NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 126. 1906 Woensdag 28 Februari. 20e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Ontwikkeling. PRIJS DER ADVERTENTIËN 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN Iets goeds te boeken is altijd aangenaam. We hebben voor heden te wijzen op een stap, door opeenvolgende regeeringen voor bereid en thans tot uitvoering gebracht, ter ontwikkeling van het zelfbestuur in onze koloniën. Er is in Indië een stap gedaan tot decen tralisatie, die ons antirevolutionairen dank baar stemt. Ook op Java zal voortaan de burgerlijke gemeente hare vertegenwoordigers hebben te kiezen. Het zal nog wel eenigen tijd vorderen voor de gemeenteraden in onze koloniën zullen ingesteld zijn als in het moederland, maar de eerste stappen om tot dit doel te geraken zijn gezet. De gouverneur-generaal heeft op voor dracht of op aanwijzing van den resident of assistent-resident de mannen uitgekozen, die te Batavia, Buitenzorg en Meester Cor- nelis voor de eerste maal zitting zullen nemen in den gemeenteraad hunner plaats. Na deze eerste maal zal de burgerij voor taan hebben te kiezen. Samarang, Djokja en Soerabaja zullen weldra volgen. In het district Samarang vei klaarden resident en assistent-resident gaarne de wenschen der burgerij in dit opzicht te willen kennen. Hetwelk geschiedde. Deze stap in de richting van zelfbestuur en onafhankelijkheid kan niet anders dan gunstig zijn voor de ontwikkeling van onze schoone koloniën. In Frankrijk worden de koloniën een voudig bij het rijk ingelijfd. Aziaten en Afrikanen zenden ook hunne vertegen woordigers naar de Nationale vergadering. Algiers en het departement der Loire of Seine behooren tot een rijk. Wij daarentegen gelooven dat het in Gods bestel ligt dat elk rijk begrensd is, niet alleen door zijn ligging maar evenzeer door zijn nationaal leven. Dat er te veel verschil bestaat tusschen een Atjehnees en een Zeeuw, tusschen een Fries en een Dajakker, tusschen een Soedanees en een Drentenaar om samen te komen, en dat het een fictie is te meenen dat Java en Sumatra, Celebes en Borneo, Suriname en Ouracao te zamen één rijk vormen, één geheel zouden uitmaken, en onder eenzelfde ge zichtspunt vallen zouden wat de souverei- niteit aangaat. Wij gelooven dat onze koloniën wel aan maar niet tot het rijk behooren en door herkomst en ontwikkeling gescheiden zijn. In werkelijkheid hebben we een konink rijk der Nederlanden, dat, deels door verovering en meer nog door overneming van de Oost-Indische compagnie, in het bezit is gekomen van uitgebreide land streken over zee, waar door geheel andere volkeren, met een geheel anderen volks aard ook een gansch ander leven wordt doorleefd. Uit deze overweging vloeit onmiddellijk voort, dat het bestuur en beheer der koloniën door het rijk zoodanig ingericht worden, dat het op eigen levens wet geregeld zij, en zoo mogelijk op eigen kracht teere, maar dan ook tot zedelijke verantwoordelijkheid gebracht worde. Tegenover het ideaal om gedurig op nieuw een tak van bestuur alweder onder Europeesch personeel te brengen, staat de wensch en het streven der anti-revo- lutionairen tot decentralisitie. in onder die gewenschte decentralisatie neemt het pleiten voor en het behar- igen van de belangen van eigen dessah een belapgnjke plaats in. p 27 Februari 1906. In '/o i v' Melle, hoogleeraar Phll08?Phle. en psychologie aan de gemeente-universiteit te Amsterdam, is hedenmorgen te half 4 in vrede ontslapen. Hij was den 25 Maart 1872 te Wissen- kerke geboren en mocht derhalve nog geen >54 jaren oud worden. Heden voor acht dagen kreeg hij een hevige bloedspuwing, welke zich herhaalde; §n, terwijl eenige beterschap scheen in te treden, kwam er deze week longontsteking bij, die dit jeugdige leven afsneed. Voor de wetenschap,voor kerk en school, ja voor wat niet, is het heengaan van dezen geleerde een groot verlies. Hij was de jongste van 12 kinderen. Zijn vader de heer J. J. van Melle te Bergen-op-Zoom en zijn elf broeders en zusters, en zijn echtgenoote met twee jeugdige kinderen beschreien in de eerste plaats dat groote verlies, waarin ook wij hen den steun van Boven toebidden. Marinus Anthony van Melle genoot zijn academische opleiding aan de Groningsche hoogeschool, waar hij promoveerde onder leiding van professor Hijmans als medic, doctormet een proefschrift „Over Aphasie". Doch behalve in de geneeskunde, trokken hem ook de wijsgeerige vakken aan. Als student reeds beantwoordde hij een dooi de phiiosophische faculteit van genoemde hoogeschool uitgeschreven prijsvraag,welke met goud werd bekroond. Na zijn promotie was hij nog eenigen tijd werkzaam als 2e geneesheer aan hel Krankzinnigengesticht te Utrecht; doch genoot al spoedig de eer eèner benoeming aan de Amsterdamsche Universiteit, waar hij zijn taak aanvaardde in Mei 1900 met een inaugureele rede over „David Hume". Ook op deze hooge plaats heeft prof. v. Melle zich het Evangelie niet geschaamd, wat bij zijn heengaan zeker wel de hoogste lof is die hem kan worden nagegeven. De Heere trooste ook hiermede zijne treurende betrekkingen. Doel en middelen. De sociaal-democraat dr. A. Pannekoek schrijft in Het, Volk over „sociaal-demo cratie en geweld". Wij lichten daaruit deze opmerkelijke woorden Elk middel dat dienstig is voor ons groote doel, de bevrijding van het proletariaat, wordt door dit doel geheiligd, en er zou voor ons geen enkele reden zijn, van geweld ot onwettige middelen afkeerig te zijn, als dit voor het bereiken van ons doel doelmatig was. De schrijver zegt dan verder, dat geweld en onwettige middelen doorgaans voor de sociaal-democratie zijn af te keuren, omdat de burgerlijke maatschappij sterke machts middelen bezit", die haar in den regel „on overwinlijk sterk" doen staan. Dit neemt echter niet weg, dat, waar en voorzoover dit niet het geval is, het doel elk middel heiligt. De door ons gespatieerde woorden spreken dit met groote beslistheid uit. De vaak aan de Jezuïeten toegeschreven moraal wordt in het soc.-dem. orgaan, nog wel in een als hoofdartikel geplaatst stuk, vojmondig onderschreven. (Nederl.) In betrekking tot den arbeidskring en de invloedssfeer der vrouw kan men onze nationale begrippen, met die van andere landen ditmaal zeer goed vergelijken met die in Engeland bij de laalste, zooeven ge- eindigde verkiezingen openbaar geworden. Voor een belangrijk deel wordt de po litieke verkiezing in het eilanden-rijk ge leid en beheerscht door de vrouw. In alle verkiezingslokalen zag men vrouwelijke helpsters verkiezings-cireu- laires vouwen, adressen schrijven, kansen berekenen, organisaties ontwerpen, daar mee belasten zich in Engeland de vrouwen. Maar dat is het eenige niet. Verschil lende gevallen ziju voorgekomen dat een candidaat door het vele spreken in rumoe rige vergaderingen zijn stem verloor en in deze meetings door zijn vrouw ver vangen werd. Lady Burton, de vrouw van een con servatief candidaat die haar man kwam aanprijzen werd, ondanks de pogingen der politie tot hare bescherming, uit de zaal waar zij sprak, gedrongen. Engelsche illustraties gaven ons het op treden van Gravin Warwick, een sociaal democratische redenaarster, op straat in een van de Londensche voorsteden, voor de kiezers te zien. Maar ook ginds blijkt ondank 's werelds loon. De voorzitter van de Vereeniging voor vrouwen-kiesrecht beklaagt zich althans bitter. Alle partijen zegt ze, roepen de hulp der vrouwen bij verkiezingen in. In alle districten van het land zijn wellicht vrouwen aan het werk geweest. Iedere partij tracht van de rouwen-politiek werk gedaan te krijgen. Maar om het kiesrecht ook tot de vrouwen uit te breiden, wordt als een stoornis beschouwd en begroet met de kreten Zet ze buiten of Werp ze er uit. De vrouw en het kiesrecht, de vrouw, ook de gehuwde vrouw in openbare betrekkingen. Ook dat schijnt meer en meer een partij kwestie. In openbare vergaderingen, zooals Vrij dag te Middelburg, in de Tweede Kamer zooals de vorige week bij de behandeling- der postbelangen en in menigen gemeente raad bij het behandelen van de belangen der onderwijzeressen komen deze dingen ter sprake. En altijd komen vrijzinnigen met vuur voor de belangen der vrouw op, en altijd toonen de christelijke partijen zich op dit stuk koel of werken tegen. Hoe dat komt? Wel eenvoudig omdat men onder alle christenen van meening is dat de vrouw niet in het buitengewone, maar in 't gewone leven hare roeping van Godswege heeft. En ml is 't volkomen waar dat vele vrouwen niet aan 't hoofd van een gezin kunnen komen, dat ziekenverpleging zon der vrouwelijke hulp en zorg bijna on uitvoerbaar is, dat ook onze scholen pro- fitejren van uitnemende krachten bij het onderwijs door de vrouw ontwikkeld, dat alles erkennen we gaarne, evenzeer als dat er geen scheiding van sekse door geloof of belijdenis aangewezen wordt, maar toch blijft voor iederen christen 't huisgezin voor het leven op aarde het huisgezin het hoogste en als middenpunt van het gezin de vrouw. Menig vrijzinnig ©rgaan is eerlijk genoeg om de zwakheid van dit vrijzinnige kabinet te erkennen, en de reis van minister Kraus af te keuren. Onder hen is Het Handelsblad. Zie eens hier, hoe dit vrijzinnige orgaan aan minister Kraus de les leest Hoor eens Excellentie, het gaat zoo niet. Laat ons u eens mogen vertellen hoe het wèl gaat. Want, al gaat gij nu naar Chili en al laat gij toch maar niet af van het weven van spinnewebben over het Binnenhof, wfj meenen het goed met u. Laat u door ons raden. Excellentie, als gij zoo doorgaat, dan sneeft gij nog eens aan overmaat van eerlijkheid, van naïve oprechtheid, aan het eenvoudig uitademen van een eenvoudige eigen meening. Gij waant dat het genoeg is wanneer gij toont, een eerlijk en kundig man te zijn die naar zijn eigen overtuiging doet en spreekt en die ijverig studeert in voor hem nieuwe zaken zonder veel ophef te maken. Laat het resultaat van heden u een waarschuwing zijn. Gij hebt daar een vooraf met zorg opgesteld antwoord, dat keurig op de rechterhelften van folio-pagina's neergeschreven was (met een type writer nog wel, niet waar?) met aangename voor dracht, duidelijk en met onpartijdig wenden rechts en links, aan de Kamer voorgelezen. Er stond veel in. Er stond in waarom gij geen heil ziet in een enquête naar den toestand van het tramwegpersoneel maar daardoor hebt gij den heer Van der Zwaag zoozeer mis haagd, dat hij verklaarde, nog nooit doorjeen Minister zóó te zijn teleurgesteld en dat hij u een indrukwekkend citaat toevoegde dat hij onlangs op de planken had hooren zeggen »Uwe woor den waren cynisch, ik hoop dat uwe daden beter zullen zijn". Cynisch, gij, ExcellentieJa maar, dat komt er van, als men zoo maar eerlijk weg zijn meening zegt. Er stond in uw antwoord ook, waarom gij de siakingswetten niet wilt intrekken. Om de continuïteit in regeeringsbeleid, zeidet gij. Hebt gij gemerkt, o naïve Minister, hoe men toen links en rechts glimlachte en grinnikte hoewel men in andere quaesties, bijvoorbeeld op onderwijsgebied, links en rechts altijd den mond vol heeft van die continuïteit Waarom van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. hebt gij u de socialisten in die quaestie niet van 'tlijf gebeten door hun er op te wijzen dat zij zeiven bij de stembus hebben verklaard dat het aandringen op intrekken van de stakings- wetten niet van de candidaten kon worden ge vergd? Dat was politiek geweest, Excellentie. Als Minister, als politicus, moet gij óók en vooral een overtuiging van atideren hebben. Gij moet u de eene of andere politieke groep uitkiezen (liefst uit de linkerzijde, want gij zit in een liberaal kabinet), waarmee gij u „homogeen" kunt verklaren onthoud dien term wèl Excellentie: ho-mo-geen, er zijn glossen op gemaakt onder het ministerie-Kuyper, maar hei woord is toch zeer nuttig en waarmee gij uw politiek maakt zooals iemand in een liefhebberij. Want politiek, o Excellentie, die er tusschen uit trekt, dit zij u op de valreep nog toege roepen, is de kunst om veel grienden te maken die u door dik en dun volgen omdat gij hen door dik en dun volgt. Het is de kunst om uw eigen meening zoozeer te assimileeren met de meening van uw vrienden, dat gij ten slotte meent, uzelf te hooren als gij de meening van uw vrienden vertolkt. Het is de opperste zelfverheerlijking door de diepste zelfverloo chening. Ga in 's hemelsnaam naar Chili, Excellentie, als 't niet anhers kan, maar leer onderweg politiek Welk een toon tegen een minister Welk een loopje Welk een stilzwijgende aanklacht en en afkeuring Zoo solt een hoofdorgaan der eigen partij' met een ministerie uit de actie dezer partij voortgekomen. Men werpt 't elkaar toe, en die 't ten slotte in de armen houdt, doet 't half onwillig, is er verlegen mee, en slaat grapjes om de aandacht daarvan af te leiden Venezuela. De president van dit land heeft quaestie gezocht met de Fransche regeering dooi den Franschen gezant op Venezolaanschen bodem te weigeren, en last te geven op het eerste het beste Fransche schip dat zich binnen zijn grondgebied vertoonen zou, te schieten. Frankrijk zal er wel op uit zijn om deze zaak in der minne te schikken. Eerstens omdat een dergelijk klein conflict allicht grootere rampen tengevolge kan hebben, en door conllicten elders kan gevolgd wordenen tweedens dewijl Venezuela toch eigenlijk zijn partuur niet is. Want wel is Venezuela ruim 13U maal zoo groot als Frankrijk, 'doch het telt slechts 2'/a millioen inwoners, welke bestaat behou dens 1 Creolen, uit een gemengd ras, waarin Mulatten en Zambo's de overhand hebben. Het aantal vreemdelingen wordt er op 40000 geschat, onder welke zich ruim 3000 Nederlanders bevinden. Ook treft men er ongeveer 40000 onafhanke lijke Indianen aan, die zich uitsluitend in 't gewest Guayana ophouden. Wij wenschen den lezer eenige bijzon derheden over Venezuela mede te deelen. Wij vonden ze in Het Centrum. In 't Noorden wordt de republiek Vene zuela begrensd door de Antillische zee, in 't Noordoosten door den Atlantischen Oceaan, in 't Oosten door Britseh Guayana en in 't Zuiden door Brazilië. Ze beslaat een oppervlakte van nagenoeg 9423000 K.M2. De warmste maanden zijn April en Mei, waarin de thermometer zelden meer dan 25° C. aanwijst, en de koudste December en Januari, waarin hij 's ochtens en 's avonds tot 15° C. kan dalen. Over het algemeen is 't klimaat in Venezuela niet ongezond. Zelfs in 't heete kustge- west vertoont zich de in Z.A. zoo ge vreesde gele koorts maar zelden. Het plantenrijk bezit er een groote verscheidenheid. Het gelijkt op dat der oorspronkelijke wouden van Centraal-Ame rika en levert voortreffelijke houtsoorten. In 't gematigde gewest groeien bijna alle nuttige kweekplanten en de grond is er ongemeen geschikt voor de koffiecultuur. De landbouw is er een belangrijke tak van bestaan. Men teelt er voornamelijk tarwe, cacao, koffie, katoen, indigo, suiker en tabak. Ook de veeteelt is er in bloei- enden toestand. In de provincie Guayana heeft men de goudmijnen van Ufrata en de kopermijnen van Aroa, welke voor een 20-tal jaren ontgonnen zijn door een Engelsche Maatschappij, die van daar een spoorweg naar Tucacas heeft aangelegd. Zelfs steenkolenmijnen heeft men er aan getroffen. De fabrieksnijverheid bevindt er zich op een lage trap van ontwikkelingniet temin heeft men in de hoofdstad Caracas en in elke provinciale standplaats groote boekdrukkerij en Van 't meeste belang is er evenwel de handel, wiens bloei in 't nauwste verband staat met den landbouwhij is in de laatste halve eeuw althans verzevenvou- digd en wordt voornamelijk gedreven op de V. S. van Noord-Amerika, Spanje en Nederland. De voornaamste havens zijn er die van La Guayra, Puërto-Cabello, Coro en Carupano, alwaar maandelijks ge regeld stoombooten van uit Hamburg ver schijnen. De eerste spoorweg (boven reeds gemeld en 113 Ned. Mijl lang) werd er den 7en Febr. 1877 geopend, terwijl er een tweede loopt van La Guayara naar Caracas, 't Post wezen is er uitstekend, terwijl de Repu bliek bovendien door een onderzeesche kabel met 't eiland Trinidad verbonden is. Wat verlichting en beschaving aangaat heeft Venezuela zich in den laatsten tijd Hink en voorspoedig ontwikkeld. Er be staan onderscheidene universiteiten, waar van de voornaamste in de hoofdstad ge vestigd is. Ze is prachtig gebouwd, heeft een boekerij, met meer dan 25000 deelen, een schei- en natuurkundig laboratorium en een museum voor natuurlijke historie. Ook heeft men er eene academie voor beel dende kunsten. Door een besluit van 1870 is er het onder wijs op nieuw georganiseerd en aanmer kelijk verbeterd. In de hoofdstad bestaan verschillende wetenschappelijke vereeni- gingen en onderscheidene werken op 't ge bied van kunsten en wetenschap, hetgeen ten zeerste pleit voor den gunstigen aan leg der Venezolanen. De bewoners behooren er voornamelijk tot het Roomsch-Katholiek kerkgenoot schap. Caracas is de zetel van een aarts bisschop, aan wien alle andere bisschoppen onderworpen zijn. De regeering heeft er het patronaat en benoemt deze geeste lijken, waarna de benoeming door den Paus bevestigd wordt. Er bestaat een volkomene vrijheid van Godsdienst, terwijl er godsdiensthaat jegens vreemdelingen een onbekende zaak is. De kust van Venezuela werd in 1498 door Columbus ontdekt, In 1528 werd dit gewest door Karei V aan het bankiers huis Welser te Augsburg in pand gegeven als een Spaansch leen voorgemaakte schulden, maar vanwege die firma door ruwe soldaten geweldig geteisterd en uit gezogen, zoodat de Keizer het in 1545 inloste en in 1550 het Spaanseh kapitein- generaalschap Caracas vormde. Reeds in 1810 rukte zich Venezuela van het moederland los en proclameerde den 5en Juli 1811 zijne onafhankelijkheid. Tot tweemaal toe, in 1811 en in 1814, werd het door de Spanjaarden tot onder werping gebracht, maar ook tweemaal door Bolivar bevrijd en door de Grondwet van 17 Dec. 1819 met Nieuw-Granada en Quito tot den bondstaat Columbia vereenigd In 1830 evenwel maakte Venezuela zich daarvan los om vervolgens een zelfstan dige staat in de gedaante van eene in onderscheidene provinciën verdeelde repu bliek te vormen. Onder Carlos Soublette werd in 1843 de grondwet herzien en in 1845, bij het Verdrag van Madrid, de onafhankelijkheid der republiek door Spanje erkend. In 1879 werd eene nieuwe grondwet afgekondigd, waarop de president met kracht regeerde. Kon hij het financieele juk, dat toen ter tijd op het land drukte, 'niet in ééns uit den weg ruimen, toel)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1