NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 145. 1906.
Donderdag 22 Maart,
20e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
De Positie van hel Kabinet.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Gemengde Berichten.
Het water in onze provincie.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1— 5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meen 10 cent.
Zij, die zich met I April op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
Watersnood.
Wij ontvingen te Middelburg van
M. M. f 25, van de Geref. Jongel. Vereen,
te O.- en W. Souburg f 3,SO, welk bedrag
aan den Penningmeester van het Comité
is ter hand gesteld.
De Tweede Kamer nam dezer dagen
een motie van haar lid Lieftinck aan,
uitsprekende vertrouwen in het ministerie,
na de vernietigende veroordeeling door
den heer KolkmaD voor 't heengaan van
minister Kraus uitgesproken.
Dit geschiede met 47 tegen 37 stem
men, dank zij den steun der sociaal de
mocraten.
Nu heeft mr. Troelstra dezer dagen in
een volksvergadering onder meer gezegd
dat het hem weinig kon schelen al kwam
die minister heelemaal niet meer uit Chili
terug. „Waarom", vroeg hem toen een
antirevolutionair, „hebt gij socialisten dan
bij de behandeling van die quaestie gestemd
vóór de motie-Lieftinck, waarin vertrou
wen werd uitgesproken in het kabinet
Daarop antwoordde de heer Troelstra,
blijkens xqededeeling van den Amster-
damschen briefschrijver van Het Utrechtsch
Dagbladdat hij hierbij gevolgd had den
wil van de meerderheid der sociaal-de
mocratische Kamerfractie, die van mee
ning was, dat men het ministerie om deze
reden nog niet moest doen vallen, een
opvatting echter, die van zijn persoonlijke
meening afweek."
Derhalve indien in de soc. dem. Kamer
club de meerderheid had gezegd, wij
moeten er tegen stemmen en dit ministerie
om koud helpen, dan had de heer Troelstra
die ook van deze meening was, in plaats
van voor, tegen de motie gestemd.
Wat hieruit blijkt?
Niet, gelijk sommige antir. bladen mee-
nen, dat nu mr. Troelstra de leiding uit
de handen heeft moeten geven.
Wij herinneren ons dat, toen in 1886
de antirevolutionaire kamerclub, op voor
stel van dhr. v. Wassenaer, besloot tot
de „MOM-poss/miês-politiek", dat wil zeg
gen geen samenwerking met de regeering
meer, alvorens recht was gedaan in de
FEUILLETON.
De schrijver van „Onder de menschen''
in de N. 'R. Ct. bezocht Rilland en om
streken na de ramp en rapporteert daar
omtrent het volgende
De dijken doorgebroken.
Een jong predikant, die de vorige week
in Rotteidam teruggekeerd was van eeni-
gen tijd logeeren op de pastorie van Rilland
kreeg nu Donderdag een uitvoerigen brief
van zijn ambtgenoot daar, en hij las er uit,
dat heel de mooie, vruchtbare streek, waar
ze kort te voren hun wandelingen gemaakt,
hun huisbezoeken gebracht hadden, door
't water was verwoest. En de meeste van
de bevriende arbeiders en boeren waren
dakloos, totaal geruïneerd.
Of ik er aanstonds mee heen wilde, kwam
de jonge dominee mij ontdaan vragen.
Want het publiek, door de berichten op de
hoogte van de rampen, die de Maandagsche
stormvloed het land heeft berokkend, moest
toch weten dat het zóó erg was, als de
dominee uit Rilland schreef. Dan zou het
zeker helpen.
Dienzelfden avond waren wij samen in
Bergen op Zoom.
Den volgenden morgen om half zeven
trokken wij er op uit om den omvang van I
het onheil op de noordelijke punt van Zuid- j
Beveland op te nemen. En nu rapporteer
ik 't volgende van dezen aangrijpenden
twaalf uur langen tocht te voet, al maar
Wadende door slik en slib, moeras en water.
schoolquaestie, de leider der a. r. partij
in de Kamer dhr. Lohman, in de club
daartegen was, doch in de minderheid
gebleven, 't besluit hielp uitvoeren en
openbaar die non-possumus-po\\iieik heeft
verdedigd. De uitkomst heeft niet den
heer v. Wassenaer, maar den heer Eolunan
in 't gelijk gesteld.
Ook de antir. kamerclub na '94 heeft
wel eens een besluit genomen, waardoor
een lid in de Kamer stemde, niet volgens
eigen overtuiging, maar overeenkomstig
't besluit der club.
Maar er blijkt wel uit hoe de bindende
kracht van dergelijke club-besluiten ge
vaarlijk kan zijn voor den goeden gang van
's lands zaken.
En ook hoe dun het zijden draadje
is, waaraan het leven hangt van het tegen
woordig Kabinet.
Indien in de soc.-dem. club nog een of
twee leden het met Troelstra waren eens
geweest, dan was dit ministerie toen reeds
gevallen, niettegenstaande en dit is
het ongezonde van den toestandde
meerderheid der Kamer, elk lid voor éich,
er voor ware geweest dit ministerie te
behouden.
Een ongemak dat ieder oogenblik van
den dag waarop de Kamer zitting houdt,
zich kan herhalen
Het is derhalve nog erger dan eerst
was gedacht. Niet eens de gansche soc.-
dem. partij, maar reeds een viertal leden
dier partij hebben het leven van het Ka
binet, misschien wel het leven van ieder
volgend Kabinet in de hand.
Deze wetenschap strekt niet om den
moed er bij 't ministerie in te houden.
Het is dan ook best te verklaren, dat
dit Kabinet door benoemingen af en toe
in anti-revolutionairen of anti-liberalen
geest, voeling tracht te houden bij de
rechterzijde.
Wat wij, ook in naam van het lands
belang toejuichen.
Ons dunkt, de vrijzinnige persin onze
omgeving zou wijs doen, indien zij, in
plaats van botweg dergelijke benoemingen'
af te keuren, verder zag dan de lengte
harer neus, en om die reden reeds, in haar
eigen partijbelang, dergelijke daden en
benoemingen hielp prijzen.
De „regeering" heeft geen benijdens
waardige positie.
Er is reden te over om te begeeren,
dat zij het zoo make, dat zij ook door
Een grauwe, kille ochtend. Om zes uur
is 't schemer onder de loodgrijze, lage
luchten, waar natte sneeuwvlokken uit-
warrelen. Een gure wind slaat ons het
vocht in de gezichten. Aan 't station te
Bergen is 't volde menschen, die 't den
vorigen dag nog niet durfden wagen, willen
nu de reis over den afgekalden dam pro-
beeren. De vraag is hoe de treinen nu
zullen loopen. Om de hooge kolomkachel
in de nog donkere wachtkamer dringt een
ploeg werklieden. De mannen zijn ver
kleumd, het water sijpelt hun uit de klee-
ren de verstijfde handen verwarmen ze
aan koppen koffie. Heel dien kouden
sneeuwnacht zijn zij bezig geweest, midden
tusschen de zwarte watervlakten van de
overstroomde polders, om de meest be
dreigde punten van den zwaar „gewonden"
spoordijk te versterken. En hoe moe ze
zijn, er gaat een gejuich op uit hun groep,
als de eerste sneltrein, met de mail, lang
zaam doortrekt, om de bijgelapte plekken
van den dam voor 't eerst weer te pas-
seeren. Gisteren was 't nog telkens over
stappen, ging de dienst zóó ongeregeld,
dat er aan 't station werd afgekondigd als
er weer een reis werd ondernomen. Bij het
loopen van den vloed stond 't verkeer met
Zeeland vrijwel stil.
„Hoe is 't" vragen reizigers aan de
mannen, die het weten kunnen gaan we
door naar Goes?" „Ja", zegt 't volk,
voldaan ja, heeren, we hebben'm van
nacht weer zoover klaar gekregen, dat u er
over kunf'.
de rechterzijde voortdurend kan worden
gesteund.
21 Maart 1906.
Beeld uit de Tweede Kamer.
De Middelburg sche Courant, prijst haar
partijgenoot^ het Kamerlid Drucker, als
den man, die eigenlijk de discussiën over
het Arbeidscontract leidt.
Hij is de eenige jurist, zegt het blad,
die niet aan juristerij doet. En men moet
hem dan ook zien, als mijnheer A of mijn
heer B aan het spreken zijn.
Het blad had met minstens evenveel
recht kunnen schrijvenmen moet hem
dan ook zien als de minister aan het
spreken is.
Dan posteert de heer Drucker zich bij
de groene tafel, goedkeurend knikkend,
waarschuwend schuddend.
Een formeele wacht gesteld bij de lippen
des ministers 1
Het is misschien te stout van beeld
spraak, de behandeling van een zoo bij
uitstek practisch wetsontwerp als het on
derhavige met de uitvoering van een
symphonie te vergelijken.
Maar zoo het ons toch geoorloofd is, dit
beeld te gebruiken, zouden wij zeggen dat
mr. Drucker de leider van het orkest en de
minister hoogstens eerste concertmeester is.
Centrum.
Wij herhalen ons verzoek om geen op
gaaf meer te doen van opgetreden comité's
en ingezamelde collecten voor den Water
snood. Dit laatste zal later officieel ge
schieden.
Het provinciaal watersnood-comité in
Zeeland is nu samengesteld uit de heeren
jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, voorzitter,
jhr. mr. L. Schorer, onder-voorzitter, mr. J.
F. van Deinse, secretaris-penningmeester,
A. A. Bekaar, dr. J. C. Bolle, mr. P. Diele-
man, J. F. van Dunne, jhr. mr. A. van
Reigersberg Versluijs, J. A. A. Schwan,
mr. A. A. de Veer, allen te Middelburg
:hr. mr. A. A. van Doorn van Koudekerke,
J. G. van Niftrik en mr. J. Smit, alle drie
te Vlissingen mr. C. Lucasse M. de
Jonge Jz. en J. M. Kakebeeke, alle drie
te Goesmr. J. P. Cau en mr. H. C.
Moolenburgh, beiden te Zierikzee K. J.
Dan komt de eerste trein, die ook weer
stoppen zal in Rilland. En hij wordt groo-
tendeels gevuld met de troepen werklui,
die, onder leiding van de verkleumde inge
nieurs, 't herstellingswerk verder door
gaan zetten na de korte rust. Want 't water
laat niet af, 't knaagt al maar voort aan den
spoorweg, die nu hier en daar een zeedijk
is geworden.
Daar worden dan maar dadelijk ook een
vijftien van de opgestopte goederenwagens
aangehaakt. Want in sommige dorpjes
raakt het proviand al op. En, veel te laat,
trekt de trein nu langzaam voort.
De Zeeuwsche lijn is wel zwaar getrof
fen de laatste dagen. Slechts aarzelend,
telkens stoppend, trekt de locomotief de
lange wagensliert er langs. En even buiten
't station een lange wacht. Uit de portieren
steken de reizigers ongerust hun hoofden.
Zij zien de versplinterde wagens liggen,
het hout en de verwrongen ijzerdeelen op
hoopen langs de rails, van de jongste
treinenbotsing. Ingedrukte, gekneusde,
ontzette rijtuigen de locomotief als een
monster 't onderstboven op de rails. Daar
is nu een tijdelijk lmlpspoor omheen gelegd
en hotsende en botsende gaan we er be
hoedzaam langs.
Toevallig had ik kort geleden dezelfde
reis gemaakt. Toen lagen de akkers zoo
kostelijk open voor 't zaad een welig,
vruchtbaar land en 't winterkoren groende
er al. De boeren waren er overal ijverig
bezig geweest met dat veel belovende vroege
lenteweer. En nn met de eb wa9't door
n&
A. G. baron Collot d'Escury en P. F.
Fruytiei', Beiden te Hontenisse .1. A. van
Rompu te Neuzen mr. P. O. J. Henneqhin
te Aardenburg, jhr. H. A. Wietwaal van
Stoetwegen te Oostburg, J. Waglitho te
Tholen
Van den voorzitter der Algeineene
Winkeliersvereeniging te Amsterdam, den
heer Meeuwsen, ontving de secretaris van
de vereeniging Handelsbelang te Middel
burg telegraphisch bericht, dat het be
stuur van de genoemde vereeniging voor
f 500 aandeel neemt in het credietfonds,
door Handelsbelang de vorige week op
gericht.
Ook hier ter stede vormt zich, onder
Zeeuwen, een comité voor den waters
nood in Zdeland.
Hulst. Voor den Melo- en den Konin
gin Emmapolder is het gevaar geweken.
Deze zijn als behouden te beschouwen.
Rond het gat, dat in den zeedijk bij den
Van Alsteinpolder geslagen is, zal een ring
dijk gelegd worden, waarna men tot het
dichten van het gat zal overgaan. Men
hoopt vóór den a. s. springvloed op 25
dezer met den ringdijk gereed te zijn.
De toestand le Hontenisse is nog steeds
dezelfde. Daar werkt men met behulp der
geniesoldaten sterk aan het dichtmaken
van het gat in den Zandepolder, waarna
de dorpen Kloosterzande en Groenendijk
watervrij gemaakt zullen worden.
Hoek. In verband met het herstellen
van den zeedijk is er oneenigheid ontstaan
tusschen het polderbestuur en de ingelan
den, die meenen, dat niet met de noodige
takt en spoed gewerkt wordt. Deze laat-
sten hebben daartoe Zaterdagavond eene
vergadering gehouden. Intusschen zijn ook
door het bestuur reeds andere maatregelen
genomen. Het is echter dringend noodig
met kracht de zaak aan te pakken, want
anders is bij het eerstvolgende springtij
de polder verloren.
Sedert eenige dagen stond als voor
zorgsmaatregel op het station te Utrecht
voor onmiddellijke verzending gereed een
wagon, beladen met een der groote, bij
den Centralen Gezondheidsraad aanwezige
verplaatsbare rijks-ziekenbarakken, ten
einde naar Zeeland te worden verzonden,
zoodra daartoe door een burgemeester aan
vrage wordt gedaan.
Uitgenoodigd doch nog geen antwoord
ingekomen.
de dijken heengebroken water weer tijde
lijk weggevloeid. De omgeploegde velden
door 't zoute water omgehutseld tot slikken
en moerassenen verderop klotsten de
golven, nijdige koppen, zoo wijd je zien
kon in 't grauw verschiet verloopt 't in
een natten mist. En weer 'n droogge
vallen vlakte zoo troosteloos, slijkerig en
glimmerend, 'tgras verkleurd, aan 'trotten
de sneeuwvlokken, die er dunnetjes over
heen gespreid zijn, maken 'tnog somber
ber. 'tls alles sopperig, brak, verflenst,
onder de zware luchten 'n nare nattig
heid. En de vlagen huilen er van verre
over aan, striemen den trein, die heel be
hoedzaam er doorheen draalt. Want telkens
slaan er baanwachters, in dikke ulsters,
de kappen over de hoofden, langs den
weg, en met gekleurde vlaggetjes zwaaien
ze hun seinen.
Zoo hoog is 't water hier geweest, dat
het prikkeldraad, om den lioogen spoor
dijk heen, volhangt van 't aangedreven
wier, van slibbig hooi, en lappen.
Van 't station Woensdrecht traag weer
voort. Daar langs den dam is, als na
een schipbreuk, Tan allerlei aangespoeld
op de hellingstoelen, dekens, een heel
dak, 'n kast, kozijnen, 'n slee. En overal
de lange slierten riet. Want we gaan nu
dwars door den overstroomden Engelschen
polder. Hier hebben ze den bedreigden
spoordijk inderhaast versterkt met puin
en blokken muur. De telefoonpalen steken
enkel hun koppen uit het water op, de
afgebroken, doorgebogen draden hangeu
Deze barak is voorzien van ledikanten,
kachels, enz. en uiterst geriefelijk. Een
detachement geniesoldaten is aangewezen
om zoo noodig mede te gaan en de barak
op te zetten. Hedenochtend is de barak
verzonden.
Krabbendijke. Moest in het nummer
van Dinsdag nog van gebrek aan samen
werking melding worden gemaakt, nu is
er wat beters te berichten. Heden (Dins
dagavond) om 7 uur waren de burgers
van Krabbendijke bij aanplakbiljet uit-
genoodigd in de raadszaal van het ge
meentehuis. Daar velen niet van de verg.
wisten, was dé opkomst niet groot, (och
waren er zelfs van het gehucht Oostdijk
en van buiten, zoowel als van binnen de
kom der gemeente. De burgemeester opende
om half acht de verg., wees in zijn openings
woord op de rampen die ons een week
geleden troffen en dankte voor hetgeen
reeds was gedaan, ook in milde, zeer
milde giften tot leniging van den nood
en persoonlijke toewijding voor deze zaak
vooral door Mevr. Geill.
Z.E.Achtb. zeide, dat we noodig hebben
een plaatselijk comité om vooral de ge
leden schade op te nemen, voor zoover
die minder bedeelden trof, een gecombi
neerde commissie voor de op oostelijk
Zuid-Beveland getroffen plaatsen en dat
verder aansluiting zou worden gezocht
bij het provinciaal comité, opdat zoo de
nooden zooveel mogelijk gelijkelijk worden
voorzien.
De aanwezigen vonden goed, dat de
plaatselijke commissie zou bestaan uit 5
leden, waarvan 2 schippers. Gekozen
werden J. N. Elenbaas, Jac. Welleman,
C. P. Vogelaar, D. Wagenaar en P. Zuid-
weg. Daar de burgemeester het beter
vond, buiten de plaatselijke commissie le
blijven werd J. van Gorssel het vijfde lid.
Voor de stemming was nog bepaa'ld,
dat bij mogelijk bedanken het lid, dat
dan in stemmental volgt, gekozen zal
worden beschouwd, en dat zoo noodig de
commissie zelfs zichzelf zal mogen aan
vullen. Een vraag van J. de Koning of
personen, die buiten de overstroomde pol
ders wonende broodeloos zijn geworden
door de ramp, zich ook bij de commissie
zullen mogen aanmelden om ondersteuning,
zal op de verg. der gecombineerde com
missie besproken worden, maar de voorz.
meende, dat deze personen daar buiten
ztuden vallen. De gecombineerde com-
eronderlangs de bovenste hangt 't aan
gedreven stroo, 'n flardige lap kleeren.
En uit de verte zie je nu ook duidelijk
de barre bres, die de vloed er in den polder
dijk geramd heeft't zeewater kabbelt er
spelend door. Heele gelederen van boom
kruinen schijnen er overheen te drijven
daar ginds nog 't puntdak van een totaal
verdronken boerderij. Blokhuis 19 langs
den spoordam is volkomen leeggespoeld
'n ontzette romp van 't holle huisje, met
den voet in 't water, op de hooge helling
van den dijk. Door een venster gaan de
golven uil.
Maar met een schrik worden de reizigers
in den trein gewaar, dat hier de smalle
spoorweg, waarvan de kruin/ nog maar
'n eindje boven 't watervlak uitligt, tot
halve breedte weggevallen is recht afge
sneden langs de naaste spoorlijn, die op
haar liggers zelfstandig neerhangt aan
den rand der afkalving en over de uiterste
grens van den weggeslagen dam draalt
steeds meer remmend 't treinengevaarte
voort. Dat duurt minuten. En zoo bereiken
we 't kritieke punt: den duiker onder den
den spoordijk, bestemc^ voor loozing van
't polder-binnenwater, waar nu de stroom
in woeste vaart doorheen kolkt, en zek»r
staag den dam daar ondermijnt.
De arbeiders hebben er van verteld, hoe
ze aldoor trachtten door 't bezinken van
zakken zand den wilden gang van 't water
wat te stuiten, en hoe 't telkens wegslaat.
En 't geeft waarlijk weer verluchting als
we er nog veilig overheen geaarzeld zijn,