die der heeren v. d. Harst, Snouck Hur
gronje, v. Dunné. Schorer en Verhage.
Art. 3 en 4 worden zonder stemming aan
genomen. Bij art. 5 komt het voorstel
van den heer v. Dunné in omvraag.
Deze- zegt, dat ook uit dit art., zooals
het hier wordt voorgesteld, groote onbil
lijkheid kan voortkomen. Terwijl hier
sprake is van verhooging. Deze kan
worden weggelaten.
De heer Snouck Hurgronje is het ten
volle eens met den heer v. Dunné, hij
gevoelt niets voor het voorstel van den
commissaris. Daar hier een agent van
politie is, die 12 a 13 jaar dienst heelt
gedaan, waarlijk geen prikkel noodigheeft.
De heer Fruin had eerst wel iets ge
voeld voor het voorstel van dhr. v. Dunné,
maar de beslissing moet blijven bij den
burgemeester, omtrent de verhooging. Nu
zal hij voor het voorstel-v. Dunné stemmen
onder voorbehoud, dat de beslissing blijft
bij den burgemeester.
De voorzitter zegt nog, dat het antwoord
van B. en W. bekend is, doch hij acht
het niet goed, zooals de heer Snouck Hur
gronje beweerd. Er blijft een prikkel
noodig, zoowel voor de oudste, als voor
de anderen. Hij ontraad het aannemen
van het voorstel v. Dunné.
Het wordt in stemming gebracht en aan
genomen met 9 tegen 7 stemmen.
Art. 6 wordt ook aangenomen en de
geheele verordening alzoo vastgesteld.
Voorstel van B. en W. tot wijziging
der verordening, regelende het aantal
onderwijzers en de jaarwedden, wordt in
zijn geheel, zonder stemming, aangenomen.
Voorstel van B. en W. naar aanleiding
van het verzoek van N. J. Boon te 's-Gra-
venhage om grond van de gemeente te
koopen. Adressant wil in zijne hoedanigheid
als directeur van de maatschappij tot ex
ploitatie van onroerende goederen „Het
Valkenbosch", koopen de perceelen bij het
kadaster bekend gemeente Koudekerke,
sectie D nummer 973 bouwland, groot 1
hectare, 7 are, 70 centiare en sectie D 862
weiland, groot 2 hectare, 19 are, voor den
prijs van f 22000, onder voorbehoud echter,
dat de perceelen vrij zijn van huur. B. en
W. stellen voor op dit verzoek, op de vroe
ger door hen ontwikkelde gronden, afwij
zend te beschikken, wijl zij den verkoop
niet achten in het belang der gemeente.
De heer Schorer vraagt of het juist is,
dat hier sprake is van het geheele terrein,
wat bevestigend werd beantwoord. Het
voorstel van B. en W. werd aangenomen
zonder stemming.
Voorstel van B. en W. naar aanleiding
van R. van Veen om een stuk grond aan de
oostpunt te buren tot opslag van zand.
De heer v. Dunné zegt dat het hem voor
komt dat de aanvrager de gevraagde grond
zal mogen gebruiken.
De heer den Bouwmeester is niet tegen
het voorsteler bestaat geen enkel bezwaar
tegen het in huur geven. Wordt alzoo
besloten.
Voorstel van B. en W. tot het vermeer
deren van het aantal opzichters aan de
gemeentefabricage met één. De commissie
adviseert de proef (vereeniging van voor
geschreven betrekkingen tot 1 Januari
1908 te eerbiedigen, doch bij de begrooting
1908 te beslissen om óf een opzichter meer,
óf een afzonderlijke havenmeesterte benoe
men) bij raadsbesluit van 20 Juni 1904
werd, op voorstel van den heer Ermerins,
met 11 tegen 3 stemmen beslist de betrek
kingen van gemeente-bouwmeester en
havenmeester tijdelijk en wel tot 1 Januari
1908 te vereenigeu.
De heer Ermerins zegt dat hy destijds
het voorstel deed om de betrekkingen van
gemeente-bouwmeester en havenmeester
voorloopig te vereenigen. Doch de woning
wet geeft veel werk voor den gemeente
bouwmeester hij zal stemmen voor het
voorstel van B. en W.
De heer r. Dunné zegt, dat er is een ge
meente-bouwmeester, een hoofd-opzichter
en een opzichter, dit is voor onze stad
genoeg. Waarom moet nu een vierde wor
den benoemd, en waaruit moet die vierde
opzichter betaald worden? Thans is er geen
noodig zulk een ambtenaar. Hij geeft de
Raad in overweging het voorstel niet aan
te nemen.
De heer Snouck Hurgronje is het niet
eens met den vorigen spreker. Deze ambte
naar toch zal belast moeten worden met
het uitvoeren der Woningwet.
Doet de raad het niet, dan doet toch de
gezondheidscommissie dit, en dan komen
toch de- kosten voor de gemeente, want
deze brengt dit op de begrooting, dan is
wel waar kan de raad de begrooting niet
goedkeuren, doch Gedeputeerde Staten
zetten hem er weer op.
De heer Dunné handhaaft zijne meening.
De heer den Bouwmeester zegt dat de
gemeente behoefte heeft aan zoo'n amb
tenaar, daar de woningwet de gemeente
op groote kosten brengt, die ambtenaar
heeft verbazend veel werk door er 2400
woningen moeten worden onderzocht, dal
kan niet door een ambtenaar geschieden,
die slechts enkele uren daaraan kan be
steden er is iemand noodig die den heelen
dag zich er kan wijden, dan heeft hij
werk te over.
De heer v. Dunné acht de tinanciëele
toestand niet van dien aard dat er een
nieuwe ambtenaar kan worden.aangesteld.
Hij gaat niet mede met het voorstel.
De heer Tak is het niet eens met het
voorstel van B. k W.
De heer v. d. Ree gaat mede met het
voorstel van B. en W., hij acht het aan
stellen van een opzichter noodig.
De heer Sthorer zal tegenstemmen, op
grond der financiën. We hebben hier een
arme gemeente. Het voorstel wordt in
stemming gebracht en verworpen met 9
tegen 7 stemmen.
De commissie van financiën stelt thans
voor tijdelijk in den dienst te voorzien. Dit
wordt door B. en W. overgenomen.
De heer Tak wil hieraan toevoegen voor
den tijd van 1 jaar.
De heer Schorer vraagt of het niet beter
is dit aan te houden tot de volgende ver
gadering wordt aldus besloten.
Voorstel van B. en W., betredende den
accountant aan de gasfabriek. B. en W.
hebben zich in verbinding gesteld met het
Amsterdamsche accountanskantoor, direc
teur mr. I). J. Korthals, echter daaruit
blijkt hen dat een accountant niet die
goede controle kan leveren die zij zich
hadden voorgesteld, daarom achtte B. en
W. het aanstellen van zulk een ambte
naar overbodig en stellen zij voor het be
sluit van 25 Nov. 1904, waarhij in be
ginsel tot het aanstellen van een accoun
tant is besloten, in te trekkken.
B en W. stellen zich voor zooveel mo
gelijk voortaan zelf de controle te voeren
en hopen op die wijze den toestand te
scheppen gelijk zij zieh dien hebben ge
dacht. De commissie van financiën deelt
mede dat zij zich met het voorstel wel
kan vereenigen.
De heer De Veer heeft met i erbazing
kennis genomen van de toelichting van
B. en W., volgens dit antwoord zou blij
ken dat de directie der Gasfabriek en de
toezicht niet in goede handen is, de Di
recteur moet toch zorgen dat de begrooting
niet wordt overschreden, het blijkt dat
dit niet gebeurd, weet B. en W. niet wat
de Directeur doet neemt die maar voor
raad zonder dat deze noodzakelijk is hij
gelooft dat eene gewone accountant hoog
noodig is, die eene goede controle houdt
op de inkoopen van gasmeters en derge
lijke dingen.
Ook vraagt spr. wordt er nooit een
inventaris door den directeur op het eind
des jaars opgem akt? Hij zal stemmen
tegen het voorstel van B. en W.
De heer Snouck Hurgronje vraagt wat
eene accountant eigenlijk is, hij dacht
dat deze alleen is voor de boeken, doch
deze schijnt ook voor het materiaal.
De heer Sprenger geeft inlichtingen
omtrent de boekhouding der Gasfabriek,
die is zeer goed, ieder jaar wordt er een
nauwkeurige inventaris opgemaakt, die
door spr. altijd wordt nagezien.
De heer De Veer geeft in antwoord op
het gezegde van den heer Snouck Hur
gronje omtrent het werk der accountants.
Ook is spr. eenigszins gerustgesteld door
den heer Sprenger, al heeft B. en W.
die ongerustheid zelf gemaakt door hun
schrijven, wat eigenlijk den heer Spren
ger zegt is lijnrecht tegenover B. en W.
het komt hem wenschelijk voor dat er
aan de Gasfabriek een accountant komt.
De heer Tak is het niet eens met den
heer De Veer, terwijl het duidelijk is
gebleken dat een accountant niet voldoet
gaat het niet aan B. en W. die op hun
dak te sturen, het is den heer Sprenger
onverschillig of er een accountant komt
ja of neen, hoe meer controle er op de
Gasfabriek is, hoe liever het hem is.
De heer Heijse zegt dat het hem ge
bleken is uit ervaring dat een accountant
slechts is voor de boeken.
De heer Schorer zegt dat bij hem de
vraag is gerezen, is het aan de Gasfabriek
niet in orde? Daaiin werd hij meer ver
sterkt door de commissie die eene op
zichter of administrateur wenscht, doch
door den heer Sprenger is hij nu voldaan
en zal hij voor het voorstel van B. en W.
stemmen.
De heer Fruin geeft een overzicht over
het voorstel der commissie van financiën,
die slechts vragen om een denkbeeld van
B. en W. uit te lokken omtrent eene
administrateur, wanneer het voorstel van
B. en W. mocht worden aangenomen. Het
voorstel van B. en W. wordt in stemming
gebracht en aangenomen met algemeene
stemmen, die van den heer De Veer.
De voorzitter gelooft nu dat de plannen
der commissie van financiën kunnen ver
vallen. De heer Tak is dit eens.
De heer v. Dunné gelooft dit niet.
De heer Fruin doet thans een voorstel
B. en W. uit te noodigen tot het aan
stellen van een administrateur. Dit wordt
verworpen met algemeene stemmen, be
halve die der heeren v. Dunné, Ermerins
en Fruin.
Thans gaat de zitting over in een met
gesloten deuren, naar aanleiding van den
brief van het bestuur der Godshuizen.
De zitting heropend, deelt de voorzitter
mede, dat een voorstel is ingekomen van
de heeren de Veer, v. d. Harst en Tak,
van den volgenden inhoud
De raad, gezien het antwoord van het
Bestuur der Godshuizen betreurende de
weigering tot het doen van het gevraagde
onderzoek, besluit Burgemeester en Wet
houders uit te noodigen, het onderzoek
dat door het Bestuur der Godshuizen is
geweigerd, zelf te doen.
De heer Tak licht dit voorstel toe, daar
het hun voorkomt dat het bestuur der
Godshuizen niet het gewenschte licht ver
schaft, zij thans B. en W. uitnoodigen nog
drie personen te hooren en het onderzoek
zelf te voeren.
De heer Schorer keurt de weigering van
het bestuur der Godshuizen omtrent in
lichtingen ten zeerste af. Eerst is dat be
stuur uitgenoodigd een onderzoek in te
stellen en daar is aan voldaan, ten tweede
male is dit gevraagd en ook weder gedaan
'en ten derde male is weder gevraagd enkele
personen te hooren, en toen is door dit
bestuur geschreven dat dit niet mogelijk is.
De heer Ermerins licht deze weigering
toe daar het niet aangaat over vroegere
toestanden onder directie van mej. De
Wilde te spreken.
De heer v. Teijlingen is het eens met
den heer Schorer,'wei kan spr. het bestuur
dankzeggen voor hunne mededeeling.
Dé heer Fruin zal tegen het voorstel
stemmen, het komt hem niet gewenscht
voor, hier verder op door te gaan.
Er is geen begin van bewijs tegen het
Gasthuis, wel is er naar zijn meening een
gehaspel, doch het gaat niet aan hierover
uit te wijden en verder te gaan, wel is er
een treurige daad geweest in het Gasthuis
doch hij acht het niet wenschelijk daar
nu verder op door te gaan. Bij dit voor
stel is iets partijdigs, daar nu maar drie
zusters zullen worden gehooid, en niet de
twee die in 't voordeel van Dr. Bijlsma
zouden kunnen rapporteeren, en Dr. Bijls
ma en Dr. Schoute zijn het eens over
Zuster Greve, dat zij was én als Zuster
èn als mensch goed voor allen.
De heer v. Dunné zou het wenschelijk
achten dat de motie werd voorgelezen die
door den heer v. Teylingen en hem is
ingediend, het voorstel der drie heeren is
veel te kras en mocht niet zijn geschied,
noch de stukken, noch de vuile couranten
berichten en open brief' aan den raad ge
ven daar reden voor.
De heer Tak zegt dat de heer v. Dunné
het voorstel niet goed begrijpt, alleen is
zij het niet eens met het bestuur der Gods
huizen; niemand dan de voorstellers zullen
het toejuichen als hun blijkt dat hef on
derzoek goed is gegaan.
De heer De Veer ontzegt den heer v.
Dunné het recht om de voorstellers
hard te vallen, eerst moet hij de stuk
ken goed lezen en dan mag hij een oordeel
uitspreken. Als antwoord op den heer
Fruin zegt spr. dat er hier geen sprake
is van partijdigheid, nu zegt het bestuur
der Godshuizen dat zij niet alle ontslagen
zusters kunnen hooren, daarom vragen de
voorstellers enkele zusters te hooren.
De heer Fruin zegt dat er in de gemeente
praatjes loopen van onzedelijkheid, doch in
de stukken komt dit niet voor. Hij neemt
gaarne aan dat de heeren onpartijdig zijn.
De heer v. Dunné neemt geen woord terug
van hetgeen hij heeft gesproken. Het be
stuur der Godshuizen heeft op de meest
eervolle wijze van antwoord gediend, het is
niet goed van deze heeren het bestuur te
pressen. Daarvoor, zegt spr., zijn de heeren
op één na veel te jong.
De voorzitter zegt dat de raad geen
klaarheid heeft gekregen.
De heer Schorer zal tegenstemmen.
De heer De Veer zal trachten de twee
vorige sprekers te antwoorden, en dan wil
hij het voorstel splitsen.
De heer Tak wil de woorden „betreu
rende" er uitnemen.
De voorzitter zegt dat het B. en W. niet
op hun weg ligt een onderzoek te doen.
Wel de drie heeren die dit voorstel doen,
dit is een verkeerde richting.
De heer De Veer wil wel een raadscom
missie, maar niet van hun drieën.
De heer Ermerins zegt dat het wel op
den weg ligt van B. en W.
Daarna wordt het voorstel in stemming
gebracht en staken de stemmen 8 tegen,
8 voor. Alsnu wordt dit voorstel aange
houden tot eene volgende vergadering.
Van de heeren v. Dunné en v. Teylingen
is de volgende motie ingekomen
De gemeenteraad van Middelburg, gelet
op de verschillende rapporten met bijlagen
van het bestuur der Godshuizen, betrek
kelijk de redenen van de voortdurende en
zeer snelle afwisseling die onder een deel
van het personeel van het gasthuis heeft
plaats gehad en de minder gunstige loo-
pende geruchten, met name over de ver
houding van den directeur tegenover het
verplegend personeel, overwegende dat in
die rapporten is toegelicht waaraan voor
geschreven afwisseling van een deel van
het personeel is toe te schrijven, terwijl uit
de rapporten niet het bewijs is te putten
dat de verhouding van den directeur tegen
over het verplegend personeel tot gegronde
bemerkingen aanleiding zou kunnen geven.
De voorzitter deelt nog mede dat in
geheime zitting is besloten openbaarmaking
te geven aan de gewisselde stukken om
trent de gasthuiskwestie, en die in druk
te doen verschijnen.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
Men schrijft ons uit Middelburg
Zoo langzamerhand komt er toch eenig
leven op de tramrails aan de Loskaai.
Gisteren maakte een nieuwe personen
wagen in gezelschap van een locomotief
en eenige heeren een uitstapje tot hier.
Wanneer de tram rijden zal
Wie zal het zeggen
Er zijn nog steeds te weinig personen
wagens om den dienst te beginnen, grint
tot bedekking van den weg wordt nog
steeds aangevoerd en wacht op uitspieiding.
Zeker is het intussehen dat het postver
voer van af 1 Mei aan de tram is opge
dragen, dus met zekerheid kan de opening
vóór dien tijd verwacht worden.
Gisteravond hield de heer L. C. Bree-
baart een voordracht voor de anti-revol.
kiesvereeniging overDe eeuw van het
kind, en het kind van de eeuw.
Spreker begint met op te merken, dat
het woordde eeuw van het kind; nauw
verband houdt met wat deze tijd ons
bracht op paedagogisch gebied. Maar dan
mag gevraagdwaarom niet gerekend
wordt met datgene wat van Christelijke
zijde eeuwen achtereen gedaan is, om het
kind te vormen tot een nuttig lid der
maatschappij
Wat voornamelijk door de kerk, veel
gesmaad, op onderwijsgebied is verricht,
toont spreker in den breede aan de hand
van de historiezoowel wat aangaat den
tijd vóór als na de Hervorming, aan.
De samenwerking, waar die was tus-
schen Staat en Kerk, kwam ten goede aan
het onderwijstoen de christelijke magis
traten den arbeid der kerk steunden.
De eerste onderwijswet ging uit van de
nation. Synode van Dordt. De wet bleef
van kracht tot de groote Revolutie en werd
genoemd „de Chr. Grondwet der opvoe
ding". De goede salarieering der onder
wijzers en kosteloos onderwijs voor de
armen werd door de Synode geordineerd.
Vlissingen had in 1585 reeds een koste-
looze school voor de armen.
In de 13e eeuw kwam er kentering in
den geest die de richting van het onderwijs
bepalen zou. Zaehtaan kwam op de ont
wikkeling van het verstand boven die van
het gemoed.
Het intellect kwam op.
De periode van den natuurlijken gods
dienst brak aan.
Op school niet verder dan tot de erken
ning van het bestaan van God.
Onderwijs en opvoeding niet anders dan
een spel.
De mensch wordt uit een dier een ver
standelijk wezen.
Eergierigheid en goedkeuring van men-
schen waren grondslagen van onderwijs.
De natuur, niet God, ook niet de Bijbel.
Die moet eerder voor de kinderen verbor
gen worden.
„Het Nut" kwam op. Met algemeen
christelijke waarheden, zonder positieve
leerstellingen. Toch, waar het onderwijs
vreeselijk geleden had in de dagen der
Revolutie, trad het door hare organisatie
en krachtige propaganda op onderwijs
gebied geheel practisch met succes op.
In 1801 maakte van der Palm een onder
wijswet waar onderscheiden werd, openbaar
en bijzonder onderwijs. De Bijbel moest
vervangen, en de natuurlijke godsdienst
ingevoerd.
De christenen hiermede niet tevreden
kwamen in actie. Een volgende wet er
kende alleen openbare scholen.
De wet van den Ende durende tot 1806
bracht de bijzondere school eenigermate
vrijheid, en de schoolstrijd onder ons
genoeg bekend van dien tijd af, met
afwisselend geluk gestreden, heeft over
Kappeyne en Mackay, geleid tot de over
winning met de wet van Kuyper.
Spreker brengt in herinnering den strijd
van Groen, het opkomen der Unie, de
actie van Kuyper en „De Standaard" en
van Lohman in den lande.
De zorg voor het kind, is dus niet iets
van deze eeuw, maar de groote offers,
van christelijke zijde gebracht, toonen
dat jaren aaneen is gezorgd voor het kind.
Voor het kind om hart en verstand
beiden te ontwikkelen.
Zeker er wordt thans met het oog op
de komende tijden gewerkt op een wijze,
die niet onze onverdeelde instemming
heeft.
Wij juichen toe, wat de ontwikkeling
kan bevorderen, wat gedaan wordt tot
verzorging van het lichaam, wat reinheid,
lichaamsverzorging en dergelijke betreft.
Maar er is meer.
De overlading bij het onderwijs, de
overdrijving die vaak wordt aangetroffen,
acht spreker verkeerd.
Het is de vraag of niet te veel de ver
standsontwikkeling wordt opgevoerd, zoo
dat het gemoed schade lijdt.
Want inzonderheid moet hel karakter
ontwikkeld, schuldbesef, waarheidszin,
waarachtige godsvrucht moet aange
kweekt. Ook de school moet zonde zonde
noemen niet omdat het niet netjes staat,
maar omdat de Heilige God de zonde
verbiedt.
Ook op de school het geestelijke voorop.
De ethisch-religieuse zijde mag niet
verwaarloosd, wil men ten zegen voor de
maatschappij arbeiden.
Daarom ook de onderwijzer moet
karakter hebben.
Spreker gispt het woord onlangs ge
sproken die gieren moeten den buit heb
ben al zijn de middelen niet moreel.
Niet alleen voor het karakter van het
kind, maar ook voor het gezag, is de
overlading nadeelig.
Het eeren der ouders, baas of patroon,
overheden en politie, moet op schooi
geleerd.
In de vreeze en vermaning des Heeren
moet worden opgevoed.
Hoe kan dat, waar aan het intellect
wordt geofferd, en de gansch naluurlijke
wording van den mensch wordt geleerd
en over het tweevoetig zoogdier wordt
gesproken.
Maar ook het geestelijk leven lijdt door
die overdrijving.
Want met het kind moet gebeden. Zijn
geestelijk leven verzorgd.
Wat zijn nu de voordeelen en de ge
varen van het zijn een kind van de eeuw
Beets zegt het is eene eere. Men is
een gewoon mensch, beneden den rang
van genie, boven den stommeling.
Wat moet in den mensch geëerd
Geëerd moet wat God in den mensch
wrocht.
Wat God werkte, mag niet geneutra
liseerd.
Een kind van zijn tijd is een product van
zijn tijd.
Een kind van zijn eeuw, zegt meer, De
tijd is een deel van de eeuw. Wat al gees
ten hebben in een eeuw niet gewerkt, goede
en edele geesten, slechte en geesten des
verderfs werken om den voorrang.
De 19e eeuw was die van de uitvinding.
Het kind van de eeuw verlangt niet terug
de trekschuit, maar waardeert en gebruikt
stoom en electriciteit. Het verlangt niet
terug naar de periode der aderlating, van
de periode toen het idiote, ellendige wezen
verschopt werd, maar het verheugt zich in
de vorderingen der wetenschap, en ver
warmt zich bij het koest'rend vuur der
philantropie.
Wie verlangt terug naar de geestelijke
armoede, en begroet niet met blijdschap de
toeneming van het geestelijk leven.
Daarom arbeidt het kind van de eeuw
aan den waren vooruitgang, en boekt als
winste wat de vaderen deden, om door
wetenschap, beschaving en waarachtig
christendom het leven te dienen.
En de gevaren
We zien strijd voeren.
Het kwade tegen de openbaring van
Gods Woord, en het leven dat uit Christus
is tegen de machten des geloofs. Toch is
onbewustheid met de ware grenzen een
gevaar. Daarom moet op kunst, politiek,
godsdienstig en stoffelijk gebied, nauw
lettend toegezien.
De gevaren zijn legio.
Ook daarop moet gelet bij het onderwijs.
De nieuwe eeuw, met haar schijnschoon
moet ontdaan vau wal schooner lijken
doet dan ze is.
Het kind moet de eeuw getoond wor
den zooals ze waarlijk is. Ook nu nog
gelden «bezwaren tegen den geest dezer
eeuw."
Het kostbaar kleinood, de tweezijdige
opvoeding des kinds, mag men niet uit
de hand laten slaan.
Moet de hand niet in den boezem
Zeer zeker. Maar dat mag ons niet
doen aflaten te arbeiden in getrouwheid
en onafhankelijkheid, aan de gezonde
tweezijdige ontwikkeling van het kind
dezer eeuw. Ook dan zal er geworsteld
worden, voor den Troon Gods, om het kind
te sterken voor den komenden strijd tegen
den geest dezer eeuw.
Onze leuze zij Met het kind in den
arm, de wacht houden bij Jezus' Kruis.
Deze interessante redevoering, aandach
tig aangehoord, werd beloond met een
daverend dankbaar applaus.
Middelburg. In de op gisteren Woens
dagavond gehouden vergadering van de
Begrafenis-Maatschappij „Uit Voorzorg"
alhier, werd door den directeur-secretaris
verslag uitgebracht over den stand der
Mij. in het afgeloopen jaar. Daarin werd
vermeld dat de ontvangsten bedroegen
f 14,814.79 en de uitgaven f' 13,767,23,
waaronder f 9917,50 aan uitkeeringen voor
232 overledenen, zoodat de rekening sloot
met een batig saldo van f 1047,5G, waar
mede het kapitaal der Mij. vermeerder
de, dat alzoo op 31 December bedroeg
f 39,313,18'/j onverminderd de loopende
rente. Op 31 Dec. bedroeg het aantal
leden 10277. Aan de leden volgens de
reglementen van 1897 en vroeger werd
evenals vorige jaren vrijstelling van con
tributie gedurende de maanden Januari,
Februari en December gegeven.
Bij de daarna gehouden verkiezingen
werd de Heer Jhr. Mr. A. E. O. de Casem-
broot als Hoofdcommissaris en de heeren
1. Jongepier en J. Th. Bouff als commis
sarissen uit de leden herbenoemd. Ge
noemde heeren namen hunne herbenoeming
aan. Nadat nog enkele inlichtingen waren
gevraagd, o. a. of ingeval van zelfmoord
uitkeering wordt geweigerd, en of zeeva
renden een hooger tarief betalen, hetwelk
een en ander door den voorzitter ontken
nend werd beantwoord, werd de verga
dering door den voorzitter gesloten.
Middelburg. Op de 24, 25, 26 en 27
Februari gehouden tentoonstelling van
„Les Aviculteurs Beiges" te Brussel zond
onze stadgenoot de heer J. J. N. van Baarle
4 kroppers en 1 reisduif in cn behaalde
daarmede een eerste en drie tweede prijzen,
benevens een zeer eervolle vermelding.
Vlissingen. Gisterenmorgen werd alge
meen verteld dat zoowel de machinist Van
der Meer als de stoker Idsinga door het
bekende ongeluk in de gasfabriek der
Staatsspoor, waren overleden. Verschil
lende personen die aan de haven hun
werk hebben, bevestigden dit. Het is ons
evenwel gebleken dat de s'oker|gelukkig
nog in leven is en het zelfs naar omstan
digheden goed maakt. Wij haasten ons
het desbetreffend bericht in het vorig num
mer te herstellen.
Vlissingen, Hedenmorgen is op de
Spijkerplaat het Engelsche stoomschip
„Sea Gull", van Londen naar Terueuzeu
bestemd, omhoog gevaren. Sleepbootcn
zullen derwaarts vertrekken om te trachten
het schip vlot te krijgen.
Goes. In de Dinsdagavond door de
vereeniging De Ambachtsschool gehouden
algemeene vergadering bleek dat de re
kening over 1905 in ontvang bedraagt
f 13.621.10 en in uitgaaf f 11.022.65 en
alzoo een goed slot van f2598.45 aanwijst.
De voorzitter, de heer C. C. Cooinans,
merkte op dat de linantieele toestand sfa-
tionnair bleef daar het saldo van het vorige
jaar f2453.395 bedroeg. Dat het goed slot
hooger werd, vindt zijn oorzaak hierin
dat door de school veel werk werd afge
leverd waarvan de opbrengst de raming
met f A20 Qvertrof,