k e i' k it i e ii w s.
Rechtszaken.
Uit de Tweede Kamer.
LAATSTE BERICHTEN.
Koning, veel minder een Suis kan souverein
zijn. Hij leerde de volks-souvereiniteit,
doch dat is het Grondwettig Koningschap
niet. De verandering van Souvereiniteit in
Kroon is daarom geschied omdat de Kroon
de draagster is van de souvereine macht.
In 1848 is bij de Grondwetsherziening
dit souverein gezag niet veranderd in volks-
souvereiniteit.
Liberalen als Donker Curtius en De
Bosch Kemper, conservatieven als Den
Tex en Lotsy, anti-revolutionairen als Van
Lijnden en Groen v. Prinsterer oordeelden
op dat puiit eenstemmig.
De Bosch Kemper verzette zich bij de
bedoelde herziening krachtig er tegen dat
de Koning de ceremoniemeester zou wor
den en Groen oordeelde dat in het licht
der volks-souvereiniteit de Vorst de uur
wijzer zou zijn, die ons doet zien hoe laat
het is op de klok van den volkswil.
Spr. beantwoordt de vraag wat is dat
souvereine gezag 'i Hij toont aan 't verschil
tusschen souvereiniteit (van supra boven)
dat op van boven op een mensch neerge
daald gezag doelt, en autoriteit van auctor,
augere, toebrengen, dat aan iemand macht
toebrengen gelijk een vergadering een
voorzitter machtigt, binnen de grenzen van
haar eigen gedoogen, denken doet.
Het Koninklijk gezag is niet zulk een
autoritair gezag dat hem door 't volk zou
zij n verleend binnen de grenzen van den
volkswil, maar een souverein gezag waarmee
de Heere hem bekleedde. Als zoodanig is 't
op het Congres te Weenen en door den
Nederl. minister die met het Congres in
betrekking stond, opgevaten door het
driemanschap Van Hogendorp, Kemper,
Falek in 1818 bij de aanbieding van het
gezag aan Willem I omschreven als te
moeten zijn onverdeeld en beperkt. Onver
deeld, in tegenstelling met den vroegeren
toestand toen de Staat uit minstens zeven
souvereine staatjes bestond, en regenten
machtsmisbruik pleegden. Beperkt dewijl
's volks verkregen rechten en vrijheden in
de historie vastlagen en gewaakt moest dat
de Vorst die niet te niete deed. Als daar
waren onder anderen vrijheid van gods
dienst, van consciëntie, en het recht om
door den Vorst te worden geraadpleegd
op 't punt van belastingen.
Kr is dus een verhouding tusschen Vorst
en Onderdanen, die niet mag verbroken
worden. De Vorst eerbiedige de rechten
des Volks, en 't Volk gehoorzame den Vorst
om Gods wil.
Hierin ligt de grondslag voor eene regee
ring van een Vorst met zijne ministers, en
een raadpleging van den Vorst met de
V olks ver tegen woordiging.
Ken ministerie moet deze drie kenmerken
hebben, zegt Groen eenheid van politieke
gedachte. Naar een vast plan en stelsel
matig te werk gaan bij het maken van
wetten. En in de vrucht moet openbaar
worden dat het verkrijgt en behoudt dien
invloed op de Volksvertegenwoordiging
dat de waardigheid der Kroon en van elk
gouvernement er door worde opgehouden.
Indien er geen homogeen ministerie is,
zegt Groen, dan is de invloed der Kroon
weg. Het is een wegcijfering van, een
moord op het Koningschap.
Heeft de Vorst te rekenen met het Volk,
dit mag echter niet met het Volk als
machthebbende, maar als onderdaan, die
zijn rechten handhaaft, de onchristelijke
of de consciëntie bindende wetgeving be
strijdt en den Vorst wijst op zijn Godde
lijke roeping.
Dat is de plicht der Volksvertegen
woordiging. Zoo doet de anti-rev. partij
in de Kamers. Zoo deed in de Kamer
zitting van 12 Mei '98 wijlen de heer
Donner, toen bij vroeg of de regeering ook
van plan was een dank- en bededag uit
te schrijven bij de aanstaande Troonsbe
klimming van de Koningin. Minister Pier-
son verklaarde dat de regeering als regee
ring geen bededagen kent. De liberale
partij zegt v. d. Goes is de moor
denaar van het Koningschap geweest.
Groen van Prinsterer zei, dat de liberalen
hartelijk huldigen den persoon des Konings,
doch het Koningschap afbreken.
Nu kan 't voorkomen dat Kroon en Volk
't niet eens z\jn en niet tot overeenstem
ming kunnen komen. Dan kan de Vorst
het ministerie ontslaan. Maar hij kan 't
ook laten „naar welgevallen". Hij kan
zijn minister(s) of de Kamer(s) handhaven
of heenzenden. Hij kan ook beide hand
haven naar welgevallen. Hij kan ook de
onderteekening van een wetsvoorstel wei
geren. Maar hiertegenover moeten de Volks
vertegenwoordigers de belangen des Volks
behartigen „naar eed en geweten", niet
in dienstvaardige ondergeschiktheid hun
kracht zoeken, maar in vrijmoedig belijden
van beginselen hunne eerste roeping zien.
Onschendbaarheid van 's Konings per
soon en gezag en miuisteriëele verantwoor
delijkheid die een waarborg is tegen mis
bruik maken van het gezag, gaan hier
samen.
Maar men bedenke het gezag Gods
is gebonden aan het recht Gods. Al vatten
Wij niet dadelijk dit verband, conflict
tusschen die twee kan er niet zijn, zien
wij 't niet, dan ligt 't aan ons gebrekkig
inzicht.
Dat recht is door de liberalen losge
maakt van zijn wortel. De consekwentie
van hun beginsel is dat er geen recht is
dan dat hetwelk door het volk als zoo
danig geijkt is.
Hier tegenover staat de antirevolutionaire
opvatting, waarvan de consekwentie is dat
wij ook het gezag van den Vorst zullen
eeren, zoo die God niet vreest en ons
jregeert in strijd met Gods wet. Maar dan
rust de plicht op ons, hem dat te zeggen, ter
wijl wij voor hem bidden, en als 't moet
hem 't ;,Gode meer dan den menschen"
te herinneren. Maar er steekt meer
karakter in zich te oefenen in gehoorzaam
heid dan in ongehoorzaamheid. Daarom
zullen wij bij conllict tusschen Vorst en
Volk geen revolutionair verzet plegen. Wie
de souvereiniteit Gods eert, eindigt niet
in dynamietbom en moordaanslag.
Spr. vreest dat men zijn betoog in 't be
lang van 't Koninklijk gezag reactionair
en anachronistisch zal vinden, doch het
moest. Naast de belangen van den arbeider,
mogen die van wie in hoogheid gezeten
zijn, niet worden voorbijgegaan.
De heer Ossewaarde van Ierseke (soc.-
dem.) bestreed de redeop verschillend#pun
ten. De civiele lijst der Koningin, het salaris
der Koningin, bewijst genoeg dat de belan
gen der hoogen en van haar tamelijk wel
verzorgd zijn en men er niet voor behoeft
op te komen, en vooral niet, zoolang de
onderdanen nog veel te weinig oecono-
mische rechten hebben. De antirevolutio
nairen hadden niet altijd evenveel eer
bied voor de souvereiniteit, adres Kuypers
ontbiuding der Staten-Generaal en zijn op
treden in de Overijselsche quaestie. Het
volk heeft geen voldoenden invloed op de
wetgeving. Het koningschap noemt ook
debater een ornament maar van den
kapilalistisehen staat. Het militairisme is
ten allen tijde in dienst gesteld geweest
van den geldzak. Dat aanstellen en ge
hoorzamen, ook wegjagen en dooden van
vorsten (deb. noemt Karei I, Filips II en
Willem V) is niets geweest dan een be-
langen-quaestie, een quaestie van plaats-
vervangen. En wanneer nu een volk het
recht en de macht heeft een vorst op zij
te gooien, dan is de conclusie dat God
verkeerd is geweest in het aanst Hen van
zijn vertegenwoordiger. De vorsten in
onzen tijd zijn niet veel, wat voert de
Koningin eigenlijk uit Als de Koningen
niet wijs, idioot zelf zijn, dan zou men
moeten zeggen dan is God vrijgeviger ge
weest in Salomo's tijd.
Debater eindigde met een crifiek op
het samengaan van Rome en Dordtop
minister Kuyper dien hij minder dan nul
vond wegens zijn reactionaire wetten, en
met de verzekering dat, schoon „wij socia
listen" geen godsdienst erkennen in'tstaats-
reeht en :t publieke leven, er nog genoeg
godsdienstige sociaal-democraten zijn.-
De heer v. d. Kamp antwoordde korte-
lijk, dewijl debater veel had te berde
gebracht dat ter zaak niet dient of juist
bewijzen komt de tegenstelling tusschen
de leer der volkssouvereiniteit en de sou
vereiniteit welke berust op het gezag Gods.
Niet Spr. had de Souvereiniteit en de Kroon
synoniem verklaard, doch de historie be
wijst dat dit geschied is door het Weener
Congres, den Nederlandschen minister, de
Commissie voor Grondwetsherziening, den
Koning zelf, en de Staten Generaal. Het
volk is niet aan den Vorst als een willige
prooi overgeleverd, dat is nooit door ons
geleerd. Maar debater heeft onbestreden
gelaten het betoog over de souveriteit en
autoriteiten de tegenstelling nog eens
goed doen uitkomen tusschen hen die God
erkennen in 't staatsrecht, en wie 't niet
doen, en van dezen is het standpunt ver
oordeeld door de historie.
Na korte repliek van debater en spreker
en een woord van dank door den voor
zitter tot beiden, sloot ds. v. d. Kamp deze
goed geslaagde bijeenkomst met dank
zegging.
Middelburg. De kapitein Kalshoven
wordt met ingang van 10 Maart eervol
ontheven van de leiding van het voorbe
reidend militair onderricht in de provin
cie Zeeland en in zijn plaats benoemd
kapitein G. van Munster van het 4e bat.
3 reg. Inf. te Vlissingen.
Middelburg. De bij het 3e Regiment
Infanterie benoemde reserve 2e luitenant
D. Baggelaar, is ingedeeld bij de 4e comp.
van het 2e bat. in garnizoen alhier.
's-Heer Arendskerke. Benoemd tot
ambtenaar ter secretarie alhier, de heer
Tj. Heier, thans als zoodanig werkzaam
ter secretarie te Wolvega, gemeente West
stellingwerf.
Wissenkerke. Gisteren overleed plot
seling, tengevolge eener hartverlamming,
een onzer notabelste ingezetenen, de heer
C. van Hee in den ouderdom van 69 jaren.
In zijn beroep van timmerman algemeen
als solied en werkzaam bekend, diende hij
de gemeente sedert 1878 als lid der plaatse
lijke schoolcommissie en zetter van 'sRijks-
directe-belastingen, in welke laatste be
trekking zijne deskundige adviezen steeds
zeer op prijs werden gesteld.
Wissenkerke. J.l. Donderdagavond
werd de jaarlijksche algemeene vergade
ring van de afdeeling „Volksweerbaar
heid" gehouden. Slechts een 12-tal van
de 69 leden waren opgekomen. Uit de
rekening van den penningmeester bleek
dat was ontvangen f 56,98, uitgegeven
f29,07, goed slot alzoo f26,91. Herkozen
tot bestuursleden dhrn. A. T. C. Swenne
en H. K. Kramergekozen" dhr. M. van
derWeele in de plaats van dhr. A. de Looff.
Baarland. Alhier is opgericht een afdee
ling van „Volksweerbaarheid", genaamd
Baarlandmet 24 leden daar is aan ver
bonden een schietvereeniging, genaamd
Willem Teil, met 17 leden. Een bestuur is
gekozen, bestaande uit de heeren L. M.
Raamsdonk voorz., G. de Jager vice-voorz.,
A. Rijstenbil secr., J. Bruggeman penn. en
tot commissarissen H. Driedijk, J. Elenbaas
Pz. en J. Renne,
Anna Jacoba-Polder. Door den heer
J. Aarnoudse zullen dit jaar niet minder
dan veertig gemeten met zilver witte in-
maak-ajuintjes worden geteeld. Bij een
middelmatige opbrengst wordt hieraan aan
wieden, plukken en klaarmaken minstens
zeven duizend gulden alleen aan werkloon
verdiend, wat grootendeels door menschen
in onzen polder wordt genoten.
St. Laurens. Gisterenavond trad alhier
voor de vereeniging van christelijk onder
wijs op de heer Wielemaker van Bigge-
kerke, hoofd der christelijke school aldaar.
Ds. Toebes spreekt als voorzitter der ver
eeniging een inleidend woord en opent
de vergadering, waarna hij het woord geeft
aan dhr. Wielemaker. Deze spreekt over
het bestaansrecht en noodzakelijkheid der
chr. school. Dat recht van bestaan wordt
ontkend zegt spreker door pantheïsten,
materialisten en deïsten en anderen want
dat vloeit Voort uit den aard hunner leer.
Zij gelooven niet aan een persoonlijk levend
God of aan een God die zich niet met
ons bemoeit. Men vindt er echter ook
onder de belijders van den chr. godsdienst
die het bestaan der cbr. school betwisten,
dat wil hij inzonderheid tegen hen ver
dedigen. Wij hebben op elk terrein des
levens een persoonlijk God te belijden,
zelfs ook een land bouw vereeniging heeft
dit te doen want Jesaja zegt dat God den
landman onderricht op welke wijze hij
zijn werk heeft te doen. Verder wijst
spreker aan hoe de Bijbel het hoofdvak
is op de chr. school en moet uitgelegd
worden, hetwelk niet kan plaats hebben
op de openbare school al is het dat hij
er vormelijk gebruikt wordt. Ook in het
vak der historie wordt op de openbare
school God er builen gelaten maar niet
op een chr. school en zoo is het ook in
andere vakkeu. Daaruit blijkt reeds de
noodzakelijkheid voor het bestaansrecht
eener chr. school, want het moet het kind
vroeg worden ingeprent, het moet leeren
gehoorzamen omdat God het wil en alzoo
het gezag Gods leeren eerbiedigen niet
alleen in het huisgezin maar ook op de
school. Dat gezag moet ook bij tucht
worden vooropgesteld. Spreker eindigt
zijn schoone en leerzame rede met de op
merking dat hier ook met vereende krach
ten voor allen die chr. onderwijs liefhebben
een chr. school moge gesticht worden.
Heinkenszand. In de raadsvergade
ring van Donderdag waren afwezig dhrn.
J. Dominicus en P. van den Dries.
Behoudens goedkeuring en enkele wij
zigingen in een overgelegd plan wordt
besloten tot onderhandsche besteding van
wegsverbetering en van een gedeelte der
dorpsstraat met bazaltsteenslag, de kosten
te dekken door eene aan te gane geld-
leening. Een voorstel van B. en W. om
een bouw-deskundige in deze gemeente
aan te stellen, werd verworpen. Vóórver
gaderingen te houden van het „Groene
Kruis" werd éen der schoollokalen tot
wederopzeggens toe beschikbaar gesteld.
Voor eene lezing vanwege het Leger des
Heils in 't belang van dakloozen, toegelicht
door lichtbeelden, werd de school niet ten
gebruike afgestaan. Het maximum van de
te hellen hoofdelijken Omslag zal worden
verhoogd, om daarvan zoo noodig gebruik
te maken. De vergadering is daarna door
den voorzitter gesloten. Ditmaal was er
weinig publiek.
Te Brielle iseen éen-jarig kind van
een bakker levend verbrand. Door een of
ander ongeluk schijnt het inhalatie-toestel,
dat door een spiritusvlam verwarmd voor
het bedje van het kind stond, te zijn omge
vallen. Een sterke brandlucht waarschuwde
de huisgenooten die in de kamer komend
het bedje in brand en 't kindje reeds over
leden vonden. Op Marken heeft het
visschen met de kuil weer een slachtoffer
geëischt. Een jonge visscher viel bij het
uitzetten van dat net overboord en ver
dronk. Een landbouwer uit Uffelte
keerde met zijn oom per rijtuig, waarin zich
onder meer een beduidende geldsom be
vond, van de Meppelsche markt huiswaarts
toen het paard schichtig werd en in de
Drentsche hoofdvaart reed. De oom sprong
er uit en redde zich, doch de landbouwer,
het geld dat hem niet toekwam, nog wil
lende grijpen, kwam bij deze poging om.
In den ouderdom van 74 jaar is in
Den Haag overleden jhr. mr. J. A. Sand-
berg, van 1873 tot '81 (liberaal) lid der
Tweede Kamer voor Zwolle in laatstge
noemd jaar werd hij niet herkozen, doch
vervangen door den anti-revolutionair nu
wijlen jhr. mr. T. A. J. v. Asch v. Wijck.
Kort daarop werd hij door de Tweede
Kamer aangewezen voor lid der Algemeene
Rekenkamer, welke betrekking hij tot 1902
vervulde.
Bij Koninklijk besluit iseenNeder-
landsche Commissie voor de internationale
tentoonstelling te Milaan ingesteld, voor
zitter de heer B. Heldring, leden zijn o. a.
J. T. Cremer, oud-minister, K. J. A. G.
baron Collot d'Escury te Hontenisse, Plate,
lid der Tweede en Scholte, lid der Eerste
Kamer, en jhr. mr. A. van Daehne van
Varick, te 's-Gravenhage.#
Het Zuider Zendingsfeest wordt D.V.
dit jaar gehouden op Woensdag 25 Juli in
het Liesbosch bij Breda.
Tucht bij de marine.
Men schrijft aan Het Volk: Door een
comité in Den Helder werden de ma
trozen op de vloot per circulaire opgewekt,
een uur loon te storten voor de Russische
revolutie. Toevallig raakte aan boord
tan de marine zulk een lijst in handen
der autoriteiteu, waarop reed» eeltige in-
teekenaren stonden. Aan die matrozen is
thans namens den sehout-bij-nacht aange
zegd, dat zij de volgende conduite in hun
boekje krijgen
«Blijken gegeven, eigenaardige militaire
begrippen te bezitten door in te teekenen
op een circulaire, waarop geldelijke steun
gevraagd wordt voor een revolutie in een
bevrienden Staat."
In de Ztcolsche Cl. komt de volgende
advertentie voor
„De ondergeteekende, mr. H. van der
V egte, advocaat en procureur, wonende
te Zwolle verklaart hiermede, dat bij het
den 26 Juni 1905 te Oosterwolde gehouden
debat hij in strijd met zijn werkelijke
bedoeling en onwillens aan den heer J.
H. Tromp Meesters te Steenwijk volgens
de verklaring van vele aanwezigen heeft
ten laste gelegd, dat hij zijn politieke
medestanders zou hebben verleid de ruiten
in te gooien bij zijn politieke tegenstan
ders dat deze ten laste legging hem leed
doet, dat hij den heer J. H. Tromp Mees
ters houdt voor een man van eer en niet
in staat tot een dergelijke daad. Zwolle,
13 Februari 1906. H. v. d. VEGTE".
Hiermede schijnt deze quaestie uit te zijn
Bij den inval in de speelclub t.e
Valkenburg werden een elftal personen
betrapt, een internationaal gezelschap, be
staande uit Polen, Spanjaarden, Belgen en
Duitschers, heereu en ook eenige dames.
Twee der spelers werden gearresteerd en
naar Maastricht gevoerd. Een hunner
werd daar weer op vrije voeten gelaten,
doch de ander, een Spanjaard, niemand
minder of meer dan le Comte de
Chambellan de Sa Majesté le Roi d' Es-
pague, is zonder verwijl over de grenzen
gezet. (L. K.j
Een handelsreiziger te Maastricht
kwam bij een van zijn klanten om be
taling te vorderen. De klant, een winke
lier, was niet thuis, wel echter de dienst
maagd. Deze overlaadde onzen handels
reiziger met een stortvloed van
scheldwoorden, nam een gewichten takelde
hem daarmede Hink toe. De winkelier
kwam eindelijk toesnellen, ranselde zijn
crediteur nog verder af, en smeet hem
ten slotte de deur uit.
De commissie tot wering van school
verzuim te Zwolle deelt in haar verslag
over 1905 o. a. mede, dat zich een geval
voordeed, waarin ouders een meisje, dat
op last van den geneesheer wegens haar
zwak gestel de school niet mocht bezoeken,
heimelijk naar een fabriek zonden.
De minister van Waterstaat heeft
aan den Nederl. Bond \an post- en tele
graaf beambten De Tost te kennen gegeven,
dat er geen aanleiding bestaat voor den
twijfel, of de vrijheden en rechten van
de leden der vereeniging, na afloop van
den diensttijd en buiten de dienstlokalen,
wel geëerbiedigd zullen worden. (N. R. C.j
Verbeelding. Bij een dokter te Am
sterdam vervoegde zich Dinsdag een jut-
frouw die vertelde dat zij 's morgens een
steen uit een harer oorbellen miste en deze
nergens kon terugvinden. Daar zij pijn
in haar oor meende te hebben, verzocht
zij haar zuster eens te zien, en ja, deze
zag een blauwen steen onder in het oor,
en nu was de pijn zoo erg geworden dat
zij dokters hulp kwam inroepen zij voelde
duidelijk waar de steen zat. De dokter
onderzocht het oor lang en zond de juf
frouw terug met de geruststellende bood
schap dat zij maar eens in bed moest
zoeken, want van een steen of eenig letsel
was geen sprake.
Een doodgewaande. De Zwitsersche
politie arresteerde een anarchist Holzmann
genaamd, die algemeen voor dood werd
gehouden. Destijds verzekerden verschil
lende berichten, dat hij te Warschau was
doodgeschoten. Daar hem hel verblijf op
Zwitsersch grondgebied ontzegd was, droeg
hij een Russisch kostuum en een valsehen
baard. Toen men hem arresteerde trachtte
hij zich nog door de vlucht te redden.
De gevreesde bergverschuiving in het
Zwitsersche kanton Wallis, waarvan wij
melding maakten, is eindelijk in een berg-
storting geëindigd. Het gehucht Grugnay
werd daarbij grootendeels begraven, doch
de bewoners konden bijtijds vluchten.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Rijnsaterwoude L. J. Wes-
seldijk te Schraard.
Geref. Kerken.
Beroepen te Urk, A. J. de Boer te
Grijpskerke te Suawoude M. Elzinga
te Zalk.
Chr. Ger. Kerk.
Bedankt voor Gouda door C. Wijdoogen
te Elburg.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag,zijn veroordeeld wegens:
mishandeling: L. de C., 22j., klompen
maker, Hulst, tot f 10 b. s. 10 d. h.
beleediging van een ambtenaar A. M. de
P., 54 j., visscher, Hansweert, (Kruiningen)
tot fló b. s. 10 d. h.
diefstalJ. M., 17 j., boerenknecht, Mid
delburg, tot f7 b. s! 1 week tuchtschool
overtreding hondenbelasting te Vlissingen
J. J., 43 j., sloeproeier, Vlissingen, tot
f6 b. ten behoeve der gemeente Vlissin
gen, s. 1 d. h.;
overtreding der jachtwetC. de K 38 j.,
bierhuishouder, Middelburg, tot 2 x 7 d.
h., met bevestiging van het vonnis in
eersten aanleg, en C, B., 31 j., werkman,
Middelburg, tot f10 b. s. 4 d. h., met
vernietiging van het vonnis in eersten
aanleg.
Vrijgesproken J. G., 21 j., veldarbei-
der, Vrouwepolder, beklaagd van mishan
deling, en A. J. A., 52 j., winkelier, Vlis
singen, beklaagd van overtreding der drank
wet, met vernietiging van het vonnis in
eersten aanleg, terwijl genoemde persoon
is ontslagen van rechtsvervolging ter zake
van overtreding der ijkwet, met bevesti
ging van het vonnis in eersten aanleg.
Minister Kraus was Donderdag aan 't
woord. Wat zou Z.Exc. antwoorden op die
zee van klachten door minstens een tiental
klagers geuit. Men moest zich schier
verwonderen, zei Z.Exc. dat er nog men
schen voor den post- en telegraafdienst
tj vinden zijn. En toch zijn er nog ambte
naren genoeg beschikbaar, wel een bewijs
dat de toestanden zóó treurig niet zijn
als men zou afleiden uit al het gesprokene.
(Die overvloed van werkkrachten komt
alleen daar van daan, zegt dhr. Ketelaar
dat tegenwoordig de arbeidsmarkt zoo
overvoerd is). Het is veeleer een bewijs,
dat de toestanden en vooruitzichten bij
dezen tak van dienst niet minder zijn dan
bij eenig ander. Hoe kan het ook anders.
Wat is er in de laagste jaren niet gedaan
ten behoeve van het personeelin 1905
bedroegen de verhoogingen circa 700 dui
zend gulden. Daarenboven zijn er gelegen
heden tot bevordering en rangopklimming
genoeg voor de ambtenaren, indien zij
maar blijk geven van de noodige bekwaam
heid. Maatregelen zijn en worden genomen
tot rechtvaardige behandeling en tot liet
voorkomen en tegengaan van te zware
diensten door middel van verloven, vrije
dagen, buitengewoon personeel. In de
laatste jaren is er inderdaad veel voor het
personeel gedaan. Men kan niet alles
vergen. Er kan b.v. niet gedacht worden
aan traktementsverhoogingen voor de hoo-
gere ambtenaren als directeuren en com
miezen. In het belang der klerken, die
wellicht door het K. B. van 1894 zijn
geschaad, zal een zeker aantal nieuwe
kantoren opengesteld worden. Van de
vakvereenigingen wil de regeering gaarne
voorgelicht worden voor zoover noodig.
Bij het hoofdbestuur is echter een groeps-
vertegenwoordiging in voorbereiding. De
grieven van te weinig stabiliteit bij de
regeling van de examens en de eischen
daarvoor zijn gegrond. Er wordt dan ook
eene verandering voorbereid.
De minister ontkent ten stelligste, dat er
ooit sprake kan wezen van bevoorrechting
van de postcommiezen boven die van de
telegrafie. De bepaling, volgens welke voor
't lagere personeel ziektetijd niet meetelde
voor bevordering en pensioen, zal weldra
tot het verleden behooren. Er is eene wij
ziging van het desbetreffend K. B. in voor
bereiding met terugwerkende kracht. Daar
door zal aan de bezwaren worden tegemoet
gekomen. Geleidelijk zullen alzoo de nood
zakelijke hervormingen en verbeteringen
tot stand worden gebracht. Voor de lagere
rangen is kort geleden gezorgd, nu liggen
de hoogere aan de beurt. En wat het vraag
stuk der dienstbetrekking van gehuwde
vrouwen betreft, waarover de opinie's zoo
verdeeld zijn, wil de minister bij 't buiten
land in de leer gaan en zien hoe daar de
vrouwenarbeid is geregeld. Thans kan
Z.Exc. omtrent deze moeilijke aangelegen
heid nog geen bepaalde mededeeling doen.
Middelburg. De Commissaris der Ko
ningin benoemde tot lid van de gezond
heidscommissie voor de gemeenten zetel
Zierikzee, dhr. B. Giljam. lid der Prov.
Staten, te Ouwerkerk.
O.- W.-Souburg. In de gemeente
raadsvergadering van heden Vrijdag, onder
voorzitterschap van den Burgemeester,
waren alle leden tegenwoordig. De notulen
der vorige vergadering werden onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen was een bericht van den heer
J. Willemse Az., waarin deze bedankte
voor de benoeming van bouwkundig amb
tenaar, alsmede een rapport van de comm.
tot wering van schoolverzuim waaruit
bleek dat in het afgeloopen jaar het
schoolverzuim minder was dan in het voor
gaande, hetwelk werd toegeschreven aan
de gunstige werking der leerplichtwet.
B. en W. stellen voor om, nu dhr. Wil
lemse had bedankt voor zijn benoeming als
bouwkundig ambtenaar, die werkzaam
heden zelf ter hand te nemen, bijgestaan
door den timmerman, die de beurt had voor
den jaarlijkschen onderhoud van de ge
meentegebouwen. Dit voorstel werd met
algemeene stemmen aangenomen.
De wijzigingen in de begrootingen van
1905/1906 werden goedgekeurd. Alsmede
de af- en overschrijving van 1905. Nog
werd door B. en W. voorgesteld om in het
belang van de West-Souburgers van ge
meentewege een aanplakbord te plaatsen,
waarvan de kosten geraamd waren op f 18.
De heer Gerler kan zich daarmede ver
eenigen wanneer de gemeentebode (die
voor eigen privé er het gebruik van heeft)
jaarlijksch f2.50 betaalt ter vergoeding
van kosten tot plaatsing en het jaarlijksch
onderhoud voor zijn rekening neemt, dit
werd met 4 legen 3 stemmen aangenomen.
Ten slotte werd de rekening van het
burgerlijk armbestuur aangeboden, waar
van de ontvangsten en uitgaven waren als
volgtOntvangen f 470,035, uitgegeven
f 309,075, batig saldo f 100,96. Door de
heeren Gerler en Jobse nagezien, werd
deze in orde bevonden en goedgekeurd,