wagens, in booten en loopende kwani de stoet in Tholen, eerst 50, toen 100, toen 200, toen 300, al maar door. Men wist niet wat er mee te beginnen. I)e jonge vereeniging Het Groene. Kruis heeft toen de /.aken aangepakt, anderen hebben zich daarbij aangesloten zoo ont stond een comité dat inet bewonderens- waardigen ijver de zaken georganiseerd heeft. Zooals we reeds zeiden zijn thans de meeslen over de andere dorpen verdeeld. Een tal van gezinnen in de stad Tholen zijn er ook ingekwartierd, en dan zijner nu nog een 300 gehuisvest in de Bewaar school. Toea we daar kwamen was de maaltijd juist afgeloopen en de mannen, die door de week aan de dijken werken, waren nu met den Zondag wat gaan wandelen. In de groote zaal zaten een twaalftal vrouwen, meest met zuigelingen op hun schoot om de kachel. In die zaal lag Ook het beddegoed, op verzoek van het comité door den minister van oorlog uit Bergen-op-Zoom gestuurd. In de zaal daarachter waren de meisjes en vrouwen die «dienst" hadden dat gaat om de beurt druk bezig met het afwasschen van het eetgerei. Men wenkte ons toen om mee te gaan door de achterdeur, en daar kregen we een tafereel voor ons, dat aandoenlijk was na al de tooneelen van gedruktheid die we gezien hadden. Daar waren op de speelplaats van de bewaar school de kinderen allerheerlijkst aan het spelen. Een groote zandbak zat vol met leuke dreumissen, meisjes waren zingend aan het schommelen, anderen hadden weer andere spelletjes. Een flinke vrouw hield toezicht op ze. «Jae meneer, ze motten inaer in de lucht, daer groeien ze het hardste van". Uit een praatje met de vrouw bleek dat zij bijzonder dankbaar was. «Ja, meneer, we hebben het hier best. De meesten hebben het beter dan thuis in dezen lijd. We krijgen hier drie keer per dag eten. We hebben warmte en goede bedden En onze mannen verdie nen geld met dijkwerken. Maar het ergst inoet nog komen, als we weer in onze natte huisjes terug zijn, en als er geen werk op 't land is, dezen zomer niet, en in de eerste jaren nog niet". Nog zij gemeld dat een 70-tal kinderen van deze hulpbehoevenden reeds geregeld onderwijs krijgen 1 En ook nog dat eT heel veel kleeren noodig zijn, niet het minst omdat de mannen meestal doornat van hun werk terugkomen. Na de Bewaarschool een bezoek aan de sociëteit «Non Semper", die tot zieken huis is ingericht. Ja, daar is de ellende zichtbaar. Er zijn ongeveer 26 personen onder dak gebracht die bijzondere ver pleging noodig hadden. Om de kachel zaten eenige oude vrouwen met hun warme wt-vuf vil'-' tJKj UU VVUUIUmI ulv/t i\UUUUU UllO" sen. Onder hen was ook een oude blinde vrouw. Opzij zaten een paar oude man netjes, aan een tafel eenige meisjes met ziekelijk bleek uiterlijk. In een hoek lag een teringlijder die zijn tocht van Vosse- meer moest bekoopen met een zware bloed spuwing. Daartegenover lag een oude vrouw van 91 jaar op sterven. Niet ver daar van daan lag een zwaar ziek klein kindje. In een anderen hoek lag een ouder meisje ziek te bed. Een man met een gebroken been is bij een dokter opgeno men, en voor een vrouw die dezer dagen bevallen moest, heeft men na eenige moeite ook een rustig onderdak gevonden. Tholen. De toeloop van belangstellen den naar de alhier ondergeloopen polders is van dien aard, dat men zich niet her innert ooit dergelijk schouwspel te hebben waargenomen. Verloopen Zondag zijn uit N -Brabant alleen tusschen de 2 en 3000 inwoners over het Thoolsche pontveer heengevaren. De veerman heeft dan ook uit deze gebeurtenis een dubbele oogst. Met twee ponten is j.L Zondag den ganschen dag over en weer gevaren, en steeds ver drongen zich de menschen aan beide oevers der Eendragt om het eerst over te zijn. Hedeu is door de alhier gevestigde land- bouwvereeniging besloten dit jaar geen tentoonstelling te houden van vee en land bouwwerktuigen. Tholen was dit jaar aan de beurt, waar ze zou gehouden worden. Doch algemeen is men ten volle overtuigd, dat we dit jaar de minste behoefte gevoelen om onze producten ten toon te stellen. Ver loopen Zondag hebben de predikanten van alle gezindten alhier roerende predicatiën gehouden, en den Heere gebeden voor ver dere bewaring en ondersteuning die zoo zeer van noode is. De kerken waren bij deze gelegenheden goed bezet en menig noodlijdende onder het gehoor opgekomen, stortte tranen over het verlies van zeer vele aardsche goede ren, doch ook tranen van overvloeiende dankbaarheid over den hier zoo gewaar- deerden verleenden steun en onderstand. Nog steeds staat het water als't ware op zijn gewone hoogte in de huizen te Oud- Vossemeer. Den minister van oorlog is ge vraagd om infanterie omreden er 's nachts in sommige huizen teOud-Vossemeerwordt gestolen. Voorwaar gewetenlooze men schen, die zich hebben overgegeven om de grootendeels reeds bedorven goederen nu nog te koraon stelen. Naar men ons mede deelde, zal a.s. Woensdag een begin ge maakt worden met het leegmalen van deu Kerkepolder, door middel van hevels, die over den dijk heen gelegd worden. Reeds is met eenige aannemers in onder handeling getreden tot demping van het gat in den Slabbekoornpolder. Naar ons evenwel van goed ingelichte zijde is ver zekerd, kan zulks niet plaats hebben voor de vier gaten gedicht zijn in het dijkje aan de Karnemelkspot, omreden de strooming dan in den Slabbekoornpolder gestuit en zeer beperkt zou worden. Tot op heden draait het door den polder rond en schuimt, omreden het dadelijk bij opkomend getij een groote uitgestrektheid wil alloopen, en de andere polders ook veel lager liggen. Tot heden loopen de getijen gunstig af, doch men blijft weer bevreesd tegen de komende springtijen. In den treurigen toestand te Honte- nisse is nog weinig verandering ten goede gekomen; nog steeds staan ruim 900 H. A best bouwland, zoowel bij vloed als bij ebbe onder water. Het dorp Kloosterzande is bijna geheel verlaten in de Molenstraat, waar de openbare school staat, is geen enkel bewoner achtergebleven. Op Groe nendijk is de toestand eenigszins beter. De kerk, het zusterklooster, alsmede het liefdehuis zijn nog geheel droogdoch het kerkhof staat blank. Uit St. Jansteen en Hulst zijn Zaterdag een 80-tal dijkwerkers aangekomen voor het verhoogen, verzwaren en bekrammen van den Tasdijk, die thans daardoor in zoo goeden staat verkeert, dat gevaar voor overstrooming der gemeenten Hengstdijk en Stoppeldijk zoo goed als geweken is. De genie-soldaten zijn Zondag begonnen met de voorbereidende werkzaamheden tot dichting van den dijk van den Zande- polder. Men hoopt daarmede Donderdag of Vrijdag gereed te zijn en alsdan kan deze polder, welke ongeveer 260 H.A. groot is en waarin de dorpen Kloosterzande en Groenendijk liggen, watervrij gemaakt worden. Zeer gemakkelijk zal dit werk echter niet zijn. Er gaat zulk een geweldige strooming, dat alle materieel medegesleept wordt. Het gat in den zeedijk van den Wilhel- muspolder blijft voorloopig open, dat is bijna niet te stoppen. Men is voornemens een nieuwen zeedijk meer landwaarts op te werpen, waardoor de polder, die thans ruim 77 H.A. groot is, op de helft zal komen. De hofsteden van de heeren Van Arenthals en Stallaert zullen afgebroken worden. Door het watersnoodfonds is voorloopig f 2000 gezonden tot eerste leniging van den nood. Verder zijn door liefdadige personen voedsel en kleederen geschonken. Bij sommigen was de nood zeer hoog gestegen. Ook komt er gebrek aan veevoeder. Zondag werd het tooneel der ramp door duizenden bezocht, doch daar in de laatste dagen vele diefstallen van onbeheerde goederen hadden plaats gehad, mocht geen enkel persoon verder komen dan den Tasdijk. Wat betreft de doorbraak van den calami, euzen Susannapolder wordt gemeld, rlof ooTi r\lor» ia nnrrArrta t» Irf H».t s»£Ul l'inn- gere goedkeuring werd onderworpen. Ver moedelijk zal in de volgende week tot aan besteding van de dichting kunnen worden overgaan. Wolfaartsdijk. Daar er in onze ge meente nog geen commissie gevoimd is om giften in te zamelen voor de nood lijdenden door den hoogen watervloed, hebben zich eeu paar personen (de heeren A. Beenhakker voor Rilland-Bath en K. v. d. Slikke voor Oud-Vosmeer) be schikbaar gesteld, kleederen in ontvangst te nemen. Reeds ziju hedenmorgen een paar groote kisten verzonden. Krabbendijke. Heden had alhier een collecte plaats voor de door den watersnood beroofden. Zij bracht ongeveer f.1160 op. Kruiningen. De collecte voor de slacht offers van den watervloed heeft alhier opgebracht f 676,21. Vlissingen. De directie der Kon. Mij. «De Schelde" heeft een gift van f 1000 beschikbaar gesteld voor de watersnood commissie. Met dankzegging maakt de penning meester der Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Zeeland, de heer D. C. v. Nimwegen, melding van de ontvangst van f 100 door tusschenkomst van dr. L. H. Wagenaar. Wolfaartsdijk. Door de afd. van de Vereeniging voor chr. verzorging van krankzinnigen in Zeeland zijn als afgev. naar de a. s. algemeene vergadering ge kozen Ds. H. Elfers, J. B. v. Wel, A. Pot en als plaatsvervangers N. Valkier en J. L. Goetheer. Vlissingen. Den 15 Maart was het 30 jaar geleden dat dat de schrijnwerker Abr. Pieterse in dienst trad op de werkplaats der Staatsspoor alhier. Al die jaren heeft P. tot genoegen zijner superieuren zijn plicht gedaan. Mogen hem nog vele jaren zijn weggelegd Bij de Maatschappij tot Expl. van Staatsspoorw. is benoemd tot controleur der comptabiliteit le kl. de heer J. Auer thans 2e klasse. Met 1 April worden verplaatst de klerken der posterijen en telegralie L. C. Lagaaij van Rotterdam naar Middelburg en P. P. Hacquébord ran Middelburg naar Rotterdam (beiden telegraafkantoor). Wolfaartsdijk. In de gemeenteraads vergadering van Maandag waren tegen woordig alle leden. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van L. Over- beeke, waarin o.m. werd medegedeeld dat in het afgeloopen jaar met de omnibus vervoerd zijn 5820 personen. Af- en over schrijving begrooting 1905, hetwelk gedekt kan worden uit de post van onvoorziene u.itgaven. Verzoekschrift van de af deeling Zeeland van den bond van gemeenteambte naren, om een bijdrage voor een te houden tentoonstelling op administratief gebied. Op voorstel van B. en W. werd daarvoor f 5 beschikbaar gesteld. Besloten werd op voorstel van Burg. en W6tk. een adres van adhaesie te zenden aan de Tweede Kamer, voor pensioneering van gemeenteambte naren. Vastgesteld werd het suppletoir kohier Hondenbelasting en Hoofd. Omslag (tot een bedray vanRed Tholen. In een vergadering van het bestuur der afdeeliug Tholen van de Maat schappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland is met algemeene stem men besloten tot het niet houden der Landbouwtentoonstelling te Tholen in dit jaar. Tevens is besloten aan het hoofdbe stuur te verzoeken deze tentoonstelling ook niet elders in Zeeland te houden. Dt Koningin in Zeeland. Te Rotter dam arriveerde Maandagavond laat aan het Centraalstation de Koninklijke rijtuigen met het personeel. De paarden en het personeel werden voor den nacht onder gebracht in een particuliere stalhouderij, aan het Van Hogendorpsplein. Alles ge schiedde streng incognitoeen en ander om Dinsdagochtend vroegtijdig naar Zee land te vertrekken in verband met den watersnood aldaar. (Zie Telegrammen.) Frans Rosier. De weduwe Overgauw te Gouda, het slachtoffer van een der laatste misdaden van Rosier, heeft aan een verslaggever van het Dgbl. v. Gouda het volgende verteld Des avonds had ze iemand reeds ver dacht om het huis zien sluipen, wat ze gezegd had tegen het bij haar in huis wonend meisje. Daarom had ze haar beelje geld in den zwarten zak mee op bed ge nomen en onder dehoofdkussens verborgen. Midden in den nacht werd ze plotseling wakker en zag ze een man voor haar staan, het brandend nachtlampje in zijn handen, 't Was of haar bloed wegstroomde uit haar hoofd, (och bleef ze heel stil liggen, de oogeh alleen wijd-opeu op den man gericht, die weer naar den winkel was gegaan en daar de lade had leeggestolen. Toen kwam hij terug en zag het oudje aan. «Geef me je sleutels", zei hij en toen ze eerst weigerde, de dekens krampachtig optrekkend tot boven haar schouders, stak hij haar met een broodmes in de rechter wang. Met haar eene hand maakte ze het zwarte zakje los zoo goed het kou, de inan voor haar rukte het haar evenwel plotseling uit de hand en stak daarop weer lachend met het mes in haar hals. Ze hoorde wat geklir van glazen anders niet, terwijl ze heel doodstil zonder zich maar even te bewegen bleef liggen afwachten de dingen die zouden komen. En weer kwam de man terug, poogde haar de i-lnl/ov.o of t'iilrlrpn .njo aan beide handen gewond werd. «De duim was er bijkans af", vertelde ze ons, zacht glimlachend, maar dat merkte ik pas later, toen hij door den dokter genaaid was". Als eens razende stak de man haar nog eenige malen, haar daarbij min of meer verwondend. De vrouw gaf geen schreeuw maar bleef liggen terwijl ze krampachtig de dekens tot over de schou ders geklemd hield. Na eindelooze minuten ging de man eindelijk heen en toen eerst kwatn de groote schrik over de oude vrouwze verloor het bewustzijn. Eerst veel later kon ze het meisje kloppen, dat aarzelend beneden kwam en bij de kamerdeur zei «'k Durf niet". «Kom maar, hij is weg", had de vrouw geantwoord. «Ze begon te gillen toen ze me zag" zei 't vrouwtje, «dat was ook heel wat". Wat er nu ver der gebeurd is, weet ik niet recht. Toen ik weer bijkwam, lag ik hier in de Wijk verpleging. Eu op een morgen kwamen ze van de politie bij me en lieten ze een portret zien van een mau ofdathemwas. Ik zei van neen. Toen lieten ze me een ander zien. Dat was hem. Ik had hem op dien nacht heel goed opgenomen, om dat ik dacht, jou moet ik onthouden. Het was het portret van Frans Rosier. Toen kwamen ze met een man bij me, om te laten zien, maar die was niet de goeie. Later kwam de andere geboeid. Zoo ik hem zag, herkende ik hem dadelijk, pre cies het gezicht, alles en m'n geld zag ik ook terug. Hij zei niets. Heden is het vrouwtje weer naar huis gegaan. Er is onlangs door iemand in Gro ningen een renpaard aangekocht voor f80. Eenige dagen later werd het weer ver kocht voor f 300 en nu is het nog eens in handen van een anderen eigenaar over gegaan voor den prijs van f 1000. Een land bouwer te Ruinen,ruilde dezer dagen een paard met een koopman te Hoogeveen, en gaf geld toe. Het bleek echter dat het paard niet 8 jaar,'zooals was opgegeven, maar 18 jaar oud was. De boer hield zich stil, doch*sloeg zijn slag, toen de koopman hem eenige dagen later met paard en rijtuig bezocht. De koopman werd binnen geuoodigd en toen hij weer vertrekken wilde vond hij het lSjarige paard voor zijn wagen gespannen. De houding die de boer aannam, was voor hem een aansporing te meer om maar in het geval te berusten. Een koopman te Wageningen had de onvoorzichtigheid van de nog niet ge heel stilstaande tram te springen, waarbij hij kwam te vallen. Met gebroken schedel opgenomen stierf hij aan de gevolgen. Bij de overstrooming der vorige week te Wierum is een man die zijn schoonzuster uit den vloed redden wilde, in de golven omgekomen. De vrouw zelve, tevoren al niet recht gezond, kreeg door het bad in het ijskoude water eeu hevige longont steking, waaraan ze bezweek. Zijisalzoo het tweede slachtdier aldaar van het ge beurde op den 12en dezer. Een 3-jarig knaapje te Aarlanderveen dronk uit een kolfiepot die op een brandend lichtje stond. Hij kreeg zooveel kokende kofiie binnen dat hij binnen twee dagen onder hevige pijnen is overleden. In verband met den gezondheidstoe stand en de voornemens van den heer Van Kol wordt aan de Tel. gemeld dat de heer Van Kol zijn verblijf in Spanje dienstbaar maakt aan het bestudeeren van irrigatie plannen en ontwerpen in verband met irrigatietoestanden op het eiland Curaijao, waarvan hij speciaal op de hoogte wenscht te komen en die door analoge gevallen het bestin Span j e bestudeerd en in oogenechouw kunnen worden genomen. Hij heeft dan ook reeds met verschillende Spaansche inge nieurs geconfereerd en is ijverig aan de studie. Een blijvende vestiging van den heer Van Kol in Nederland zou zijn ge schokte gezondheid geheel ondermijnen, beweert de berichtgever. Zaterdagavond is bij de infanterie- troepen te Breda een order uitgevaardigd, waarbij alle bataljons werden geconsigneerd Zij moesten zich gereed houden om op het eerste bevel uit te rukken. De geweerdra- genden kregen elk 10 scherpe patronen en de schoppen moesten meegenomen worden. Zondagmiddag half 3 werd toestemming gegeven de kazerne te verlaten, te half 5 echter moesten allen weder op het appèl tegenwoordig zijn. Maandag mochten geen oefeningen buiten het exercitieterrein ge houden worden. De consigneering ge schiedde om zoo noodig in Zeeland dijken en goederen te bewaken en hulp te verlee- nen bij de herstelling der dijken. (Br. Ct.) Generaal Booth sprak gister te Rot terdam onder meer het volgende over zijn Leger. Onze r lag wappert in 52 landen en koloniën; 7250 verschillende vereenigingen behooren tot onswij werken in 32 ver schillende talen. Onze strijdmacht wordt geleid door 14,000 officieren, die bijgestaan worden door 50,000 andere personen 17,000 muzikanten telt ons Leger 27 ver schillende nieuwsbladen geven wij uit in 17 verschillende talen; 650 instellingen van sociaal nut worden door ons gedreven. Een groot succes heeft het Leger voor al gehad onder hen die buiten alle geloof stonden en met name onder de dronk aards. Een aardig staaltje van het laatste vertelde de generaal. Er stond in Londen een onverbeterlijke dronkaard terecht, en de magistraat wist niet wat hij met dien man zou aanvangen. Ten einde raad be- go» do i-ov^lilox ccu piciatjo mei hom fa- milie en zijn kinderen. De man wist niet waar ze waren, en beschouwde zich als een verworpene. Maar heb je dan nie mand die zich je lol zou willen aantrek ken vroeg de rechter ten slotte. Toen kwam er leven in het opgezwollen drank gezicht, en stotterend kwam er uit: «Ja wel generaal Booth (A p p 1 a u s). Men vreest wel eens, aldus spr., dat ik door al dien lof trotsch zal worden, maar daar is geen nood voor. Ik ben als die groote polderwerker, die vaak door zijn kleine vrouwtje geslagen werd. Maar vroeg men den reus eens, laat je dat maar zoo toe? En het antwoord luidde: «Och het deert mij niet en zij heeft er plezier van" (V rooi ijk gelach). Dan vertelde de generaal van een ander geval. Een dronkaard, die zijn geziu tot last en schande was geworden, werd op genomen door het Leger des Heils, en tot een ordelijk werkzaam, sober man her vormd. Maar de vrouw wilde haar man niet terug hebben. «Ik gun hem je!" schreef zij. Het Leger hield echter aan, en ein delijk werd de boetvaardige zondaar weer aangenomen, maar niet dan nadat destaf hem een certificaat van goed gedrag had meegegeven. «Pas maar op jongelui," riep de grijze leider ontdeugeud uit, «de dames zullen je spoedig niet meer zonder een getuigschrift onzerzijds aannemen!"(Groote vroolijkheid.) De Engelsehen gaan in Afrika op ontzettende manier te werk om de op roerige beweging der naturellen te onder drukken. Onder anderen te Sokot.o in Negevia waar de Mahdi sneuvelde en vele zijner volgelingenAverden afgemaaktook de Nandi-stam in Britsch Oost-Afrika is zeer geteisterd. De expeditie verdreef hen naar een ander terrein. Zij hadden meer dan duizend dooden. De toestand van koning Karei van Roemenië is hoogst zorgelijk. Doorstaat de vorst den huidigen aanval dan kan hij hoogstens nog enkele maanden leven. Koning Karei werd den 20en April 1839 geboren hij besteeg den troon op 22 April 1866, en heeft dus bijna veertig jaar ge regeerd. Hij lijdt aan verkalking dei- bloedvaten. In den laatsten tijd zijn ook de hersenen aangedaan. Sedert jaren was hij lijdende, doch vond eerst te Rajaz; later te Gastein verlichting. Na den dood van zijn broeder Leopold van Hohen- zollern was hij echter zoo achteruit ge gaan, dat herstel onmogelijk is. Te Ball bij Innsbruck zijn aard schokken waargenomen die 8 seconden aanhielden eu van een sterk gerommel vergezeld gingen. Het Altenburgsche stadje Orlamünde heeft e?n gemeentebestuur waarmede niet te schertsen valt. Dat bestuur heeft be sloten, de namen van nalatige belasting betalers aan het raadhuis aan te plakken en aan allen, die door eigen toedoen achterstallige belastingschuld hebben, het bezoek aan kofliehuizen en kroegen te verbieden. De beroemde Winchester Kathe draal verkeert in gevaar, een ruïne te zullen worden, tenzij op spoedige en af doende wijze wordt overgegaan tot re stauratie. De werken tot herstel zullen 100,004 pd. st. kosten. Hoe tegenwoordig op Sumatra's Westkust door het stellen van klemmen de tijgers worden onschadelijk gemaakt, is als volgt beschrevèn in een correspon dentie, in het Soerabajaasch Handelsblad Men let bij het zetten van een klem op een tweetal gewoonten van den tijger, waarvan deze slechts zeer zelden afwijkt. De eerste is dat hij nooit zal trachten eeu wand, hoe dun ook, te verbreken, wanneer daarin ergens een gat is, waar hij doorheou kan kruipen. Stel dus, men heeft een stuk cadaver, waarvan de tijger den vori- gen nacht gesmuld heeft, gevonden Men bindt er een zware rotanlus aan en sleept het over den grond naar een rustig plekje aan den woudzoom en legt het daar onder een boom, met stevige, opzij uitwassende wortels Onder een van die wortels be graaft men het anker, dat door een ket ting aan een van de veeren der klem verbonden is. Nu slaat men van een paar bamboes een atap, om het cadaver, een klein hutje op, hoogstens 2 meter lang en breed i M. hoog. Aan de voorzijde laat men een opening van ongeveer 5 M. breedte, waardoor het cadaver, of eenig ander aas, zichtbaar is. Voor de vóórzijde van het hutje legt men nu den stam van een boom, van ongeveer li d.M. dikte, en daar vlak achter, dus binnen het hutje, de trapplaat van de klem, welke men daarna met losse bladeren bestrooit. Na dert nu een tijger het cadaver, en krijgt hij het (aas in den neus, dan kan men zeggen dat men het dier heeft ook. Want de tijger zal zeer stellig eerst een paar malen om het hutje heenloopen, geen enkele poging wagon om de'atap op zijde weg te schuiven maar de opening aan de voorzijde behoedzaam naderen. Hij ziet den boomstam voor de opening liggen, maar zal daar nooit op trappen, wel echter den poot er voorzichtig over heen zetten. Omdat zijn oogen slechts het aas zien is hij minder op zijn qui vive dan gewoonlijk, drukt den voet neer, de klem slaat dicht en het ondier is gevangen. Schrijver dezer regelen zag dit interes sante schouwspel vele malen van een ver hoogde zitplaats in een boom, en steeds gebeurde hetgeen hier boven beschreven is. Zoodra de klem dichtklapt is het alsof de wereld vergaat. Het woeste dier, dat zijn poot gevangen voelt, tracht met een geweldigen sprong zich vrij te maken, maar misDe ketting strekt zich, het anker houdt. Dan begint een vreeselijk bijten op de klem, welker eigenaardig gevormde tanden het been in den voorpoot hebben stukge slagen, de huid echter intact gelaten. Maar het ijzer is solidehet machtige gebit van het roofdier legt het afhet kan de plaat soms deuken, breken doet hij haar niet. Het geweldig brullende beest wentelt zich intusschen op den rug slaat het heele hutje uit elkaar, wil in den boom klimmen, alles tevergeefs Urenlang slooft de ko ning van het woud zich vruchteloos af, om zich vrij te maken, als niet de jager hem uit zijn pijnlijke positie naar de an dere wereld helpt, 't Is een imposant gezicht, het dier rechtop tegenover zich te zien staan, met bloedenden muil; de zware val aan den voorpoot als een veertje in de lucht geheven. Een Japansch postkantoor. In de Revue des Deux Mondes geeft de heer André Bellesort een aardige beschrijving van een bezoek aan een Japansch postkantoor. Dikwijls bezocht de schrijver den direc teur der posterijen en telegrafie te Kioto op zijn kantoor. Dit wemelt van kleine ambtenaartjes die hun dertiende jaar nog niet bereikt hebben, en van wie velen behooren tot families van vroegere hove lingen. „Ik verwonder mij dus niet over hun goede manieren", schrijft Bellesort. „De kinderen groeten mij en gaan mij voor naar het bureau van hun chef alsof ze mij den weg wezen in 't paleis van een daïmio. Zij stellen ten dienste van de moderne beschaving die bekoorlijke hoffelijkheid van welker overlevering zij misschien de laatste dragers zijn. Ook kom ik nu en dan in 't telefoonbureau. De telefoonjuffrouwen zijn meestal uit behoeftige gezinnen afkom stig en de meeste zijn zeer leelijk. Doch dat vergeet men wegens haar hulpvaardigheid en vriendelijkheid. Met den nikkelen band om het hoofd en de hoortrompet zien zij er zonderlinger uit dan haar vreemdste godheden ze verduren het verdoovende geschel zonder klagen, zonder zelfs een zenuwachtig gebaar van ongeduld. Voor een salaris van zes gulden per maand werken zij beter dan alle Europeesche bij het bedienen van deze Westersche uitvin ding". De postbestellers verdienen onge veer negen gulden, de gewone ambtenaren beginnen met tien. Het valt niet gemak kelijk daarvoor liefhebbers te vinden want de kennis die van hen gevraagd wordt staat in geen verhouding tot de belooning. Doch die slecht betaalde, dikwijls slecht gekleede lieden zijn zoo dienstvaardig en beleefd, dat blijkbaar de tijd der samoerai nog iu hen voortleeft,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2