NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 129. 1906 Zaterdag 3 Maart. 20e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, to Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN II e c h t s z a k e u. RECLAMES. Een goede raad. Gemengde Berichten. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. H E R IJ K Middelburg, ook voor St. Laurens en N.- en St. Joosland, 6, 7 en 8 Maart. Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthem, 9 en 10 Maart. Vlissingen, 12,13,14,15,16,17,19,20, 21, 22 en 23 Maart. Arnemuiden, 26 Maart. 2 Maart 1906. We hebben gisteren Haarlemsche Frans bij onze lezers geïntroduceerd. Het zal ongetwijfeld veler nieuwsgierig heid wekken, waar dit zeldzaam exemplaar van het menschelijk geslacht verblijft. Laat ons mogen zeggen, dat men in de laatste dagen onze natuur en tijdgenoot, wien we het compliment„aangenaam kennis te makenniet naar waarheid zouden kunnen toevoegen, heeft gemeend te zien in Haarlem, Heemstede, Leiden, Joure en Winschoten, en eindelijk ook in de om hare nabijgelegen Hunnebedden gelegen bekende Drentsche gemeente Rolde. Daar, te Rolde, werd een vreemdeling door de boeren met hooivorken en knuppels achtervolgd. Hij vluchtte in een onbe woond huis, dat dichtgespijkerd werd. Schildwachten met geladen geweren wer den uitgezet. Maar toen men nader ging onderzoeken, bleek het dat de gejaagde en geplaagde vreemdeling niet de be doelde was. Eigenaardig dat het gehucht, waar dit tooneeltj e voorviel, Amen" genoemd wordt. De honderdjarige sterfdag van Jan Nieu- wenhuijzen, den vader van de Maatschappij tót Nut van 't Algemeen werd dezer dagen plechtig herdacht, 's Avonds had de meer openbare herdenking in het concert-gebouw te Amsterdam plaats. Dr. Bos, oud-lid van het hoofdbestuur, lid der 2e Kamer, sprak de herdenkingsrede uit. Hij herdacht Nieu- wenhuijzen, den man van vromen rustigen levenswandel, niet als een held naar den geest, niet als martelaar der wetenschap of voor wereldberoerende denkbeelden, want hij was noch het een, noch het ander. De vlucht zijner gedachten ontroerde even min als het geweldige zijner kracht. Maar wat vooral in den stichter van 't Nut dient geiird, geliefd en bewonderd, dat was volgens den redenaar, de zuivere uitdrukking der groote Nuts-idee, die verder reikt dan het raam van de stich ting, die breeder is in uitwerking dan de spaarbank van een Nuts-departement die grooter is in de gevolgen dan de sociale arbeid van het Nut. Deze idee werpt de schuttingen en scheidingen neer, welke standen en rangen in de samenleving ver hindert elkanders handen te grijpen in samenwerking tot het goede, en verheft boven den strijd der staatkundige fractien, wat allen gemeenzaam is. En tot dit werk heeft Nieuwenhuijzen zich aangegord. Hij is volgens dr. Bos, de man geweest, die als een ingenieur de sleuven heeft gegraven en |de dammen gelegd, die het ontwaakt geestelijk leven des volks hebben doen werken ter vorming van breede stroomen, langs welke de schatten van den geest zijn gevoerd, tot heilzamen invloed op geheel de samenleving. Hoog verhief de redenaar het nut van het Nut voor het heden. Ware de Maat schappij niet krachtig en wijdvertakt in het leven, zij zou thans moeten worden opgericht. Wat o. a. de taak en roeping van Jan Nieuwenhuijzens stichting is De taak van het Nut is, zegt dr. Bos, om in het leger, dat krachtig den weg van vooruitgang opsnelt, maar uit elkaar gerukt wordt, de achterhoede te dekken en naar de fakkel der verlichting, n.l. onderwijs en opvoeding, te grijpen. Vooral nu overal de ladders worden opgezet, om die schoone stichting, de open bare school, in ons land omver te halen, dient het Nut te staan in zijn oude wa penrusting en te hulp te snellen, om zoo'n geduchte ramp te voorkomen. ,En dat waarom Omdat hfet de Maat schappij meer te doen is om „vrijmaking van den mensch", dan wel om „vrijma king van het onderwijs". Dit laatste is slechts bijzaak. Op vrij making van den mensch komt het aan. Daar ligt de groote taak van het Nut in de eeuw die komt. Zoo sprak Dr. Bos te midden van een uitgelezen kring, onder wie ook de com missaris der koningin en de burgemeester van Amsterdam. Wij voor ons achten de stichting van Nieuwenhuijzen's Maatschij. zeer verklaarbaar als openbaring van den geest des tijds, waarin de stichter leefde, van den pruikentijd, waarin tal van maat schappijen en vereenigingen tot volksver edeling en verlichting verrezen als pad destoelen uit den grond, en men op het oog had een christendom te stichten zon der geloofsverdeeldheid, in den trant van Lessing's moraal. Of men dit ideaal heeft kunnen verwezenlijken, of de Maatschappij tot Nut van 't algemeen, altijd vrij ge bleven is van exclusivisme, Iqs van „gods dienstige kerksplitsing'', zooals men voor gaf, is een andere vraag. Voor ons bewustzijn is echter het mo tief waarom de oprichting van de maat schappij destijds bevorderd werd en ge rechtvaardigd scheen, ten eenenmale ver vallen. En ten opzichte van deze eens zoo hoog geprezene stichting zouden we de woorden van Schiller willen aanhalen en daarop willen toepassen. „Das Alte stürzt, es andort sich die Zeit, Und neues Leben blücht aus den Ruinen". Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen. Een eeuw ging voorbij sinds de stichter stierf. En wat een wisseling van toestanden op politiek, sociaal en onderwijs-gebied. Ook op dit laatste. Denk slechts aan de jaartallen 1806 en 1906, beide welsprekend genoeg. Toen de eerste wet op het lager onder wijs in ons vaderland, in vele opzichten gebrekkig, nu de onderwijswet-Kuyper, die niets minder dan de vrijmaking van het onderwijs, de gelijkheid van openbaar- en bijzonder onderwijs beoogt. Een heele omkeering op onderwijs-gebied. Vandaar o. i. de weinige actie, welke er in de laatste tijden van genoemde Maatschappij uitgaat. Op 't eigenlijke historische veld van 't Nut is die actie dood, zoo verklaarde de voor zitter mr. v. Stockum. Eigenaardig is in dit verband de oud-testamentische geschie denis, die deze spreker aanhaalde, de ge schiedenis n.l. van den doode, die levend werd, zoodra hij in het graf het gebeente van Eliza, den profeet, aanroerde, naar aan leiding waarvan mr. Van Stockum den wensch uitsprak, dat de bedevaart naar Nieuwenhuyzen's graf voor de noodige actie van het Nut mocht wezen, wat eertijds het graf van Eliza was voor dien dooden man. Ook hier zal de tijd moeten leeren, of die welmeenende wensch voor de aloude Maatschappij in vervulling zal treden en de geest van de beide Nieuwenhuyzen, vader en zoon, bij vernieuwing zal vaardig worden over hunne geestelijke zonen. Arrondissements-BecKtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens: diefstalK. de B., 19 j., en P. C. D. M., 16 j., beiden zonder beroep, Middel burg, en aldaar in hechtenis, de le tot 6 m. gev. straf met mindering der preventieve hechtenis, en de 2e tot 3 m. tuchtschool; landloopcrijJ. A. G., 54 j., varensgezel, zonder vaste woonplaats, thans te Middel burg in hechtenis, tot 3 d. hechtenis mishandeling: L. J. G., 25 j., arbeider, St. Anna ter Muiden, gemeente Sluis, tot 6 m. gev. straf, en J. F. C., 37 j., arbeider, Aardenburg, tot f5 b. s. 5 d. h. wederspannigheidO. R., 45 j., werkman, Goes, tot 14 d. gev. straf, en bedreiging met eenig misdrijf tegen het levenM. J. S., 23 j., varensgezel, Vlis singen, tot 1 m. gev. straf Vrijgesproken-. P. A. G., 34 j., onbezol digd -rijksveldwachter, Hontenisse, bekl. van mishandeling. Ergerlijke mishandeling. Te Zutphen werd voor de rechtbank behandeld de zaak tegen de 40-jarige juffrouw C. W. Borgering Fennema, be klaagd van December 1904 tot October 1905 op „Menop", onder Bath men, haar dienstbode Johanna Voortman wederrech telijk in een doorloop opgesloten te hebben gehouden en ten tweede het meisje te hebben geslagen en geschopt en haar ge zondheid te hebben benadeeld door haar geen voldoend voedsel te geven en haar in verregaanden staat van vervuiling te doen verblijven in een vunzig, vochtig onrein vertrek. De conclusie der des kundigen is, dat beklaagde niet is ontoe rekenbaar, doch wel zoo beperkt toerekeu- baar, dat het aan ontoerekenbaar grenst. De getuigenverklaringen bevestigen het ten laste gelegde volkomen, althans wat betreft de mishandelingen en de verre gaande verwaarloozing. De moeder vindt, het geval ook nu blijk baar nog zoo weinig erg, dat de officier haar moet vermanen maar niet te lachen Bekl. had aan haar gezegd, dat zij het meisje in den doorloop had gelegd, omdat ze ziek was. De moeder was eiken dag gaan hooren hoe het ging en dan zei de juffrouw, dat het wat beter of slechter ging. De moeder heeft het kind echter in tien maanden niet gezien dat had de juffrouw liever niet. Als zij met Naatje sprak, ge schiedde het al die 10 maanden lang door de gesloten deur. En dan zei Naatje meer dan eens „Och moeder, ga maar weg". Ergerlijk is de onverschilligheid, waar mee èn de vader èn de moeder en andere getuigen het kind aan haar lot overlieten. Zelfs de man, die een paar maal de twee geiten in den doorloop bracht, kikte niet van den toestand. De moeder nam er 10 maanden genoegen mee, haar kind alleen te spreken door een met hangsloten afge sloten deur, zonder het ooit te zien, en dat alles, omdat de juffrouw gedreigd had, hen van het plaatsje te zetten. Voorts blijkt uit de getuigenverklaringen, dat de 18-jarige Johanna op 10 November, dat is 10 dagen na de ontsnapping, nog zeer vermagerd was, het type van een hongerlijderes, zij was zoo ingekrompen, dat zij deed denken aan een meisje van 12 jaar en geheel uitgeteerd. Toen 't meisje even weg moest, bleek't dat ze niet zonder hulp van de moeder kon loopen. De doorloop waain het meisje gehouden werd, was 4 bij 5 Meter groot, had 3 deuren allen van krammen en hangsloten voorzien; die voor den kelder ging zelden of nooit open. Het eenige raam zat rastde jalouzie was neergelaten. De innerlijke toestand van den doorloop was verschrikkelijk. Een bed was er niet het meisje sliep op eenige dekens op den grond 't stonk er verschrikkelijk, want ook een hond en een paar katten huisden daar en 's avonds werden er ook een paar geitjes gehuisvest. Water om zich te wasschen kreeg het meisje nooitwel om de 6 weken schoon goed. Het dienstmeisje is nu weer gejond en vertelt van de behandeling. Het schoppen en slaan blijkt niet zoo erg te wezen, maar in plaats van eten kreeg ze suiker goed en chocolade. Het kind verklaarde nu, dat zij niet durfde klagen uit angst voor de juffrouwaan haar jonger zusje had ze wel eens 't een en ander gezegd, maar die had hel dadelijk aan de juffrouw oververteld. Uit angst voor de juffrouw had zij ook altijd vader en moeder weg gestuurd. Zij durfde niet wegloopen, om dat dan vader en moeder van hun plaatsje zouden worden gezet. Maar toch, den 31sten October 's avonds wist zij te ont snappen. De deur was toen opengelaten. Zij liep eerst naar de gang, maar kon de gangdeur niet open krijgen toen ont snapte ze op handen en voeten den tuin door en viel nog in een sloot. Zoo kwam ze op bloote voeten thuis bij vader en moeder en at daar dadelijk drie boter hammen en pannekoeken van vader op, hetgeen haar goed bekwam een gezond gestel dus, concludeert de voorzitter, het geen ook dr. Mulder bevestigt. Bekl. beweert, dat zij het kind volstrekt niet opgesloten hield en dat zij alle moge lijke eten kon krijgen, maar daarvoor bedankte (dit erkent het kind gedeeltelijk). Het meisje had nooit gezegd weg te willen, wilde alleen zoetigheid eten en bekl. zag daarin geen kwaad. Eenig motief voor opsluiting of mishandeling komt niet aan den dag. Het O. M. eischte 1 jaar en 6 maanden, onder aftrek van de preventieve hechtenis. De verdediger, jhr. mr. Do Jonge, wees er op, dat we hier niet met 'n kinderbeul te doen hebben, doch met een domme, onbeschaafde, maar goedhartige vrouw, die het kind op een onverantwoordelijk, on verstandige manier behandelde en voedde. PI. concludeerde tot vrijspraak, of'n lichte straf. Uitspraak over 14 dagen. Het feit dat de volgende gebeurtenis belang voor u heeft spruit daaruit voort dat Mejuffrouw Den Boer te Goes woon achtig is en dat zij waarschijnlijk aan een groot aantal onzer lezers bekend zal zijn. Mejuffrouw C. den Boer, Matthewes Smallegangsbuurt B 219 te Goes zegt ons: Na het groote succes dat ik bekomen heb met Foster's Rugpijn Nierenpillen kan ik niet nalaten U mijn hartelijken dank te betuigen voor dit heilzaam geneesmiddel. De laatste tien maanden was ik geen oogenblik zonder vlijmende pijn in de lendenen en in den rug, dit was zeer on aangenaam daar mijn geheele huishouden er onder te lijden had en de geringste bezigheid mij veel moeite en last veroor zaakte, vooral bij hel bukken was de pijn bijzonder hevig. Ik werd ook gekweld door duizelingen en hoofdpijn, ik begon mij ongerust te maken dat mijn ziekte daar ik de eigenlijke oorzaak niet wist zich eerder zou uitbreiden. Toen ik toevallig hoorde vertellen dat Foster's Rugpijn Nierenpillen hiervoor het aangewezen middel was, liet ik dadelijk een doosje komen. Hoe zal ik u mijn vreugde be schrijven toen ik reeds na het gebruik van deze ééne doos eene buitengewone ver lichting bekwam en de pijn zoo goed als geheel verdwenen was. Ik zal thans nog een doosje innemen en vertrouw dat ik dan volkomen hersteld ben. Ik ondergeteekende verklaar dat het bo venstaande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze die u goeddunkt. Een welbekend geneesheer verklaarde dat de ziekte der nieren de ergste was aller ziekten, met uitzondering van tuber culose. De reden hiervan is dat men meestal geen notitie néémt van verschijnselen der nierziekte of dat deze verschijnselen ver ward worden met andere ziekten, terwijl de nierziekte zich meer en meer uitbreidt en zich onopgemerkt complicaties voor doen, totdat ze zich diep in het gestel ge worteld heeft. Let dus op de eerste ver schijnselen van pijn in de zij, neem uw maatregel nog heden, want morgen is het misschien te laat. Verzeker U dat men U de echte Foster's Rugpijn-Nierenpillen geeft, dezelfde die Mejuffrouw Den Boer gehad heeft. Wij waarschuwen tegen namaak en maken koopers er op attent, dat op iedere doos de handteekening van James Foster voorkomt. Zij zijn te Goes verkrijg baar bij de Firma NATHAN EMANUEL en te Middelburg bij den Heer Joh. DE ROOS, Vlasmarkt K 157. Toezending ge schiedt franco na ontvangst van postwissel k f 1.75 voor één of f 10.— voor zes doozen. Goes. In dank ontvangen door den penningmeester der wijkverpleging f5 voor bewezen hulp. Middelburg. Tegen den bierhuishou der C. de K. alhier, is proces-verbaal op gemaakt ter zake van het tappen van sterken drank zonder vergunning. Heinkenszand. Meldden we reeds vroeger, dat er bij den landbouwer A. K. een aantal kippen waren ontvreemd en men de dader(s) niet heeft ontdekt, thans heeft het zelfde geval plaats gegrepen bij den zelfden landbouwer. Hiervan is aan gifte gedaan bij de politie. Krabbendijke. Niettegenstaande de aardappelen in 1905 een klein beschot op leverden is hier nog een massa van deze vracht gekuild in de hoop op een goeden marktprijs in het voorjaar. Thans is men hier en daar begonnen met opruimen tegen den prijs van f 2,per mud wat niet weinig is vergeleken bij de kwaliteit- Ook de uien zijn maar slecht van kwaliteit er komen veel rotte voor, kon men vóór den winter f 1,75 maken thans niet meer dan f0,80 waarvoor er vele worden op geruimd. Krabbendijke. Het merriepaard van den landbouwer J. Vogelaar uit de Maire- polder dat een paar dagen leed aan pijn in den buik (ingewanden) is heden als onherstelbaar afgemaakt. Daar het niet verzekerd was lijdt de heer V. hierdoor een schade van ruim f 500. Het vleesch is naar Bergen op Zoom vervoerd. Bij kon. besluit is pensioen verleend aan J. H. Looyé, wed. A. C. N. Grenu, ontvanger der kanaal- en havengelden te Ter Neuzen, van f 28 S. Schore. Donderdagavond vergaderde de vereeniging „Het Groene Kruis", afd. KruiningenSchore. De voorzitter bracht (in plaats van den secretaris die niet aan wezig kon zijn) het jaarverslag uit, uit welk verslag onder o.a. bleek dat de af- deeling telt 336 leden, waarvan 42 te Schore, 126 te Hansweert en 168 te Krui ningen. De heer v. d. Vliet merkte op dat het te Schore maar 35 was. Uit het verslag van den penningmeester bleek dat was ontvangen f 431,23 en uitgegeven f323,825, zoodat de rekening sloot met een batig slot van f 107,395. De rekeningen werden nagezien en in orde bevonden door de heeren J. Verhaage, J. Lepoeter en F. van Kogelenberg. Op de vraag van den voorzitter of nog iemand wat in het mid den had te brengen vroeg dhr. F. v. Ko gelenberg, wat gedaan kon worden tot op wekking in Schore, waarop dr. Kolff van Oosterwijk antwoorde dat hij bereid was bij genoegzame deelneming een lezing of anderszins te komen houden en de Voor zitter mededeelde dat zoo spoedig mogelijk een geschrift zou worden gedrukt en den bode ter hand gesteld tot verspreiding in de hoop dat daardoor meerderen zouden worden overtuigd van het nut der ver eeniging. Daarna hield de heer dr. Kolff van Oosterwijk een lezing over besmet telijke ziekte Cholera en de voorbehoed middelen die den mensch ter beschikking staan. Op de lezing volgde een aange naam gesprek met dhr. J. Verhaage die uit eigen veeljarige ervaring velerlei koste lijke wenken ten beste gaf. De voorzitter dankte hierop den spreker en sloot de vergadering. Oud-Vossemeer. Woensdagavond trad voor een volle kerk op ds. Jongebreur van Veenendaal tot het houden van een rede in het belang van de „School met den Bijbel". Breedvoerig en boeiend besprak de spreker de belangen en nood zakelijkheid der school naar aanleiding van Luk. 18 16 2de ged.Laat de kin- derkens tot Mij komen en verhindeit ze niet, want derzulken is het Koninkrijk der Hemelen. Verdeeld in drie punten Hoe moeten de kinderen komen, wanneer en waarom moeten de kinderen komen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1