Gemengde Berieblen. Kerknieuws. Schoolnieu ws, Snippers uit da oude doos. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Schagen door D. F. J. Herman te Zaltbommel. Bedankt voor Wilp door B. J. Bolwerk te Loenen. Geref. Kerken. Beroepen te Beilen J. Brinkman, cand. te Kampen. Aangenomen naar Oldekerk door T. Gerber te Boornbergum. Borsele. Zondagnamiddag (rad de heer ds. J. H. Donner van Nieuwdorp voor 't laatst voor onze gemeente op, en sprak een afscheidswoord naar Openb. 4 9, 10. Beide keeren was er veel volks's na middags stampvol, in gangen en tuin. Ds. Donner is 10 jaar consulent van onze gemeente geweest. Chr. Ger. Kerk. Aangenomen naar Arnhem door Ij. H. Beekamp te Delft. Kloetinge. Met ingang van 1 Juni a.s. is als onderwijzeres aan de Chr. Bewaarschool alhier benoemd mej. A. J. Blok te Biervliet. Maandbericht van het Nederl. Zende linggenootschap no. 4 bevat een ernstig verzoek aan de lezers om een tweeguldens- collecte, teneinde 't tekort der jaarrekening over 1905 van f 20,000 te kunnen dekken. In het volgend Maandbericht zullen de bijdragen worden verantwoord. Voorts bevat het een hoogst belangrijk verhaal van een vredesconferentie te Posso" door zendeling Hofman. Een leven dige onderhandeling die met een menschen- oft'er eindigt, en waarbij de zendeling ge legenheid vindt zyn invloed te doen gelden, doch het menschenoffer niet kou beletten. Weer een bewijs hoe noodig onder deze stammen aan de Posso-rivier (Midden- Celebes) de prediking van het Evangelie is. L A IX I> BOCJ W. HAVERPRAATJE. Onlangs kwam ik bij mijn neef, die landbouwer is en wiens hoeve en bouw grond grootendeels op middelmatig-zwaren kleigrond gelegen is Juist toen ik bij hem kwam, was hij in den paardenstal, waar de knecht bezig was de paarden te voeren. Ze kregen elk een flinke maat haver. „Wel", zei ik, nadat we elkaar gegroet hadden en ik een tijdje naar het voeren had gekeken, „wel, die paardjes kunnen nog al wat haver aan op een jaar". Dat kunnen ze ook (zei neef) en 't is tegenwoordig net, of ze nooit genoeg heb ben. Ze moeten hard werken, dat is waar, maar 't is een wonder, wat een haver ze verslinden. Eu toch is men het er algemeen over eens, dat het nog het beste voer is. Zonder haver kunnen ze natuurlijk niet, maar ik voer ook niet veel anders, behalve stroo en waf roggemeel of maïs. Haver is en blijft de hoofdzaak. „Ge wint al je haver zeker zelf, ze is niet zwaar, neef, me dunkt, ge kondt op jou grond toch heel wat zwaardere haver winnen". Juist, daar zit kern de kwestie. Ik win mijn haver zelf en wel op het beste ge deelte van mijn land, maar ik moet in de laatste jaren hoe langer hoe meer zaaien. En dat begint me wel een beetje te vervelen. „Ja, dat begrijp ik, ge zoudt zoo ouder hand alleen voor jeprarden moeten werken. Maar, kom aan, dat is natuurlijk over dreven doch vertel me eens, hoe ver- 86 F E UIL L dook SCALDIS. V 1 i s s i n g e n. 1. Voor heden willen wij onze schreden richten naar een der oudste en meest be kende steden van onze provincie naar een stad, die, zooals genoeg bekend is, vele zeehelden heeft voortgebracht, maar die ook in ruime mate gedeeld heeft, in al de jammeren, veroorzaakt door vuur, water en oorlog. Ons bestek laat niet toe, al het vermel denswaardige van Vlissingen te onder zoeken en te behandelen, want een boekdeel zou hiermede gevuld kunnen worden. Het meest merkwaardige uit vroeger en later tijd, willen wij daarom maar in oogen- schouw nemen en het een en ander er van bespreken. Vlissingen ligt ruim één uur gaans van Middelburg en onmiddellijk aan den mond der Schelde, en is daardoor voor handel en scheepvaart uitstekend gelegen. Zooals het met den naamsoorsprong van de meeste plaatsen gelegen is, geldt dit ook voor Vlissingen. De afleiding van de tra- ditioneele „Flesch" van Willebrord, zoo dikwijls verhaald, schijnt zonder eenigen grond te zijn. Boxhnm, in zijn kroniek houdt het voor waarschijnlijk dat Vies, dat bij de oude Denen, de verandering van het wassende en afnemende zeewater betee- kende, den naam aan Vlissingen zal gegeven hebben. Weer andere schrijvers meenen, dat op Oud-Vlissingen al zeer vroeg een veer op Vlaanderen heeft bestaan en dat aan het veerhuis eene llesch zal uitgehangen heb ben en dit toen „het veer aan de Vlesse" bouwt ge uwe haver? Ik bedoel, hoe maakt ge het land gereed, welk zaad ge bruikt ge en hoe bemest ge den grond Als het kan maar het kan altijd niet ploeg ik den grond nog vóór den winter en zaai ik op de winterhuid. Het zaad gebruik ik van mezelf en gemesting, nu ik zal je eens wat zeggen, stalmest heb ik niet voor mijn haver en dat hoeft ook niet, «ftiukt me en kunstmest, nu, dat vind ik wel een beetje gek op haver dat zou ook wel le duur uitkomen. „Ja, dat zeg ik je nu zonder na te den ken ik verzeker je dat het niet te duur zou uitkomen. Dat je geen stalmest hebt, begrijp ik, maar als je de haver nuchter zaait, kau zij ook niet veel geven en zal ze nooit zwaar worden. Daarenboven moet ge er ook aan denken, dat ge door een doelmatige bemesling ook de voedings kracht van de haver verbetert en de paard jes bij een mindere hoeveelheid toch nog meer nut hebben van hun voedsel. Ik raad je daarom aan met je oude gewoonte te breken en ook je haver kunstmest te geven. Ge kunt dit jaar beginnen met je haver wat chilisalpeler te geven als over bemesting, ongeveer 150 K.G., des uoods 200 K.G. per H.A., waarvan ge de eene helft strooit als de haver er op slaat en een 14 dagen of drie weken later de andere helft uitzaait. Het volgende jaar zorgt ge, dat de grónd ook wat kali, kalk en phos- phorzuur krijgt. Wat nu uwe wijze van ploegen aangaat, ik denk wel, dat dat goed ishier en dar is je groud nog al.zwaar, ge kunt dus niet beter doen dan voor een goede wintervoor te zorgeu en in het voor jaar het land liefst zoo droog mogelijk bewerken. Maar 't is waar, dat gaat niet altijd." En mijn zaad, hebt ge daarop ook iets aan (e merken „Ja zeker, neefje, en nu moet je niet kwaad worden, dat ik zooveel aanmer kingen maak, 't is voor je bestwil en voor je paardjes. Welnu, verander zoo spoedig mogelijk eens van zaad. Breng er eens wat nieuw bloed in. Laat eens wat ver schillende variëteiten komen, maar alle van een ander, van een vertrouwd zaad handelaar en zie het volgende jaar eens, welke je het best bevalt. Daar kun je dan weer eenige jaren mee weg. Dus vooral ,twee dingen kunstmest (dit jaar Chili) en ander zaad. En nu ga ik eens bij je vrouw kijken of ze de koflie klaar heeft." Middelburg. De bij het 3e regiment infanterie benoemde militie-2e luitenants Coppoolse en Galle zijn ingedeeld by het 4e bataljon te Vlissingen. De eveneens nieuw benoemde militie-2e luitenant Mun ters is geplaatst bij het 3e bataljon te Bergen-op-Zoom. De heer Coppoolse is af komstig uit Souburgde heer Galle uit Zaamslag; de heer Munters uit Middelburg. Borssele. In de Maandag gehouden vergadering van gemeenteraad werd o. a. het kohier van den Hoofd. Omslag over 1906 en een suppletoir kohier van den Hoofd. Omslag over 1905 vastgesteld. Ver der werd besloten tot aanschaffing van leesplankjes voor de 1ste klasse der O. L. School. Pensioen verleend aan C. J. Luyk, commies ter prov. griffie v. Zeeland, f 1821. Verplaatst 16 April de klerk der posterijen en telegrafie J. P. A. S. v. d. Wiel, van 's-Gravenhage naar Goes (tele graafkantoor). Naar de Midd. Crt. verneemt, zal de nieuw benoemde commissaris der Koningiu de heer mr. H. J. Dijckmeester, voorloo- genoemd werd. Wijl nu vele plaatsen aan vroegere stroomen gelegen, den uit gang ingen hebben, meent men, dat zoo langzamerhand de naam Vles-inge of Vlis singen ontstaan is. In de oudste bescheiden der stad wordt de naam Vlissijnghe gespeld. Hoe dit zij „de flesch" had ook invloed bij het invoeren van het wapen der stad dit bestaat uit een zilveren flesch op een rood veld. De tegenwoordige stad is intusschen niet meer de vroegere. Oud- Vlissingen lag ten westen van de tegenwoordige plaats, en moet dit reeds in 620 een visschersgehucht zijn geweest, dat in 927 een dorp werd, voorzien van kerk en toren. Ten oosten der kerk bouwde IVisse can Koudekerke een steeuen huis of sterkte, dat vele bezitters heeft gehad. Vermoedelijk heeft deze sterkte den naam gegeven aan zijn vroegere Heeren, die zich „van Vlissingen" noem den, welke onder de aanzionlijke Zeeuwsche geslachten bij Smallegange geboekt staan. Dat dit Oud- Vlissingen tot groote wel vaart kwam, blijkt wel daaruit dat Hertog Albrecht aan Heer Jan Simonszoon in 1538 de kosterij aldaar, met al haar toebehooren, schonk, om die gedurende zijn leven te bezitten deze kosterie bleek van hoogen ouderdom te zyn en eene aanzienlijke be zitting, wijl de Hertog ze gaf' aan een man van rang en geboorte. In de nabijheid van de oude stad werd in 1227 de grond gelegd voor de tegen woordige en trachtte men toen ook alle welvaart naar de nieuwe stad over te brengen, 't welk uitnemend gelukte; de inwoners verlrokken van lieverlede en werd alzoo de oude slad weldra overvleu geld. De overblijfselen van Oud-Vlissingen zijn nog lang b waard gebleven in een nietig gehucht, buiten de voormalige Mid- delburgsehe poort gelegen. De huizen van dit gehucht leden aanmerkelijk gedurende het beleg der stad jn 180J, de meeste er pig zy'n intrek nemen in het hotel De Abdij te Middelburg, waar eenige ver trekken voor hem in gereedheid worden gebracht. Ged. Staten van Zeeland hebben by de I'rov. Staten ingediend een voorstel tot oprichting van een waterschap tot in standhouding van den oever vóór de polders Noord-, Ser Lippens en Nieuw- Othene en van de daarachter gelegen dijken. Het waterschap zal worden ge vormd door 54 polders of waterschappen, ter gezamenlijke oppervlakte van circa 19000 II.A. Oosterland. Zaterdag geraakte een ongeveer anderhalf jarig kind al spelend in een moddersloot en bleef met het hoofd in den modder steken. Hoewel terstond een arts aanwezig was, mocht het hem niet gelukken de levensgeesten op te wekken. De directeur-generaal der posterijen en telegrafie maakt bekend dat het rijks telefoonkantoor te St. Maartensdijk met ingang van 17 April mede voor den tele foondienst wordt opengesteld. Ierseke. In de Maandag gehouden raads vergadering waren 10 leden aanwezig. Voorzitter dhr. burgemeester. Ingekomen waren o. a. de goedkeuring der gemeente rekening 1904, zooals zij voorloopig was vastgesteld en de goedkeuring der straat belasting. Besloten werd van het burg. armbestuur een stuk grond in erfpacht te ueinon, groot 265 M2., voor een slacht- en bergplaats. De pachtprijs bedraagt 2'/a c. per M2. Aan 6 adressanten werd afschrij ving van schoolgeld verleend tot een geza menlijk bedrag van f6,525. Van de ver. „Zeeland" tot verpleging van verwaarloosde kinderen was een verzoek ingekomen om een jaarlijksche subsidie. Er werd besloten jaarlijks f 10 te geven. B. en W. stelden voor de lage kade bij de haven met keien te bestraten, en wel met dezelfde, die voor de hooge kade zyn gebruikt. Dit werk is geraamd op f 1435. Deze som is meer dan voldoende te vinden uit het overschot der voor de bestrating van verleden jaar ge leende f 12000, uit de f 2030 opbrengst van een verkocht huis en uit een gewone begrootingspost van verleden jaar. Een der leden wilde klinkers gebruiken, die wel minder duurzaam, maar ook veel goedkooper zijn. Dit vond evenwel geen ingang en het voorstel van B. en W. werd met algemeene stemmen aange nomen. Als laatste punt kwam de alge meene wijziging der politieverordening in behandeling, als gewoonlijk een lang- wijlig werk. Vele artikelen werden ver anderd. Vele wijzigingen bestonden in het geheel of gedeeltelijk weglaten van artike len of alinea's, omdat zij zaken betroffen, die bij de nieuwe bouwverordening zijn geregeld. Omtrent het rijden binnen de kom der gemeente met rijwielen, motor rijwielen en motor-rijtuigen werd een maximum-snelheid van 10 K.M. per uur vasljesteld. Een der leden wJde dal rijden geheel verbieden, doch dit werd met 7 tegen 3 stemmen verworpen. Een artikel werd ingelascht, waarbij voorgeschreven wordt, dat rij- ea voertuigen, vóór zij binDen de gemeente komen, van slijk moeten gezuiverd worden. En ook werden o. a. voorschriften voorgesteld en goedge keurd ter bevordering der reinheid op de terreinen bij de oesterputten, als het neer werpen van afval en vuil en het houden en toelaten van schapen, geiten en ander vee, van honden en kallen. Daarna werd de vergadering gesloten. Hansweert. Het sleepschip „Schaldis" schipper Jansen, komende van Pruisen en bestemd naar België is in aanvaring ge- van werden toen vernield, de laatste over blijfselen zijn in 1810 opgeruimd, bij het uitbreiden der vestingwerken. Is er eene stad die in de tegenspoeden der vroegere jaren deelde en in- en uit wendig de grootste veranderingen onder ging, het is zeer zeker Vlissingen. Vroeger zeer welvarend, moest zij eindelijk, vol gens het fractaat van 1795, Fransehe bezetting binnen hare muren dulden en hare havens met die natie deelen. In 1803, bij Napoleon's bezoek, ging op den 12 Juli van dat jaar, het wachtwoord van hem uit, dat Vlissingen, zette vesting, en alles aan de landzijde, tot 550 ellen van de buitengracht, geslecht moest worden. In I8ü7 dwong hij de geheele stad zijn broeder Loden-ijk, onzen Koning, af, met den grond begrepen binnen een boog, overal op 18Ö0 ellen van de reeds aangelegde vestingen, die vervolgens nog verder werden uitge breid de gevolgen daarvan zijn genoeg uit de geschiedenis bekend. Zoo boog Vlissingen, de wieg en baker mat der Vaderlandsehe vrijheid, en binnen welker muren een De Ruyter, Ue Eoertsen, een Worst enz. het levenslicht aanschouw den, van lieverlede hel eerst het hoofd onder de vreemde overheersching. Deerlijk geteisterd, eerst dooreen gcduchUn water vloed in 1808, en vervolgens door een korte maar hevige belegering, door de Kogelschen in 1809, ondervond de stad eene opeenstapeling van ellende, die haar voor altijd eerwaardig maken in het oog van eiken Zeeuw en Nederlander. De stad, in onze gedachten eertijds door wandelende, tellen wij, ter harer ver dediging vijf poorten, n.m. twee aan de landzijde en drie aan de zeezijde. Delaud- poorten warende Rammekens- en de Duinpoort. Deze Duinpoort was echter de oude niet; ze werd ten tijde der Fransehe overheersching. gedeeltelijk afgebroken, gedeeltelijk dichtgemetseld, Zij had een weest met het sleepschip „Joseph", schipper Meulemans. Eerstgenoemd schip bekwam belangrijke averij aan het achterschip. Krabbendijke. Omtrent de verbinding van het noordelijk en zuidelijk uiteinde van de Wilhelminabaan over liet land der Ned. Herv. diaconie schijnt eindelijk een goede oplossing te zyn verkregen. Dank zij de volharding en opoffering der be woners in verband ook met de onmoge lijkheid om in verband met de nieuwe woningwet grond uit te kunnen geven, als de toestand zoo bleef, is er nu een publiek pad gekomen van 1 M. breed, Hink met ijzerdraad afgeheind en aan de beide uiteinden een draaier, zoodat rij wielen of ander ry-tuig niet gemakkelijk zullen kunnen passeeren. Ook zal het paadje flink bezand wor den. En de bewoners der Wilhelmina baan en vele anderen zullen een dank baar gebruik van dit paadje maken. Vóór dezen mocht men er nu eens langs en dan weer werd beboet, wie de naaste pad nam. Eens gaf dhr. Welleman over pad over zijn land, maar later hield dit ook op en kwamen er een drietal borden met „verboden voetpad". Dit zal nu wel niet meer plaats hebben. Toch is er nog wel een en ander te doen, eer de bewo ners, vooral van het zuidelijk deel niets meer te klagen hebben, want verlichting ontbreekt, waar deze juist bij het door waden van den modderpoel welke de weg in den winter is, dubbel noodig was. En die modderpoel kon ook tot een vasten weg gemaakt worden. Flinke rioleering ware daarbij ook zeer gewenscht. In ons no. van gister staat een be richt omtrent voorgenomen liquideering door aandeelhouders van den Engelschen polder. Naar wij uit hoogst vertrouwbare bron vernemen is van dit bericht niets aan. Pater (Jelestinus (H. J. v. d. Vorst) hesf't aan den Alg. Secretaris der Evan gelische Maatschappij meegedeeld dat hij thans inziet in overspanning tot verkeerde gevolgtrekking gekomen te zijn, dus een door genoemden Secretaris tot hem gericht schrijven over het houden van voordrachten in ons land, is daardoor vervallen. Hier van wordt meedeeling gedaan door dezen Secretaris in het moderne weekblad De Hervorming, zoodat wij eenigszins ods kunnen voorstellen welk soort protestan tisme 't is waartoe deze pater zou zijn overgegaan. Te Rijswijk is een meisje bij het spoelen van kleeren voorover in de Vliet gevallen en verdronken. Te Vlaar- dingen was een 47-jarige kuiper Zaterdag middag na alloop van zijne werkzaam heden uit vissehen gegaan. Doordat de man des avonds niet thuis kwam, was men, ongerust zijnde dat hem een ongeluk was overkomen, hier en daar gaan zoeken, totdat men Zondagmiddag een hengel en pet drijvende in de Koningin Wilhelmina- haven vond. Weidia werd het lijk van den ongelukkige opgehaald, een weduwe met 8 kinderen nalatende. Mr. Troelstra heeft in een met groote kalmte geschreven brochure nogmaals zijne grieven en de eischen der Partijleiding uiteen gezet. Uit het slotwoord blijkt, dat naar mr. Troelstra's meening de Partij in een toe stand van hoogste crisis verkeert. Daarin toch leest men „Het uiterste punt, waarop eenheid mogelijk is, is bijna bereiktik ben niet de eenige in de Partij, die, wanneer het zóó doorgaat, reeds ter wille van zijn geestelijke en physieke gezondheid genood zaakt zal zijn zich uit het actieve partijleven terug te trekken en op andere wijze aan de sociaal democratie zijn krachten te wijden. latijnsch opschrift, 't welk vertaald aldus luidde: „De raad en het volk van Vlis- nsingen heeft deze poort, welke de eerste „van alle Nederlandsche poorten den toe- „gang voor de slavernij heeft gesloten, en „voor de vrijheid geopend, hersteld onder „de Burgemeesters Apolonius Tnyelsen en nJohan Cardon 1669. Bijna geheel ver- „valleD, weder vernieuwd onder de Purge- „meesters A. P. Lambrechtsen van Ritthem „en N. van Hoorn van Burgh 1770". Juist honderd jaren ui deze herstelling werd de poort afgebroken en de daarbij gelegen wallen en een gedeelte der vesting werken geslecht. De burg werd door een aarden dam vervangen, die met straat- steeueu werd belegd. De RammckensgooA was gelegen aan het eind van het Dok. Zij dagteekende van het jaar 1659, welk jaartal dan ook uitgehouwen was, in een steen aan de buitenzijde dier poort ingemetseld. Een andere steen aan de binnenzijde prijkte met het wapen der stad. Deze poort was een vierkant steenen gebouw en voorzien van een leiendak en van een gewelf, in welks midden vroeger eene met ijzer be slagen valdeur aanwezig was. Op de bovenverdieping was een lokaal tot arrest kamer voor de officieren bestemd, en waar de militairen hunne civiele en criminele rechtszitting hielden terwijl beneden, aan beide zijden van den doorgang onder scheidene lokalen waren. Deze poort is in 1871 afgebroken, ten behoeve eener doorgraving, die de ge meenschap tusschen het dok en het ver breed kanaal moest vormen. Van de drie poorten aan de zeezijde, die vroeger be staan hebben, gaf de eene toegang tot het Groote of Westerhoofdde tweede tot het Oosterhoofd de derde tot het Rijzen- hoofd. De eerste was vroeger van zwaren hardsteen gebouwd met een gewelf van ^«„„ïrden «teen, die onder den muur door- Een van beide is noodig de krisis waarin wij verkeeren, moet in de één of andere richting op gelost. Oi terug naar een kameraadschappelijke wijze van werken, met verdeeling van arbeid en wederzijdsch opbouwende, op onderling vertrou wen rustende kritiek óf verder, door dc desorga nisatie heen naar de ontbinding. In welke richting deze ontwikkeling zal gaan, dat hebben ten slotte niet enkele personen in de Partij, hoe verdienstelijk dan ook, uit te maken dat zal de Partij zelve hebben te be slissen". De koplooper, de nieuwsqieriaen en de politie. Zondagmorgen om kwart voor twaalven op 't Sophiaplein. Er loopen eenige jon gens, op hun Zondags, met nette grijze pakkies on spot tpetteu, een enkele op een fiets. Dan nog vele Zondagswandelaars. Maar 't echt-Amsterdamsch cachot krijgt de omgeving eerst door 't geroep van „Ja-in welke „cri du Jordaan" telkens herhaald wordt, tot eindelijk uit de verte een snerpend, schel fluitje aankondigt, dat „Jan" in aantocht is. Er komen langzamerhand meer rnen- schen, die op „de Munt" blijven rond- loopen met een bepaald doelde koplooper uit Flora zou toch om twaalf uur precies zijn kunst op den openbaren weg experi- menteeren. Maar audereu wisten dat niet, en bleven alleen staan, omdat er reeds zoovelen stonden. „Zeker mot de Koningin voorbij komme" merkt er een op en een ander veronder stelt dat de belangstelling „een kluppie fiessers" geldt. En als er óóu naar boven kijkt, naar 't gebouw Kalverstraat hoek Sophiaplein en Rokin, dan denken velen, dat er weer scheuren te zien zijn, of een der beelden aan den gevel een arm zal ver liezen. Maar een ander, beter ingelicht, verklaart, dat die vent uit Flora op zyn „bloote hare" zal loopen. Intusschen is de koplooper uit de Regu- liersbreestraat komen aanwandelen op zijn beenen. 't Is een kleine, stevige, blonde Duitscher. Vóór in de Kalverstraat houdt hij stiltrekt zijn overjas uit, die een hem vergezellend heer vast houdtgeeft aan dezen zijn horloge met ketting, zyn porte feuille. Vrijwel onopgemerkt gaat hij ver der met zich gereed te maken voor zijn experiment. Hij zet zijn hooge hoed af, doet een kapje over zijn hoofd, legt een gutta-percha ring op het asphalt, gaat dan daarop op zijn hoofd staan en gespt de bandjes onder zijn kin vast. Dan is hij klaar en springt een pas of drie vooruithij loopt op z'u kop. Maar er verschijnt een agent, die, zooals hij eiken anderen deliquent zou doen, ook dezen op z'n schouder wil tikken, 't Ge volg is dat hij den man op z'n schoenzolen tikt, waarvan deze niets gewaar wordt. Nog een moeilijkheid voor den agent, hij kan den delinquent niet aanraden tot „deur- loopen", want juist dat moet hij hem beletten. Tot eindelijk de koplooper ont dekte, dat de agent hém wenscht te spre ken. De agent spreekt Duitsch. De koplooper zegt daarvan maar een „bischen" te verstaan. De agent vraagt hem in 't Franseh of hij Franseh spreekt. En de koplooper antwSordt van neen er zeer listiglijk aan toevoegend alleen Zweedsch. Maar de openbare scène heeft geen voortgangTelegraaf Uit Mülheim wordt aan de Köln. Ztg. bericht, dat thans ook het zevenjarig zoontje van den overleden schipper Van der Scheer door de pokken is aangetast. Het kind is niet ingeënt. De vrouw, de beide andere kinderen en de knecht zyn gezond. De broeder van den gestorven liep en door drie deuren afgesloten werd. Sedert de verzwaring der muurwerken en het bouwen der kazematten in 1813 door de Fransehe regeering, is de vroegere poort verdwenen en met de muurwerken vereenigd, zoodat er toen geen afzonder lijk gebouwde poort meer bestond, maar een gewelfde doorgang werd, met bom vrije kazematten ter weerszijden en op hel einde van dien doorgang, eene wachtkamer, die met vensters op de haven uitzag. In een van die kazematten werd naderhand de garnizoensbakkerij gevestigd. Aan de overzijde van het Wester-ligt het Oosterhoofd, welke twee hoofden den ingang der haven vormen. Dit hoofd in 1551 aangelegd, waar vroeger maar een rijsberm was, strekt zich even ver in zee uit. Vroeger was de toegang tot dat hoofd door eene poort van metselsteen opgetrok ken en van een gewelf mot eene deur, voor zien. Boven op was er een klein rondeel, hetwelk langs een gemetselden steenen trap kon bereikt worden. In de laatste helft der vorige eeuw, toen de wallen aan de zyde der stad verhoogd werden, heeft men de poort dichtgemetseld en is het overige onder een' hoogen wal verdwenen. De derde waterpoort is die van het Rijzenhoofd en bestaat uit een steenen gewelf, dat onder den wal doorloopt. Het Rijzenhoofd maakt met het daartegenover gelegen Zaagmolenhoofd, de monding van de Ooster- of Dokhaven uit. Deze hoofden zijn in de jaren 1609 1612 aangelegd bij den aanleg der haven. De stad heeft toen op zich genomen die hoofden, ten haren koste, met rijs en steen te vullen. Al deze hoofden dienen om den golfslag van het water te breken, en alzoo den ingang tot de havens te beveiligen. {Wordt vervolgd.) dit E voi zijj tro hu is in var Vai alV een gat, grot Het I van rn de in van M. Vlie date bene van in kl steld der Vf on tv de M V Andr Heen Boscl slechi uit te lande dijk. voor schutsli daarop' Grave van Ook te waar mei echter 1856 De de Verb Belgi Merwt en ha; vloed den hevige schrikke overstroi in het tot Den was Driehui hevige Rossum In 1883 de redmidd en pold te dragc door aanmi Maas en de zelden lingen Maas tricht val do gevoelen polders te scl nici. vele Den eene dingen niet 2 toestand verbet in de ook water is, mag gelijk dat de en dat zijn. te Ame 22-jarig Meenis heen de gebracht taire ingang worden ongeval ning ha; naar hu dienst kazerne gens r, uitgaan straat §sen 52

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2