wagens, in booten en loopende kwani de
stoet in Tholen, eerst 50, toen 100, toen
200, toen 300, al maar door. Men wist
niet wat er mee te beginnen.
I)e jonge vereeniging Het Groene. Kruis
heeft toen de /.aken aangepakt, anderen
hebben zich daarbij aangesloten zoo ont
stond een comité dat inet bewonderens-
waardigen ijver de zaken georganiseerd
heeft.
Zooals we reeds zeiden zijn thans de
meeslen over de andere dorpen verdeeld.
Een tal van gezinnen in de stad Tholen
zijn er ook ingekwartierd, en dan zijner
nu nog een 300 gehuisvest in de Bewaar
school. Toea we daar kwamen was de
maaltijd juist afgeloopen en de mannen,
die door de week aan de dijken werken,
waren nu met den Zondag wat gaan
wandelen. In de groote zaal zaten een
twaalftal vrouwen, meest met zuigelingen
op hun schoot om de kachel. In die zaal
lag Ook het beddegoed, op verzoek van
het comité door den minister van oorlog
uit Bergen-op-Zoom gestuurd. In de zaal
daarachter waren de meisjes en vrouwen
die «dienst" hadden dat gaat om de
beurt druk bezig met het afwasschen
van het eetgerei. Men wenkte ons toen
om mee te gaan door de achterdeur, en
daar kregen we een tafereel voor ons, dat
aandoenlijk was na al de tooneelen van
gedruktheid die we gezien hadden. Daar
waren op de speelplaats van de bewaar
school de kinderen allerheerlijkst aan het
spelen. Een groote zandbak zat vol met
leuke dreumissen, meisjes waren zingend
aan het schommelen, anderen hadden weer
andere spelletjes. Een flinke vrouw hield
toezicht op ze.
«Jae meneer, ze motten inaer in de lucht,
daer groeien ze het hardste van".
Uit een praatje met de vrouw bleek dat
zij bijzonder dankbaar was.
«Ja, meneer, we hebben het hier best.
De meesten hebben het beter dan thuis
in dezen lijd. We krijgen hier drie keer
per dag eten. We hebben warmte en
goede bedden En onze mannen verdie
nen geld met dijkwerken. Maar het ergst
inoet nog komen, als we weer in onze
natte huisjes terug zijn, en als er geen
werk op 't land is, dezen zomer niet, en
in de eerste jaren nog niet".
Nog zij gemeld dat een 70-tal kinderen
van deze hulpbehoevenden reeds geregeld
onderwijs krijgen 1 En ook nog dat eT
heel veel kleeren noodig zijn, niet het
minst omdat de mannen meestal doornat
van hun werk terugkomen.
Na de Bewaarschool een bezoek aan de
sociëteit «Non Semper", die tot zieken
huis is ingericht. Ja, daar is de ellende
zichtbaar. Er zijn ongeveer 26 personen
onder dak gebracht die bijzondere ver
pleging noodig hadden. Om de kachel
zaten eenige oude vrouwen met hun warme
wt-vuf vil'-' tJKj UU VVUUIUmI ulv/t i\UUUUU UllO"
sen. Onder hen was ook een oude blinde
vrouw. Opzij zaten een paar oude man
netjes, aan een tafel eenige meisjes met
ziekelijk bleek uiterlijk. In een hoek lag
een teringlijder die zijn tocht van Vosse-
meer moest bekoopen met een zware bloed
spuwing. Daartegenover lag een oude
vrouw van 91 jaar op sterven. Niet ver
daar van daan lag een zwaar ziek klein
kindje. In een anderen hoek lag een ouder
meisje ziek te bed. Een man met een
gebroken been is bij een dokter opgeno
men, en voor een vrouw die dezer dagen
bevallen moest, heeft men na eenige
moeite ook een rustig onderdak gevonden.
Tholen. De toeloop van belangstellen
den naar de alhier ondergeloopen polders
is van dien aard, dat men zich niet her
innert ooit dergelijk schouwspel te hebben
waargenomen. Verloopen Zondag zijn uit
N -Brabant alleen tusschen de 2 en 3000
inwoners over het Thoolsche pontveer
heengevaren. De veerman heeft dan ook uit
deze gebeurtenis een dubbele oogst. Met
twee ponten is j.L Zondag den ganschen
dag over en weer gevaren, en steeds ver
drongen zich de menschen aan beide oevers
der Eendragt om het eerst over te zijn.
Hedeu is door de alhier gevestigde land-
bouwvereeniging besloten dit jaar geen
tentoonstelling te houden van vee en land
bouwwerktuigen. Tholen was dit jaar aan
de beurt, waar ze zou gehouden worden.
Doch algemeen is men ten volle overtuigd,
dat we dit jaar de minste behoefte gevoelen
om onze producten ten toon te stellen. Ver
loopen Zondag hebben de predikanten van
alle gezindten alhier roerende predicatiën
gehouden, en den Heere gebeden voor ver
dere bewaring en ondersteuning die zoo
zeer van noode is.
De kerken waren bij deze gelegenheden
goed bezet en menig noodlijdende onder
het gehoor opgekomen, stortte tranen over
het verlies van zeer vele aardsche goede
ren, doch ook tranen van overvloeiende
dankbaarheid over den hier zoo gewaar-
deerden verleenden steun en onderstand.
Nog steeds staat het water als't ware op
zijn gewone hoogte in de huizen te Oud-
Vossemeer. Den minister van oorlog is ge
vraagd om infanterie omreden er 's nachts
in sommige huizen teOud-Vossemeerwordt
gestolen. Voorwaar gewetenlooze men
schen, die zich hebben overgegeven om de
grootendeels reeds bedorven goederen nu
nog te koraon stelen. Naar men ons mede
deelde, zal a.s. Woensdag een begin ge
maakt worden met het leegmalen van deu
Kerkepolder, door middel van hevels, die
over den dijk heen gelegd worden.
Reeds is met eenige aannemers in onder
handeling getreden tot demping van het
gat in den Slabbekoornpolder. Naar ons
evenwel van goed ingelichte zijde is ver
zekerd, kan zulks niet plaats hebben voor
de vier gaten gedicht zijn in het dijkje aan
de Karnemelkspot, omreden de strooming
dan in den Slabbekoornpolder gestuit en
zeer beperkt zou worden. Tot op heden
draait het door den polder rond en schuimt,
omreden het dadelijk bij opkomend getij
een groote uitgestrektheid wil alloopen, en
de andere polders ook veel lager liggen.
Tot heden loopen de getijen gunstig af,
doch men blijft weer bevreesd tegen de
komende springtijen.
In den treurigen toestand te Honte-
nisse is nog weinig verandering ten goede
gekomen; nog steeds staan ruim 900 H. A
best bouwland, zoowel bij vloed als bij
ebbe onder water. Het dorp Kloosterzande
is bijna geheel verlaten in de Molenstraat,
waar de openbare school staat, is geen
enkel bewoner achtergebleven. Op Groe
nendijk is de toestand eenigszins beter.
De kerk, het zusterklooster, alsmede het
liefdehuis zijn nog geheel droogdoch het
kerkhof staat blank.
Uit St. Jansteen en Hulst zijn Zaterdag
een 80-tal dijkwerkers aangekomen voor
het verhoogen, verzwaren en bekrammen
van den Tasdijk, die thans daardoor in zoo
goeden staat verkeert, dat gevaar voor
overstrooming der gemeenten Hengstdijk
en Stoppeldijk zoo goed als geweken is.
De genie-soldaten zijn Zondag begonnen
met de voorbereidende werkzaamheden tot
dichting van den dijk van den Zande-
polder. Men hoopt daarmede Donderdag
of Vrijdag gereed te zijn en alsdan kan
deze polder, welke ongeveer 260 H.A. groot
is en waarin de dorpen Kloosterzande en
Groenendijk liggen, watervrij gemaakt
worden. Zeer gemakkelijk zal dit werk
echter niet zijn. Er gaat zulk een geweldige
strooming, dat alle materieel medegesleept
wordt.
Het gat in den zeedijk van den Wilhel-
muspolder blijft voorloopig open, dat is
bijna niet te stoppen. Men is voornemens
een nieuwen zeedijk meer landwaarts op te
werpen, waardoor de polder, die thans ruim
77 H.A. groot is, op de helft zal komen.
De hofsteden van de heeren Van Arenthals
en Stallaert zullen afgebroken worden.
Door het watersnoodfonds is voorloopig
f 2000 gezonden tot eerste leniging van den
nood. Verder zijn door liefdadige personen
voedsel en kleederen geschonken. Bij
sommigen was de nood zeer hoog gestegen.
Ook komt er gebrek aan veevoeder.
Zondag werd het tooneel der ramp door
duizenden bezocht, doch daar in de laatste
dagen vele diefstallen van onbeheerde
goederen hadden plaats gehad, mocht geen
enkel persoon verder komen dan den
Tasdijk.
Wat betreft de doorbraak van den
calami, euzen Susannapolder wordt gemeld,
rlof ooTi r\lor» ia nnrrArrta t» Irf H».t s»£Ul l'inn-
gere goedkeuring werd onderworpen. Ver
moedelijk zal in de volgende week tot aan
besteding van de dichting kunnen worden
overgaan.
Wolfaartsdijk. Daar er in onze ge
meente nog geen commissie gevoimd is
om giften in te zamelen voor de nood
lijdenden door den hoogen watervloed,
hebben zich eeu paar personen (de heeren
A. Beenhakker voor Rilland-Bath en
K. v. d. Slikke voor Oud-Vosmeer) be
schikbaar gesteld, kleederen in ontvangst
te nemen. Reeds ziju hedenmorgen een
paar groote kisten verzonden.
Krabbendijke. Heden had alhier een
collecte plaats voor de door den watersnood
beroofden. Zij bracht ongeveer f.1160 op.
Kruiningen. De collecte voor de slacht
offers van den watervloed heeft alhier
opgebracht f 676,21.
Vlissingen. De directie der Kon. Mij.
«De Schelde" heeft een gift van f 1000
beschikbaar gesteld voor de watersnood
commissie.
Met dankzegging maakt de penning
meester der Vereeniging tot Christelijke
verzorging van krankzinnigen in Zeeland,
de heer D. C. v. Nimwegen, melding van de
ontvangst van f 100 door tusschenkomst
van dr. L. H. Wagenaar.
Wolfaartsdijk. Door de afd. van de
Vereeniging voor chr. verzorging van
krankzinnigen in Zeeland zijn als afgev.
naar de a. s. algemeene vergadering ge
kozen Ds. H. Elfers, J. B. v. Wel, A. Pot
en als plaatsvervangers N. Valkier en J.
L. Goetheer.
Vlissingen. Den 15 Maart was het 30
jaar geleden dat dat de schrijnwerker Abr.
Pieterse in dienst trad op de werkplaats
der Staatsspoor alhier. Al die jaren heeft
P. tot genoegen zijner superieuren zijn
plicht gedaan. Mogen hem nog vele jaren
zijn weggelegd
Bij de Maatschappij tot Expl. van
Staatsspoorw. is benoemd tot controleur
der comptabiliteit le kl. de heer J. Auer
thans 2e klasse.
Met 1 April worden verplaatst de
klerken der posterijen en telegralie L. C.
Lagaaij van Rotterdam naar Middelburg
en P. P. Hacquébord ran Middelburg naar
Rotterdam (beiden telegraafkantoor).
Wolfaartsdijk. In de gemeenteraads
vergadering van Maandag waren tegen
woordig alle leden. Onder de ingekomen
stukken was een schrijven van L. Over-
beeke, waarin o.m. werd medegedeeld dat
in het afgeloopen jaar met de omnibus
vervoerd zijn 5820 personen. Af- en over
schrijving begrooting 1905, hetwelk gedekt
kan worden uit de post van onvoorziene
u.itgaven. Verzoekschrift van de af deeling
Zeeland van den bond van gemeenteambte
naren, om een bijdrage voor een te houden
tentoonstelling op administratief gebied.
Op voorstel van B. en W. werd daarvoor
f 5 beschikbaar gesteld. Besloten werd op
voorstel van Burg. en W6tk. een adres van
adhaesie te zenden aan de Tweede Kamer,
voor pensioneering van gemeenteambte
naren. Vastgesteld werd het suppletoir
kohier Hondenbelasting en Hoofd. Omslag
(tot een bedray vanRed
Tholen. In een vergadering van het
bestuur der afdeeliug Tholen van de Maat
schappij tot bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland is met algemeene stem
men besloten tot het niet houden der
Landbouwtentoonstelling te Tholen in dit
jaar. Tevens is besloten aan het hoofdbe
stuur te verzoeken deze tentoonstelling ook
niet elders in Zeeland te houden.
Dt Koningin in Zeeland. Te Rotter
dam arriveerde Maandagavond laat aan
het Centraalstation de Koninklijke rijtuigen
met het personeel. De paarden en het
personeel werden voor den nacht onder
gebracht in een particuliere stalhouderij,
aan het Van Hogendorpsplein. Alles ge
schiedde streng incognitoeen en ander
om Dinsdagochtend vroegtijdig naar Zee
land te vertrekken in verband met den
watersnood aldaar. (Zie Telegrammen.)
Frans Rosier.
De weduwe Overgauw te Gouda, het
slachtoffer van een der laatste misdaden
van Rosier, heeft aan een verslaggever
van het Dgbl. v. Gouda het volgende verteld
Des avonds had ze iemand reeds ver
dacht om het huis zien sluipen, wat ze
gezegd had tegen het bij haar in huis
wonend meisje. Daarom had ze haar beelje
geld in den zwarten zak mee op bed ge
nomen en onder dehoofdkussens verborgen.
Midden in den nacht werd ze plotseling
wakker en zag ze een man voor haar staan,
het brandend nachtlampje in zijn handen,
't Was of haar bloed wegstroomde uit
haar hoofd, (och bleef ze heel stil liggen,
de oogeh alleen wijd-opeu op den man
gericht, die weer naar den winkel was
gegaan en daar de lade had leeggestolen.
Toen kwam hij terug en zag het oudje aan.
«Geef me je sleutels", zei hij en toen ze
eerst weigerde, de dekens krampachtig
optrekkend tot boven haar schouders, stak
hij haar met een broodmes in de rechter
wang. Met haar eene hand maakte ze
het zwarte zakje los zoo goed het kou,
de inan voor haar rukte het haar evenwel
plotseling uit de hand en stak daarop weer
lachend met het mes in haar hals. Ze
hoorde wat geklir van glazen anders niet,
terwijl ze heel doodstil zonder zich maar
even te bewegen bleef liggen afwachten
de dingen die zouden komen. En weer
kwam de man terug, poogde haar de
i-lnl/ov.o of t'iilrlrpn .njo
aan beide handen gewond werd. «De
duim was er bijkans af", vertelde ze ons,
zacht glimlachend, maar dat merkte ik
pas later, toen hij door den dokter genaaid
was". Als eens razende stak de man haar
nog eenige malen, haar daarbij min of
meer verwondend. De vrouw gaf geen
schreeuw maar bleef liggen terwijl ze
krampachtig de dekens tot over de schou
ders geklemd hield.
Na eindelooze minuten ging de man
eindelijk heen en toen eerst kwatn de
groote schrik over de oude vrouwze
verloor het bewustzijn. Eerst veel later
kon ze het meisje kloppen, dat aarzelend
beneden kwam en bij de kamerdeur zei
«'k Durf niet". «Kom maar, hij is weg",
had de vrouw geantwoord. «Ze begon te
gillen toen ze me zag" zei 't vrouwtje,
«dat was ook heel wat". Wat er nu ver
der gebeurd is, weet ik niet recht. Toen
ik weer bijkwam, lag ik hier in de Wijk
verpleging. Eu op een morgen kwamen
ze van de politie bij me en lieten ze een
portret zien van een mau ofdathemwas.
Ik zei van neen. Toen lieten ze me een
ander zien. Dat was hem. Ik had hem
op dien nacht heel goed opgenomen, om
dat ik dacht, jou moet ik onthouden. Het
was het portret van Frans Rosier. Toen
kwamen ze met een man bij me, om te
laten zien, maar die was niet de goeie.
Later kwam de andere geboeid. Zoo ik
hem zag, herkende ik hem dadelijk, pre
cies het gezicht, alles en m'n geld zag ik
ook terug. Hij zei niets.
Heden is het vrouwtje weer naar huis
gegaan.
Er is onlangs door iemand in Gro
ningen een renpaard aangekocht voor f80.
Eenige dagen later werd het weer ver
kocht voor f 300 en nu is het nog eens
in handen van een anderen eigenaar over
gegaan voor den prijs van f 1000.
Een land bouwer te Ruinen,ruilde dezer
dagen een paard met een koopman te
Hoogeveen, en gaf geld toe. Het bleek
echter dat het paard niet 8 jaar,'zooals
was opgegeven, maar 18 jaar oud was.
De boer hield zich stil, doch*sloeg zijn
slag, toen de koopman hem eenige dagen
later met paard en rijtuig bezocht. De
koopman werd binnen geuoodigd en toen
hij weer vertrekken wilde vond hij het
lSjarige paard voor zijn wagen gespannen.
De houding die de boer aannam, was
voor hem een aansporing te meer om maar
in het geval te berusten.
Een koopman te Wageningen had
de onvoorzichtigheid van de nog niet ge
heel stilstaande tram te springen, waarbij
hij kwam te vallen. Met gebroken schedel
opgenomen stierf hij aan de gevolgen.
Bij de overstrooming der vorige week te
Wierum is een man die zijn schoonzuster
uit den vloed redden wilde, in de golven
omgekomen. De vrouw zelve, tevoren al
niet recht gezond, kreeg door het bad in
het ijskoude water eeu hevige longont
steking, waaraan ze bezweek. Zijisalzoo
het tweede slachtdier aldaar van het ge
beurde op den 12en dezer. Een 3-jarig
knaapje te Aarlanderveen dronk uit een
kolfiepot die op een brandend lichtje stond.
Hij kreeg zooveel kokende kofiie binnen
dat hij binnen twee dagen onder hevige
pijnen is overleden.
In verband met den gezondheidstoe
stand en de voornemens van den heer Van
Kol wordt aan de Tel. gemeld dat de heer
Van Kol zijn verblijf in Spanje dienstbaar
maakt aan het bestudeeren van irrigatie
plannen en ontwerpen in verband met
irrigatietoestanden op het eiland Curaijao,
waarvan hij speciaal op de hoogte wenscht
te komen en die door analoge gevallen het
bestin Span j e bestudeerd en in oogenechouw
kunnen worden genomen. Hij heeft dan ook
reeds met verschillende Spaansche inge
nieurs geconfereerd en is ijverig aan de
studie. Een blijvende vestiging van den
heer Van Kol in Nederland zou zijn ge
schokte gezondheid geheel ondermijnen,
beweert de berichtgever.
Zaterdagavond is bij de infanterie-
troepen te Breda een order uitgevaardigd,
waarbij alle bataljons werden geconsigneerd
Zij moesten zich gereed houden om op het
eerste bevel uit te rukken. De geweerdra-
genden kregen elk 10 scherpe patronen en
de schoppen moesten meegenomen worden.
Zondagmiddag half 3 werd toestemming
gegeven de kazerne te verlaten, te half 5
echter moesten allen weder op het appèl
tegenwoordig zijn. Maandag mochten geen
oefeningen buiten het exercitieterrein ge
houden worden. De consigneering ge
schiedde om zoo noodig in Zeeland dijken
en goederen te bewaken en hulp te verlee-
nen bij de herstelling der dijken. (Br. Ct.)
Generaal Booth sprak gister te Rot
terdam onder meer het volgende over zijn
Leger.
Onze r lag wappert in 52 landen en
koloniën; 7250 verschillende vereenigingen
behooren tot onswij werken in 32 ver
schillende talen. Onze strijdmacht wordt
geleid door 14,000 officieren, die bijgestaan
worden door 50,000 andere personen
17,000 muzikanten telt ons Leger 27 ver
schillende nieuwsbladen geven wij uit in
17 verschillende talen; 650 instellingen
van sociaal nut worden door ons gedreven.
Een groot succes heeft het Leger voor
al gehad onder hen die buiten alle geloof
stonden en met name onder de dronk
aards. Een aardig staaltje van het laatste
vertelde de generaal. Er stond in Londen
een onverbeterlijke dronkaard terecht, en
de magistraat wist niet wat hij met dien
man zou aanvangen. Ten einde raad be-
go» do i-ov^lilox ccu piciatjo mei hom fa-
milie en zijn kinderen. De man wist niet
waar ze waren, en beschouwde zich als
een verworpene. Maar heb je dan nie
mand die zich je lol zou willen aantrek
ken vroeg de rechter ten slotte. Toen
kwam er leven in het opgezwollen drank
gezicht, en stotterend kwam er uit: «Ja
wel generaal Booth (A p p 1 a u s).
Men vreest wel eens, aldus spr., dat ik
door al dien lof trotsch zal worden, maar
daar is geen nood voor. Ik ben als die
groote polderwerker, die vaak door zijn
kleine vrouwtje geslagen werd. Maar
vroeg men den reus eens, laat je dat maar
zoo toe? En het antwoord luidde: «Och
het deert mij niet en zij heeft er plezier
van" (V rooi ijk gelach).
Dan vertelde de generaal van een ander
geval. Een dronkaard, die zijn geziu tot
last en schande was geworden, werd op
genomen door het Leger des Heils, en tot
een ordelijk werkzaam, sober man her
vormd. Maar de vrouw wilde haar man
niet terug hebben. «Ik gun hem je!" schreef
zij. Het Leger hield echter aan, en ein
delijk werd de boetvaardige zondaar weer
aangenomen, maar niet dan nadat destaf
hem een certificaat van goed gedrag had
meegegeven. «Pas maar op jongelui," riep
de grijze leider ontdeugeud uit, «de dames
zullen je spoedig niet meer zonder een
getuigschrift onzerzijds aannemen!"(Groote
vroolijkheid.)
De Engelsehen gaan in Afrika op
ontzettende manier te werk om de op
roerige beweging der naturellen te onder
drukken. Onder anderen te Sokot.o in
Negevia waar de Mahdi sneuvelde en vele
zijner volgelingenAverden afgemaaktook
de Nandi-stam in Britsch Oost-Afrika is
zeer geteisterd. De expeditie verdreef
hen naar een ander terrein. Zij hadden
meer dan duizend dooden.
De toestand van koning Karei van
Roemenië is hoogst zorgelijk. Doorstaat
de vorst den huidigen aanval dan kan hij
hoogstens nog enkele maanden leven.
Koning Karei werd den 20en April 1839
geboren hij besteeg den troon op 22 April
1866, en heeft dus bijna veertig jaar ge
regeerd. Hij lijdt aan verkalking dei-
bloedvaten. In den laatsten tijd zijn ook
de hersenen aangedaan. Sedert jaren was
hij lijdende, doch vond eerst te Rajaz;
later te Gastein verlichting. Na den dood
van zijn broeder Leopold van Hohen-
zollern was hij echter zoo achteruit ge
gaan, dat herstel onmogelijk is.
Te Ball bij Innsbruck zijn aard
schokken waargenomen die 8 seconden
aanhielden eu van een sterk gerommel
vergezeld gingen.
Het Altenburgsche stadje Orlamünde
heeft e?n gemeentebestuur waarmede niet
te schertsen valt. Dat bestuur heeft be
sloten, de namen van nalatige belasting
betalers aan het raadhuis aan te plakken
en aan allen, die door eigen toedoen
achterstallige belastingschuld hebben, het
bezoek aan kofliehuizen en kroegen te
verbieden.
De beroemde Winchester Kathe
draal verkeert in gevaar, een ruïne te
zullen worden, tenzij op spoedige en af
doende wijze wordt overgegaan tot re
stauratie. De werken tot herstel zullen
100,004 pd. st. kosten.
Hoe tegenwoordig op Sumatra's
Westkust door het stellen van klemmen
de tijgers worden onschadelijk gemaakt,
is als volgt beschrevèn in een correspon
dentie, in het Soerabajaasch Handelsblad
Men let bij het zetten van een klem
op een tweetal gewoonten van den tijger,
waarvan deze slechts zeer zelden afwijkt.
De eerste is dat hij nooit zal trachten eeu
wand, hoe dun ook, te verbreken, wanneer
daarin ergens een gat is, waar hij doorheou
kan kruipen. Stel dus, men heeft een
stuk cadaver, waarvan de tijger den vori-
gen nacht gesmuld heeft, gevonden Men
bindt er een zware rotanlus aan en sleept
het over den grond naar een rustig plekje
aan den woudzoom en legt het daar onder
een boom, met stevige, opzij uitwassende
wortels Onder een van die wortels be
graaft men het anker, dat door een ket
ting aan een van de veeren der klem
verbonden is. Nu slaat men van een
paar bamboes een atap, om het cadaver,
een klein hutje op, hoogstens 2 meter lang
en breed i M. hoog. Aan de voorzijde
laat men een opening van ongeveer 5 M.
breedte, waardoor het cadaver, of eenig
ander aas, zichtbaar is. Voor de vóórzijde
van het hutje legt men nu den stam van
een boom, van ongeveer li d.M. dikte,
en daar vlak achter, dus binnen het hutje,
de trapplaat van de klem, welke men
daarna met losse bladeren bestrooit. Na
dert nu een tijger het cadaver, en krijgt
hij het (aas in den neus, dan kan men
zeggen dat men het dier heeft ook. Want
de tijger zal zeer stellig eerst een paar
malen om het hutje heenloopen, geen
enkele poging wagon om de'atap op zijde
weg te schuiven maar de opening aan de
voorzijde behoedzaam naderen. Hij ziet
den boomstam voor de opening liggen,
maar zal daar nooit op trappen, wel echter
den poot er voorzichtig over heen zetten.
Omdat zijn oogen slechts het aas zien is
hij minder op zijn qui vive dan gewoonlijk,
drukt den voet neer, de klem slaat dicht
en het ondier is gevangen.
Schrijver dezer regelen zag dit interes
sante schouwspel vele malen van een ver
hoogde zitplaats in een boom, en steeds
gebeurde hetgeen hier boven beschreven is.
Zoodra de klem dichtklapt is het alsof
de wereld vergaat. Het woeste dier, dat
zijn poot gevangen voelt, tracht met een
geweldigen sprong zich vrij te maken,
maar misDe ketting strekt zich, het
anker houdt.
Dan begint een vreeselijk bijten op de
klem, welker eigenaardig gevormde tanden
het been in den voorpoot hebben stukge
slagen, de huid echter intact gelaten.
Maar het ijzer is solidehet machtige
gebit van het roofdier legt het afhet
kan de plaat soms deuken, breken doet
hij haar niet.
Het geweldig brullende beest wentelt
zich intusschen op den rug slaat het heele
hutje uit elkaar, wil in den boom klimmen,
alles tevergeefs Urenlang slooft de ko
ning van het woud zich vruchteloos af,
om zich vrij te maken, als niet de jager
hem uit zijn pijnlijke positie naar de an
dere wereld helpt, 't Is een imposant
gezicht, het dier rechtop tegenover zich
te zien staan, met bloedenden muil; de
zware val aan den voorpoot als een veertje
in de lucht geheven.
Een Japansch postkantoor. In de Revue
des Deux Mondes geeft de heer André
Bellesort een aardige beschrijving van een
bezoek aan een Japansch postkantoor.
Dikwijls bezocht de schrijver den direc
teur der posterijen en telegrafie te Kioto
op zijn kantoor. Dit wemelt van kleine
ambtenaartjes die hun dertiende jaar nog
niet bereikt hebben, en van wie velen
behooren tot families van vroegere hove
lingen. „Ik verwonder mij dus niet over
hun goede manieren", schrijft Bellesort.
„De kinderen groeten mij en gaan mij voor
naar het bureau van hun chef alsof ze mij
den weg wezen in 't paleis van een daïmio.
Zij stellen ten dienste van de moderne
beschaving die bekoorlijke hoffelijkheid
van welker overlevering zij misschien de
laatste dragers zijn. Ook kom ik nu en dan
in 't telefoonbureau. De telefoonjuffrouwen
zijn meestal uit behoeftige gezinnen afkom
stig en de meeste zijn zeer leelijk. Doch dat
vergeet men wegens haar hulpvaardigheid
en vriendelijkheid. Met den nikkelen band
om het hoofd en de hoortrompet zien zij
er zonderlinger uit dan haar vreemdste
godheden ze verduren het verdoovende
geschel zonder klagen, zonder zelfs een
zenuwachtig gebaar van ongeduld. Voor
een salaris van zes gulden per maand
werken zij beter dan alle Europeesche bij
het bedienen van deze Westersche uitvin
ding". De postbestellers verdienen onge
veer negen gulden, de gewone ambtenaren
beginnen met tien. Het valt niet gemak
kelijk daarvoor liefhebbers te vinden want
de kennis die van hen gevraagd wordt staat
in geen verhouding tot de belooning. Doch
die slecht betaalde, dikwijls slecht gekleede
lieden zijn zoo dienstvaardig en beleefd,
dat blijkbaar de tijd der samoerai nog iu
hen voortleeft,