RSH! I s NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 149. 1906. Dinsdag 27 Maart. 20e Jaargang. Stioo te koop ;ta Paulo GHRISTELIJK- HISTORISCH en Vernissen. nde Knecht gevraagd, kan, bij oe te koop KOOP ls nieuw Kabinet. KOOP KOOP KOOP en, keur uit vijf van KOSTER, ongen :n.e cïa.t VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN g. 000000000 ortdurend sukkelen 3, te Amsterdam jdende was aan een dat zij meermalen bracht zij met be uken slijm op. Bij oos bracht zij hare mij aan het eens ;on bij den drogist ods na het gebruik k heb de behande- naar waarheid ver- geworden al mijn meer van, want ik ■ie Mejuffrouw VAN neest en is kenbaar Iteekening van den anderais namaak t.jjd onschadelijk, onvoorwaardelijk id, Asthma, Heel- Isufluenza en alle 3.50. 11, ROTTERDAM. 3, Korto Noordstraat BIJ, KRUININGEN MELDINGE H. DE E DIB, CORTGENE; 'LAATL. JOOSSE, MAAS Pz., KOUDE- UÏÏR, ZOUTELANDE GRIJPSKEBKE; J. H. BUTEIJN, WOL- 3K, ARNEMTJIDEN tW.)J. MALJERS, IEUWDORP, A. v. d. Sb. 'LIJN DtlOUT, GOEEAU, RILLAND. Kwaliteit. rende p r ij z e n. KROON, Vlissingen. OZEN, Oostkapelle. alf, rek. 31 Maart, bij Oostkapelle. traat N140, Middelburg. 1 een Handkar, een 'el en meer, bij S. P. d. i e u w 1 a n d. r, bij M. YEKHAGE, Arnemuiden. inge teleurstelling ter- Idsknecht DE BRDIJN, Mr. older. WALRAVEN, Stijf sel- et Mei WISSE, St. Laurens. en Mei ABRAHAMSE, te on{j;e Vei went Goes. 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met I April op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. Watersnood. In dank ontvangen van L. O. ,te A. f 0,50. N. N. te Kortgene f 25, welk bedrag door ons aan den penningmeester van het Goesche comité is overgedragen. Red. De cultuur in door zeewater overstroomde polders. De namiddag van 12 Maart van dit jaar is voor verscheidene kuststreken van ons land zeer noodlottig geweest. Vooral Zee land is zwaar geteisterd en tal van polders, ter gezamenlijke grootte van ruim 4800 hectaren, zijn geheel of grootendeels over stroomd. Allen, die bekend zijn met de nadeelige werking van het zeewater op den kleigrond, zullen' begrijpen, dat aan den landbouw in Zeeland enorme schade is toegebracht, een schade die gedurende meerdere jaren zwaar gevoeld zal worden. Zoodra de verschillende polders tegen het thans instroomende vloedwater be schermd zullen zijn, zullen de landbouwers zich de vragen stellen, wat zij met dien grond moeten beginnen, welke gewassen op dergelijke gronden verbouwd kunnen worden en hoe zij die gronden moeten be werken, en daarom komt het mij van belang voor thans te herinneren aan vroeger ge nomen proeven. In den nacht van 23 op 24 Dec. 1894 zijn, eveneens tengevolge van een hoogen vloed bij Noordwesten wind, verschillende zeepolders ingeloopen. Vooral het eiland Goeree-Overflakkee had het hard te ver antwoorden en bij Goedereede overstroom den meerdere polders. Door mij zijn in de jaren 1895 en 1896, als deskundige bij den aanleg der proef velden in Zuid-Holland, in den Zuider polder bij Goedereede, die gedurende 14 dagen onder zeewater heeft gestaan, proe ven genomen met het doel na te gaan, of het al of niet wenschelijk is den grond te bewerken met een ondergrondsploeg, ten einde den ondergrond los te maken en het doorzakken van het zout te bevorderen, en na te gaan welke gewassen op met zeewater overstroomde gronden het best geteeld kunnen worden. Verbouwd werdenYomer- gerst, liaver, suikerbieten, paardenboonen, aardappelen en vlas. De perceelen, waarop suikerbieten en paardenboonen gezaaid werden, waren voor een deel behandeld met den ondergrondsploeg. Deze gewassen werden gezaaid op 18 en '29 April 1895. De bovengrond, die vóór het zaaien met de eg behandeld werd, viel zeer goed uiteen. Zoodra echter de grond eenige dagen rustig had gelegen, vormde zich weer een ijzerharde korst, waar de jonge plantjes zeer moeilijk doorheen konden komen. Boonen en suikerbieten werden met de machine gezaaid, de andere gewassen uit de hand. Gerst, boonen en aardappelen kwamen op tijd op, de haver laat en dun, de suikerbieten zeer onregelmatig en het vlas zeer laat. Omtrent den groei dier gewassen kan vermeld worden, dat de gerst zeer welig groeide en blijkbaar zeer weinig last van het aanwezige zout had. Eind Juni zag de gerst er minder goed uit, een gevolg van het aanhoudende droge weer en van den harden, onnatuurlijken bodem. De boonen vertoonden reeds spoedig een ziekelijk voorkomen, en vooral die, welke met den ondergrondsploeg bewerkt waren, bleven kort van stroo 30 c.M De aardappelen groeiden in het begin vry goed, doch lieten het er spoedig bij zitten het loof bleef klein en verschrom pelde. Het vlas kon zich niet door de harde korst heenwerken, zoodat de stand dun neet. Het groeide zeer slecht op en be ukte een lengte slechts van 2 ii 4 d.M. De haver kwam wat dun voor den dag, Oï»u»t het onmogelijk was met de egge het zaad een voldoende grondbedekking te geven. Ze groeide welig op en bezat de donker blauwe kleur, aan goede haver eigen. De suikerbieten kregen een paar dagen na het zaaien regen, wat onder gewone omstandigheden voor het ontkiemen zeer goed is, doch juist hier verkeerd werkte, daar de grond zeer hard werd. Door meer dere regens kwam hierin later verbetering. In het begin was waar te nemen, dat het gewas op het bewerkte veldje beter door groeide, later echter was geen verschil meer te bespeuren. De boonen en aardappelen werden te vroeg rijpde gerst was rijp in 't laatst van Juli en de haver begin Augustus. De sui kerbieten werden op 5 October gerooid. Van de gerst werd 32,66 H.L. per hectare gedorscht, de haver gaf een opbrengst van 45,54 H.L. De suikerbieten op het onbe werkte perceel leverden 30119 K.G. per hectare met een gehalte van 16,2 en op het met den ondergrondsploeg bewerkte perceel 32491 K.G. met 16,9 r' - De gerst en de haver leverden flink ont wikkelde korrels, de boonen waren gerim peld en slecht; de aardappels waren zeer slecht van smaak. Uit den uitslag dezer proefneming kan men dus het besluit trek ken, dat op de ondergeloopen polders aardappelen, vlas, paardenboonen en karwij niet uitgezaaid moeten worden, terwijl suikerbieten, gerst en haver een vrij goede opbrengst kunnen geven. Deze uitkomst klopt vrij goed op de ondervindingen van de landbouwers in den bedoelden polder. Suikerbieten en gerst voldeden goed, haver echter veel minder. De haver op het proefveld stond veel beter dan die in eenig ander deel van den polder. Overal vertoonde het stroo een gele kleur, alsof het gewas verbrand was. Deze betere opbrengst op het proefveld zal wellicht een gevolg geweest zijn van het zeer ondiepe onderbrengen. Haver, die licht ingeëgd was, groeide overal beter dan met de machine Eveneens deden verschillende landbou wers slechte ondervindingen op met aard appelen en boonen. De bewerking van den grond heeft voor de boonen geen merkbaar voordeel gegeven, voor de suikerbieten echter wel en dat voordeel zou, wanneer de zomer wat voch tiger geweest was, waarschijnlijk grooter geweest zijn. Een bewerking met den ondergrondsploeg verdient dus aanbeveling. Overal waar in de polders het zaad in het voorjaar onder- geploegd was, stonden de gewassen dunner. Deze bewerking moet daarom afgeraden wor den men moet het zaaizaad zooveel mogelijk inleggen. Is men bevreesd, het zaad moeilijk met de egge te kunnen onderbrengen, dan kan men wat meer zaaizaad gebruiken. Op zandige plaatsen in den polder bleek het ploegen minder nadeelig te zijn. Luzerne en klaver op enkele perceelen, in den Zuiderpolder gelegen, hadden ook veel van het zoute water geleden. De luzerne groeide later goed door en gaf een bevredigende opbrengst, de klaver was veel minder. Weinig werken in den grond gaf in dezen polder de beste resultaten, geheel overeen komstig vroeger opgedane ondervindingen. Een bemestingsproef is in den polder niet genomen, doch wel bleek hier en daar, dat superphosphaat werkte, zoowel op ge ploegde ais ongeploegde gronden. Bij overstroomingen van polders in Gro ningen heef t men de ondervinding opgedaan dat een bemesting met chilisalpeter gunstig gewerkt heeft, en zeer zeker is. het aan te bevelen om met deze meststof proeven te nemen. Zij, die dit voorjaar het over stroomde land reeds met superphosphaat bemest hebben, zullen dat niet meer be hoeven uit te zaaien,1; daar het niet waar schijnlijk is, dat deze met het water den grond uitgegaan is. De resultaten, in den Zuiderpolder op gedaan, komen vrijwel overeen met die uit den Annapolder in Noord-Beveland, die in denzelfden nacht doorbrak. Ook in dien polder heeft men de meest uiteenloopende gewassen, alspaardeboonen, erwten, gerst, haver, zomerkoolzaad, vlas,' suikerbieten, mangelwortels en paardenpeen uitgezaaid en met de egge ondergebracht. Alle ge wassen mislukten, alleen gerst gaf een ma tige opbrengst en luzerne was vrij goed. Suikerbieten gaven, in tegenstelling met den Zuiderpolder, een geringe opbrengst. De Annapolder heeft ongeveer drie weken onder het zeewater gestaan. Daar noch in den Zuiderpolder, noch in den Annapolder gedraineerd land was, zijn hieromtrent geen ondervindingen opgedaan. Vroegere overstroomingen hebben echter aange toond, dat gedraineerd land veel vóór heeft boven niet gedraineerd land. Daar een totale rust voor het land zeker gunstig is, wordt dikwijls aanbevolen, het land in weide te leggen. Deze raadgeving, hoezeer juist in beginsel, is in de practijk niet gemakkelijk uit te voeren, aangezien de fijne gras- en klaverzaden slecht op komen en men dus slechts zelden een eenigszins volle weide kan verkrijgen. De proef in den Zuiderpolder werd in 1906 voortgezet met suikerbieten en gerst en getracht werd om den invloed van een kalkbemesting en van een bewerking met den ondergrondsploeg na te gaan. Alle perceelen werden bemest met 600 K.G. superphosphaat en 300 K.G. chilisalpeter per hectare, terwijl een enkel perceel bo vendien 2000 K G. ongebluschte kalk per hectare ontving. Het resultaat was als volgt voor de wintergerst Superph. chilisalp. 45 HL. per HA. kalk 42 -f- -p met diepe grondbewerking 42 De kalkbemesting en de diepe grond bewerking met den ondergrondsploeg hebben hier niet veel gegeven. De proef nemer, de heer D. Lodder te Goedereede, schreef echter, dat de met kalk bemeste perceelen het water veel beter doorlieten dan de andere perceelen. Het resultaat met de suikerbieten was Superph. chilisalp. 40096 KG. per HA. -f -+- kalk 44813 4- met diepe grondbewerking 42577 Opmerkelijk was het, dat de met kalk bemeste perceelen dadelijk het water i doorlieten en niet vast ineensloeg, terwijl j op de andere perceelen dagen daarna nog 1 groote plassen op het land stonden. De bieten op de kalkperceelen groeiden ook veel beter en hadden meer blad. De proef neming van dat jaar heeft dus de uitkomst van het voorgaand jaar, dat suikerbieten en gerst op de door zeewater overstroomde gronden goed groeien, bevestigd en tevens geleerd, dat het gebruik van ongebluschte kalk in niet te kleine hoeveelheid, veel bij draagt tot een meer gunstigen toestand van den grond. Het grootste gedeelte van den Zuider polder werd bezaaid met suikerbieten, waarvan zeer goede en ook zeer slechte oogsten kwamen. Over 't algemeen gaven die perceelen degrootste opbreng,sten,welke kort vóór de overstrooming waren bemest en ook, welke in het eerste jaar van de overstrooming waren gebraakt. De luzerne, die in 1895 veel werd uil- gezaaid, bleek te zijn een gewas, dat op overstroomde gronden thuis behoort en gaf ongekend hooge opbrengsten. Wintertarwe gaf weinig stroo, doch een goede opbrengst aan korrels. Erwten waren in 1896 even slecht als in 1895. Een perceel koolzaad, in den nazomer van 1895 uitgezaaid, stond in 1896 uitstekend. Naar aanleiding van het hierboven mede gedeelde meen ik, dat op die overstroomde Zeeuwsehe kleigronden, welke nog tijdig van het zeewater bevrijd zijn geworden en waar het mogelijk zal zijn om te zaaien, zij het ook laat in het voorjaar, suiker bieten, gerst en misschien ook haver uit gezaaid zullen" moeten worden. Is het mogelijk onder de granen luzerjae te krijgen dan kan men daardoor in de volgende jaren het land veel verbeteren. Aangezien de overstrooming in dit jaar zooveel later valt dan 1894, zal het op vele gronden onmogelijk blijken om dit voorjaar nog iets uit te zaaien. Het komt mij voor, dat men voor die gronden het best zal handelen door er niet te veel op te werken, en alleen de bovenste grond laag met eg en cultivator te behandelen, om te verhinderen, dat het onkruid zich te veel ontwikkelt. In den nazomer kan dan koolzaad, of in den herfst wintergerst uitgezaaid worden, of wel men kan het land in het voorjaar bezaaien met suiker bieten en gerst. Een bemesting in 't a. s. najaar met 2000 a 2500 K.G. ongebluschte kalk per hectare verdient aanbeveling. Voor geen der uit te zaaien gewassen vergete men het chilisalper. I. G. J. Kakebeeke, (Veldbode.) Rijkslandbou wieeraar. Dr. Kuyper. Afgaande op een onnauwkeurig verslag van hetgeen ik onlangs in Zeist heb ge zegd, hebben het Vaderland, het Handels blad en misschien ook nog andere bladen, mij trachten uit te spelen tegen dr. Kuyper. Een man van de Christelijke coalitie, die hem afviel, dat was nu toch een onverdacht getuigenis. Ik wil dus even trachten de zaak in quaestie tot hare juiste verhoudingen te rug te brengen. Een Christen-democraat kwam met mij in debat en toen heb ik, sprekende over de fractie-Staalman, gezegd, dat het ru moerig optreden dier fractie min of meer aan Dr. Kuyper zelf te wijten was. Hij was in dezelfde fout vervallen als vroeger de Girondijnen, die zich eerst van d.e hulp van het volk hadden bediend en toen geen kans meer zagen het binnen de perken te houden. Niet iedereen kan de geesten weer bezweren, die hij oproept. De Girondijnen werden ten slotte omgeworpen door het zelfde volk, dat zij eerst hadden opge wekt zijn kracht te toonen en dat toen veel verder giDg dan zij ooit hadden bedoeld. Zoo had Dr. Knyper vroeger wel eens te veel aan de ultra-democraten beloofd en toen hij ten slotte dat alles niet kon geven, werden die democraten ontevreden. Datzelfde is reeds zoo vaak gezegd, dat ik het waarlijk nog wel eens zeggen mocht maar daaruit volgt nog niet, dat ik van de coalitie ben afgevallen of openlijk tegen dr. Kuyper ben opgetreden. In het ver bloemen van eigen fouten hebben de recht- sehe partijen Dooit hun kracht gezocht, maar daarom kan nog niet worden gezegd, dat het Ministerie-Kuyper ten slotte door de Christen-democraten is ten val gebracht en dat de linkerzijde terecht heeft ge zegevierd. De Christen-demoeraten hebben zeker tot den val van het Ministerie mee gewerkt en dat strekt hun niet tot eere. maar zij overschatten hunne macht, wan neer zij meenen, dat zij de beslissing in handen hebben gehad. Andere factoren hebben den doorslag gegeven. De Chris ten-demoeraten zijn, evenals de wesp, ge storven aan den steek, dien zij zelf hebben toegebracht. Zij hebben meer zichzelf dan anderen ten val gebracht, zooals elke partij die meer door hartstocht dan door beginselen wordt geleid en aan het succes bet beginsel opoffert. Zij zijn mede de oorzaak, dat er nu een politieke toestand is geschapen, die niets goeds vóór het land belooft en zij hebben de groote verdien sten miskend van den man, dien zij vroe- gev als leider hadden geëerd. Die ver standiger was dan zij, toen hij ten slotte als Minister gematigd en voorzichtig op trad en wiens beginselen de nederlaag hebben overleefd. Ik wensch mij het recht voor te behouden de houding van dr. Kuyper vrijmoedig te kritiseeren, maar dat neemt niet weg, dat ik in hoofdzaak van harte met hem instem en wj niet door mannen van links als stormram tegen hem wil laten gebruiken. De bladendie de vergissing hebben be gaan, worden uitgenoodigd deze te herstellen. Mr. H. VERKOUTEREN. (Nederlander.) 5£Wij zijn nieuwsgierig of deze terecht wijzing, vooral wat het door ons gecursi veerde laatste gedeelte aangaat, door de Middeïburgsche Courant zal worden over genomen. p In de beoordeeling van dr. Kuyper's fout ten aanzien van de democratie in 1894 staan wij heusch zóóver van mr. V. niet af. Doch eilieve, wat zegt dit? Immers niets anders dan dat zelfs de grootste staatsman zich wel eens vergissen kan Emigratie naar Canada. In aansluiting aan vorige berichten be treffende emigratie naar Canada, deelt de consul-generaal te Toronto mede, dat door den aanleg van nieuwe spoorwegen in genoemd land, voornamelijk in de Noord westelijke distrieten, een groot arbeidsveld zal geopend worden, vooral ook nu be sloten is tot het aanleggen van de nieuwe trans-continentale lijn (de „Grand Trunk Pacifix"), bij welke onderneming het voor arbeiders niet moeilijk zal zijn werk te verkrijgen, hoewel natuurlijk misschien in woeste en veraf gelegen distrieten. Het is den consul-generaal niet mogelijk nauwkeurig op te geven hoeveel loon men zal kunnen verkrijgen, maar te oordeelen naar ander dergelijk werk zou dit kunnen bedragen 1 dollar 50 cent per dag of meer, naar gelang van bekwaamheid en ervaring van den arbeid. Inderdaad goede, ontwikkelde arbeiders, als bovenbedoeld, kunnen volgens zijn ge voelen zonder moeite werk vinden in Canada. Hij raadt belanghebbenden aan om naar Winnipeg in Manitoba te gaan, waar vanwege de Canadeesche regeering een geregeld emigratie-kantoor is gevestigd en waar de spoorwegmaatschappij de arbeiders in dienst neemt. Aldaar is ook gevestigd een Nederlandsehe vice-consul, die bereid is alle verlangde inlichtingen te verschaffen. (Si.-Ct.) 26 Maart 1906. 15 Juli, Rembrandts geboortedag, is dit jaar aangewezen voor het Rembrandtfeest. Wij antirevolutionairen, die ons gaarne Calvinisten noemen in aansluiting aan de vaderen der 17e eeuw, hebben met Rem brandt nogal wat op, dewijl hij, geboren uit het Calvinisme, in zijne schilderstuk ken menige Calvinistische gedachte heeft vertolkt. Zijn stramien was de Schrift. Andere meesterstukken, als bijvoorbeeld zijn „Schuttersmaaltijd" waren gegrepen uit het leven van zijn tijd. En ook in zijn kleine schetsjes toonde hij zich de meester, dewijl hij zelf het kleinste wist te adelen. Een schelpje. Een bloementak. Een bedelaar, en dergelijke zijn hiervan de bewijzen. In zijn inventaris was ook een oude, dat wil zeggen veelvuldig gebruikte bijbel. Meer dan veertig jaren leefde hij uit en werkte hij naar dien bij belds. Tazelaar te Weesp zei laatst nog van hem„In zijn bijbelsche schilderijen laat hij steeds van den Christus licht en kracht uitgaan en het was zijn ideaal door zijn penseel den strijd tusschen licht en duisternis te veraanschouwelij ken. Velen zullen nu natuurlijk Rembrandt niet daarom huldigenby hen is aanbid ding van de kunst hoogste drijfveer. Doch al zijn de motieven anders, 't feit zelf is er niet minder schoon om gansch Nederland mag eenstemmig de na gedachtenis van dezen kunstenaar huldi gen, voor wien Christendom en Kunst vrijwel gelijkluidend waren. RECHTSZAKEN. Kantongerecht te Middelburg. Zaterdag zijn veroordeeld wegensover treding arbeidswetM. v. H., M. H. B., W. J.,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1