die der heeren v. d. Harst, Snouck Hur gronje, v. Dunné. Schorer en Verhage. Art. 3 en 4 worden zonder stemming aan genomen. Bij art. 5 komt het voorstel van den heer v. Dunné in omvraag. Deze- zegt, dat ook uit dit art., zooals het hier wordt voorgesteld, groote onbil lijkheid kan voortkomen. Terwijl hier sprake is van verhooging. Deze kan worden weggelaten. De heer Snouck Hurgronje is het ten volle eens met den heer v. Dunné, hij gevoelt niets voor het voorstel van den commissaris. Daar hier een agent van politie is, die 12 a 13 jaar dienst heelt gedaan, waarlijk geen prikkel noodigheeft. De heer Fruin had eerst wel iets ge voeld voor het voorstel van dhr. v. Dunné, maar de beslissing moet blijven bij den burgemeester, omtrent de verhooging. Nu zal hij voor het voorstel-v. Dunné stemmen onder voorbehoud, dat de beslissing blijft bij den burgemeester. De voorzitter zegt nog, dat het antwoord van B. en W. bekend is, doch hij acht het niet goed, zooals de heer Snouck Hur gronje beweerd. Er blijft een prikkel noodig, zoowel voor de oudste, als voor de anderen. Hij ontraad het aannemen van het voorstel v. Dunné. Het wordt in stemming gebracht en aan genomen met 9 tegen 7 stemmen. Art. 6 wordt ook aangenomen en de geheele verordening alzoo vastgesteld. Voorstel van B. en W. tot wijziging der verordening, regelende het aantal onderwijzers en de jaarwedden, wordt in zijn geheel, zonder stemming, aangenomen. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van het verzoek van N. J. Boon te 's-Gra- venhage om grond van de gemeente te koopen. Adressant wil in zijne hoedanigheid als directeur van de maatschappij tot ex ploitatie van onroerende goederen „Het Valkenbosch", koopen de perceelen bij het kadaster bekend gemeente Koudekerke, sectie D nummer 973 bouwland, groot 1 hectare, 7 are, 70 centiare en sectie D 862 weiland, groot 2 hectare, 19 are, voor den prijs van f 22000, onder voorbehoud echter, dat de perceelen vrij zijn van huur. B. en W. stellen voor op dit verzoek, op de vroe ger door hen ontwikkelde gronden, afwij zend te beschikken, wijl zij den verkoop niet achten in het belang der gemeente. De heer Schorer vraagt of het juist is, dat hier sprake is van het geheele terrein, wat bevestigend werd beantwoord. Het voorstel van B. en W. werd aangenomen zonder stemming. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van R. van Veen om een stuk grond aan de oostpunt te buren tot opslag van zand. De heer v. Dunné zegt dat het hem voor komt dat de aanvrager de gevraagde grond zal mogen gebruiken. De heer den Bouwmeester is niet tegen het voorsteler bestaat geen enkel bezwaar tegen het in huur geven. Wordt alzoo besloten. Voorstel van B. en W. tot het vermeer deren van het aantal opzichters aan de gemeentefabricage met één. De commissie adviseert de proef (vereeniging van voor geschreven betrekkingen tot 1 Januari 1908 te eerbiedigen, doch bij de begrooting 1908 te beslissen om óf een opzichter meer, óf een afzonderlijke havenmeesterte benoe men) bij raadsbesluit van 20 Juni 1904 werd, op voorstel van den heer Ermerins, met 11 tegen 3 stemmen beslist de betrek kingen van gemeente-bouwmeester en havenmeester tijdelijk en wel tot 1 Januari 1908 te vereenigeu. De heer Ermerins zegt dat hy destijds het voorstel deed om de betrekkingen van gemeente-bouwmeester en havenmeester voorloopig te vereenigen. Doch de woning wet geeft veel werk voor den gemeente bouwmeester hij zal stemmen voor het voorstel van B. en W. De heer r. Dunné zegt, dat er is een ge meente-bouwmeester, een hoofd-opzichter en een opzichter, dit is voor onze stad genoeg. Waarom moet nu een vierde wor den benoemd, en waaruit moet die vierde opzichter betaald worden? Thans is er geen noodig zulk een ambtenaar. Hij geeft de Raad in overweging het voorstel niet aan te nemen. De heer Snouck Hurgronje is het niet eens met den vorigen spreker. Deze ambte naar toch zal belast moeten worden met het uitvoeren der Woningwet. Doet de raad het niet, dan doet toch de gezondheidscommissie dit, en dan komen toch de- kosten voor de gemeente, want deze brengt dit op de begrooting, dan is wel waar kan de raad de begrooting niet goedkeuren, doch Gedeputeerde Staten zetten hem er weer op. De heer Dunné handhaaft zijne meening. De heer den Bouwmeester zegt dat de gemeente behoefte heeft aan zoo'n amb tenaar, daar de woningwet de gemeente op groote kosten brengt, die ambtenaar heeft verbazend veel werk door er 2400 woningen moeten worden onderzocht, dal kan niet door een ambtenaar geschieden, die slechts enkele uren daaraan kan be steden er is iemand noodig die den heelen dag zich er kan wijden, dan heeft hij werk te over. De heer v. Dunné acht de tinanciëele toestand niet van dien aard dat er een nieuwe ambtenaar kan worden.aangesteld. Hij gaat niet mede met het voorstel. De heer Tak is het niet eens met het voorstel van B. k W. De heer v. d. Ree gaat mede met het voorstel van B. en W., hij acht het aan stellen van een opzichter noodig. De heer Sthorer zal tegenstemmen, op grond der financiën. We hebben hier een arme gemeente. Het voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 7 stemmen. De commissie van financiën stelt thans voor tijdelijk in den dienst te voorzien. Dit wordt door B. en W. overgenomen. De heer Tak wil hieraan toevoegen voor den tijd van 1 jaar. De heer Schorer vraagt of het niet beter is dit aan te houden tot de volgende ver gadering wordt aldus besloten. Voorstel van B. en W., betredende den accountant aan de gasfabriek. B. en W. hebben zich in verbinding gesteld met het Amsterdamsche accountanskantoor, direc teur mr. I). J. Korthals, echter daaruit blijkt hen dat een accountant niet die goede controle kan leveren die zij zich hadden voorgesteld, daarom achtte B. en W. het aanstellen van zulk een ambte naar overbodig en stellen zij voor het be sluit van 25 Nov. 1904, waarhij in be ginsel tot het aanstellen van een accoun tant is besloten, in te trekkken. B en W. stellen zich voor zooveel mo gelijk voortaan zelf de controle te voeren en hopen op die wijze den toestand te scheppen gelijk zij zieh dien hebben ge dacht. De commissie van financiën deelt mede dat zij zich met het voorstel wel kan vereenigen. De heer De Veer heeft met i erbazing kennis genomen van de toelichting van B. en W., volgens dit antwoord zou blij ken dat de directie der Gasfabriek en de toezicht niet in goede handen is, de Di recteur moet toch zorgen dat de begrooting niet wordt overschreden, het blijkt dat dit niet gebeurd, weet B. en W. niet wat de Directeur doet neemt die maar voor raad zonder dat deze noodzakelijk is hij gelooft dat eene gewone accountant hoog noodig is, die eene goede controle houdt op de inkoopen van gasmeters en derge lijke dingen. Ook vraagt spr. wordt er nooit een inventaris door den directeur op het eind des jaars opgem akt? Hij zal stemmen tegen het voorstel van B. en W. De heer Snouck Hurgronje vraagt wat eene accountant eigenlijk is, hij dacht dat deze alleen is voor de boeken, doch deze schijnt ook voor het materiaal. De heer Sprenger geeft inlichtingen omtrent de boekhouding der Gasfabriek, die is zeer goed, ieder jaar wordt er een nauwkeurige inventaris opgemaakt, die door spr. altijd wordt nagezien. De heer De Veer geeft in antwoord op het gezegde van den heer Snouck Hur gronje omtrent het werk der accountants. Ook is spr. eenigszins gerustgesteld door den heer Sprenger, al heeft B. en W. die ongerustheid zelf gemaakt door hun schrijven, wat eigenlijk den heer Spren ger zegt is lijnrecht tegenover B. en W. het komt hem wenschelijk voor dat er aan de Gasfabriek een accountant komt. De heer Tak is het niet eens met den heer De Veer, terwijl het duidelijk is gebleken dat een accountant niet voldoet gaat het niet aan B. en W. die op hun dak te sturen, het is den heer Sprenger onverschillig of er een accountant komt ja of neen, hoe meer controle er op de Gasfabriek is, hoe liever het hem is. De heer Heijse zegt dat het hem ge bleken is uit ervaring dat een accountant slechts is voor de boeken. De heer Schorer zegt dat bij hem de vraag is gerezen, is het aan de Gasfabriek niet in orde? Daaiin werd hij meer ver sterkt door de commissie die eene op zichter of administrateur wenscht, doch door den heer Sprenger is hij nu voldaan en zal hij voor het voorstel van B. en W. stemmen. De heer Fruin geeft een overzicht over het voorstel der commissie van financiën, die slechts vragen om een denkbeeld van B. en W. uit te lokken omtrent eene administrateur, wanneer het voorstel van B. en W. mocht worden aangenomen. Het voorstel van B. en W. wordt in stemming gebracht en aangenomen met algemeene stemmen, die van den heer De Veer. De voorzitter gelooft nu dat de plannen der commissie van financiën kunnen ver vallen. De heer Tak is dit eens. De heer v. Dunné gelooft dit niet. De heer Fruin doet thans een voorstel B. en W. uit te noodigen tot het aan stellen van een administrateur. Dit wordt verworpen met algemeene stemmen, be halve die der heeren v. Dunné, Ermerins en Fruin. Thans gaat de zitting over in een met gesloten deuren, naar aanleiding van den brief van het bestuur der Godshuizen. De zitting heropend, deelt de voorzitter mede, dat een voorstel is ingekomen van de heeren de Veer, v. d. Harst en Tak, van den volgenden inhoud De raad, gezien het antwoord van het Bestuur der Godshuizen betreurende de weigering tot het doen van het gevraagde onderzoek, besluit Burgemeester en Wet houders uit te noodigen, het onderzoek dat door het Bestuur der Godshuizen is geweigerd, zelf te doen. De heer Tak licht dit voorstel toe, daar het hun voorkomt dat het bestuur der Godshuizen niet het gewenschte licht ver schaft, zij thans B. en W. uitnoodigen nog drie personen te hooren en het onderzoek zelf te voeren. De heer Schorer keurt de weigering van het bestuur der Godshuizen omtrent in lichtingen ten zeerste af. Eerst is dat be stuur uitgenoodigd een onderzoek in te stellen en daar is aan voldaan, ten tweede male is dit gevraagd en ook weder gedaan 'en ten derde male is weder gevraagd enkele personen te hooren, en toen is door dit bestuur geschreven dat dit niet mogelijk is. De heer Ermerins licht deze weigering toe daar het niet aangaat over vroegere toestanden onder directie van mej. De Wilde te spreken. De heer v. Teijlingen is het eens met den heer Schorer,'wei kan spr. het bestuur dankzeggen voor hunne mededeeling. Dé heer Fruin zal tegen het voorstel stemmen, het komt hem niet gewenscht voor, hier verder op door te gaan. Er is geen begin van bewijs tegen het Gasthuis, wel is er naar zijn meening een gehaspel, doch het gaat niet aan hierover uit te wijden en verder te gaan, wel is er een treurige daad geweest in het Gasthuis doch hij acht het niet wenschelijk daar nu verder op door te gaan. Bij dit voor stel is iets partijdigs, daar nu maar drie zusters zullen worden gehooid, en niet de twee die in 't voordeel van Dr. Bijlsma zouden kunnen rapporteeren, en Dr. Bijls ma en Dr. Schoute zijn het eens over Zuster Greve, dat zij was én als Zuster èn als mensch goed voor allen. De heer v. Dunné zou het wenschelijk achten dat de motie werd voorgelezen die door den heer v. Teylingen en hem is ingediend, het voorstel der drie heeren is veel te kras en mocht niet zijn geschied, noch de stukken, noch de vuile couranten berichten en open brief' aan den raad ge ven daar reden voor. De heer Tak zegt dat de heer v. Dunné het voorstel niet goed begrijpt, alleen is zij het niet eens met het bestuur der Gods huizen; niemand dan de voorstellers zullen het toejuichen als hun blijkt dat hef on derzoek goed is gegaan. De heer De Veer ontzegt den heer v. Dunné het recht om de voorstellers hard te vallen, eerst moet hij de stuk ken goed lezen en dan mag hij een oordeel uitspreken. Als antwoord op den heer Fruin zegt spr. dat er hier geen sprake is van partijdigheid, nu zegt het bestuur der Godshuizen dat zij niet alle ontslagen zusters kunnen hooren, daarom vragen de voorstellers enkele zusters te hooren. De heer Fruin zegt dat er in de gemeente praatjes loopen van onzedelijkheid, doch in de stukken komt dit niet voor. Hij neemt gaarne aan dat de heeren onpartijdig zijn. De heer v. Dunné neemt geen woord terug van hetgeen hij heeft gesproken. Het be stuur der Godshuizen heeft op de meest eervolle wijze van antwoord gediend, het is niet goed van deze heeren het bestuur te pressen. Daarvoor, zegt spr., zijn de heeren op één na veel te jong. De voorzitter zegt dat de raad geen klaarheid heeft gekregen. De heer Schorer zal tegenstemmen. De heer De Veer zal trachten de twee vorige sprekers te antwoorden, en dan wil hij het voorstel splitsen. De heer Tak wil de woorden „betreu rende" er uitnemen. De voorzitter zegt dat het B. en W. niet op hun weg ligt een onderzoek te doen. Wel de drie heeren die dit voorstel doen, dit is een verkeerde richting. De heer De Veer wil wel een raadscom missie, maar niet van hun drieën. De heer Ermerins zegt dat het wel op den weg ligt van B. en W. Daarna wordt het voorstel in stemming gebracht en staken de stemmen 8 tegen, 8 voor. Alsnu wordt dit voorstel aange houden tot eene volgende vergadering. Van de heeren v. Dunné en v. Teylingen is de volgende motie ingekomen De gemeenteraad van Middelburg, gelet op de verschillende rapporten met bijlagen van het bestuur der Godshuizen, betrek kelijk de redenen van de voortdurende en zeer snelle afwisseling die onder een deel van het personeel van het gasthuis heeft plaats gehad en de minder gunstige loo- pende geruchten, met name over de ver houding van den directeur tegenover het verplegend personeel, overwegende dat in die rapporten is toegelicht waaraan voor geschreven afwisseling van een deel van het personeel is toe te schrijven, terwijl uit de rapporten niet het bewijs is te putten dat de verhouding van den directeur tegen over het verplegend personeel tot gegronde bemerkingen aanleiding zou kunnen geven. De voorzitter deelt nog mede dat in geheime zitting is besloten openbaarmaking te geven aan de gewisselde stukken om trent de gasthuiskwestie, en die in druk te doen verschijnen. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Men schrijft ons uit Middelburg Zoo langzamerhand komt er toch eenig leven op de tramrails aan de Loskaai. Gisteren maakte een nieuwe personen wagen in gezelschap van een locomotief en eenige heeren een uitstapje tot hier. Wanneer de tram rijden zal Wie zal het zeggen Er zijn nog steeds te weinig personen wagens om den dienst te beginnen, grint tot bedekking van den weg wordt nog steeds aangevoerd en wacht op uitspieiding. Zeker is het intussehen dat het postver voer van af 1 Mei aan de tram is opge dragen, dus met zekerheid kan de opening vóór dien tijd verwacht worden. Gisteravond hield de heer L. C. Bree- baart een voordracht voor de anti-revol. kiesvereeniging overDe eeuw van het kind, en het kind van de eeuw. Spreker begint met op te merken, dat het woordde eeuw van het kind; nauw verband houdt met wat deze tijd ons bracht op paedagogisch gebied. Maar dan mag gevraagdwaarom niet gerekend wordt met datgene wat van Christelijke zijde eeuwen achtereen gedaan is, om het kind te vormen tot een nuttig lid der maatschappij Wat voornamelijk door de kerk, veel gesmaad, op onderwijsgebied is verricht, toont spreker in den breede aan de hand van de historiezoowel wat aangaat den tijd vóór als na de Hervorming, aan. De samenwerking, waar die was tus- schen Staat en Kerk, kwam ten goede aan het onderwijstoen de christelijke magis traten den arbeid der kerk steunden. De eerste onderwijswet ging uit van de nation. Synode van Dordt. De wet bleef van kracht tot de groote Revolutie en werd genoemd „de Chr. Grondwet der opvoe ding". De goede salarieering der onder wijzers en kosteloos onderwijs voor de armen werd door de Synode geordineerd. Vlissingen had in 1585 reeds een koste- looze school voor de armen. In de 13e eeuw kwam er kentering in den geest die de richting van het onderwijs bepalen zou. Zaehtaan kwam op de ont wikkeling van het verstand boven die van het gemoed. Het intellect kwam op. De periode van den natuurlijken gods dienst brak aan. Op school niet verder dan tot de erken ning van het bestaan van God. Onderwijs en opvoeding niet anders dan een spel. De mensch wordt uit een dier een ver standelijk wezen. Eergierigheid en goedkeuring van men- schen waren grondslagen van onderwijs. De natuur, niet God, ook niet de Bijbel. Die moet eerder voor de kinderen verbor gen worden. „Het Nut" kwam op. Met algemeen christelijke waarheden, zonder positieve leerstellingen. Toch, waar het onderwijs vreeselijk geleden had in de dagen der Revolutie, trad het door hare organisatie en krachtige propaganda op onderwijs gebied geheel practisch met succes op. In 1801 maakte van der Palm een onder wijswet waar onderscheiden werd, openbaar en bijzonder onderwijs. De Bijbel moest vervangen, en de natuurlijke godsdienst ingevoerd. De christenen hiermede niet tevreden kwamen in actie. Een volgende wet er kende alleen openbare scholen. De wet van den Ende durende tot 1806 bracht de bijzondere school eenigermate vrijheid, en de schoolstrijd onder ons genoeg bekend van dien tijd af, met afwisselend geluk gestreden, heeft over Kappeyne en Mackay, geleid tot de over winning met de wet van Kuyper. Spreker brengt in herinnering den strijd van Groen, het opkomen der Unie, de actie van Kuyper en „De Standaard" en van Lohman in den lande. De zorg voor het kind, is dus niet iets van deze eeuw, maar de groote offers, van christelijke zijde gebracht, toonen dat jaren aaneen is gezorgd voor het kind. Voor het kind om hart en verstand beiden te ontwikkelen. Zeker er wordt thans met het oog op de komende tijden gewerkt op een wijze, die niet onze onverdeelde instemming heeft. Wij juichen toe, wat de ontwikkeling kan bevorderen, wat gedaan wordt tot verzorging van het lichaam, wat reinheid, lichaamsverzorging en dergelijke betreft. Maar er is meer. De overlading bij het onderwijs, de overdrijving die vaak wordt aangetroffen, acht spreker verkeerd. Het is de vraag of niet te veel de ver standsontwikkeling wordt opgevoerd, zoo dat het gemoed schade lijdt. Want inzonderheid moet hel karakter ontwikkeld, schuldbesef, waarheidszin, waarachtige godsvrucht moet aange kweekt. Ook de school moet zonde zonde noemen niet omdat het niet netjes staat, maar omdat de Heilige God de zonde verbiedt. Ook op de school het geestelijke voorop. De ethisch-religieuse zijde mag niet verwaarloosd, wil men ten zegen voor de maatschappij arbeiden. Daarom ook de onderwijzer moet karakter hebben. Spreker gispt het woord onlangs ge sproken die gieren moeten den buit heb ben al zijn de middelen niet moreel. Niet alleen voor het karakter van het kind, maar ook voor het gezag, is de overlading nadeelig. Het eeren der ouders, baas of patroon, overheden en politie, moet op schooi geleerd. In de vreeze en vermaning des Heeren moet worden opgevoed. Hoe kan dat, waar aan het intellect wordt geofferd, en de gansch naluurlijke wording van den mensch wordt geleerd en over het tweevoetig zoogdier wordt gesproken. Maar ook het geestelijk leven lijdt door die overdrijving. Want met het kind moet gebeden. Zijn geestelijk leven verzorgd. Wat zijn nu de voordeelen en de ge varen van het zijn een kind van de eeuw Beets zegt het is eene eere. Men is een gewoon mensch, beneden den rang van genie, boven den stommeling. Wat moet in den mensch geëerd Geëerd moet wat God in den mensch wrocht. Wat God werkte, mag niet geneutra liseerd. Een kind van zijn tijd is een product van zijn tijd. Een kind van zijn eeuw, zegt meer, De tijd is een deel van de eeuw. Wat al gees ten hebben in een eeuw niet gewerkt, goede en edele geesten, slechte en geesten des verderfs werken om den voorrang. De 19e eeuw was die van de uitvinding. Het kind van de eeuw verlangt niet terug de trekschuit, maar waardeert en gebruikt stoom en electriciteit. Het verlangt niet terug naar de periode der aderlating, van de periode toen het idiote, ellendige wezen verschopt werd, maar het verheugt zich in de vorderingen der wetenschap, en ver warmt zich bij het koest'rend vuur der philantropie. Wie verlangt terug naar de geestelijke armoede, en begroet niet met blijdschap de toeneming van het geestelijk leven. Daarom arbeidt het kind van de eeuw aan den waren vooruitgang, en boekt als winste wat de vaderen deden, om door wetenschap, beschaving en waarachtig christendom het leven te dienen. En de gevaren We zien strijd voeren. Het kwade tegen de openbaring van Gods Woord, en het leven dat uit Christus is tegen de machten des geloofs. Toch is onbewustheid met de ware grenzen een gevaar. Daarom moet op kunst, politiek, godsdienstig en stoffelijk gebied, nauw lettend toegezien. De gevaren zijn legio. Ook daarop moet gelet bij het onderwijs. De nieuwe eeuw, met haar schijnschoon moet ontdaan vau wal schooner lijken doet dan ze is. Het kind moet de eeuw getoond wor den zooals ze waarlijk is. Ook nu nog gelden «bezwaren tegen den geest dezer eeuw." Het kostbaar kleinood, de tweezijdige opvoeding des kinds, mag men niet uit de hand laten slaan. Moet de hand niet in den boezem Zeer zeker. Maar dat mag ons niet doen aflaten te arbeiden in getrouwheid en onafhankelijkheid, aan de gezonde tweezijdige ontwikkeling van het kind dezer eeuw. Ook dan zal er geworsteld worden, voor den Troon Gods, om het kind te sterken voor den komenden strijd tegen den geest dezer eeuw. Onze leuze zij Met het kind in den arm, de wacht houden bij Jezus' Kruis. Deze interessante redevoering, aandach tig aangehoord, werd beloond met een daverend dankbaar applaus. Middelburg. In de op gisteren Woens dagavond gehouden vergadering van de Begrafenis-Maatschappij „Uit Voorzorg" alhier, werd door den directeur-secretaris verslag uitgebracht over den stand der Mij. in het afgeloopen jaar. Daarin werd vermeld dat de ontvangsten bedroegen f 14,814.79 en de uitgaven f' 13,767,23, waaronder f 9917,50 aan uitkeeringen voor 232 overledenen, zoodat de rekening sloot met een batig saldo van f 1047,5G, waar mede het kapitaal der Mij. vermeerder de, dat alzoo op 31 December bedroeg f 39,313,18'/j onverminderd de loopende rente. Op 31 Dec. bedroeg het aantal leden 10277. Aan de leden volgens de reglementen van 1897 en vroeger werd evenals vorige jaren vrijstelling van con tributie gedurende de maanden Januari, Februari en December gegeven. Bij de daarna gehouden verkiezingen werd de Heer Jhr. Mr. A. E. O. de Casem- broot als Hoofdcommissaris en de heeren 1. Jongepier en J. Th. Bouff als commis sarissen uit de leden herbenoemd. Ge noemde heeren namen hunne herbenoeming aan. Nadat nog enkele inlichtingen waren gevraagd, o. a. of ingeval van zelfmoord uitkeering wordt geweigerd, en of zeeva renden een hooger tarief betalen, hetwelk een en ander door den voorzitter ontken nend werd beantwoord, werd de verga dering door den voorzitter gesloten. Middelburg. Op de 24, 25, 26 en 27 Februari gehouden tentoonstelling van „Les Aviculteurs Beiges" te Brussel zond onze stadgenoot de heer J. J. N. van Baarle 4 kroppers en 1 reisduif in cn behaalde daarmede een eerste en drie tweede prijzen, benevens een zeer eervolle vermelding. Vlissingen. Gisterenmorgen werd alge meen verteld dat zoowel de machinist Van der Meer als de stoker Idsinga door het bekende ongeluk in de gasfabriek der Staatsspoor, waren overleden. Verschil lende personen die aan de haven hun werk hebben, bevestigden dit. Het is ons evenwel gebleken dat de s'oker|gelukkig nog in leven is en het zelfs naar omstan digheden goed maakt. Wij haasten ons het desbetreffend bericht in het vorig num mer te herstellen. Vlissingen, Hedenmorgen is op de Spijkerplaat het Engelsche stoomschip „Sea Gull", van Londen naar Terueuzeu bestemd, omhoog gevaren. Sleepbootcn zullen derwaarts vertrekken om te trachten het schip vlot te krijgen. Goes. In de Dinsdagavond door de vereeniging De Ambachtsschool gehouden algemeene vergadering bleek dat de re kening over 1905 in ontvang bedraagt f 13.621.10 en in uitgaaf f 11.022.65 en alzoo een goed slot van f2598.45 aanwijst. De voorzitter, de heer C. C. Cooinans, merkte op dat de linantieele toestand sfa- tionnair bleef daar het saldo van het vorige jaar f2453.395 bedroeg. Dat het goed slot hooger werd, vindt zijn oorzaak hierin dat door de school veel werk werd afge leverd waarvan de opbrengst de raming met f A20 Qvertrof,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2