NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 121. 1906.
Donderdag 22 Februari.
20e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Buitenlandsch Overziebt
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT BE PERS.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De brandkast beschermd door
Mr. Troelstra.
Onder dit opschrift lazen we in De
Rotterdammer het volgende artikel
Toen bij het December-debat van 1901
in de Tweede Kamer was gebleken, dat
het Christelijk ministerie niet bereid was
aan de socialistische begeerten en wen-
schen te voldoen, vond Mr. Troelstra, de
leider der sociaal democraten het noodig,
nuttig en aangenaam het land door te
trekken met zijn bekende redevoering ge
titeld de brandkast beschermd met bijbel
en wierookvat.
Op den tweeden Kerstdag van 1901
sprak hij in Frascati te Amsterdam, naar
wij meenen voor de eerste maal over dit
trekkende onderwerp, en teekende hij den
toestand aldus
Het beeld van den toestand is in het mid
den een brandkast, aan den eenen kant Dr.
Kuyper met den bijbel, aan den anderen kant
Dr. Schaepman met een wierookvataan de
gereformeerde en katholieke arbeiders, die op
de brandkast afkomen, houdt de een den bij
bel, de ander het wierookvat voor, Uit ge
woonte knielen de arbeiders voor die heilige
voorwerpen, maar inderdaad knielen zij voor
de brandkast.
Thans schrijven wij 1906, en eenige
weken geleden brachten ons alle bladen
het bericht, dat mr. Troelstra persoonlijk
op het graf van zijn vader had verklaard
de functie van directeur der Leeuwarder
Brandwaarborg-maatschappij te aanvaar
den.
Nu is er dikwerf in het doen en laten
van vele sociaal-democrateD, inzonderheid
van de voormannen veel raadselachtigs,
doch hier gold het een des te opmerkelijker
feit, naarmate mr. Troelstra sinds 1890
met hartslochtelijken ijver onophoudelijk
den strijd tegen hel kapitaal en alle kapi
talisten heeft gevoerd.
Wij voor ons, houden Mr. Troelstra,
hoe verderfelijk wij zijn politieke richting
achten, voor een eerlijk man. Voorzich-
zelven meende hij, dat zijn politek werke
lijk de groote klove tusschen de rijken
en de armen zou wegnemen, en dat in de
allereerste plaats door de toepassing van
de sociaal-democratische beginselen de
ellendigen in deze wereld zouden worden
gebaat.
Op den 20sten April 1860 te Stiensbij
Leeuwarden geboren, promoveerde hij in
1888 aan de Groninger Universiteit, en
trad hij reeds in 1890 in de socialistische
beweging.
Die stap bracht hem voor zijn levens
positie geen voordeel en evenmin genoegen.
Mr. Troelstra besefte dit wel, maar hij
meende zich daardoor niet te moeten laten
weerhouden.
In Het Volk van 7 Sept. 1903 schreef
de heer Vliegen omtrent Troelstfa deze
juiste beschouwing
Iemand als Troelstra zich zeil' zoekend, had
waarlijk wel den moeilijksten weg gekozen om
een hooge en voordeelige positie te bereiken.
Liberaal gebleven, ware het voor hem geen
moeite geweest om op de gemakkelijkste wijze
een man van aanzien en van rijkdom te worden.
In ruil daarover koos hij de moeilijke, doornige
loopbaan van propagandist voor de sociaal
democratie, een loopbaan, die hem een leven
van onafgebroken strijd, van veel smaad en
verguizing en vaak van armoede en ontbering
bracht.
En later:
Dit optreden in het publiek voor de sociaal
democratie was voor Troelstra moeilijker dan
voor menig ander. Zijn»vader was in Leeuwar
den een politiek figuur, wethouder, bestuurslid
der liberale kiesvereeniging, en redakteur der
liberale Friesche Courant, feitelijk de
leider van het conservatieve liberalisme in
Leeuwarden. Door in het publiek als woord
voerder der sociaal-democratie op te treden,
moest dus Troelstra direct tegenover zijn vader
komen te staan en eenige aarzeling bjj hem in
deze is te natuurlijk, dan dat ze iemand zou
kunnen verwonderen.
Toch heeft hij ten slotte doorgezet en de
breuk met al de onaangenaamheden die zij
pasleepte, is gevolgd.
In deze woorden ligt veel waarheid.
Mr. Troelstra vond, om het zoo eens uit
te drukken, de wereld voor zich open
liggen, maar hij gevoelde zich aangetrok
ken door het lot der lijdenden en ellen
digen, en meende geroepen te zijn als
propagandist der socialistische beginselen
een betere toekomst voor de armen der
tegenwoordige maatschappij in uitzicht te
stellen.
Hartstochtelijk ging hij daarbij te werk,
zóó zelfs dat eenige maanden gevangenis
straf hem in verband met zijn optreden in
de Hoogerhuis-zaak ten deel vielen.
Maar het is Mr. Troelstra vergaan, gelijk
aan zeer vele andere woordvoerders der
democratie.
Eerst wiimen zij grooten aanhang door
hun schelden op het kapitaal, hun striemen
van alle rijken en bezitters, hun ruimelijk
uitstrooien van verdachtmaking, en hun
wantrouwen in de goede bedoelingen van al
diegenen, die door God hooger dan anderen
geplaatst zijn, maar straks keert dezelfde
verdachtmaking en datzelfde wantrouwen
zieh uit den kring der proletariërs tot hen.
Vooral toen Mr. Troelstra niet alleen
Kamerlid was, maar tevens de redactie
van Het Volk waarnam, was hij het mik
punt van allerlei hatelijke verwijten, die
hem door zijn eigen volgelingen voor de
voeten werden geworpen.
Zonder eenig besef van het feit, dat een
Kamerlid dat werkt, van zijn 2000 gulden
tegemoetkoming zeer weinig overhoudt,
vroeg men Mr. Troelstra, of hij de f 1500,
die hij bovendien nog aan de redactie van
Het Volk verdiende, niet kon afstaan ten
behoeve van de upartij".
In Het Volk van 7 Maart 1901 ver
scheen dienaangaande dit stekelige inge
zonden stukske
Een Kamerlid mag niet beloven een zekere
som van zijn verdienste als zoodanig aan een
vereeniging te zullen afstaan en bovendien
heeft hij die f 2000 groot noodig, meent de
Redactie.
We willen dit laatste aannemen, maar we
zouden den hoofdredacteur willen vragen, of
hij de f1500, die hij a's redacteur van ons
blad ontvangt, dan niet zou kunnen#nissen.
Zeker, ik ben er in 't algemeen geen voor
stander van om diensten te vragen zonder be
looning, maar toch zou het m.i. in het belang
der Partij zijn, als Troelstra de vele opofferin
gen, die hij zich reeds getroost, nog met eene
vermeerderde, door nl. zoolang hij Kamerlid
is, de f 1500, welke hij als redacteur ontvangt, in
de Partijkas te storten.
Op dit hatelijke schrijven antwoordde
Mr. Troelstra niet malsch.
Hij schreef
Wel ja, waarom niet? Dat kan er immers
nog wel bij. Of Troelstra's vrouw die bij den
harden strijd hare gezondheid heeft ingeboet,
dan door zorgen wordt ondermijnd, komt er
niet op aan die kleine opoffering moet Hij zich
ook nog getroosten, of hij zijne kinderen eene
opleiding volgens hun aanleg kan geven dat
komt er ook minder op aan als soc-dem.
propagandist moet hij zich het idee, om voor
het loon van zijn arbeid te zorgen, dat zijne
kinderen althans geen nadeel ondervinden van
zijn streven, maar uit het Hoofd zetten.
Of hij dan de renten en aflossing wel kan
betalen van de schuld, die op hem rust, daar
hij in een tijd, toen hij om aan zijn fmantieelc
verplichtingen te kunnen voldoen, geld moest
verdienen, zijn bestaan er aan moest geven,
wat noodook dat moest hij er voor over
hebben en het staat zelfs wel gekleed, zijn
krediteuren niet te betalen.
Het is wel hard, dat men na jaren van bitteren
strijd nog zoo iets moet zeggen. Maar nu de
praatjes Van de zijde der tegenpartij, om Troel
stra's onbaatzuchtigheid in verdenking te bren
gen, zelfs onder partijgenooten beginnen in te
slaan, zij het hier eens en v o o r al gezegd
Troelstra zal nogjarenlangboven
zijn gewoon levensonder h oudeen
belangrijkesommoftenverdienen,
om te kunnen voldoen aan de.fi-
nantieele verplichtingen die hij
op zich heeft moeten laden, om
zich geheel aan de part ij te kunnen
w ij d e n.
Wil men, dat hij die som verdient met
arbeid buiten de Partij, de gelegenheid daartoe
staat hem ruimschoots opengaat men voort,
hem het bescheiden salaris als hoofdredaktcttr
van dit blad te misgunnen, dan zal men hem
moreel dwingen die gc-legenheid aan te
grijpen, daar hij eerlijk man wenscht te blijven
en, als ieder ander, voor zijn gezin dient op
te komen.
Deze storm werd op die wijze door Mr.
Troelstra eenigszins bezworen.
In anderen vorm echter verhief zich al
spoedig tegen Mr. Troelsta verzet.
Hij was te practisch naar het oordeel
der theoretische socialisten van de Nieuwe
Tijddie als stuurlieden aan wal van dag
tot dag de daden van Mr. Troelstra kwa
men gispen.
Men weet, hoe ten slotte het eind was.
Mr. Troelstra schreef wel een vriendelijk
afscheidswoord in Het Volk, maar uit het
geharrewar, dat alsnog door het „partij
bestuur'' moet worden opgelost, kwam
helder aan het licht, dat Mr. Troelstra de
redactie van Het Volk inderdaad onmogelijk
was gemaakt.
Ook hier had de democratie wederom
bewezen alleen te kunnen breken maar niet
te kunnen bouwen.
En nu
Mr. Troelstra is kalmpjes directeur ge
worden van eene brand-waarborgmaat-
sohappij.
Thans beschermt hij zelf de brandkast
dier maatschappij.
Thans beschermt hij zelf de brandkasten
van alle „kapitalisten" die bij zijn eigen
maatschappij zijn verzekerd.
Vèi-brandden de huizen dier kapitalisten
dan roept Mr. Troelstfa „voor uw brand
kast geen nood, gij zijt immers geassureerd
bij deze mijne solide verzekeringsmaat
schappij tegen alle schade, die u tengevolge
van den brand is toegebracht".
„Het kan verkeeren" in deze wereld
volgens Brederoo.
De woordvoerder van de bestrijders van
de Nederlandsche kapitalisten heeft zich
nu in dienst gesteld van datzelfde kapitaal.
Wij hebben er geen bezwaar tegen.
Onzes inziens is verzekering goed.
Onzes inziens is brandassurantie uit
stekend.
Ook zien wij in de betrekking van
directeur eener verzekeringsmaatschappij
volstrekt geen kwaad.
Maar Mr. Troelstra zelf mocht dan tevens
wel eens tot de erkentenis komen, dat hij
langs den' weg der sociaal-democratie,
ónder allerlei goede bedoeling, de armen
en verdrukten niet kan opheffen uit den
jammer en de ellende, waarin zij veelszins
verkeeren.
Een tijd lang kan men de menschen
door allerlei verdachtmaking een verkeerde
verwachting inboezemen, een tijd lang
kan men veel goede verhoudingen tusschen
werkgevers en werklieden bederven, maar
beterschap in de huidige sociale mis
standen brengt de sociaal-democratie niet.
Zij vermoordt hare leiders door hetzelfde
wapen, dat deze leiders haar tegenover het
zoogenaamd kapitalisme in handen gaven.
Zoo heeft zij ook Mr. Troelstra feitelijk
gebroken en vermoord.
Zouden zijn oogen er allengs voor open
gaan
Afrika.
Zoowel Duitschland in Oost-Afrika, als
Engeland in Zuid-A frika, zullen allengs
gaan ondervinden dat zij hun hand in een
wespennest gestoken hebben.
Wat Duitsch-Oost-Afrika betreft, daar
is een talrijke afdeeling van den Wangoni-
stam in 't laatst van Januari in het uiterste
oosten van de provincie Duguma, ten noor
den van het Nayansa-meer doorgedrongen.
Tusschen de inlanders en Duitschers is een
hevig gevecht ontstaan. Een Duitsch kapi
tein werd gedood. De opstandelingen maak
ten een groote hoeveelheid munitie buit. De
toestand is hoogst ernstig en het3taatte
vreezen dat, indien Duitschland niet onmid
dellijk een groote afdeeling stuurt, heel
En wat Jjuid-Afrika aangaat, ook daar
gaan de inlanders voort met woelen. In de
districten van Richmond en Yxope zijn ge
wapende inlanders, onder bevel van ver
schillende hoofden, gezien. De regeering
heeft de troepen bevelgegeven verkennings-
tochtën te ondernemen in heel het gebied,
bij Umkamma te beginnen. Onder de Euro
peanen heerscht groote schrik en vrees,
tegen dat deze door de Engelschen van
wapenen voorziene en over 't paard getilde
trotscke en onbeschaafde heidenen of half
heidenen, zich zullen doen gelden
Te Wopumolo is op een meeting van
inlanders een motie aangenomen, waarin
verklaard werd, dat het den inlanders
onmogelijk was hoofdgeld te betalen.
Ook aan den Niger (Midden-Afrika)
broeit het. Te Sokoto hebben de zwarte
oproerlingen een Engelsche compagnie
aangevallen en 5 officieren gedood, behalve
de manschappen. Er is versterking heen
gezonden.
Niet minder zorg baart Noord-Afrika,
wij bedoelen Marokko. Daar is wel geen
bepaalde toeleg om amok te maken, maar
de conferentie te Algeeiras bewijst genoeg
hoe deze Mooren de Europeanen te glad
af zijn. De Fransche en Duitsche gede
legeerden zijn, ondanks de verzekeringen
van 't tegendeel, nog niet tot elkander
gekomen, en daar heeft de sultan zeker
wel het meeste plezier van.
Te Parijs begint men dan ook tamelijk
ongerust te worden. In diplomatieke krin
gen beschouwt men het antwoord van
Duitschland, waarin geen rekening werd
gehouden met de bijzondere rechten in
Marokko van Frankrijk en Spanje als een
duidelijke aanwijzing, dat Duitschland de
•conferentie wenscht te zien mislukken.
Onder die omstandigheden (zoo rede
neert men daar nu) hebben particuliere
besprekingen tusschen de Fransohe en
Duitsche afgevaardigden te Algeeiras geen
reden van bestaan meer, en blijft aan
Frankrijk niets anders over, dan de quaes-
tie zoodra het oogenblik daar is gekome-
men, aan de conferentie voor te leggen
en Europa tot rechter in dit geschil te
maken.
Europa.
Zoo zijn wij als ongemerkt met onze
'beschouwingen in Europa aangeland, en
wel te Algeeiras. Op het oogenblik is de
financiëele quaestie aan de orde. Frankrijk
en Duitschland dienden elk zijn ontwerp
in betreffende de Marokkaansehe Bank.
Het Fransche ontwerp wil dat de raad
van administratie wordt gekozen door de
algemeene vergadering van aandeelhou
ders, en zal bestaan uit 15 leden, aan
gewezen naar evenredigheid uit d'e
nationaliteit van elke groep der onder
teekenaars dat de beambten der Bank
zullen worden benoemd uit elke natio
naliteit, en de Bank zal worden geplaatst
onder vigeur van de Fransche wet onder de
voorwaarden, voor Marokko vastgesteld.
Het Duitsche ontwerp omschrijft meer.
Het wil de Bank zien #pgericht door den
Sultan, het kapitaal te verschaffen door de
mogendheden die op de conferentie ver
tegenwoordigd zijn, dat zij in ieder land
vertegenwoordigers zal hebben en zal
worden beheerseht door de bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek, in Egypte in
gebruik bij de gemengde rechtspraak,
terwijl in Marokko de rechtspraak zal
worden uitgeoefend door een gemengde
rechtbank, te Tanger gevestigd, en de
Bank moet uitvoeren de noodige betalingen
voor de organisatie van de politie. De be
grooting voor de politie-regeling zal worden
vastgesteld door den raad van beheer, die
het recht zal hebben aan het Maghzen prac-
tisohe voorstellen in dit opzicht te doen.
Uit een en ander blijke dat de nieuwe
president van Frankrijk midden in een
netelig vraagstuk geplaatst is. Overigens
is zijn staatkunde gelijk aan die van zijn
voorganger. In de Boodschap van den
President gisteren door den eersten minister,
Rouvièr, in de Kamer van Afgevaardigden
voorgelezen, spreekt hij zich in dien geest
mi mi»i—>w,ift
uit, ook wat betreft de buitenlandsche aan
gelegenheden en de alliantie met Rusland.
Uit Hongarije op 't oogenblik geen nieuws.
Men is benieuwd of na de ontbinding van
het Huis van Afgevaardigden heden het
Huis nog zal willen bijeenkomen. Dat
zow een daad van afscheiding zijn, van
de meest strafbare rebellie en revolutie.
Hongarije wil zieh van Oostenrijk af
scheuren, wil een zelfstandige staat worden.
Voor Frans Jozef die nu al meer dan een
halve eeuw deze zestien nationaliteiten
bijeen wist te houden, zou 't een groote
slag zijn.
Men is 1848 en '49 nog niet vergeten,
de oude wrok is nog niet dood de Hon-
gaarsche volkszangen verheerlijken nog
de helden die ia dezen burgeroorlog ge
vallen zijn.
Vermelden wij nog dat Rusland rustig
wordtdat met name te Bakoe de dag
van gisteren, verjaardag van de bloedigè
slachting van 1905, door Armeniërs en
Tataren onderling aangericht, in strijd
met de vrees die men koesterde, kalm
afgeloopen is; en dat in de Kaspischelanden,
te Aschalad, de Russische generaal Dsjoe-
rawek met al zijn bedienden is vermoord.
Eindelijk dat gisteren en heden in de
Belgische Kamer van Afgevaardigden de
socialist Vandervelde de regeering inlich
tingen heeft gevraagd omtrent gruwelen
aan den Congo gepleegd. De interpellant
drong aan op een parlementair onderzoek,
naar den toestand der kolonie en laakte
zeer 't optreden van den Koning. De minis
ter, hem beantwoordende, brandmerkte de
afschuwelijke aanvallen ten bate van den
vreemdeling gevoerd door een zekere pers
nadat de commissie van onderzoek zieh
in volle onafhankelijkheid heeft uitge
sproken en zelfs de hulde der tegenstanders
had verworpen.
Doch aangezien wij weer op Afrika
zouden overstappen, wenschen wij het
hierbij te laten. De lezer ziet wel dat
er tusschen Europa en Afrika, tusschen
Cham en Jafet nogal verband bestaat, doch,
helaas meest een gevaarlijk verband, ge
volg van botsing van belangen en godde-
looze uitzettings-politiek en egoïsme.
Moge maar de nauwere aanraking dezer
twee de komst van het Godsrijk in Afrika
ten goede komen.
Voor het gerechtshof te Arnhem zal
8 Maart de bekende vergiftigingszaak uit
Amsterdam, contra H. van der Kaay in
hooger beroep behandeld worden.
Zaak van der VegteTromp Meesters.
Voor het kantongerecht te Zwolle diende
gisteren weer de bekende beleedigingszaak
van der VegteTromp Meesters. Blijkens
mededeeling van partijen was de kwestie
echter in der minne geschikt men weel,
dat de heer van der Vegte per advertentie
de gewraakte uitdrukkingen heeft terug
genomen zoodat met goedvinden van
den kantonrechter de zaak kon worden
geroyeerd.
Goes. Gisterenavond had een beschon
ken reiziger die met den trein van 8V2 uur
wou vertrekken, de aardigheid om in eene
damescoupé te stappen. De conducteur
verzocht hem zich daaruit te verwijderen
waaraan hij niet voldeed, integendeel zieh
hevig verzette. Het gelukte den conduc
teur, die inmiddels hulp kreeg, den weer
spannige te verwijderen, zoodat deze vrij
onzacht op het perron terecht kwam, hem
den toegang tot den trein werd ontzegd
en den trein vertrok zonder hem.
Rilland-Bath. Maandagavond zou als
naai gewoonte de lantaarnopsteker aan
de halte zijn lichten opsteken, doch het
bleek niet noodig te zijn, daar de beide
lampen uit de lantaarnpalen waren ont
vreemd. Zij werden stuk teruggevonden
in de nabijheid der watergang. De ge
noemde wijk bleef dus in duisternis ge-