NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 139. 1906.
Donderdag 15 Maart. 20e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met I April op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot
dien datum gratis.
14 Maart 190G.
Gelijk wij in een deel on/,er vorige op
laag meldden, zijn de heereu de Koeijer
en de Jager, beiden antir., tot leden van
den gemeenteraad van Neuzen gekozen.
Deze uitslag doet ons genoegen. Zij be
antwoordt aan onze dezer dagen uitgespro
ken verwachting dat er een kentering is
gekoaien in de gevoelens der Neuzensche
Katholieken in hunne meening ten opzichte
van hunne roeping als leden der christelijke
partijen.
Wanneer de Chr. Partijen in Neuzen
hun plicht doen, komt en blijft daar het
vrijzinnig element in de minderheid. Dit
is nu gebleken. De verhouding is thans
zeven liberalen en vijf antirevolutionairen.
Een eeresaluut aan Luctor et Emergo en
zijn wakkeren redacteur en aan de leiders
der verkiezing.
De zaakrijke, overtuigende artikelen van
den heerKoelmans hebben hun uitwerking
niet gemist.
Betrachte men nu onzerzijds de voor
zichtigheid wanneer de kamp begint om
den vacanten zetel van den heer De Jonge.
Bij de verkiezing is door woord- en
penvoerders van vrijzinnige richting om
het_ zeerst geroepen dat 't met het Kuyper-
regime uit moest zijn.
Van dat verdwenen regime kunnen wij
het zij met genoegen vastgesteld
nog niet veel merken 1
Er zou getornd worden aan de lager-
onderwijswet en minister Bink heeft
loyale uitvoering dier wet toegezegd
De drankwet zou belangrijk gewijzigd
worden en de veranderingen bepaalden
zich tot eenige ondergeschikte punten
Het tarief mocht onder anderen niet
verhoogd worden en de minister De
Meester spitste zich reeds op vermeerderde
Bijkainkomsten nit datzelfde tarief, door
den buitenlander te leveren
Minister Ifuyper liet zich door buiten
landers „interviewen" en minister De
Meester begaat hetzelfde misdrijf
Minister Kuyper maakte buitenlandsche
reizen en minister Kraus verlaat liefst
voor vijf maanden zijn post, om een buiten
landsche regeering te dienen
Minister Kuyper had zich zoo
schreeuwde men schandelijk vergrepen
aan de rechten der vrouw, enz. door in
diening der Speetwet en minister Vee-
gens verklaart al dadelijk bij zijn optre
den dat deze Speetwet niet kan gemist
worden
Ook in zake benoemingen schijnt het
Kuyper-regime in dit ministerie te willen
voortleven.
Dat regime bedoelde, op dat terrein
doorvoering van de leus „leven en laten
leven"rekening houden met de richting
der meerderheid in stad of provincie.
Een paar benoemingen in dezen geest
vallen reeds onder het ministerie-Bink
te boeken.
Lest niet minst, Minister v. Baalte staat
op 't oogenblik het Arbeidscontract van
minister Loeffte verdedigen, en minister
Bock spitst zich op de aanprijzing van
het oude ontwerp van minister Idenburg,
betreffende de rechtspositie der inlandsche
christenenterwijl wij hopen dat minister
Veegens nog wel een en ander van minis
ter Kuyper aan den man zal brengen, al
ware het maar het ontwerp tot opneming-
onzer veldarbeiders in de Ongevallenwet
Nog eens, wij bestatigen dit met ge
noegen maar de onwaarheid der verkie
zingsleuzen van onze vrijzinnigen, komt
er des te schriller bij. uit.
(Wegens plaatsgebrek bleef dit stukje
een paar dagen ter perse. lied.)
Plaatsgebrek verbiedt ons stil te staan
bij 't verslag der vergadering deze week
gehouden door het „Agitatie-comité in
zake Arbeidswet en Arbeidscontract". Van
hun standpunt hebben de leiders zich
uitstekend verdedigd, maar het verschil
in taak tusschen kamerleden en gewone
menschen schijnen zij wel een weinig uit
het oog verloren te hebben.
Dit blijkt uit het feit dat aan de S. D.
Kamerfractie verweten wordt dat /.ij het
comité niet heeft verdedigd tegen de aan
klacht der heeren v. Nispen en Drucker.
Tak „bedierf alles door het slot zijner
rede", en Troelstra stelde te leur door
het comité te negeeren en niet het „on
aannemelijk" uit te spreken over de hou
ding van Schaper werd „spijt" betuigd.
De voorzitter Verdorst zei dat „Troelstra
wel eens de zweep van de arbeiders mag
voelen".
Met algemeene stemmen werd tot pu
bliceering van het „verweer" besloten.
Voor de leiders in de Kamer een bittere
pil. De vraag rijst bij wie dit verslag
onpartijdig leest of de heeren in de Kamer
in deze quaestie leiders of lijders zijn
en of zij hier eigenlijk niet geleid wor
den in plaats van zeiven leiding te geven.
In de S. D. A. P. heerscht een zeer on
gezonde opvatting van het Partijverband.
Na dit geschreven te hebben, ontvingen
wij De Nederlander, die aan deze comisch
tragische zaak een artikel wijdt, dat aldus
eindigt
Aldus werd dezen leider te verstaan
gegeven, dat zijn zweep slechts zóó lang
kracht zal hebben als hij zelf zich bereid
willig bukt onder de zweep der door hem
opgehitsten.
Dat is het aloude lot van demagogen
hartstochten opzweepentot geen waar
heid en leugen meer te onderscheiden zijn,
en dan die blinde hartstochten blinde
lings volgen op straffe van het leiderschap
te verliezen.
En wat meestal het geval is dat de
volgelingen betrekkelijk tegenover den lei
der gelijk hebben, is ook hier de treurige
waarheid na de houding van mr. Troelstra
in deze twee laatste jaren zeggen zij met
grondzoo gij er aldus over dacht, hadt
gij vroeger moeten sprekendat gij ons
nu, in de engte gedreven, aldus zoudt
loslaten, hadden wij niet kunnen verwach
ten, hebben wij niet aan u verdiend.
ZooaLs men weet, (aldus De Neder
lander) heeft Vrijdag de heer Troelstra, door
de heeren v. Nispen en Drucker in de parle
mentaire engte gedreven, het agitatiecomité los
gelaten. De spreker erkende, dat dit comité na
het gewijzigd ontwerp-LoelI een verkeerde
richting was gevolgd. ^Eerlijkheid" drong hem
dit uit te spreken. Doch hij merkte op, dat de
soc.-dem. Kamerfractie niet voor het optreden
van dat comité verantwoordelijk was.
Deze verklaring wekte terecht groot opzien.
Immers het soc.-dem. partijbestuur is voortdu
rend bij het agitatiecomité aangesloten geweest.
Het soc.-dem. hoofdorgaan, onder hoofdredactie
van een der Kamerleden, heeft tot het laatste
oogenblik het misleidend rumoer en de ver-
valsching van de bedoeling van het ontwerp
voortgezet. Mr. Troelstra zelf heeft gedurend
de 14 maanden, die sinds de verschijning van
het gewijzigd ontwerp-Loeff zijn verloopen
geen enkel woord van protest tegen de mis
leiding doen hooren.
Dat de soc.-dem. leider niettemin thans tot
zijn verklaring kwam, is zeer natuurlijk. Want
het vuur werd hem en den zijnen bijzonder
na aan de schenen gelegd. Buiten het parle
ment, waar men vrij spel heeft, kan de waar
heid, ook waar ze zóó duidelijk door breekt,
vrijmoedig worden genegeerd. Maar binnen
het parlement stelt het fatsoen toch ten slotte
zijn eischen en is het niet altijd mogelijk, tot
het uiterste de verzenen tegen de prikkels te
slaan.
Hon de menschen aan hun brood komen
En zöovelen
In Londen kan men een man aantreffen
die kroos uit de sloot verkoopt voor de
goudvischjes en daar een bestaan in vindt.
In een gratis-advertentieblad van Duinoord
in Den Haag kon men dezer dagen de
volgende advertentie lezen
Mad. A. H. beroemde Planeelkundige,
Wichelares, Schrijfster, Dichteres, is thans
gevestigd Korte Groenewegje 40 en aldaar
van 10 tot 10 ure te raadplegen. Ook
aan huis te ontbieden. Ook des Zondags.
Zoo gaat het.
Het is geen boer wijs te maken hoe
een soldaat aan den kost komt.
Partijen splitsen zich meer en meer in
groepen, om straks, indien ze althans van
hetzelfde beginsel zijn, zich op de spoedig
ste wijze alweder te coaliseeren of ineen
te vloeien, gelijk we nu reeds bij de Chris
tel ij k-historische en vrij-antirevolutionaire
hebben gezien, en gelijk we bij iedere
stembus tusschen de verschillende groepen
coalitie zien.
Partijstrijd zelf behoort tot het leven
der wereld. Daar behoort het tehuis en
kan er niet gemist worden.
In de wereld toch worstelen tal van
meeningen en velerlei beginselen om de
bovenhand te verkrijgen. Daar beijvert de
overwonnene om overwinnaar te worden,
de onder liggende om er op te komen.
Maar zoo behoort het bij de groepen die
in beginsel één zijn niet te zijn.
Tenzij men iedere afwijkende meening
voor een beginsel aanziet.
Brutaal.
Het is wel grappig, na de aftakeling
der sociaal-democraten in de Kamer en
het droevige licht, waarin hun agitatie
tegen het arbeidscontract werd geplaatst,
de „Kamerkroniek" in Het Volk te lezen.
Wie denkt, dat de schrijver dier kroniek
nu althans eenige bescheidenheid zou be
trachten, vergist zich zeer.
Door zoo mogelijk een nog hoogeren
toon dan gewoonlijk aan te slaan, tracht
hij het liguur zijner vrienden te redden.
Hoor hem losbranden
De zitting van Vrijdag gaf een voortzetting
van het tafereel van Donderdag. Weer sloegen
de Vrijzinnig-demokraat Drucker en de katho
liek Van Nispen in blinde woede op de sociaal-
demokraten in, die hun geliefde arbeidscon
tract in hun agitatie zoo gehavend hebben dat
er geen enkel arbeider met een half oog open
het nog voor een stuk sociaal heil houdt. Het
is den heeren niet kwalijk te nemen, dat zij
zoo boos zijn, maar het staat hun minder fraai
dat zij op zoo minne wijze het karakter hunner
bestrijders aantasten. De heer v. Nispen, die
constateerde »dat alleen Schaper den moed
zijner overtuiging gehad had" en de heer
Drucker die van de agitatie alleen weet dat zij
»kwaadaardig" was zullen er toch niet in slagen,
den indruk te vestigen, alsof de geheele S. D,
A. P., op een enkele na, uit louter laffe, ka-
rakterlooze schelmen en huichelaars bestaat. Er
is niemand, die inderdaad gelooft, dat de agitatie
tegen het arbeidscontract om eenige andere
reden zoo fel was, dan omdat de klassenbe
wuste arbeiders eiken aanval op hun vakver-
eenigingsstrijd en hun stakingsrecht met be
slistheid afwijzen. En alleen politieke kinderen
kunnen meenen, dat een zoo breede en lang
durige actie van tienduizenden arbeiders zonder
den reëelen ondergrond eener goed gemoti
veerde overtuiging volgehouden kan worden.
Zooals men ziet, wordt in deze fraaie
ontboezeming over het eigenlijke punt in
quaestiede valsche voorlichting der ar
beiders door de socialistische agitatoren,
gezwegen.
Ook glijdt de schrijver heel „behendig"
heen over het jammerlijke feit, dat de
agitatie tegen het gewijzigd arbeidscon
tract eerst thans van de zijde der S. D.
A. P. in de Kamer wordt afgekeurd.
En heel brutaal keert hij de rollen om
en brengt de „blinde woede" en „minne
strijdwijze", waaraan zijn geestverwanten
zich schuldio- maakten, op rekening hun
ner tegenstanders I
Zoo zijn nu eenmaal de sociaal-demo
cratische manieren.
Maar wij gelooven toch vast, dat na de
jongste en eclatante ontmaskering geen
„tienduizenden arbeiders" dupes zullen
worden van de zoo streng gevonniste so
cialistische taktiek.
Alleen „politieke kinderen" kunnen thans
nog slachtoffers zijn. (Centrum.)
Ad patibulum
Hessels, lid van den Bloedraad in 1568
verwees de gedaagden voor dien Raad tel
kens ad patibulum, naar de galg!
In een vrijzinnig orgaan wordt, naar
aanleiding van de quaestie Frans Hosier,
de wenschelijkheid uitgesproken, dezen
misdadiger, indien hij onverbeterlijk blijft,
maar op eenmaal naar de galg te verwijzen.
Het is het Utrechtsch Dagblad, dat zulks
zegt, en het voegt er de opmerking aan
toe: „Waarlijk wij zouden niet durven
uitmaken of zulk een spoedig en snel einde
ook tegenover dén misdadiger niet milder
ware dan hem zoolang op te sluiten in de
eenzame kwelling der cel."
En even te voren „een zoo verdor
ven, slecht en gewetenloos individu, dat
wel als reddeloos verloren moet worden
beschouwd, moet uit de maatschappij ver
wijderd worden, maar dan ook voor goed.
Dan is het tot niets nut hem ettelijke jaren
op 's Bijks kosten te bewaren en dan
weer in de maatschappij los te laten.
Maakt er dan dadelijk een eind aan. Hangt
hem dan aan de galg. En laat u daarvan
niet weerhouden door een bijna ziekelijke
verheerlijking van elk individueel bestaan,
want oorlogen, ziekten en ongevallen ont
rukken dagelijks individuen aan het leven
die misschien nog wel heel wat hooger
waarde vertegenwoordigen dan een Frans
Rosier."
Dat is nu eens eene redeneering die
lijnrecht tegen de christelijke over staat.
Uit het laatste spreekt de afwezigheid
van het besef der waarde eener menschen-
ziel. (Ms.tth. 16 26). Ook wordt er niet
gerekend met het geschonden recht Gods,
dat door gerechte straf moet worden her
steld.
Wel is er in aanwezig de consekwentie
van de moderne leer dat de straf niets
meer mag zijn dan een verbeteringsmid
del. Een consekwentie die zich natuurlijk
uiten moet in de klacht dat zoo het ver
beteringsmiddel faalt, de misdadiger moet
worden opgehangen.
Tegenover al 't geschetter tegen de we
der invoering der doodstraf, tegenover de
persilleering van mannen als mr. Lucasse
en ds. Rudolph die voor het behoud der
rechtsorde en de ordinantie Gods ook op
dit terrein zijn opgekomen, maakt dit laffe
„naar de galg" wel een eenigszins tragisch
figuur.
Hier is nu eens een verdediging der
doodstraf waarmee geen enkel christelijk
orgaan het eens isen daarbij een moti
veering die wij niet ongeneigd zouden zijn
als een paganistisch factoortje te ken
schetsen.
Model-wetgeving.
Vijf jaren lang hebben we nu de ge
nietingen van de Leerplichtwet gesmaakt.
En waarover men verschillen moge, dit is
zeker, 'dat de man van deze Wet zijn leven
lang het recht verloren heeft, om een ander
van slordige wettenmakerij te beschuldigeu
Wat 'n moeite, wat tal van wijzigingen,
eer de wet Wet was
En sinds het gezegend oogenblik der
invoering
Als er één Wet is, waarmee gesold
wordl, dan is 't deze. Doorwandel het
land en vraag er onderwijzers, ouders,
schoolopzieners, commissiën van schoolver
zuim naar't Is 'n echte caoutchouc-wet.
Men maakt ervan, wat het best uitkomt.
Een verdrietigedenkelijk 'n school
opziener komt in de N. K. C. de i's
nog eens weer bepunten. Hij zegt in z'n
verdrietige bui, dat de Wet uitloopt op
'n eindeloozen, onhandelbaren, samenge-
stelden „paperassen-rommel".
Aannemen
En dan geeft hij enkele staaltjes, die
het wetgevend talent van den vader der
Leerplichtwet doen schitteren voor elks oog.
O, die Drankwetzingt men, smalend.
Ot 't verdiend is, zal de tijd leeren.
Maar in elk geval kan geantwoord Zie
naar de Leerplichtwet en zwijg
4
it
■..«■■■■..■«■■■ii i ■———ft
De overal welbekende zeeschilder Mesdag
hoopt de volgende maand zijn gouden
bruiloft te vieren. Inderdaad een kunst
minnend paar, Mesdag en zijne vrouw. Is
de schilder vermaard om het weergeven,
natuurgetrouw weergeven van het vloei
baar element, de zee met haar altijd
durende afwisselende beweging en haar
diepte van licht en leven, niet minder is
zijne vrouw bekend om het uitbeelden van
het Hollandsch landschap in schilderij en
aquarel. Geen wonder, dat de gastvrije
woning aan de Laan van Meerdervoort
een middelpunt van attractie vormt voor
tal van Haagsche kunstenaars en celebri-
teiten op kunstgebied, die zoo noodig door
den meester met raad en daad worden
bijgestaan.
Heel aardig is weergegeven door den
bekenden schrijver van: „Onder de men
schen", de wijze waarop Mesdag zeeschil
der is geworden. De mededeeling is uit
des schilders eigen mond opgevangen.
Heel toevallig, zegt Mesdag, ben ik zee
schilder geworden. Want in Brussel
destijds de woonplaats van den schilder
was 't alles landschap. Maar toen gingen
we voor onze gezondheid naar Norderney,
da's een erg mooi eiland, en daar zat 'k
als een kwajongen aan 't strand te schetsen.
En toen 'k met die krabbels in Brussel
terugkwam, zeiden ze daar„hé, jij ziet
de zee heel anders dan anderen, jij moet
zeeschilder worden".
De menschen vonden die schilderijen
van mij eerst vrij gek, zoo niets dan water
en lucht. Maar ik ging leukweg mijn gang
en in Parijs op de tentoonstelling daar
kreeg ik meteen de groote gouden medaille!
Ik stoorde me niet aan de kritiek. Al dat
geschrijf geeft immers niemendal, evenmin
als dat ze je altijd met andere schilders
willen vergelijken.
Je moet zélf wat prestoeren, anders ban
je er wel uitscheiden. Maar hier vroegen
ze verbaasd is dat nu een zee Ze waren
aan Meijer en Schelfhout gewend, zie je
En dat was wel kunstmatig, maar die
hadden nooit de beweging van de zee
gegeven begrijp je nooit die diepte
en dat licht; ze gaven niet de waarheid.
En zoo leukweg ging ik maar door, om
trouw uit te beelden wat ik zag
Zoo doorgaande, in dezen zijn eigen idee
en zijn eigen zien volgend, is Mesdag ge
worden, wat hij thans is, een schilder van
den eersten rang en wereldberoemd. Zulks
was hij schier vóór hij het zelf wist.
Wie is de grootste vrouw in de ge
schiedenis
Die vraag is reeds dikwijls gedaan,
prijsvragen zijn er voor uitgeschreven.
Door een vereeniging van vrouwen werd
onlangs die vraag op nieuw gedaan.
En er kwam één antwoord in van den
volgenden inhoud
De echtgenoole van een man met be
scheiden inkomen, die zelf kookt, waseht
en schuurt, veel jongens en meisjes op
voedt tot nuttige leden der maatschappij
en tijd vindt voor haar eigen verstande
lijke en geestelijke ontwikkeling, is de
grootste vrouw uit heel de geschiedenis.
Dat antwoord werd bekroond en terecht.
Niet een stralenkrans van glorie, maar
de wereld verrijken met een leven yol
arbeid en idealen, dal is grootheid.
Dat men aan menig vorstelijk hof zich
niet ontziet om zelfs het heiligste te ver
trappen ter wille van eerzucht of politiek,
bewijst het ergerlijke staaltje van geloofs
verandering dezer dagen weder voorge
komen.
Een Proteslantsche Prinses, van Duitsche
afkomst en verwant aan het Engelsche
Koningshuis,werd verloofd met den Koning
van Spanje, maar moest daarom tot de
Roomsch-Katholieke Kerk overgaan Alzoo
geschiedde de vorige week door het be
zweren van de volgende formule
„Voor mijne oogen de Heilige Evange
liën hebbende, welke ik aanraak met