Gemengde Berieblen.
Kerknieuws.
Schoolnieu ws,
Snippers uit da oude doos.
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen naar Schagen door D. F.
J. Herman te Zaltbommel.
Bedankt voor Wilp door B. J. Bolwerk
te Loenen.
Geref. Kerken.
Beroepen te Beilen J. Brinkman, cand.
te Kampen.
Aangenomen naar Oldekerk door T.
Gerber te Boornbergum.
Borsele. Zondagnamiddag (rad de heer
ds. J. H. Donner van Nieuwdorp voor 't
laatst voor onze gemeente op, en sprak
een afscheidswoord naar Openb. 4 9, 10.
Beide keeren was er veel volks's na
middags stampvol, in gangen en tuin.
Ds. Donner is 10 jaar consulent van onze
gemeente geweest.
Chr. Ger. Kerk.
Aangenomen naar Arnhem door Ij. H.
Beekamp te Delft.
Kloetinge. Met ingang van 1 Juni
a.s. is als onderwijzeres aan de Chr.
Bewaarschool alhier benoemd mej. A. J.
Blok te Biervliet.
Maandbericht van het Nederl. Zende
linggenootschap no. 4 bevat een ernstig
verzoek aan de lezers om een tweeguldens-
collecte, teneinde 't tekort der jaarrekening
over 1905 van f 20,000 te kunnen dekken.
In het volgend Maandbericht zullen de
bijdragen worden verantwoord.
Voorts bevat het een hoogst belangrijk
verhaal van een vredesconferentie te
Posso" door zendeling Hofman. Een leven
dige onderhandeling die met een menschen-
oft'er eindigt, en waarbij de zendeling ge
legenheid vindt zyn invloed te doen gelden,
doch het menschenoffer niet kou beletten.
Weer een bewijs hoe noodig onder deze
stammen aan de Posso-rivier (Midden-
Celebes) de prediking van het Evangelie is.
L A IX I> BOCJ W.
HAVERPRAATJE.
Onlangs kwam ik bij mijn neef, die
landbouwer is en wiens hoeve en bouw
grond grootendeels op middelmatig-zwaren
kleigrond gelegen is Juist toen ik bij hem
kwam, was hij in den paardenstal, waar de
knecht bezig was de paarden te voeren.
Ze kregen elk een flinke maat haver.
„Wel", zei ik, nadat we elkaar gegroet
hadden en ik een tijdje naar het voeren
had gekeken, „wel, die paardjes kunnen
nog al wat haver aan op een jaar".
Dat kunnen ze ook (zei neef) en 't is
tegenwoordig net, of ze nooit genoeg heb
ben. Ze moeten hard werken, dat is waar,
maar 't is een wonder, wat een haver ze
verslinden. Eu toch is men het er algemeen
over eens, dat het nog het beste voer is.
Zonder haver kunnen ze natuurlijk niet,
maar ik voer ook niet veel anders, behalve
stroo en waf roggemeel of maïs. Haver is
en blijft de hoofdzaak.
„Ge wint al je haver zeker zelf, ze is
niet zwaar, neef, me dunkt, ge kondt op
jou grond toch heel wat zwaardere haver
winnen".
Juist, daar zit kern de kwestie. Ik win
mijn haver zelf en wel op het beste ge
deelte van mijn land, maar ik moet in
de laatste jaren hoe langer hoe meer zaaien.
En dat begint me wel een beetje te vervelen.
„Ja, dat begrijp ik, ge zoudt zoo ouder
hand alleen voor jeprarden moeten werken.
Maar, kom aan, dat is natuurlijk over
dreven doch vertel me eens, hoe ver-
86
F E UIL L
dook
SCALDIS.
V 1 i s s i n g e n.
1.
Voor heden willen wij onze schreden
richten naar een der oudste en meest be
kende steden van onze provincie naar een
stad, die, zooals genoeg bekend is, vele
zeehelden heeft voortgebracht, maar die
ook in ruime mate gedeeld heeft, in al de
jammeren, veroorzaakt door vuur, water
en oorlog.
Ons bestek laat niet toe, al het vermel
denswaardige van Vlissingen te onder
zoeken en te behandelen, want een boekdeel
zou hiermede gevuld kunnen worden. Het
meest merkwaardige uit vroeger en later
tijd, willen wij daarom maar in oogen-
schouw nemen en het een en ander er van
bespreken.
Vlissingen ligt ruim één uur gaans van
Middelburg en onmiddellijk aan den mond
der Schelde, en is daardoor voor handel en
scheepvaart uitstekend gelegen.
Zooals het met den naamsoorsprong van
de meeste plaatsen gelegen is, geldt dit ook
voor Vlissingen. De afleiding van de tra-
ditioneele „Flesch" van Willebrord, zoo
dikwijls verhaald, schijnt zonder eenigen
grond te zijn. Boxhnm, in zijn kroniek
houdt het voor waarschijnlijk dat Vies, dat
bij de oude Denen, de verandering van het
wassende en afnemende zeewater betee-
kende, den naam aan Vlissingen zal gegeven
hebben.
Weer andere schrijvers meenen, dat op
Oud-Vlissingen al zeer vroeg een veer op
Vlaanderen heeft bestaan en dat aan het
veerhuis eene llesch zal uitgehangen heb
ben en dit toen „het veer aan de Vlesse"
bouwt ge uwe haver? Ik bedoel, hoe
maakt ge het land gereed, welk zaad ge
bruikt ge en hoe bemest ge den grond
Als het kan maar het kan altijd niet
ploeg ik den grond nog vóór den winter
en zaai ik op de winterhuid. Het zaad
gebruik ik van mezelf en gemesting, nu
ik zal je eens wat zeggen, stalmest heb
ik niet voor mijn haver en dat hoeft ook
niet, «ftiukt me en kunstmest, nu, dat vind
ik wel een beetje gek op haver dat zou
ook wel le duur uitkomen.
„Ja, dat zeg ik je nu zonder na te den
ken ik verzeker je dat het niet te duur
zou uitkomen. Dat je geen stalmest hebt,
begrijp ik, maar als je de haver nuchter
zaait, kau zij ook niet veel geven en zal
ze nooit zwaar worden. Daarenboven moet
ge er ook aan denken, dat ge door een
doelmatige bemesling ook de voedings
kracht van de haver verbetert en de paard
jes bij een mindere hoeveelheid toch nog
meer nut hebben van hun voedsel. Ik
raad je daarom aan met je oude gewoonte
te breken en ook je haver kunstmest te
geven. Ge kunt dit jaar beginnen met je
haver wat chilisalpeler te geven als over
bemesting, ongeveer 150 K.G., des uoods
200 K.G. per H.A., waarvan ge de eene
helft strooit als de haver er op slaat en
een 14 dagen of drie weken later de andere
helft uitzaait. Het volgende jaar zorgt ge,
dat de grónd ook wat kali, kalk en phos-
phorzuur krijgt. Wat nu uwe wijze van
ploegen aangaat, ik denk wel, dat dat goed
ishier en dar is je groud nog al.zwaar,
ge kunt dus niet beter doen dan voor een
goede wintervoor te zorgeu en in het voor
jaar het land liefst zoo droog mogelijk
bewerken. Maar 't is waar, dat gaat niet
altijd."
En mijn zaad, hebt ge daarop ook
iets aan (e merken
„Ja zeker, neefje, en nu moet je niet
kwaad worden, dat ik zooveel aanmer
kingen maak, 't is voor je bestwil en voor
je paardjes. Welnu, verander zoo spoedig
mogelijk eens van zaad. Breng er eens
wat nieuw bloed in. Laat eens wat ver
schillende variëteiten komen, maar alle
van een ander, van een vertrouwd zaad
handelaar en zie het volgende jaar eens,
welke je het best bevalt. Daar kun je
dan weer eenige jaren mee weg. Dus
vooral ,twee dingen kunstmest (dit jaar
Chili) en ander zaad. En nu ga ik eens bij
je vrouw kijken of ze de koflie klaar heeft."
Middelburg. De bij het 3e regiment
infanterie benoemde militie-2e luitenants
Coppoolse en Galle zijn ingedeeld by het
4e bataljon te Vlissingen. De eveneens
nieuw benoemde militie-2e luitenant Mun
ters is geplaatst bij het 3e bataljon te
Bergen-op-Zoom. De heer Coppoolse is af
komstig uit Souburgde heer Galle uit
Zaamslag; de heer Munters uit Middelburg.
Borssele. In de Maandag gehouden
vergadering van gemeenteraad werd o. a.
het kohier van den Hoofd. Omslag over
1906 en een suppletoir kohier van den
Hoofd. Omslag over 1905 vastgesteld. Ver
der werd besloten tot aanschaffing van
leesplankjes voor de 1ste klasse der O. L.
School.
Pensioen verleend aan C. J. Luyk,
commies ter prov. griffie v. Zeeland, f 1821.
Verplaatst 16 April de klerk der
posterijen en telegrafie J. P. A. S. v. d.
Wiel, van 's-Gravenhage naar Goes (tele
graafkantoor).
Naar de Midd. Crt. verneemt, zal de
nieuw benoemde commissaris der Koningiu
de heer mr. H. J. Dijckmeester, voorloo-
genoemd werd. Wijl nu vele plaatsen
aan vroegere stroomen gelegen, den uit
gang ingen hebben, meent men, dat zoo
langzamerhand de naam Vles-inge of Vlis
singen ontstaan is. In de oudste bescheiden
der stad wordt de naam Vlissijnghe gespeld.
Hoe dit zij „de flesch" had ook invloed
bij het invoeren van het wapen der stad
dit bestaat uit een zilveren flesch op een
rood veld.
De tegenwoordige stad is intusschen niet
meer de vroegere. Oud- Vlissingen lag ten
westen van de tegenwoordige plaats, en
moet dit reeds in 620 een visschersgehucht
zijn geweest, dat in 927 een dorp werd,
voorzien van kerk en toren. Ten oosten der
kerk bouwde IVisse can Koudekerke een
steeuen huis of sterkte, dat vele bezitters
heeft gehad. Vermoedelijk heeft deze
sterkte den naam gegeven aan zijn vroegere
Heeren, die zich „van Vlissingen" noem
den, welke onder de aanzionlijke Zeeuwsche
geslachten bij Smallegange geboekt staan.
Dat dit Oud- Vlissingen tot groote wel
vaart kwam, blijkt wel daaruit dat Hertog
Albrecht aan Heer Jan Simonszoon in 1538
de kosterij aldaar, met al haar toebehooren,
schonk, om die gedurende zijn leven te
bezitten deze kosterie bleek van hoogen
ouderdom te zyn en eene aanzienlijke be
zitting, wijl de Hertog ze gaf' aan een man
van rang en geboorte.
In de nabijheid van de oude stad werd
in 1227 de grond gelegd voor de tegen
woordige en trachtte men toen ook alle
welvaart naar de nieuwe stad over te
brengen, 't welk uitnemend gelukte; de
inwoners verlrokken van lieverlede en
werd alzoo de oude slad weldra overvleu
geld. De overblijfselen van Oud-Vlissingen
zijn nog lang b waard gebleven in een
nietig gehucht, buiten de voormalige Mid-
delburgsehe poort gelegen. De huizen van
dit gehucht leden aanmerkelijk gedurende
het beleg der stad jn 180J, de meeste er
pig zy'n intrek nemen in het hotel De
Abdij te Middelburg, waar eenige ver
trekken voor hem in gereedheid worden
gebracht.
Ged. Staten van Zeeland hebben by
de I'rov. Staten ingediend een voorstel
tot oprichting van een waterschap tot in
standhouding van den oever vóór de
polders Noord-, Ser Lippens en Nieuw-
Othene en van de daarachter gelegen
dijken. Het waterschap zal worden ge
vormd door 54 polders of waterschappen,
ter gezamenlijke oppervlakte van circa
19000 II.A.
Oosterland. Zaterdag geraakte een
ongeveer anderhalf jarig kind al spelend
in een moddersloot en bleef met het hoofd
in den modder steken. Hoewel terstond
een arts aanwezig was, mocht het hem
niet gelukken de levensgeesten op te
wekken.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend dat het rijks
telefoonkantoor te St. Maartensdijk met
ingang van 17 April mede voor den tele
foondienst wordt opengesteld.
Ierseke. In de Maandag gehouden raads
vergadering waren 10 leden aanwezig.
Voorzitter dhr. burgemeester. Ingekomen
waren o. a. de goedkeuring der gemeente
rekening 1904, zooals zij voorloopig was
vastgesteld en de goedkeuring der straat
belasting. Besloten werd van het burg.
armbestuur een stuk grond in erfpacht te
ueinon, groot 265 M2., voor een slacht- en
bergplaats. De pachtprijs bedraagt 2'/a c.
per M2. Aan 6 adressanten werd afschrij
ving van schoolgeld verleend tot een geza
menlijk bedrag van f6,525. Van de ver.
„Zeeland" tot verpleging van verwaarloosde
kinderen was een verzoek ingekomen om
een jaarlijksche subsidie. Er werd besloten
jaarlijks f 10 te geven. B. en W. stelden
voor de lage kade bij de haven met keien te
bestraten, en wel met dezelfde, die voor de
hooge kade zyn gebruikt. Dit werk is
geraamd op f 1435. Deze som is meer dan
voldoende te vinden uit het overschot der
voor de bestrating van verleden jaar ge
leende f 12000, uit de f 2030 opbrengst
van een verkocht huis en uit een gewone
begrootingspost van verleden jaar. Een
der leden wilde klinkers gebruiken, die
wel minder duurzaam, maar ook veel
goedkooper zijn. Dit vond evenwel geen
ingang en het voorstel van B. en W.
werd met algemeene stemmen aange
nomen. Als laatste punt kwam de alge
meene wijziging der politieverordening
in behandeling, als gewoonlijk een lang-
wijlig werk. Vele artikelen werden ver
anderd. Vele wijzigingen bestonden in het
geheel of gedeeltelijk weglaten van artike
len of alinea's, omdat zij zaken betroffen,
die bij de nieuwe bouwverordening zijn
geregeld. Omtrent het rijden binnen de
kom der gemeente met rijwielen, motor
rijwielen en motor-rijtuigen werd een
maximum-snelheid van 10 K.M. per uur
vasljesteld. Een der leden wJde dal rijden
geheel verbieden, doch dit werd met 7
tegen 3 stemmen verworpen. Een artikel
werd ingelascht, waarbij voorgeschreven
wordt, dat rij- ea voertuigen, vóór zij
binDen de gemeente komen, van slijk
moeten gezuiverd worden. En ook werden
o. a. voorschriften voorgesteld en goedge
keurd ter bevordering der reinheid op de
terreinen bij de oesterputten, als het neer
werpen van afval en vuil en het houden
en toelaten van schapen, geiten en ander
vee, van honden en kallen.
Daarna werd de vergadering gesloten.
Hansweert. Het sleepschip „Schaldis"
schipper Jansen, komende van Pruisen en
bestemd naar België is in aanvaring ge-
van werden toen vernield, de laatste over
blijfselen zijn in 1810 opgeruimd, bij het
uitbreiden der vestingwerken.
Is er eene stad die in de tegenspoeden
der vroegere jaren deelde en in- en uit
wendig de grootste veranderingen onder
ging, het is zeer zeker Vlissingen. Vroeger
zeer welvarend, moest zij eindelijk, vol
gens het fractaat van 1795, Fransehe
bezetting binnen hare muren dulden en
hare havens met die natie deelen. In 1803,
bij Napoleon's bezoek, ging op den 12 Juli
van dat jaar, het wachtwoord van hem
uit, dat Vlissingen, zette vesting, en alles
aan de landzijde, tot 550 ellen van de
buitengracht, geslecht moest worden. In
I8ü7 dwong hij de geheele stad zijn broeder
Loden-ijk, onzen Koning, af, met den grond
begrepen binnen een boog, overal op 18Ö0
ellen van de reeds aangelegde vestingen,
die vervolgens nog verder werden uitge
breid de gevolgen daarvan zijn genoeg
uit de geschiedenis bekend.
Zoo boog Vlissingen, de wieg en baker
mat der Vaderlandsehe vrijheid, en binnen
welker muren een De Ruyter, Ue Eoertsen,
een Worst enz. het levenslicht aanschouw
den, van lieverlede hel eerst het hoofd
onder de vreemde overheersching. Deerlijk
geteisterd, eerst dooreen gcduchUn water
vloed in 1808, en vervolgens door een
korte maar hevige belegering, door de
Kogelschen in 1809, ondervond de stad
eene opeenstapeling van ellende, die haar
voor altijd eerwaardig maken in het oog
van eiken Zeeuw en Nederlander.
De stad, in onze gedachten eertijds door
wandelende, tellen wij, ter harer ver
dediging vijf poorten, n.m. twee aan de
landzijde en drie aan de zeezijde. Delaud-
poorten warende Rammekens- en de
Duinpoort. Deze Duinpoort was echter de
oude niet; ze werd ten tijde der Fransehe
overheersching. gedeeltelijk afgebroken,
gedeeltelijk dichtgemetseld, Zij had een
weest met het sleepschip „Joseph", schipper
Meulemans. Eerstgenoemd schip bekwam
belangrijke averij aan het achterschip.
Krabbendijke. Omtrent de verbinding
van het noordelijk en zuidelijk uiteinde
van de Wilhelminabaan over liet land der
Ned. Herv. diaconie schijnt eindelijk een
goede oplossing te zyn verkregen. Dank
zij de volharding en opoffering der be
woners in verband ook met de onmoge
lijkheid om in verband met de nieuwe
woningwet grond uit te kunnen geven,
als de toestand zoo bleef, is er nu een
publiek pad gekomen van 1 M. breed,
Hink met ijzerdraad afgeheind en aan de
beide uiteinden een draaier, zoodat rij
wielen of ander ry-tuig niet gemakkelijk
zullen kunnen passeeren.
Ook zal het paadje flink bezand wor
den. En de bewoners der Wilhelmina
baan en vele anderen zullen een dank
baar gebruik van dit paadje maken.
Vóór dezen mocht men er nu eens langs
en dan weer werd beboet, wie de naaste
pad nam. Eens gaf dhr. Welleman over
pad over zijn land, maar later hield dit
ook op en kwamen er een drietal borden
met „verboden voetpad". Dit zal nu wel
niet meer plaats hebben. Toch is er nog
wel een en ander te doen, eer de bewo
ners, vooral van het zuidelijk deel niets
meer te klagen hebben, want verlichting
ontbreekt, waar deze juist bij het door
waden van den modderpoel welke de weg
in den winter is, dubbel noodig was. En
die modderpoel kon ook tot een vasten
weg gemaakt worden. Flinke rioleering
ware daarbij ook zeer gewenscht.
In ons no. van gister staat een be
richt omtrent voorgenomen liquideering
door aandeelhouders van den Engelschen
polder. Naar wij uit hoogst vertrouwbare
bron vernemen is van dit bericht niets aan.
Pater (Jelestinus (H. J. v. d. Vorst)
hesf't aan den Alg. Secretaris der Evan
gelische Maatschappij meegedeeld dat hij
thans inziet in overspanning tot verkeerde
gevolgtrekking gekomen te zijn, dus een
door genoemden Secretaris tot hem gericht
schrijven over het houden van voordrachten
in ons land, is daardoor vervallen. Hier
van wordt meedeeling gedaan door dezen
Secretaris in het moderne weekblad De
Hervorming, zoodat wij eenigszins ods
kunnen voorstellen welk soort protestan
tisme 't is waartoe deze pater zou zijn
overgegaan.
Te Rijswijk is een meisje bij het
spoelen van kleeren voorover in de Vliet
gevallen en verdronken. Te Vlaar-
dingen was een 47-jarige kuiper Zaterdag
middag na alloop van zijne werkzaam
heden uit vissehen gegaan. Doordat de man
des avonds niet thuis kwam, was men,
ongerust zijnde dat hem een ongeluk was
overkomen, hier en daar gaan zoeken,
totdat men Zondagmiddag een hengel en
pet drijvende in de Koningin Wilhelmina-
haven vond. Weidia werd het lijk van
den ongelukkige opgehaald, een weduwe
met 8 kinderen nalatende.
Mr. Troelstra heeft in een met groote
kalmte geschreven brochure nogmaals zijne
grieven en de eischen der Partijleiding
uiteen gezet.
Uit het slotwoord blijkt, dat naar mr.
Troelstra's meening de Partij in een toe
stand van hoogste crisis verkeert. Daarin
toch leest men
„Het uiterste punt, waarop eenheid mogelijk is,
is bijna bereiktik ben niet de eenige in de Partij,
die, wanneer het zóó doorgaat, reeds ter wille van
zijn geestelijke en physieke gezondheid genood
zaakt zal zijn zich uit het actieve partijleven terug
te trekken en op andere wijze aan de sociaal
democratie zijn krachten te wijden.
latijnsch opschrift, 't welk vertaald aldus
luidde: „De raad en het volk van Vlis-
nsingen heeft deze poort, welke de eerste
„van alle Nederlandsche poorten den toe-
„gang voor de slavernij heeft gesloten, en
„voor de vrijheid geopend, hersteld onder
„de Burgemeesters Apolonius Tnyelsen en
nJohan Cardon 1669. Bijna geheel ver-
„valleD, weder vernieuwd onder de Purge-
„meesters A. P. Lambrechtsen van Ritthem
„en N. van Hoorn van Burgh 1770".
Juist honderd jaren ui deze herstelling
werd de poort afgebroken en de daarbij
gelegen wallen en een gedeelte der vesting
werken geslecht. De burg werd door een
aarden dam vervangen, die met straat-
steeueu werd belegd.
De RammckensgooA was gelegen aan
het eind van het Dok. Zij dagteekende
van het jaar 1659, welk jaartal dan ook
uitgehouwen was, in een steen aan de
buitenzijde dier poort ingemetseld. Een
andere steen aan de binnenzijde prijkte
met het wapen der stad. Deze poort was
een vierkant steenen gebouw en voorzien
van een leiendak en van een gewelf, in
welks midden vroeger eene met ijzer be
slagen valdeur aanwezig was. Op de
bovenverdieping was een lokaal tot arrest
kamer voor de officieren bestemd, en waar
de militairen hunne civiele en criminele
rechtszitting hielden terwijl beneden, aan
beide zijden van den doorgang onder
scheidene lokalen waren.
Deze poort is in 1871 afgebroken, ten
behoeve eener doorgraving, die de ge
meenschap tusschen het dok en het ver
breed kanaal moest vormen. Van de drie
poorten aan de zeezijde, die vroeger be
staan hebben, gaf de eene toegang tot het
Groote of Westerhoofdde tweede tot
het Oosterhoofd de derde tot het Rijzen-
hoofd. De eerste was vroeger van zwaren
hardsteen gebouwd met een gewelf van
^«„„ïrden «teen, die onder den muur door-
Een van beide is noodig de krisis waarin wij
verkeeren, moet in de één of andere richting op
gelost. Oi terug naar een kameraadschappelijke
wijze van werken, met verdeeling van arbeid en
wederzijdsch opbouwende, op onderling vertrou
wen rustende kritiek óf verder, door dc desorga
nisatie heen naar de ontbinding.
In welke richting deze ontwikkeling zal gaan,
dat hebben ten slotte niet enkele personen
in de Partij, hoe verdienstelijk dan ook, uit te
maken dat zal de Partij zelve hebben te be
slissen".
De koplooper, de nieuwsqieriaen en de
politie.
Zondagmorgen om kwart voor twaalven
op 't Sophiaplein. Er loopen eenige jon
gens, op hun Zondags, met nette grijze
pakkies on spot tpetteu, een enkele op een
fiets. Dan nog vele Zondagswandelaars.
Maar 't echt-Amsterdamsch cachot krijgt
de omgeving eerst door 't geroep van
„Ja-in welke „cri du Jordaan" telkens
herhaald wordt, tot eindelijk uit de verte
een snerpend, schel fluitje aankondigt,
dat „Jan" in aantocht is.
Er komen langzamerhand meer rnen-
schen, die op „de Munt" blijven rond-
loopen met een bepaald doelde koplooper
uit Flora zou toch om twaalf uur precies
zijn kunst op den openbaren weg experi-
menteeren. Maar audereu wisten dat niet,
en bleven alleen staan, omdat er reeds
zoovelen stonden.
„Zeker mot de Koningin voorbij komme"
merkt er een op en een ander veronder
stelt dat de belangstelling „een kluppie
fiessers" geldt. En als er óóu naar boven
kijkt, naar 't gebouw Kalverstraat hoek
Sophiaplein en Rokin, dan denken velen,
dat er weer scheuren te zien zijn, of een der
beelden aan den gevel een arm zal ver
liezen. Maar een ander, beter ingelicht,
verklaart, dat die vent uit Flora op zyn
„bloote hare" zal loopen.
Intusschen is de koplooper uit de Regu-
liersbreestraat komen aanwandelen op zijn
beenen. 't Is een kleine, stevige, blonde
Duitscher. Vóór in de Kalverstraat houdt
hij stiltrekt zijn overjas uit, die een hem
vergezellend heer vast houdtgeeft aan
dezen zijn horloge met ketting, zyn porte
feuille. Vrijwel onopgemerkt gaat hij ver
der met zich gereed te maken voor zijn
experiment. Hij zet zijn hooge hoed af,
doet een kapje over zijn hoofd, legt een
gutta-percha ring op het asphalt, gaat dan
daarop op zijn hoofd staan en gespt de
bandjes onder zijn kin vast. Dan is hij
klaar en springt een pas of drie vooruithij
loopt op z'u kop.
Maar er verschijnt een agent, die, zooals
hij eiken anderen deliquent zou doen, ook
dezen op z'n schouder wil tikken, 't Ge
volg is dat hij den man op z'n schoenzolen
tikt, waarvan deze niets gewaar wordt.
Nog een moeilijkheid voor den agent, hij
kan den delinquent niet aanraden tot „deur-
loopen", want juist dat moet hij hem
beletten. Tot eindelijk de koplooper ont
dekte, dat de agent hém wenscht te spre
ken. De agent spreekt Duitsch.
De koplooper zegt daarvan maar een
„bischen" te verstaan.
De agent vraagt hem in 't Franseh of
hij Franseh spreekt.
En de koplooper antwSordt van neen
er zeer listiglijk aan toevoegend alleen
Zweedsch.
Maar de openbare scène heeft geen
voortgangTelegraaf
Uit Mülheim wordt aan de Köln. Ztg.
bericht, dat thans ook het zevenjarig
zoontje van den overleden schipper Van
der Scheer door de pokken is aangetast.
Het kind is niet ingeënt. De vrouw, de
beide andere kinderen en de knecht zyn
gezond. De broeder van den gestorven
liep en door drie deuren afgesloten werd.
Sedert de verzwaring der muurwerken en
het bouwen der kazematten in 1813 door
de Fransehe regeering, is de vroegere
poort verdwenen en met de muurwerken
vereenigd, zoodat er toen geen afzonder
lijk gebouwde poort meer bestond, maar
een gewelfde doorgang werd, met bom
vrije kazematten ter weerszijden en op hel
einde van dien doorgang, eene wachtkamer,
die met vensters op de haven uitzag. In
een van die kazematten werd naderhand
de garnizoensbakkerij gevestigd.
Aan de overzijde van het Wester-ligt
het Oosterhoofd, welke twee hoofden den
ingang der haven vormen. Dit hoofd in
1551 aangelegd, waar vroeger maar een
rijsberm was, strekt zich even ver in zee
uit. Vroeger was de toegang tot dat hoofd
door eene poort van metselsteen opgetrok
ken en van een gewelf mot eene deur, voor
zien. Boven op was er een klein rondeel,
hetwelk langs een gemetselden steenen
trap kon bereikt worden. In de laatste helft
der vorige eeuw, toen de wallen aan de
zyde der stad verhoogd werden, heeft men
de poort dichtgemetseld en is het overige
onder een' hoogen wal verdwenen.
De derde waterpoort is die van het
Rijzenhoofd en bestaat uit een steenen
gewelf, dat onder den wal doorloopt. Het
Rijzenhoofd maakt met het daartegenover
gelegen Zaagmolenhoofd, de monding van
de Ooster- of Dokhaven uit. Deze hoofden
zijn in de jaren 1609 1612 aangelegd bij
den aanleg der haven. De stad heeft toen
op zich genomen die hoofden, ten haren
koste, met rijs en steen te vullen.
Al deze hoofden dienen om den golfslag
van het water te breken, en alzoo den
ingang tot de havens te beveiligen.
{Wordt vervolgd.)
dit
E
voi
zijj
tro
hu
is
in
var
Vai
alV
een
gat,
grot
Het
I
van
rn
de
in
van
M.
Vlie
date
bene
van
in
kl
steld
der
Vf
on tv
de
M
V
Andr
Heen
Boscl
slechi
uit te
lande
dijk.
voor
schutsli
daarop'
Grave
van
Ook
te
waar
mei
echter
1856
De
de
Verb
Belgi
Merwt
en ha;
vloed
den
hevige
schrikke
overstroi
in het
tot Den
was
Driehui
hevige
Rossum
In 1883
de
redmidd
en pold
te dragc
door
aanmi
Maas
en de
zelden
lingen
Maas
tricht
val do
gevoelen
polders
te scl
nici.
vele
Den
eene
dingen
niet 2
toestand
verbet
in de
ook
water
is, mag
gelijk
dat de
en dat
zijn.
te Ame
22-jarig
Meenis
heen de
gebracht
taire
ingang
worden
ongeval
ning ha;
naar hu
dienst
kazerne
gens
r,
uitgaan
straat
§sen 52