Uit de Tweede Kamer.
daukte voor zijne aangename en boeiende
rede, waarna hij ook nog den wenseh
uitsprak, dat de oogen van ons volk inogten
geopend worden voor hun waarachtig
geluk. Intusschen was nog gezongen Ps.
147 7 en tot slot het 5e vers van het
Gebed des Heeren, waarna ds. Staal de
vergaedring eindigde met dankzegging.
Zierikzee. Door de Centrale Tentoon-
stellingsvereeniging Landbouwbelang''
zijn gisteren bekroond voor
Kortloof-Erwlen. Ie prijs J. W. Romeijn,
Ouwerkerk, 2e Van den Bosch Co., Goes.
Kroon-Erwten. Ie prijs Bosman <fc Van
Goozen, Middelburg, 2e Van den Bosch
Co., 3e W. F. K. Lenshoek, Kloetinge.
Schokkers. Ie prijs Van den Bosch Co.,
2e Bosman AVan Goozen, 3e J.W. Romeijn.
Cheoaliergerst. Ie en 2e prijs Van den
Bosch Co., 8e J. W. Romeijn.
Zomergerst. Ie prijs Van den Bosch Co.,
2e J. W. Romeijn.
Probstei-Ifaver. Ie en 2e prijs Van den
Bosch Co.
Diverse JJaver. Ie en 2e prijs Van den
Bosch Co., voor Jubilee-Haver, 3e J. W.
Romeijn, voor Ligowo-Haver.
Bruine Boonen. Ie en 2e prijs Van den
Bosch Co., 3e J. Beije, Oosterland.
Witte Boonen. Ie prijs J. W. Romeijn,
2e Van den Bosch Co.
Diverse Boonen. Ie prijs J. W. Romeijn,
voor Walcherse Paardeboonen, 2e Van den
Bosch Co., voor Walchersche Paarde
boonen.
Poot-Aardappelen. Ie en 2e prijs S. J.
de Rijke, Sirjansland.
Prijs voor de beste inzending. Van den
Bosch Co.
Oud Vossemeer. In de Woensdag
gehouden raadsvergadering is besloten de
jaarwedde van den onderwijzer met ver
plichte hoofdakte, die tot heden was ge
regeld volgens het minimum der wet, met
f 50 boven dat bedrag te verhoogen in
tusschen is vrijstelling verkregen van de
volgens de wet verplichte benoeming tot
1 April a.s. In deze zitting werd tevens
de verordening, regelende de jaarwedden
van de onderwijzers, gewijzigd, in ver
band met het besluit in de vergadering
van 19 Dec. 1.1. genomen, om aan de ge
huwde onderwijzers, die deelnemen in het
Weduwenfonds, 3 ten 100 toe te staan
voor betaling van de bijdragen in dat
fonds. Het technisch bureau „Zeeland"
te Zierikzee werd tevens voor den tijd
van 3 jaren opgedragen het toezicht op
de uitvoering der woningverordeningen
in deze gemeente. (M. C.)
Middelburg. Gedeputeerde Staten be
noemde L. J. van der Weel tot bode bij
de prov. griffie met 1 Maart a.s.
Middelburg. De sergeant J. Verhage
van de 3e comp. 2e bat. 3e reg. inf. al
hier. wordt op 1 Maart a. s. aangesteld
als sergeant-onderwijzer bij den staf van
dat bataljon.
Heinkenszand. Bij de wed. Knuit
zijn vier koeien, die lijdende zijn aan
tuberculose, tegen vergoeding onteigend,
en naar Rotterdam ter onderzoek opge
zonden,
Nieuwdorp. Donderdagavond verga
derde de Chr. Ger. Vrouwenvereeniging
„Dorcas". Uit het verslag bleek dat 166
kleedingstukken waren vervaardigd, die
uitgedeeld werden onder 36 huisgezinnen.
Deze kleedingstukken zijn gemaakt door
18 leden, geldelijk gesteund door veel
begunstigers. Op de feestvergaderiug
waren ook tegenwoordig de begunstigers
en de kerkeraad. De avond werd verder
gezellig door gebracht met gezang en
orgelspel.
lerseke. Donderdagavond overkwam
de jongeheer Klenke een ernstig onge
luk. Met zijn fiets reed hij te Kapellein
volle vaart tegen een met boomen geladen
wagen, waardoor een stuk hout hem in
de lies drong en daardoor een zeer leelijke
wond maakte. Direct na zijne thuiskomst
werd geneeskunkige hulp ingeroepen, die
de wond dichtnaaide.
Wolfaartsdijk. Donderdagavond hield
de meisjesvereeniging Jisca" alhier hare
gewone jaarvergadering in de Geref. Kerk.
Ds. H. Elfers sprak een inleidend woord
naar aanleiding van psalm 111. Uit het
verslag van den secr. en penningm. bleek
dat de vereen, sloot met een batig saldo
van f 54,49. In het verslag d. v. penningm.
werd o. in. medegedeeld, dat aan de com
missie, voor de op te richten chr. school,
overgedragen was een som van f 100. De
feestavond werd verder genoeglijk door
gebracht met het zingen van psalmen en
het houden van voordrachten en samen
spraken door de verschillende afgev. der
Zustervereen. en leden der vereen. „Jisca"
zelve. Even na middernacht werd de ver
gadering op gebruikelijke wijze gesloten.
's Heerenhoek. Gisteren had alhier
een droevig ongeval plaats, dat wonder
boven wonder nog goed afgeloopen is.
Toen de kleine Joh. Nagelkerke, alleen
naar zijn hoepel ging visschen in de
groote put op de weide van B. Werri,
is hij daarbij in 't water gevallen. Wie
beschrijft de ontsteltenis der moeder, toen
zij, door het lang uitblijven argwaan
kreeg, ging zoeken en aan voornoemden
put het kind met het hoofd in het water
zag staan. Onmiddellijk werden alle
pogingen in het werk gesteld om de
levensgeesten op te wekken, wat na ver
loop van een paar uren mocht gelukken.
Dr. Van Iwaarden van 's-Heer Arends-
kerke verleende de eerste geneeskundige
hulp en constateerde dat de geweken
kennis den volgenden morgen wel zou
terugkeeren. Heden morgen om drie uur
is het kind begonnen te spreken.
Rilland. De Engelsche gezonken stoom
boot is gebroken en daardoor totaal ver
loren. Verschillende voorwerpen drijven,
her- en derwaarts. Aan een der ingedijkte
polders in het Kreekrak zijn reeds luiken
opgevischt.
Men schrijft ons uit Rilland-Bath
De verkoopingen van kapitale boeren-
inspannen komen in onze gemeente zelden
voor vandaar, dat zoo iets dan ook vele
toeschouwers lokt. Voeg daar bij ook
nog de belangstelling uit de omliggende
gemeenten, per spoor, doch tengevolge
van het mooie weder vooral per fiets, dan
volgt daaruit dat er gisteren op de koop
dag bij J. Blok alhier een massa volks was.
De verschillende te koop gepresen
teerde landbouwgereedschappen werden
tot matigen prijs verkocht, terwijl van
het hoornvee en ook de paarden, varkens
en kippen zeer goede prijs werd gemaakt.
Behalve vijf ververschingskramen waren
er tal van marskramers waarvan „Jaapie"
zeer zeker de beste zaken heeft gemaakt,
terwijl natuurlijk ook „het hoofd van Jut"
niet ontbrak.
Des avonds werd er in de herbergen
gelegenheid gegeven voor muziek voor
den dans, hoogstwaarschijnlijk omdat dit
hier een oude gewoonte is.
Vlissingen. Naar men verneemt zal de
stoointramlijn Vlissingen-Domburg-Mid-
delburg nog niet kunnen geopend worden
niet 1 Maart a. s. er wordt nog steeds
druk aan gewerkt, telkens komen hier
nog groote schepen met grint aan om de
lijn hier en daar nog te versterken.
Vlissingen. Alhier is per spoor aan
gekomen de eerste personen- of passagiers
wagen voor de stoomtram „Walcheren".
Het is een eerste en tweede klas wagon,
het rijtuig is lichtbruin van kleur en he^jjt
plaats voor 60 personen. Het gedeelte
lijn Koudekerke-Domburg is geheel klaar
inen is nu bezig met het gedeelte Koude-
kerke-Middelburg. Men vermoedt dat met
1 April de lijn in exploitatie zal komen
dan zal ook de Post tusschen Middelburg
en Domburg 3 maal per dag met genoemde
tram worden vervoerd v. v.
O. en W. Souburg. Heden, Donder
dagavond, hield de antir. kiesvereeniging
hare gewone jaarvergadering die door den
Voorzitter den heer A. van Veen op ge
bruikelijke wijze werd geopend. Dhr. de
Nood hield een referaat over de 10 op
centen. Spreker toonde aan waarvan de
10 opct. worden geheven n. m. van de
bedrijfs- en vermogensbelasting, en ten
2e waarom ze worden geheven u. m. om
het tekort in de schatkist zooveel mogelijk
te dekken, terwijl hij ten slotte de oor
zaak aantoonde waardoor het steeds toe
nemend tekort door ontstaat. Een en an
der werd met veel aandacht aangehoord
en gevolgd door eene geanimeerde wisse
ling van gedachten.
Aan de beurt van aftreding waren de
heeren J. C. de Hamer en F. Huson, die
beiden met algemeene stemmen werden
herkozen en die benoeming bij vernieu
wing weder aannamen. - Een voorstel van
de heeren de Hamer en M. Dorleijn om
dit jaar een spreker te laten optreden
werd met het oog op de verkiezingen in
't volgende jaar verworpen.
Door het bestuurslid M. Dorleijn werd
t nog een hoofdstuk gelezen uit „antir. ook
in uw huisgezin'' ook dit werd met veel
aandacht aangehoord doch om het ver
gevorderd uur moest besprekingachterwege
blijven.
Uit het verslag van den Penningm.
bleek dat ontv. was f 153,25, uitg. f 168,U95,
nadeelig saldo f 14,843.
Niete meer aan de orde werd de verg.
met dankgebed gesloten.
- Onderkruiper.
Uit Amsterdam meldt men aan de
N. 11. O. Het geschil Hugenholtz-Wijn-
koop heeft bewezen, dat men het er zelfs
in den boezem der S. D. A. P. niet over
eens is, hoe wijd de strekking van het
scheldwoord „onderkruiper' genomen
moet worden. Taalkundig is het begrip
beperkt en vast omlijnd, maar de pracktijk
der vakbeweging heeft het ge Wied, waarop
zekere handelingen als „onderkruiperij"
worden gebrandmerkt, zéér vergroot, zoo
dat de grenzen voor de S. D. A. P.ers
verloren zijn gegaan. In dezen stand van
zaken is het interessant de meening te
vernemen van een bekend sociaal-demo
cratisch vakvereenigingsbestuurder als de
heer Henri Polak, de voorzitter van den
Alg. Ned. Diamantbewerkersbond. Zijne
definitie is, kort saamgevat, als volgt
„Een onderkruiper is iemand, die wil
lens en wetens gaat werken daar waar
op last der vakvereeniging niet gewerkt
mag worden, of die willens en wetens
werkt onder de door de vakvereeniging
doorgevoerde of op andere dan door de
vakvereeniging voorgeschreven arbeids
voorwaarden, of die opzettelijk tijdèns een
industrieel conflict handelingen pleegt, die
de strategische positie der betrokken vak
vereeniging in gevaar kunnen brengen."
In eene plattelandsche gemeente in
den omtrek van Den Bosch vervoegde
zich dezer dagen ter secretarie een lid
van den raad, die er over inzat dat de
lichtingen zouden worden opgeroepen en
op de vraag van den burgemeester„Wel,
Tienuske, hoe kom de daaraan", antwoord
de de vroede vader„Bè uindèt de Ja-
panters al op de grenzen liggen(Nbr.J
Een knaapje van zeven jaar te
Swichem van de school komende, ge
raakte onderweg te water en verdronk.
Alle pogingen tot levensbehoud waren
vruchteloos. Op de Noordzee bij Nieuwe-
diep is een Urker botter, terwijl deze kor
rende was, aangevaren door een Duitsch
stoomschip. Met zulk een kracht werd de
botter van voren ingeloopen, dat deze bijna
omiddellijk zonk. De knecht Jelle Hak-
voort, een 34-jarige man, gehuwd en vader
van 5 kinderen kwam hierbij om het leven.
De twee overige opvarenden werden gered.
De echtelieden v. d. B., te Dreumel
moesten gistermorgen van huis, om den
treurigen plicht te volbreugeu, aan de
mteder der vrouw de laatste eer te be
wijzen. Daarom hadden zij hunne kinderen
bij v. d. B.'s moeder gebracht, die zoo
lang op de kleinen zou passen. Het vier
jarig kleindochtertje wist aan de waak
zaamheid van grootmoeder te ontsnappen,
met 't treurig gevolg, dat het na eenig
zoeken gevonden werdver
dronken in de breede, diepe treksloot
achter het huis. Eeu leerlooier te Til
burg voor een paar weken bezig zijnde
met de behandeling van natte huiden, had
daarbij geen acht geslagen op een wondje
aan de hand. Er ontstond hloed vergifti
ging waaraan de man Woensdag overleed.
Emigratie naar Canada.
In aansluiting aan de mededeeling, voor
komende in de Staatscourant van 8 Febr.
j.l,, brengt de min. van buitenl. zaken ter
kennis, dat de consul-generaal te Toronto
als volgt bericht omtrent de vooruitzich
ten van emigranten naar Canada
„Hoewel men natuurlijk rekening moet
houden met de individueele geschiktheid
van hen die in Canada nieuwe vooruit
zichten trachten te zoeken, zoo zou ik
toch in het algemeen gesproken aarzelen
om iemand zonder bijzondere capaciteiteu
aan te raden hier te komen. De alge
meene arbeidsmarkt is op dit oogenblik
goed voorzien, zelfs in vele gevallen over
voerd dit geldt zoowel voor hoofd- als
voor handenarbeid. Er is geen vraag naar
klerken of naai- personen die dergelijk
werk verrichten. Iets anders is het echter,
wanneer de immigrant zich met landbouw
zou willen bezighouden. Er wordt van
Staatswege grond in overvloed afgestaan,
maar gewoonlijk ver van een spoorweg
gelegen. Zij die zich in het noordelijk
deel van de provincie Ontario vestigen,
verkrijgen kosteloos boschland, dat zij zelf
moeten kappen en ontginnen. Als de
immigrant geen kapitaal bezit, zal hij
's winters in de houtkampen moeten wer
ken en des zomers zijn land ontginnen,
zoedat het eenige jaren hard werken zal
kosten, vóór dat hij genoeg kan verdienen,
om zich zelf en zijn familie te onder
houden, zonder daarbij in de noodzake
lijkheid te zijn '8 winters naar de kampen
te gaan. In de meer welvarende gedeel
ten van de provincie kan hij zich als
boerenarbeider verhuren, voor een loon
van 10 k 20 dollar per maand, benevens
de kost, naar gelang van zijn geschikt
heid voor den arbeid.
Er is gewoonlijk veel vraag naar boe
renarbeiders. In de prairieën in het N. W.
behoeft niet gekapt te worden, maar ook
hier zal gebrek aan kapitaal dengene, die
er zich vestigt, eenige jaren ophouden.
Er is waarschijnlijk thans geen land
van Staatswege meer te verkrijgen, dat
minder dan 50 mijl van een spoorweg is
gelegen, maar de aanleg van spoorwegen
maakt zeer snelle vorderingen.
Het is mogelijk om land bij een spoor
weg te koopen van 5 a 10 dollar per acre,
de laatstgenoemde som word meestal
gevraagd.
Wanneer de immigrant zich verhuurt
aan een boer, die eenige jaren in die
streken gewoond heeft, kan hij een flink
loon verdienen, van Staatswege een stuk
land van 160 acres verkrijgen en nog tijd
over hebben om den noodzakelijken huise-
lijkeu arbeid te verrichten en binnen
weinige jaren zal het land zijn eigendom
zijn. Een groot aantal personen, dat nu
goede boerderijen bezit, heeft deze methode
toegepast". (SI. Crt.J
Frans Rosier.
Een onderzoek naar de wijze waarop Frans
Rosier uit het krankzinnigengesticht te Medem-
blik ontvlucht is, geeft een interessant kijkje
op de verbazende handigheid, het sluwe overleg
en de ongehoorde brutaliteit, waarmede deze
beruchte „Haarlemsche Frans" is te werk gegaan.
Reeds geruimen tijd men spreekt zells van
twee jaar simuleerde Rosier in de gevangenis
te Leeuwarden krankzinnigheid. Het voedsel
dat men hem bracht, weigerde hij hardnekkig
onder het uitroepen van: „Vergift! Vergift"!
In October 1.1. is hij toen via Stavoren—Enk
huizen naar het gesticht te Medemblik overge
bracht. Sedert is hij ook hier, evenals te
Leeuwarden, op kunstmatige wijze gevoed ge
worden. Men diende hem, door inspuitingen
in den mond bouillon en geklutste eieren toe.
Ondanks deze voeding ging de verpleegde
physiek achteruit, waardoor men genoodzaakt
was hem naar de ziekenzaal over te brengen.
Hiermede had, Rosier zijn doel bereikt, dat
hij met voorbedachten rade zoo gehandeld heeft,
schijnt vrij zeker te zijn en hier heeft hij
de gunstige gelegenheid afgewacht, om te
ontsnappen. Die gelegenheid werd hem in den
nacht van Maandag op Dinsdag geboden. Hoe
dit in zijn werk ging, wetd reeds gedeeltelijk
meegedeeld. Dat Rosier zoo gemakkelijk uit
het bovenraam op den beganen grond kon
komen, wordt door de feiten verklaard. Aan
het raam een tuimelraam was n.l. aan
de binnenzijde een touw om het open en dicht
te trekken, dit touw heeft de vluchteling naar
buiten geworpen, waarna hij zich er langs naar
beneden heeft gelaten, zoodat hij ongedeerd
op den grond kwam. Hierop heeft hij de
grenzenlooze brutaliteit gehad weer in het ge
sticht dat hij zooeven ontvlucht was in te breken.
Het gestolen pak, benevens het scheermes
en het geld, waarvan we reeds gewag maakten,
heelt hij nl. niet uit de badkamer ontvreemd.
Toen hij eenmaal buiten was, heeft hij een ruit
uit een der vensters losgemaakt. Dit kostte hem
weiaig moeite, want de ruit was er pas ingezet.
De nog versclie stopverf heeft Rosier met zijn
nagels weggekrabd, waarna hij de ruit kon
wegnemen. Door de aldus ontstane opening
is hij daarop het gesticht weer binnengekomen,
heeft de aan den bewaker toebeboorende klee-
ren, het geld en het scheermes meegenomen
en is er toen van doorgegaan Dat hij door
de vier a vijf meter breede gracht is gezwom
men, is niet zoo licht aan te nemen. Niet
moeilijk zal het hem gevallen zijn over het eenige
meiers liooge ijzeren hek te klimmen, dat daartoe
steuusels genoeg aanbiedt
Aan het politiepersoneel is bekend gemaakt,
dat f 100 belooning zal worden toegekend voor
de aanhouding van den ontvluchten Frans
Rosier.
Frans Rosier legde eens in de gevangenis
een proeve van dichterlijk talent af. Hij schreef
namelijk op den muur
Hier temt men allerhande snaken,
Maar Frans Rosier zal men niet tam kunnen
[maken.
De koe zotuier staart. Men meldt
uit Ospel
Bertus, een dikke veertiger, en sinds
eenige jaren weduwnaar, was weder tot
over de ooren verliefd geraakt. Een dezer
morgens schoot Bertus zijn mooien blauwen
kiel over zijn breede schouders nam den
mooien mispelen stok in de hand en trok
er op uit. Het jawoord zijner tweede
vrouw en een nieuwe vaars waren hel
doel van zijn uitstapje. Bertus had namelijk
voor eenige dagen zijne vaars goed en
wel verkocht en nu zou hij een andere
koopen. Toevallig had de boer, bij wien
het meisje woonde, eene vaars van zijn
gading. De vaars werd door Bertus aan
staande, naar hij hoopte althans van stal
gebracht. Bertus geheel van streek, keek
en luisterde alleen naar „Grietje". De
koop was dan ook spoedig gesloten,
's Anderen daags ontving Bertus de vaars-
en bemerkte nu, dat ze een zeer zichtbaar
gebrek had ze had nl. bij ongeluk den
staart verloren. Bertus stribbelde tegen,
toen het op betalen aankwam. De ver-
kooper meende evenwel, dat het gemis
van een staart, geen koopvernietigend ge
brek was en door Bertus wel zou opge
merkt zijn, als de liefde hem niet zooveel
parten had gespeeld. Bertus heeft ten
slotte moeten betalen en het jawoord nog
niet gekregen. „Dat zal me niet meer
overkomen" zei Bertus, „nooit meer om
twee dingen tegelijk".
kerknieuws.
Zestal te 's-Gravenhage dr. J. R. Cal-
lenbaoh te Rotterdam, A. de Haan te
Zwolle, C. J. v. Paassen te Haarlem, A.
J. Rooseboom te Delft, A. J. Roosemeijer
te Sluis en dr. A. J. de Sopper te Velzen.
's Heer Arendskerke. Benoemd tot
ouderling in de plaats van dhr. C. Otte.
die als zoodanig heeft bedankt, dhr. K. K.
Geuze.
Chr. Ger. Kerk.
Aangenomen naar Lisse door H. Frugte
te Tenge.
In de zitting van Donderdag nog altijd
was de toestand van het spoorwegpersoneel
aan de orde hebben verschillende leden
elkander onder handen genomen, of meer
parlementair, elkander „beantwoord". Deze
beantwoording maakte dan ook het voor
naamste programartikel uit. Voeg daarbij
de „verdeeling van werkzaamheden" en
niet het minst de behandeling van de Kolk
man interpellatie over Minister Kraus,
en ge hebt zoo goed als alles uit de zitting
van Donderdag.
Om met het eerste te beginnen, de
zoogenaamde „beantwoording" der heeren
onderling.
Vooreerst dhr. Bos. In zijn antwoord aan
de heeren Lohman en Talma verdedigt hij
„vrije organisatie", en keurt hij ten hoogste
af, de door beide heeren bepleite „groeps-
vertegenwoordiging". Juist door die „vrije
organisatie" zegt dhr. Bos, voorkomt men,
wat dhr. Lohman verfoeit, dat het personeel
zelf een macht verovert, die het anders niet
krijgen kan. Of die „vakvereenigingen"
dan zoo volmaakt zijn? Wel neen, maar
„langs wegen van geleidelijkheid" zal men
daardoor tot verbetering geraken. Dhr. Bos
werpt de beschuldiging van zich af, als zou
hij bedoeld hebben, dat het kabinet Kuyper
de Kamer had misleid. Er is geen sprake
van misleiding, wel van verkeerde leiding.
Men heeft eenvoudig een verkeerden weg
ingeslagen. Dat was nu die „booze daad",
waarvan hij heeft gesproken, en waartegen
dhr. Lohman is te velde getrokken. En die
„booze daad" van toen kan nu onmogelijk
meer ongedaan gemaakt worden. Dat is
voorbij. Het is daarenboven genoeg bekend,
hoe tijdens de beslissing over de stakings-
wetten het land in rep en roer was gebracht,
wat invloed uitoefende en uitoefenen moest
op de beslissing, welke spreker niet in
bescherming wil nemen.
Nadat nog dhr. Bes opgemerkt had,
dat dhr. Lohman in de middelen tot be
strijding van het socialisme niet accoord
gaat met dhr. Talma, daar de eerste alles
daaromtrent verwacht van het „gezond
verstand" en de laatste naar zijn zeggen
alleen alles van het „geloof", verklaart
hij, dat het antwpord van den Minister
ook hem heeft teleurgesteld, daar er niet
genoegzaam uit blijkt, dat Z.Exc. den
toestand van het spoorwegpersoneel kent.
En nu volgde de speech van dhr. Bor-
gesius. De afgevaardigde van Enkhuizen
trachtte zich sehooti te wassclien van een
tweetal beschuldigingen. De eerste was,
dat hij, zooals dhr. Talma had beweerd,
het vorig ministerie iu zijn vroeger ter-
melde speech had „verdacht gemaakt".
En de tweede door dhr. Lohman hem
naar het hoofd geslingerd, dat hij op alles
behalve eerlijke wijze, eigenlijk „unfaire"
wijze streed. Dit is nu wel zoo erg niet,
als de beschuldiging van Talma, maar
toch eerlijk gezegd, had hij van dhr.
Lohman zoo iets niet verwacht. Immers,
vroeger heeft de afgevaardigde van Goes
erkend, hoe spreker steeds „eerlijk en on
bevangen" voor zijn meening uitkwam en
dan nu zoo'n afstraffing, en dat nog wel
zonder hoegenaamd eenige aanleiding. Had
hij nog, al was het maar een enkel woord,
gesproken over de houding vau het mi-
nisterie-Kuyper, ja danMaar nu
't Is dhr. Borgesius onbegrijpelijk, 't Is
hem als een onverwachte koude water
straal over den rug. En wat antwoordde
de beschuldiger, dhr. Lohman, op deze
openhartige verklaring? Wel eenvoudig
dit. Gaarne wilde dhr. Lohman aanne
men de goede trouw van dhr. Borgesius.
Waarom ook niet?
Maar toch wil hij even doen opmerken,
hoe het niet waar is, dat dhr. Borgesius
in 1903 voor de stakingswetten kon stom
men, in de verwachting dat de bestuurs
maatregel in 1905 te nemen een goed wer
kende maatregel zou wezen. Neen, de
voorwaarde was, dat er een maatregel van
bestuur zou komen. En nu gaat het niet
aan, in 1906 te zeggen, dat men vroeger
in 1903 bedrogen is geworden, omdat de
bestuursmaatregel niet goed is uitgevoerd
of niet goed werkt.
Overigens laat hij de beoordeeling van
het geschil tusschen den afgevaardigde
van Enkhuizen en hem over aan het pu
bliek, dat de Handelingen leest. Ook dhr.
v. d. Zwaag wordt nog even door dhr.
Lohman faire genomen en wel over het
hoogere gewicht van het staatsbelang
tegenover het particulier belang. Het
staatsbelang, waartoe ook behoort het be
lang van het vervoer en het verkeer, mag
niet ondergeschikt gemaakt worden aan het
arbeidsbelang. En dit is juist gebleken de
vrucht van de vakvereeniging tijdens de
staking.
Staatsexploitatie zou hier niet baten,
omdat volgens de socialisten ook ambte
naren in dienst van den staat mogen staken.
Evenmin zou baten het redmiddel van
„algemeen kiesrecht", door dhr. Troelstra
aangegeven. Immers in landen, waar alge
meen kiesrecht is, bestaat evenzeer de ver
houding van arbeiders in staatsdienst tot
de regeering. En voorts komt dhr. Lohman
in zijn antwoord aan dhr. Schaper nog
eenmaal terug op de groepsvertegenwoor-
diging, wier werking eerst dient nagegaan
te worden, voor zij afkeuring verdient. Ook
Minister Kraus repliceerde. ZExc. was
geen voorstander naar hij zeide, van veel
beloven en weinig geven, gaf in uitzicht,
zoo noodig, de bepalingen van Zondagsrust
te zullen bevorderen.
Voorts herhaalde hij de bezwaren, vroe
ger reeds aangegeven, van de regeling
van den diensttijd in een regeling van deu
arbeidstijd en zegt, te zullen overwegen
het instellen van een enqfiete naar den
toestand van het trampersoneel. Voor
verbetering van de positie van het per
soneel indirect bij den spoorwegdienst
verbonden, b. v. v. Gend Loos, zijn reeds
maatregelen in overweging genomen. De
beraadslaging wordt hierop gesloten en
daarop wordt het gewijzigd wetsontwerp
inzake de instelling van het negende de
partement, ministerie van LandbouwHan
del en Nijverheid, goedgekeurd.
Ten slotte kwam de interpellatie-Kolk
man inzake het veel besproken verlof aan
Minister Kraus. Veel nieuws kon er na
tuurlijk over de zaak zelve niet worden
gezegd. Dhr. Kolkman voerde alles tegen
het verleend ontslag aan, wat maar aan
te voeren was. Een Minister der Kroon
in vreemden dienst, nog wel loondienst,
de politieke verantwoordelijkheid, en dat
zoo'n lang afwezen, wat kon er niet ge-
beureu, staking, mobilisatie enz. Eén reden
kon er slechts zijn van verontschuldiging,
n.l. dat 's lands belang eischte, dat juist
dhr. Kraus en geen ander, Minister van
Waterstaat moest worden. Doch die reden
was er niet, tenminste niemand die ze
aanvaardde. Zelfs de kabinetsformateur,
dhr. Borgesius zweeg, zweeg altijd door,
hoewel hij in meer dan een kritiek oogen
blik èn door dhr. Kolkman en door dhr.
Lohman tot spreken geprikkeld werd. De
motie zou alzoo doorgaan. De Kamer zou
als haar oordeel dienen uit te spreken, dat
het verlof aan dhr. Kraus door geen enkel
landsbelang was gerechtvaardigd. Nie
mand der Kamerleden, die er blijkbaar
aoders over dacht. Doch daar rezen de
moeilijkheden, politieke moeilijkheden.
Een votum van afkeuring werd er in ge
lezen van de zijde der regeering.
Zelfs werd er eeu kabinetsquaestie van
gemaakt. Wat daarom te doen met de
motie Men kon ze blijkbaar, nu de zaken
zoo stonden, nóch verwerpen, noch aan
nemen. En stemming was overbodig. De
heer Kolkman kon zoo sprak dhr. Lohman
in dezen de reddende engel zijn, door de
motie in te trekken. En hoewel de Minister
van Financien (dhr. De Meester) verklaarde
dat de regeering zoowel verwerping als
intrekking der motie als een votum van
vertrouwen der Kamer beschouwde, en
stemming verlangde, bijaldien de Kamer
deze beschouwing niet deelt, blijft de stem
ming (trouwens onnoodig) uit en neem
dhr. Kolkman zijn motie op aandrang terug-
Mijn doel is bereikt, de regeering is „zede
lijk veroordeeld" zegt hij. Maar dat vag