NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 127. 1906. Donderdag 1 Maart. 20e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Baitenlandseb Overzicht. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Gemengde Berichten. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. H E R IJ K Middelburg, ook voor St. Laurens en N.- en St. Joosland, 1, 2, 6, 7 en 8 Maart. Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthem, 9 en 10 Maart. Vlissingen, 12,13,14,15,16,17,19,20, 21, 22 en 23 Maart. Arnemuiden, 26 Maart. 28 Februari 1906. t Van Melle. De Nieuwe Rotterd. Courant meldt omtrent den overleden jeugdigen, kuappen professor 't volgende Juist nog in de Studentenalmanak voor 1906 zien wij zijn onderwijs geroemd om de degelijk heid en helderheid en den boeienden trant, waarin het werd gegeven, zoodat zijn colleges met belangstelltng gevolgd werden door een groote schare, behoorende tot allerlei faculteiten. De aandacht trok indertijd de verklaring, waarmede zijn inaugureele rede besloot. Zeg gende zich ten doel te zullen stellen bij het doorgronden der Grieksche natuurphilosofen met alle macht te willen streven naar het ideaal, dat hen stuwde en lokte de volkomen harmo nie als hun innigste overtuiging en hun verste wit. Maar, voegde hij er aan toe, daarin zal geen aansporing liggen tot de restauratie van oud, zij het ook subliem paganisme. Immers, tusschen het Grieksche verleden en ons staat de Christus, die met Zijn openbaring van zonden, gerechtigheid en oordeel, den her bouw van den Griekschen tempel onmogelijk heeft gemaakt. Maar dat ideaal, dat behoort tot de onsterfelijke en onvergankelijke goederen der menschheid, straalt te helderder, naarmate wij dieper erkennen, hoe hoog het boven ons staat. Dat ideaal gerezen lot grootere hoogte, dan waartoe Grieksche conceptie het kon op voeren, zij het onze, in studie en leven." Dit laatste herinnert treffend aan het geen wij gisteren schreven, en wij herha len het„Ook op deze hooge plaats heeft prof. J. v. Melle zich het Evangelie niet geschaamd, wat bij zijn heengaan zeker wel de hoogste lot is die hem kan wor den nagegeven De agitatie tegen het Arbeidscontract van sociaal-democratische zijde, houdt aan. Een agitatie waarmede wij, sinds de „verbeteringen" in het ontwerp reeds door minister Loeff en nu nog door minister Van Raalte aangebracht, niet meegaan. Toch nemen wij nota van hetgeen op een meeting van socialistische zijde, blijkens het verslag in Het Volk van 20 Febr. j.l. gezegd is omtrent de Arbeidswet. De spreker zei daar „Deze vrijzinnige regeering heeft wel het verbetering-brengend ontwerp arbeids wet ingetrokken, doch het arbeids-contract gehandhaafd, Hetgeen bewijst dat ook aan die zijde geen genoegen wordt genomen met de ver klaring van die intrekking van Kuyper's ontwerp Arbeidswet door minister V eegens. Overigens is ook aan die zijde erkend (door H. Polak) dat het ontwerp Arbeids contract „belangrijk is verbeterd". Reden te meer voor ons om de spoedige aanneming van dat ontwerp van harte toe te juichen". In dit overzicht is voor heden alleen meldenswaardig lo. Dat te Berlijn, gelijk wij reeds in ons vorig overzicht kortelijk meldden, Dins dagmiddag in de Kurfiirstenzaal van het paleis het burgerlijk huwelijk van prins Eitel Fritz met hertogin Sophie Charlotte van Oldenburg voltrokken werd. Hierop volgde in de slotkapel het kerke lijk huwelijk, waarbij de opperhofprediker Dryander, die het huwelijk voltrok, er aan herinnerde, dat het keizerlijk paar 25 jaren geleden op dezelfde plaats voor het altaar had gestaan. De plechtigheid werd ook bij gewoond door het corps-diplomatique. Na de huwelijksplechtigheid had in de ridder zaal een feestmaal plaats, waarbij de Keizer een dronk uitbracht op het bruidspaar, jjrins Heinnch een toost op het keizerlijk paar uitbracht. Hierop volgde een fakkel- dans in de witte zaal, waarbij het keizer lijk paar aan den eersten, het jonggehuwde paar aan den tweeden rondgang deelnamen. Nadat daarop de opperhofmeesteres van de bruid, de verdeeling van den kousen band had verricht, verwijderde zich op een wenk van den Keizer de hofhouding. De jonggehuwden begaven zich naar het jachtslot Hubertusstock. 2o. Dat het tweetal in het Engelsche parlement, te weten de leider en „de leider van den leider" weer compleet is. Immers bij de gisteren te Londen gehouden verkiezing in de City voor het Lagerhuis (waar de heer Alban Gibbs ten behoeve van Balfour bedankte) is de heer Balfour gekozen. Hij verkreeg 15,474 stemmen op den candidaal der vrijhandelaars Sir Gibson Bowles werden 4134 stemmen uit gebracht. Hij kan dus op de voorste bank der oppositie naast zijn vriend Chamberlain in het Lagerhuis plaats nemen. Wat laatstgenoemde betreft, Juli a.s. wordt Chamberlain 70 jaartevens zal hij dan ongeveer 30 jaar aan één stuk zijn stad, Birmingham, in het Lagerhuis heb ben vertegenwoordigd. Het plan is, deze beide feiten te her denken door het portret van den staatsman te doen schilderen en dat aan het stede lijk bestuur van Birmingham ten ge schenke te geven. Hij zal in ieder geval niet zoo populair worden als Paul Kruger de man door hem beroofd en vervolgd en gegriefd op nooit te vergeten wijze 3o. Dat de Hongaarsche regeering eigenlijk dictatuur hare strenge maat regelen tegen mogelijke rustverstoorders doorzet. De door de coalitie uitgeschreven pro test vergaderingen, ongeveer 250 in getal, zijn overal door de regeering verboden en troepen waren aanwezig om aan dat ver bod kracht bij te zetten. De meeste leden der oppositie hielden hun redevoeringen in particuliere huizen of in den boezem van de een of andere gesloten vereeniging. Op enkele plaatsen o. a. te Estergom wer den de vergaderingen met geweld uiteen gejaagd. Gisteren werden 8 dagbladen in beslag genomen, omdat zij een rede vanPolonyi hadden atgedrukt, waarin beleedigende uitdrukkingen tegen de Kroon voorkwa men. Heden zal de straatverkoop van dagbladen worden verboden, een maat regel, die juist de goedkoope oppositiepers zwaar zal treffen. Graaf Tisza, een der leiders der oppositie, schijnt uit de slagen te willen blijven hij is voor geruimen tijd naar Wiesbaden vertrokken. 4o. Dat de oplossing van het Algeci- raansehe verschil nog steeds op zicii wach ten laat, doeh de kans op een vergelijk blijit, wijl nu ook de Engelsche pers niet meer zoo algemeen aan de zijde der Fransche gedelegeerden staat. Een voor naam Engelsch blad verklaart ronduit dat Frankrijke bank-voorstel volstrekt niet in overeenstemming is met het beginsel der internationalisatie waarvoor Duitschland opkomt. Een bank, die slechts het Fran sche leenings-syndicaat van 1904 is, onder een anderen naam, zou niet in overeen stemming zijn met art. 17 der Madridsche conventie. Frankrijk, zegt de Graphic zou in dit opzicht wel concessies kunnen doen onder voorwaarde dat Duitschland in de politie-quaestie Frankrijks voorstel aan neemt. Doet Frankrijk dat niet, dan zal Duitschland zeker niet de verantwoorde lijkheid dragen voor het mislukken dei- conferentie. Intusschen blijkt dat Frankrijk sinds Art. 17 der conventie van Madrid van 3 Juli 1880 luidt: »Het recht van alle bij de conferentie van Madrid vertegenwoordigde mogendheden om op den voet der meest begunstigde natie te worden behandeld, wordt door Marokko erkend". Maandag zeer is toegenaderd. De Fransche gedelegeerde heeft per nota het bezwaar van den Duitschen zaakgelastigde, dat de instelling van een Fransch-Spaansche politie inbreuk zou maken op de door ieder erkende gelijkheid van rechten op eco nomisch gebied, weersproken, doch ver klaarde tevens dat, indien de conferentie van meening mocht zijn, dat in dit opzicht betere waarborgen noodig zijn, men van Fransche zijde niet weigeren zal deze in overweging te nemen. Dit antwoord der Fransche regeering schijnt de mogelijkheid te openen dat de besprekingen over het politievraagstuk worden hervat. Te Madrid is men van goed slagen al zeker. 5o. Dat de moeilijkheden tusschen' Kitchener en Curzon de laatste des tijds nog onderkoning van Britsch Indië welke leidden tot Curzons aftreden, zijn weggeruimd. De quaestie ging, naar men zich herinneren zal, om de suppre- matie van het civiel gezag boven het mili taire. Daar Kitchener van uit Londen, d. w. z. door de toenmalige regeering, tegen Curzon werd gesteund, nam de laatste zijn ontslag. Maar met het op treden van den nieuwen minister voor Indië, Morley, werd een nieuwe corres pondentie over de beginselquaestie ge opend tusschen Londen en Calcutta. Door fermiteit te paren aan tact heeft Morley weten te bereiken, dat èn door Kitche ner èn door den Onderkoning de suppre- matie van het civiel gezag is erkend, zonder dat Kitchener ontslag neemt. Een mooie overwinning voor den libe ralen minister, maar ook voor de beide betrokken groote mannen. Een overwin ning allereerst op zichzelf, en dit is wel de grootste. Amerika. Amerika is het land der grapjes, zoo wordt van daar nu weer voor zeker ver teld dat het congreslid Lloyde een der vertegenwoordigers van Missouri in het Huis van afgevaardigden, het merkwaar dige wetsvoorstel heeft ingediend, het for tuin dat een particulier in de Vereenigde Staten zal mogen bezitten, tot 10 millioen dolfars te beperken. De voorsteller geeft niet aan, naar 't schijnt, hoe men er ach ter zal komen wanneer die grens over schreden wordt, en evenrqin, wat er met het overschot gedaan zal worden. De multi-millionnairs behoeven echter nog voor geen gebrek te vreezen een Rockefeller zou met 25 millioen gulden straatarm zijn want de correspondent erkent, dat het zeer twijfelachtig is, of de Kamer het wetsvoorstel in behandeling zal willen nemen; laat staan, het goedkeuren, David Henderson, oud-voorzitter van het Amerikaansche Huis van afgevaardigden, is overleden. Hij leed sedert een paar jaren aan een zielsziekte, tengevolge waar van hij zich ook reeds uit het openbare Jeven had teruggetrokken. Henderson, die in de Amerikaansche politiek een zekere rol gespeeld heeft, was in 1840 in Schotland geboren, maar kwam reeds op zijn zesde jaar in Amerika. In den suc cessie-oorlog werd bem een been afge schoten in den slag bij Corinth. De Monroe-leer dat is de leer dat geen Europeesche mogendheid zich heeft te be moeien met de binnenlandsche staalkundige aangelegenheden van Amerika, een leer door een der presidenten der Republiek der Vereenigde Staten, Monroe, gepredikt begint weer over geheel Amerika op geld te doen. Niet alleen over Noord maar ook over Zuid-Amerika Daar is algemeen groote belangstelling gewekt door een rede te Philadelphia uit gesproken door den Braziliaanschen gezant te Washington. Deze Senhor Joaquin Nabuco, voerde het woord tot de leden van de „American Academy of Political and Social Science"en tot onderwerp van zijn oordracht had hij de Monroe- leer gekozen. Nabuco pleitte voor het zich vormen van een pan-Anïerikaansch geweten, dal geheel los' zal staan van het Europeesch geweten. Hij acht het noodzakelijk, dat de Latijnsch- Amerikaansche republieken de rol, welke de Vereenigde Staten hebben moeten spelen ter handhaving der Moenroe-leer, niet lan ger zullen beschouwen als kwetsendjvoor den trots dier Latijnsch-Amerikaansche republieken. Integendeel zij allen dienen de V.-St. daarin te ondersteunen. jJgVerdeu weidde Nabuca uit over „de op rechtheid en onbaatzuchtigheid van het streven der V.-Staten". Aaneensluiting in Azië en Amerika, ver brokkeling in Europa, en naijver overal. Ook dat zijn teekenen der tijden.J Goes. In de gemeenteraadsvergadering van Dinsdag, onder voorzitterschap van den heer burgemeester, waren de heeren v. d. Leeuw en Kakebeeke met kennis geving afwezig. De notulen worden ge lezen en goedgekeurd. Ingekomen zijn verslag Commissie tot Wering van School verzuim over 1905. Goedkeuring door Gedep. Staten van Raadsbesluiten en Gemeenterekening over 1904. (In verband daarmede, zegt de Voorzitter, kan de borg tocht vanjden heer Risseeuw Worden terug gegeven). Verslag Woningwet 1905. Idem Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs 1905. Eenige verzoeken om erfpacht van grond, o.a. van J. H. Jacobs, welke in handen van B. en W. gesteld worden. Aan de orde is stemming over de wijzi ging van het reglement van orde voor de raadsvergaderingen, over welk voorstel in de vorige raadsvergadering de stemmen hebben gestaakt. Op verzoek van den heer Fransen v. d. Putte verklaart de Raad zich stilzwijgend voor heropening van de discussie. De heer Putte .zegt niet van meening en stem veranderd te zijndoch het wenschelijk te achten dat hij zijn stem motiveert. Hij heeft zieh tegen verande ring van den bestaanden toestand ver klaard niet gelijk de heeren Dekker en v. d. Leeuw om in het voorlezen der notulen een correctief te hebben tegen minder onpartijdige couranten-verslagen. Zijns inziens gaan de plaatselijke bladen hier daaraan niet mank, mogelijk ook wel tengevolge der meerdere concurrentie op journalistiek gebied geven zij niet alleen uitvoerig het in den Raad gesprokene weer, doch zijn ook tevens niet onwillig in het opnemen van geschreven rapporten. Doch al ware 't zoo, dan nog is het voorlezen der notulen geen correctief. Als de inge zetenen zieh bijzonder interesseeren komen zij in de Raadsvergaderingen hooren, en zullen zij niet wachten tot zij hun licht kunnen putten uit de notulen. Maar Spr. heeft practisehe redenen voor zijne meening gelijk die ook. eerst door den heer Dekker zijn uitgesproken. Zoolang wij hebben een secretaris die in stormachtig tempo en toch duidelijk de notulen voorleest is ver andering niet noodig. Bovendien als de raadsleden de geschreven stukken voor zieh zien, zullen zij want de notulen zijn geen stenogrammen allicht in de verleiding zijn kleine wijzigingen tewen- sehen en dit ter sprake brengen, wat bij voorlezing niet zoo licht kan, en zoo zal het oponthoud veel grooter zijn. Het is dan ook op deze uitsluitend practisehe gronden dat Spr. tegen het voorstel van B. en W. is. De heer Dekker heeft spijt dat de quaestie nog eens ter sprake is gebracht. Hij voor zich had er geen behoefte aan. Maar nu de heer Putte sprekers motief voor de voor lezing der notulen niet deelt, wil Spr. wijzen op een feit dat de juistheid van zijn motief bewijst. Van hetgeen Spr. in de jongste raadsvergadering zei, werd door een blad rapport gedaan en aan Spr. ver weten dat hij iets had gezegd wat blijkens 't verslag der andere bladen door hem niet gezegd was. Onder bewoordingen die Spr. nu niet zoo kan prijzen, werd Spr. door dat blad uitgenoodigd in de courant te schrijven. Maar Spr. doet zijn plicht als raadslid en heeft lust noch tijd oin nog eens te gaan schrijven. Nu, van de Goesche bladen stelden twee Spr. in 't ge lijk, waaronder één, niet van Spr.'s rich ting. Nu komen de notulen precies kloppen op hetgeen in die andere bladen is gezegd. Bedoeld blad heeft zich dus vergist en nu mag ik verwachten dat de pers hare onjuist heden herroept. Door 't lezen der notulen heb ik een motief om dat te vragen. Spr. voelt overigens veel voor 't bezwaar van dhr. Putte. Hij ziet nog geen enkel be zwaar om de notulen te blijven lezen. De heer Risch acht 't door dhr. Fransen v. d. Putte genoemde voordeel denkbeel dig. En 't bezwaar van wijzigen, der gelijke kleinigheden liggen beneden de waardigheid van den Raad. Het voorstel wordt anngenomen met 6 tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Don- ner, Hollmann, Dekker, Duvekot en Pilaar. Aan de orde is het adres van het be stuur van den Alg. Ned. Typografenbond om een loontarief voor drukwerk ten dien ste der gemeente. De voorzitter zegt dat het drukwerk niet is opgenomen in het bestek voor ge meentewerken dus dat het adres niet toepasselijk is, zoodat B. en W. voorstel len het ter zijde te leggen. De heer Dekker zegt dat de bond in quaestie niet meer bestaat. Nu B. en W. het adres toch onder de stukken heeft ge- braeht trouwens het wordtgesteund door de vereeniging Grafische vakken wil spr. er wel wat van zeggen. En dan komt het hem voor dat er alleszins reden is om aan het verzoek te voldoen. Wij hebben een gemeentedrukker, gelijk wij hebben gemeenteschilders en andere vaklieden. De typografen zijn arbeiders die voor onze gemeente wei ken onder een baas. Alleen verschilt het hierin dat zij niet werken in aanbesteed werk. Er is geen enkele reden, waar in de bestekken van aan te besteden gemeentewerken bepalingen om trent loon voorkomen, dit ten aanzien der typografen na te laten. Er is niet aan te ontkomen en er is ook geen enkele reden om er tegen te zijn. De voorzitter zegt dat dit alles nu niet ter sprake kan komen. Het heele con tract met den drukker en diens instructie zou dan moeten worden gewijzigd. De heer Dekker vindt dit geen bezwaar. De heer de Witt Hamer zegt dat hel niet aangaat een contract zoo maar te verbre ken. Zoolang dit contract geldt, kan het verzoek van den Typografenbond dan ook geen enkel effect sorteeren. Een nieuw contract kan eerst gemaakt worden als het oude geëxpireerd is. Als dan uit den Raad een besluit komt tot wijziging der voorwaarden in betrekking tot het loon, dan kunnen B. en W. zich daarnaar ge dragen. Nu kan het echter niet, wij hebben ons contractueel verbonden. De voorzitter zegt dit contract loopt tot 31 Dec. 1906. De heer Dekker dankt bereids den heer Hamer voor diens toezegging, maar zou juist nu, terwijl wij nog eenige maanden van de behandeling der begrooting af zijn, voorbereidende besprekingen enz. wen- schen uitgelokt te zien, om bij de begrooting een contract in den geest van de adres santen te verkrijgen. De heer de Witt Hamer heeft voor B. en W. gesproken. Voor zich persoonlijk be houdt hij zich zijn meening voormaar adressanten spreken van een bestek en spr. doelt op een besluit en daar alleen zouden B. en W. mee hebben te rekenen. De heer Dekker stelt dan voor dat de raad besluite bij de begrooting [van 1907 reke ning te zullen houden met de wenschen van adressanten. De heer Fransen van de Putte geeft hem in overweging dit aan B. en W. te ver zoeken. Verder mag hij niet gaan. De heer Dekker neemt dit denkbeeld over. De voorzitter zegt namens B. en W. over weging toe.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1