straks voor den lijkoven, die het stoffelijk over schot tot asch verteert en alle vreugde eu leed van het menschelijk bestaan der ver getelheid prijs geeft. En daartegenover staat anderzijds de beschouwing van onzen Bijbel die ook zij a licht werpt op de wegen van dood en eeuwig leven. Naar die leer is de dood in de wereld gekomen toen de mench van zijn God afviel en zich stelde onder de macht van Satan. Daarom was een lijk onder het Oude Testament onrein. Daarom js de Heiland wiens opstanding ieder Paaschfeest ons herinnert gekomen opdat Hij te niet doen zou de macht desgeuen die het geweld des doods had, namelijk des duivels. Wie de voorstelling der wereld kiest vindt geen hope in de opstanding en geen heerlijkheid in het Paaschfeest. Hem spreekt het Pascha niet toe en bezielt hem niet, Maar wie de voorstelling van Gods Woord aanvaardt en in Christus als de Zaligmaker gelooft, voor hem predikt ons Paaschfeest het leven, omdat Immanuel verrees en met zijne opstanding de triumf van het leven over den dood, niet maar afgebeeld of voorspeld, maar verwerkelijkt heeft. Daarom sprak in alle tijden het Pascha het hart der geloovigen lieflijk toe, omdat des Heilands opstanding het zalig onder pand was van eeuwig leven. Dat het ook ditmaal ons toespreke 13 April 1906. Hondsdolheid. Sinds den treurigen dood van een 4jarig meisje te Vlissingen ten gevolge van een vermoedelijk nog ergens losloopenden hond, is men in de weer om honden „dol" te verklaren. Zoo vernemen wij dat te Koudekerke een hond is afge maakt op vermoeden van dolheid. Wij vreezen dat menige hond in deze dagen het hoekje om zal moeten die net zoo min dol is als hel hok waarin hij is groot gebracht. Hondsdolheid komt volgens deskundigen o, zoo zelden voorEn dan zeggen deze welke kenteekenen moet de hond vertoonen om //dol" ie zijn Laten de menschen, ook zelfs in de hondsdagen, niet al te spoedig bang zijn voor dolheid van honden. Als een hond raar doet is dit toch nog geen bewijs dat hij ffdol'' is Laat men den hond een vriendelijke behandeling en verpleging geven, zooals ieder beest toekomt en tien tegen een dat dré zoogenaamde dolheid achter blijft. De plagerij der muilkorven op Wal cheren wordt dan ook door ons niet toe gejuicht. Juist die muilkorf zou een hond wel eens dol kunen maken In een heel vrien delijke en prettige stemming brengt dat ding hem stellig niet. Italië, Hartroerend zijn de berichten die nog nakomen omtrent de vreeselijke ramp die het zuiden des lands trof door een uit barsting van den Vesuvius. De Nieuwe Courant bevat het vol gende bericht omtrent de ondergang van het dorp Tersigno, door een oogge tuige, een vluchteling van,daar, aanhaar Italiaanschen correspondent geschreven. „In de eerste uren van den vreeselijken nacht scheen alles rustig. Den t origen middag was ik te Tersigno gekomen om de schade te begrooten, die de aschregen aan mijn goederen had toegebracht. Het was een geruststelling voor mij te zien, dat tusschen San Giusseppe en Ottalano geen aschregen was gevallen. Tot mijn spijt kon ik hetzelfde niet zeggen van de streek tusschen San Giusseppe en Barra. Hier had alles een rossigen tint. De boomen waren overdekt met asch, de takken bogen onder den zwaren last van het bijtende materiaal. Er was noch groen, noch rood van de bloeiende amandelboomen te zien. Alles scheen gehuld in een dikken, rossigen nevel en ik begreep, dat de oogst hier geheel vernield was. Uit den hootdkrater stegen van tijd tot tijfP wolken asch op en vlogen brokken steen als voorboden van het vreeselijk onheil, dat later zooveel ellende zou brengen over lachende dorpen. Allen sliepen, toen tegen middernacht een geweldige knal als uit door duizenden tegelijk afgeschoten kanonnen, de venster ruiten deed barsten en de deuren deed openspringen. De bodem beefde; het scheen dat de aardkorst zich opende, j In een oogenblik waren alle menschen buiten, de Heiligen, de Madonna smee- kende om redding. De aanblik van den Vesuvius was vree selijk, maar schoon. De geheele berg scheen gehuld in een wolk van bloed. Het was, alsof nil den krater een fontein van vuur stroomde, die het omliggende landschap droevig verlichtte. Meer naar beneden, juist daar waar de bovenste kegel van den Vesuvius begint, en de groote vallei van de Atrio del Ca- vallo is, zagen wij dat een enorme vuur mond was ontstaan. De spleet had een ontzettende uitgebreidheid. Uit den voet van den kegel vloeide met groote snelheid een stroom gloeiende lava, die den kegel hulde in een gloeiend kleed, terwijl dikke wolken vuur er boven uit sloegen. Plotseling begon een warme regen van asch en steenen op Tersigno neer te dalen. De steenen sloegen tegen den grond en de daken der huizen en maakten een helseh lawaai, alsof tallooze geweren te gelijk werden afgeschoten. De bevolking begon onder een ontzet tend gehuil in een onbeschrijfelijke wan hoop te vluchten tusschen het weeklagen en de gebeden der menigte door weerklonk het geroep van hen die hun dierbaren zochten. De steeds in hevigheid toenemende sleen- regen maakte het ons zeer moeilijk vooruit te komen, terwijl wij sleeds nog in het gezicht en oogen werden getroffen door de neervallende brokken. Ik had te zorgen vooj de redding van mijn vrouw en van onze dienstbode. Wij liepen als waanzinnigen in de richting van het station en zagen den afstand tusschen ons en het voortrollende vuur steeds ver minderen. Eindelijk bereikten wij met vele andere lotgenoolen, op wier verwron gen gezichten de uiterste wanhoop te lezen stond, het station, maar hier wachtte ons een nieuwe schrik, daar er groot gevaar bestond, dat het dak onder het gewicht van de zware vracht zou instorten Wij trachtten weer te vluchtten op het veld, maar de steenregen was zóó ontzet tend, dat men onmogelijk kon vooruit komen. Zoo bleven wij dan lijdelijk af wachten wat 'tlot over ons zou beschikken. Twee volle uren zaten wij in het station, met den naderenden vuurpoel voor, het gevaarlijke dak boven ons. Tegen 4 uur verminderde de regen en waagden wij de vlucht door de wijnvelden en bereikten Scafalo. Mijn voor eenige dagen nog zoo veelbelo vende bezittingen zijn verwoest en Ter signo is veranderd in een puinhoop Van het oord der verschrikking aan de mooie Middellandsché Zee zijn berichten ontvangen, welke den ondergang melden van de plaatsen Sarno (20,000 inwoners), San Gennaro (6000) en Poggio Morino (10,000). Men stelt de materieele schade op 400,000,000 lire. De geruchten over het aantal verliezen aan menschenlevens schommelen tusschen 800 en 1000. Hongersnood, stortende huizen en storingen in het verkeer brengen de bevolking tot wanhoop. Wel werkt de Vesuvius, volgens de laatste berichten, niet meer zoo hevig, maar de aschregen blijft aanhouden en de dorpen aan den Vesuvius worden langzamerhand daaronder begraven en ook Napels heeft er zwaaronder te lijden. Woensdag stond daar gedurende eenigen tijd het spoorwegverkeer met Rome stil. In panischen schrik vluchten de bewoners van de dorpen om den Vesuvius. Waarheen is hun om het even, als ze maar uit den naasten omtrek van den moordenden berg wegkomen. De laatste trein, die Woensdag uit Annunziata naar Napels vertrok, had in iederen coupé 12 tot 20 personen. Hoe dichter de trein in den aschregen komt, hoe grooter de angstige vrees onder de passa giers wordt. Men rijdt langzaam en met buitengewone behoedzaamheid door de aschmassa's, die zich opstapelen voor de wegruimers der machines Plotseling, een ruk, de locomotief is ontspoord. De trein is geblokkeerd door aschmassa's. Op het zelfde oogenblik begint een steenregen.Vol angst verlaten de meesten den trein Te San Giuseppe werken de troepen dag en nacht voort ter bevrijding der armen, die in hunne huizen begraven zijn. Meters hoog ligt daar de aschverbinding met andere plaatsen is er niet en het gevolg is hongersnood. Het ongeluk, zegt men, is zoo onmetelijk groot, dat het niet meer goedgemaakt kan worden, op zijn hoogst eenigermate ver zacht. Het geheele Italiaansche leger te zamen zou niet in staat zijn de steden voor welke gevaar dreigt om bedolven te worden, te redden. Al zou de brood- en waterver- deeling op nog zoo ruime schaal geschieden, aan de ontzaglijk groote behoefte kan niet worden voldaan, als het niet gelukt het geringe verkeer met de steden om de golf in stand te houden. Dat bij zooveel leed en zóó groote ver liezen overal de beurzen worden geopend, spreekt vanzelf. Reeds zijn aan de Banco di Napoli 200,000 lire verstrekt om te voor zien in de allereerste nooden der slacht offers. Magnifieke giften zijn beschikbaar gesteld door den Koning (100,000 lire) den minister-president 50,000 lire en den Paus 100,000 lire. (1 lire is in Nederlandsche munt 50 cent). Te Somma Vesuviana zijn tot dusver drie kerken en vijftig huizen ingestort. Woensdagmorgen bezweek ook het stad huis en viel in puin. De dikte der laag neergezweefde asch en zand bedraagt daar ter plaatse reeds meer dan 2 meter. Gisteren meldde de N. Crt. als een bij zonderheid, dat te Rome asch door den Vesuvius-krater uitgeworpen, was komen neerdalen. Nog veel opmerkelijker is het te Berlijn geconstateerde feit, dat daar een bruin stof is komen dalen, dat bij geologisch onderzoek van den Vesuvius afkomstig is gebleken te zijn. Men verneemt uit Napels, dat in de streek der uitbarsting tal van personen blind zijn geworden, door de inwerking der heete asch op het onbeschermde oog. De pastoor van Ottajano, die oogge tuige is geweest van de ramp aldaar, ver telt daarvan het volgende //Zaterdagavond kwam ik van Bosco- Trecase naar Ottajano terug. Alles was rustig. Tegen 11 uur, ik stond op den drempel van de Annunziatakerk, begon een zware steenenhagel en werd ik ge troffen aan het oog en den nek. Ik trachtte binnen in de kerk een schuilplaats te vinden, toen juist een woeste menigte de kerk kwam binnendringen, een crucifix opnam en mij dwong een allerzonder lingste processie te organiseeren, bij het licht van slechts enkele walmende fakkels. De hoofden waren gedekt met pannen en potten ter bescherming tegen den stee nenregen. Na afloop van de processie kwamen de geloovigen weder in de kerk terug, waar uit ik vruchteloos trachtte hen te verdrij ven, want het gebouw dreigde in te storten. Ik zelf ging naar buiten, maar de onge- lukkigen, die gebleven waren, werden onder puin verpletterd''. Wat men in Nederland ook nog wel eens zal zien gebeuren, is men op het oogenblik te Parijs bezig te ondervinden De brievenbestellers en brievenboden heb ben gestaakt. Gisteren hebben de stakers een vergadering gehouden, waarop de eischen geformuleerd zijn betreffende de traktementsverhooging en de erkenning van het syndicaat. Van haar kant heeft de directie der posterijen circulaires rond gezonden, de mededeeling inhoudende dat alle ambtenaren die zich niet terstond op hun post aanmelden zich te beschouwen hebben als ontslagen wegens dienstwei gering. En terecht. Waar moet het heen 't is in 1903 ook in Nederland gezien wanneer beambten in dienst van den Staat, al naar ze goedvinden op gezette tijden publieken dienst an het internatio naal verkeer, ook het correspondentie- verkeer, gingen stop zetten Dezelfde quaestie vakvereenigiug of groepsvertegenwoordiging die in het Ne derlandsche parlement ter sprake kwam, en waarbij de vakvereenigiug van staats ambtenaren door liberalen en sociaal de mocraten verdedigd werd, kwam, naar aanleiding van deze brievenbestellerssta king, gisteren ook in de Fransche Kamer van Afgevaardigden ter sprake, en daar was het nu juist de radicale minister vau Openbare werken en Posterijen Barthou die zich op hetzelfde standpunt plaatste als in Nederland de christelijk historische oud-minister Lohman, en de antirevoluti onaire Kamerleden Talma en Heemskerk. Het radicale Kamerlid Semba interpel leerde den Franschen minister betreffende de staking der postbeambten, en eischte voor hen (iu een motie) het recht om zich in eea vakvereenigiug te organiseeren. De minister legde daarentegen de ver klaring af, dat hij de bestaande organi satie der employé's niet erkent, en dat morgen de stakers zullen worden ontslagen. Mocht de Kamer de motie-Sembat aan nemen, dan zou hij, minister, aftreden. Nadat de Kamer met 405 tegen 82 stemmen had geweigerd de motie-Sembat dadelijk in behandeling te nemen, werd een motie-Deville, met welke Barthou had ver klaard, zich te kunnen vereenigen, en waar in werd uitgsproken, dat de Kamer (a.) de verklaring van den minister goedkeurt en (h.) haar vertrouwen te kennen geeft in de welwillendheid der regeering ten op zichte harer beter-gezinde dienaren aange nomen en wel sub a met 442 tegen 74 stemmen en sub b met 466 tegen 86 stem men. De motie werd daarop in haar geheel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Een andere minister, die van buiten- landsche zaken Bourgeois had succes op zijn rede ter toelichting van het ver- kregene op de conferentie van Algeciras. Hij bleek al even dankbaar en voldaan te zijn als Von Bulow en Bannerman.. Hij verklaarde dat uit een bestudeering van de besluiten, waartoe de Conferentie was gekomen, zal blijken, dat die resul taten konden worden bereikt, dank zij wederkeerigen concessies, welke rijpelijk zijn overwogen, loyaal zijn toegestaan in termen welke voor allen volmaakt eervol zijn, en zonder dat Frankrijk iets heeft prijsgegeven van de vruchten zijner be moeiingen in het verleden. Sprekende over de economische vraag stukken, verklaarde Bourgeois Wij heb ben in geen enkele opoffering behoeven toe te stemmen om het met alle mogend heden eens te worden. Maar twee ernstige quaesties moeten nog worden opgelost de stichting der bank en de organisatie van de politie. Frankrijk vroeg in de bank-aangelegenheid geen voordeelhet trachtte niet, zijn zuiver tinantieele belan gen te behartigen. Het kwam op voor zijn rechtmatigen invloed op een werk door hem zelf gesticht in Afrika. Nog belangrijker was de politie-quaestie. Het deel van de akte dat hierop betrekking heeft houdt rekening met de overeenkom sten tusschen Frankrijk en Spanje en stelt Frankrijk in staat tot die organisatie over te gaan in volkómen overeenstemming met de mogendheden. Bourgeois bracht hulde aan Von Bulow die de historische rechten van Frankrijk en Spanje eerbiedigtaan den voorzitter der Conferentie die voornamelijk het wel slagen op zijn rekening heeften herin nerde daarbij aan de beslistheid, waarmede z/onze standvastige bondgenoot, Rusland" en «onze trouwe vriend, Engeland" de rechtmatigheid van de zaak van Frankrijk hebben ondersteund. Een mooie overwinning was het voor dezen spreker dat het voor de bestrijding der te Algeciras gemaakte kosten aange vraagde krediet, daarop met algemeen# stemmen toegestaan werd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1