k e i' k it i e ii w s. Rechtszaken. Uit de Tweede Kamer. LAATSTE BERICHTEN. Koning, veel minder een Suis kan souverein zijn. Hij leerde de volks-souvereiniteit, doch dat is het Grondwettig Koningschap niet. De verandering van Souvereiniteit in Kroon is daarom geschied omdat de Kroon de draagster is van de souvereine macht. In 1848 is bij de Grondwetsherziening dit souverein gezag niet veranderd in volks- souvereiniteit. Liberalen als Donker Curtius en De Bosch Kemper, conservatieven als Den Tex en Lotsy, anti-revolutionairen als Van Lijnden en Groen v. Prinsterer oordeelden op dat puiit eenstemmig. De Bosch Kemper verzette zich bij de bedoelde herziening krachtig er tegen dat de Koning de ceremoniemeester zou wor den en Groen oordeelde dat in het licht der volks-souvereiniteit de Vorst de uur wijzer zou zijn, die ons doet zien hoe laat het is op de klok van den volkswil. Spr. beantwoordt de vraag wat is dat souvereine gezag 'i Hij toont aan 't verschil tusschen souvereiniteit (van supra boven) dat op van boven op een mensch neerge daald gezag doelt, en autoriteit van auctor, augere, toebrengen, dat aan iemand macht toebrengen gelijk een vergadering een voorzitter machtigt, binnen de grenzen van haar eigen gedoogen, denken doet. Het Koninklijk gezag is niet zulk een autoritair gezag dat hem door 't volk zou zij n verleend binnen de grenzen van den volkswil, maar een souverein gezag waarmee de Heere hem bekleedde. Als zoodanig is 't op het Congres te Weenen en door den Nederl. minister die met het Congres in betrekking stond, opgevaten door het driemanschap Van Hogendorp, Kemper, Falek in 1818 bij de aanbieding van het gezag aan Willem I omschreven als te moeten zijn onverdeeld en beperkt. Onver deeld, in tegenstelling met den vroegeren toestand toen de Staat uit minstens zeven souvereine staatjes bestond, en regenten machtsmisbruik pleegden. Beperkt dewijl 's volks verkregen rechten en vrijheden in de historie vastlagen en gewaakt moest dat de Vorst die niet te niete deed. Als daar waren onder anderen vrijheid van gods dienst, van consciëntie, en het recht om door den Vorst te worden geraadpleegd op 't punt van belastingen. Kr is dus een verhouding tusschen Vorst en Onderdanen, die niet mag verbroken worden. De Vorst eerbiedige de rechten des Volks, en 't Volk gehoorzame den Vorst om Gods wil. Hierin ligt de grondslag voor eene regee ring van een Vorst met zijne ministers, en een raadpleging van den Vorst met de V olks ver tegen woordiging. Ken ministerie moet deze drie kenmerken hebben, zegt Groen eenheid van politieke gedachte. Naar een vast plan en stelsel matig te werk gaan bij het maken van wetten. En in de vrucht moet openbaar worden dat het verkrijgt en behoudt dien invloed op de Volksvertegenwoordiging dat de waardigheid der Kroon en van elk gouvernement er door worde opgehouden. Indien er geen homogeen ministerie is, zegt Groen, dan is de invloed der Kroon weg. Het is een wegcijfering van, een moord op het Koningschap. Heeft de Vorst te rekenen met het Volk, dit mag echter niet met het Volk als machthebbende, maar als onderdaan, die zijn rechten handhaaft, de onchristelijke of de consciëntie bindende wetgeving be strijdt en den Vorst wijst op zijn Godde lijke roeping. Dat is de plicht der Volksvertegen woordiging. Zoo doet de anti-rev. partij in de Kamers. Zoo deed in de Kamer zitting van 12 Mei '98 wijlen de heer Donner, toen bij vroeg of de regeering ook van plan was een dank- en bededag uit te schrijven bij de aanstaande Troonsbe klimming van de Koningin. Minister Pier- son verklaarde dat de regeering als regee ring geen bededagen kent. De liberale partij zegt v. d. Goes is de moor denaar van het Koningschap geweest. Groen van Prinsterer zei, dat de liberalen hartelijk huldigen den persoon des Konings, doch het Koningschap afbreken. Nu kan 't voorkomen dat Kroon en Volk 't niet eens z\jn en niet tot overeenstem ming kunnen komen. Dan kan de Vorst het ministerie ontslaan. Maar hij kan 't ook laten „naar welgevallen". Hij kan zijn minister(s) of de Kamer(s) handhaven of heenzenden. Hij kan ook beide hand haven naar welgevallen. Hij kan ook de onderteekening van een wetsvoorstel wei geren. Maar hiertegenover moeten de Volks vertegenwoordigers de belangen des Volks behartigen „naar eed en geweten", niet in dienstvaardige ondergeschiktheid hun kracht zoeken, maar in vrijmoedig belijden van beginselen hunne eerste roeping zien. Onschendbaarheid van 's Konings per soon en gezag en miuisteriëele verantwoor delijkheid die een waarborg is tegen mis bruik maken van het gezag, gaan hier samen. Maar men bedenke het gezag Gods is gebonden aan het recht Gods. Al vatten Wij niet dadelijk dit verband, conflict tusschen die twee kan er niet zijn, zien wij 't niet, dan ligt 't aan ons gebrekkig inzicht. Dat recht is door de liberalen losge maakt van zijn wortel. De consekwentie van hun beginsel is dat er geen recht is dan dat hetwelk door het volk als zoo danig geijkt is. Hier tegenover staat de antirevolutionaire opvatting, waarvan de consekwentie is dat wij ook het gezag van den Vorst zullen eeren, zoo die God niet vreest en ons jregeert in strijd met Gods wet. Maar dan rust de plicht op ons, hem dat te zeggen, ter wijl wij voor hem bidden, en als 't moet hem 't ;,Gode meer dan den menschen" te herinneren. Maar er steekt meer karakter in zich te oefenen in gehoorzaam heid dan in ongehoorzaamheid. Daarom zullen wij bij conllict tusschen Vorst en Volk geen revolutionair verzet plegen. Wie de souvereiniteit Gods eert, eindigt niet in dynamietbom en moordaanslag. Spr. vreest dat men zijn betoog in 't be lang van 't Koninklijk gezag reactionair en anachronistisch zal vinden, doch het moest. Naast de belangen van den arbeider, mogen die van wie in hoogheid gezeten zijn, niet worden voorbijgegaan. De heer Ossewaarde van Ierseke (soc.- dem.) bestreed de redeop verschillend#pun ten. De civiele lijst der Koningin, het salaris der Koningin, bewijst genoeg dat de belan gen der hoogen en van haar tamelijk wel verzorgd zijn en men er niet voor behoeft op te komen, en vooral niet, zoolang de onderdanen nog veel te weinig oecono- mische rechten hebben. De antirevolutio nairen hadden niet altijd evenveel eer bied voor de souvereiniteit, adres Kuypers ontbiuding der Staten-Generaal en zijn op treden in de Overijselsche quaestie. Het volk heeft geen voldoenden invloed op de wetgeving. Het koningschap noemt ook debater een ornament maar van den kapilalistisehen staat. Het militairisme is ten allen tijde in dienst gesteld geweest van den geldzak. Dat aanstellen en ge hoorzamen, ook wegjagen en dooden van vorsten (deb. noemt Karei I, Filips II en Willem V) is niets geweest dan een be- langen-quaestie, een quaestie van plaats- vervangen. En wanneer nu een volk het recht en de macht heeft een vorst op zij te gooien, dan is de conclusie dat God verkeerd is geweest in het aanst Hen van zijn vertegenwoordiger. De vorsten in onzen tijd zijn niet veel, wat voert de Koningin eigenlijk uit Als de Koningen niet wijs, idioot zelf zijn, dan zou men moeten zeggen dan is God vrijgeviger ge weest in Salomo's tijd. Debater eindigde met een crifiek op het samengaan van Rome en Dordtop minister Kuyper dien hij minder dan nul vond wegens zijn reactionaire wetten, en met de verzekering dat, schoon „wij socia listen" geen godsdienst erkennen in'tstaats- reeht en :t publieke leven, er nog genoeg godsdienstige sociaal-democraten zijn.- De heer v. d. Kamp antwoordde korte- lijk, dewijl debater veel had te berde gebracht dat ter zaak niet dient of juist bewijzen komt de tegenstelling tusschen de leer der volkssouvereiniteit en de sou vereiniteit welke berust op het gezag Gods. Niet Spr. had de Souvereiniteit en de Kroon synoniem verklaard, doch de historie be wijst dat dit geschied is door het Weener Congres, den Nederlandschen minister, de Commissie voor Grondwetsherziening, den Koning zelf, en de Staten Generaal. Het volk is niet aan den Vorst als een willige prooi overgeleverd, dat is nooit door ons geleerd. Maar debater heeft onbestreden gelaten het betoog over de souveriteit en autoriteiten de tegenstelling nog eens goed doen uitkomen tusschen hen die God erkennen in 't staatsrecht, en wie 't niet doen, en van dezen is het standpunt ver oordeeld door de historie. Na korte repliek van debater en spreker en een woord van dank door den voor zitter tot beiden, sloot ds. v. d. Kamp deze goed geslaagde bijeenkomst met dank zegging. Middelburg. De kapitein Kalshoven wordt met ingang van 10 Maart eervol ontheven van de leiding van het voorbe reidend militair onderricht in de provin cie Zeeland en in zijn plaats benoemd kapitein G. van Munster van het 4e bat. 3 reg. Inf. te Vlissingen. Middelburg. De bij het 3e Regiment Infanterie benoemde reserve 2e luitenant D. Baggelaar, is ingedeeld bij de 4e comp. van het 2e bat. in garnizoen alhier. 's-Heer Arendskerke. Benoemd tot ambtenaar ter secretarie alhier, de heer Tj. Heier, thans als zoodanig werkzaam ter secretarie te Wolvega, gemeente West stellingwerf. Wissenkerke. Gisteren overleed plot seling, tengevolge eener hartverlamming, een onzer notabelste ingezetenen, de heer C. van Hee in den ouderdom van 69 jaren. In zijn beroep van timmerman algemeen als solied en werkzaam bekend, diende hij de gemeente sedert 1878 als lid der plaatse lijke schoolcommissie en zetter van 'sRijks- directe-belastingen, in welke laatste be trekking zijne deskundige adviezen steeds zeer op prijs werden gesteld. Wissenkerke. J.l. Donderdagavond werd de jaarlijksche algemeene vergade ring van de afdeeling „Volksweerbaar heid" gehouden. Slechts een 12-tal van de 69 leden waren opgekomen. Uit de rekening van den penningmeester bleek dat was ontvangen f 56,98, uitgegeven f29,07, goed slot alzoo f26,91. Herkozen tot bestuursleden dhrn. A. T. C. Swenne en H. K. Kramergekozen" dhr. M. van derWeele in de plaats van dhr. A. de Looff. Baarland. Alhier is opgericht een afdee ling van „Volksweerbaarheid", genaamd Baarlandmet 24 leden daar is aan ver bonden een schietvereeniging, genaamd Willem Teil, met 17 leden. Een bestuur is gekozen, bestaande uit de heeren L. M. Raamsdonk voorz., G. de Jager vice-voorz., A. Rijstenbil secr., J. Bruggeman penn. en tot commissarissen H. Driedijk, J. Elenbaas Pz. en J. Renne, Anna Jacoba-Polder. Door den heer J. Aarnoudse zullen dit jaar niet minder dan veertig gemeten met zilver witte in- maak-ajuintjes worden geteeld. Bij een middelmatige opbrengst wordt hieraan aan wieden, plukken en klaarmaken minstens zeven duizend gulden alleen aan werkloon verdiend, wat grootendeels door menschen in onzen polder wordt genoten. St. Laurens. Gisterenavond trad alhier voor de vereeniging van christelijk onder wijs op de heer Wielemaker van Bigge- kerke, hoofd der christelijke school aldaar. Ds. Toebes spreekt als voorzitter der ver eeniging een inleidend woord en opent de vergadering, waarna hij het woord geeft aan dhr. Wielemaker. Deze spreekt over het bestaansrecht en noodzakelijkheid der chr. school. Dat recht van bestaan wordt ontkend zegt spreker door pantheïsten, materialisten en deïsten en anderen want dat vloeit Voort uit den aard hunner leer. Zij gelooven niet aan een persoonlijk levend God of aan een God die zich niet met ons bemoeit. Men vindt er echter ook onder de belijders van den chr. godsdienst die het bestaan der cbr. school betwisten, dat wil hij inzonderheid tegen hen ver dedigen. Wij hebben op elk terrein des levens een persoonlijk God te belijden, zelfs ook een land bouw vereeniging heeft dit te doen want Jesaja zegt dat God den landman onderricht op welke wijze hij zijn werk heeft te doen. Verder wijst spreker aan hoe de Bijbel het hoofdvak is op de chr. school en moet uitgelegd worden, hetwelk niet kan plaats hebben op de openbare school al is het dat hij er vormelijk gebruikt wordt. Ook in het vak der historie wordt op de openbare school God er builen gelaten maar niet op een chr. school en zoo is het ook in andere vakkeu. Daaruit blijkt reeds de noodzakelijkheid voor het bestaansrecht eener chr. school, want het moet het kind vroeg worden ingeprent, het moet leeren gehoorzamen omdat God het wil en alzoo het gezag Gods leeren eerbiedigen niet alleen in het huisgezin maar ook op de school. Dat gezag moet ook bij tucht worden vooropgesteld. Spreker eindigt zijn schoone en leerzame rede met de op merking dat hier ook met vereende krach ten voor allen die chr. onderwijs liefhebben een chr. school moge gesticht worden. Heinkenszand. In de raadsvergade ring van Donderdag waren afwezig dhrn. J. Dominicus en P. van den Dries. Behoudens goedkeuring en enkele wij zigingen in een overgelegd plan wordt besloten tot onderhandsche besteding van wegsverbetering en van een gedeelte der dorpsstraat met bazaltsteenslag, de kosten te dekken door eene aan te gane geld- leening. Een voorstel van B. en W. om een bouw-deskundige in deze gemeente aan te stellen, werd verworpen. Vóórver gaderingen te houden van het „Groene Kruis" werd éen der schoollokalen tot wederopzeggens toe beschikbaar gesteld. Voor eene lezing vanwege het Leger des Heils in 't belang van dakloozen, toegelicht door lichtbeelden, werd de school niet ten gebruike afgestaan. Het maximum van de te hellen hoofdelijken Omslag zal worden verhoogd, om daarvan zoo noodig gebruik te maken. De vergadering is daarna door den voorzitter gesloten. Ditmaal was er weinig publiek. Te Brielle iseen éen-jarig kind van een bakker levend verbrand. Door een of ander ongeluk schijnt het inhalatie-toestel, dat door een spiritusvlam verwarmd voor het bedje van het kind stond, te zijn omge vallen. Een sterke brandlucht waarschuwde de huisgenooten die in de kamer komend het bedje in brand en 't kindje reeds over leden vonden. Op Marken heeft het visschen met de kuil weer een slachtoffer geëischt. Een jonge visscher viel bij het uitzetten van dat net overboord en ver dronk. Een landbouwer uit Uffelte keerde met zijn oom per rijtuig, waarin zich onder meer een beduidende geldsom be vond, van de Meppelsche markt huiswaarts toen het paard schichtig werd en in de Drentsche hoofdvaart reed. De oom sprong er uit en redde zich, doch de landbouwer, het geld dat hem niet toekwam, nog wil lende grijpen, kwam bij deze poging om. In den ouderdom van 74 jaar is in Den Haag overleden jhr. mr. J. A. Sand- berg, van 1873 tot '81 (liberaal) lid der Tweede Kamer voor Zwolle in laatstge noemd jaar werd hij niet herkozen, doch vervangen door den anti-revolutionair nu wijlen jhr. mr. T. A. J. v. Asch v. Wijck. Kort daarop werd hij door de Tweede Kamer aangewezen voor lid der Algemeene Rekenkamer, welke betrekking hij tot 1902 vervulde. Bij Koninklijk besluit iseenNeder- landsche Commissie voor de internationale tentoonstelling te Milaan ingesteld, voor zitter de heer B. Heldring, leden zijn o. a. J. T. Cremer, oud-minister, K. J. A. G. baron Collot d'Escury te Hontenisse, Plate, lid der Tweede en Scholte, lid der Eerste Kamer, en jhr. mr. A. van Daehne van Varick, te 's-Gravenhage.# Het Zuider Zendingsfeest wordt D.V. dit jaar gehouden op Woensdag 25 Juli in het Liesbosch bij Breda. Tucht bij de marine. Men schrijft aan Het Volk: Door een comité in Den Helder werden de ma trozen op de vloot per circulaire opgewekt, een uur loon te storten voor de Russische revolutie. Toevallig raakte aan boord tan de marine zulk een lijst in handen der autoriteiteu, waarop reed» eeltige in- teekenaren stonden. Aan die matrozen is thans namens den sehout-bij-nacht aange zegd, dat zij de volgende conduite in hun boekje krijgen «Blijken gegeven, eigenaardige militaire begrippen te bezitten door in te teekenen op een circulaire, waarop geldelijke steun gevraagd wordt voor een revolutie in een bevrienden Staat." In de Ztcolsche Cl. komt de volgende advertentie voor „De ondergeteekende, mr. H. van der V egte, advocaat en procureur, wonende te Zwolle verklaart hiermede, dat bij het den 26 Juni 1905 te Oosterwolde gehouden debat hij in strijd met zijn werkelijke bedoeling en onwillens aan den heer J. H. Tromp Meesters te Steenwijk volgens de verklaring van vele aanwezigen heeft ten laste gelegd, dat hij zijn politieke medestanders zou hebben verleid de ruiten in te gooien bij zijn politieke tegenstan ders dat deze ten laste legging hem leed doet, dat hij den heer J. H. Tromp Mees ters houdt voor een man van eer en niet in staat tot een dergelijke daad. Zwolle, 13 Februari 1906. H. v. d. VEGTE". Hiermede schijnt deze quaestie uit te zijn Bij den inval in de speelclub t.e Valkenburg werden een elftal personen betrapt, een internationaal gezelschap, be staande uit Polen, Spanjaarden, Belgen en Duitschers, heereu en ook eenige dames. Twee der spelers werden gearresteerd en naar Maastricht gevoerd. Een hunner werd daar weer op vrije voeten gelaten, doch de ander, een Spanjaard, niemand minder of meer dan le Comte de Chambellan de Sa Majesté le Roi d' Es- pague, is zonder verwijl over de grenzen gezet. (L. K.j Een handelsreiziger te Maastricht kwam bij een van zijn klanten om be taling te vorderen. De klant, een winke lier, was niet thuis, wel echter de dienst maagd. Deze overlaadde onzen handels reiziger met een stortvloed van scheldwoorden, nam een gewichten takelde hem daarmede Hink toe. De winkelier kwam eindelijk toesnellen, ranselde zijn crediteur nog verder af, en smeet hem ten slotte de deur uit. De commissie tot wering van school verzuim te Zwolle deelt in haar verslag over 1905 o. a. mede, dat zich een geval voordeed, waarin ouders een meisje, dat op last van den geneesheer wegens haar zwak gestel de school niet mocht bezoeken, heimelijk naar een fabriek zonden. De minister van Waterstaat heeft aan den Nederl. Bond \an post- en tele graaf beambten De Tost te kennen gegeven, dat er geen aanleiding bestaat voor den twijfel, of de vrijheden en rechten van de leden der vereeniging, na afloop van den diensttijd en buiten de dienstlokalen, wel geëerbiedigd zullen worden. (N. R. C.j Verbeelding. Bij een dokter te Am sterdam vervoegde zich Dinsdag een jut- frouw die vertelde dat zij 's morgens een steen uit een harer oorbellen miste en deze nergens kon terugvinden. Daar zij pijn in haar oor meende te hebben, verzocht zij haar zuster eens te zien, en ja, deze zag een blauwen steen onder in het oor, en nu was de pijn zoo erg geworden dat zij dokters hulp kwam inroepen zij voelde duidelijk waar de steen zat. De dokter onderzocht het oor lang en zond de juf frouw terug met de geruststellende bood schap dat zij maar eens in bed moest zoeken, want van een steen of eenig letsel was geen sprake. Een doodgewaande. De Zwitsersche politie arresteerde een anarchist Holzmann genaamd, die algemeen voor dood werd gehouden. Destijds verzekerden verschil lende berichten, dat hij te Warschau was doodgeschoten. Daar hem hel verblijf op Zwitsersch grondgebied ontzegd was, droeg hij een Russisch kostuum en een valsehen baard. Toen men hem arresteerde trachtte hij zich nog door de vlucht te redden. De gevreesde bergverschuiving in het Zwitsersche kanton Wallis, waarvan wij melding maakten, is eindelijk in een berg- storting geëindigd. Het gehucht Grugnay werd daarbij grootendeels begraven, doch de bewoners konden bijtijds vluchten. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Rijnsaterwoude L. J. Wes- seldijk te Schraard. Geref. Kerken. Beroepen te Urk, A. J. de Boer te Grijpskerke te Suawoude M. Elzinga te Zalk. Chr. Ger. Kerk. Bedankt voor Gouda door C. Wijdoogen te Elburg. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag,zijn veroordeeld wegens: mishandeling: L. de C., 22j., klompen maker, Hulst, tot f 10 b. s. 10 d. h. beleediging van een ambtenaar A. M. de P., 54 j., visscher, Hansweert, (Kruiningen) tot fló b. s. 10 d. h. diefstalJ. M., 17 j., boerenknecht, Mid delburg, tot f7 b. s! 1 week tuchtschool overtreding hondenbelasting te Vlissingen J. J., 43 j., sloeproeier, Vlissingen, tot f6 b. ten behoeve der gemeente Vlissin gen, s. 1 d. h.; overtreding der jachtwetC. de K 38 j., bierhuishouder, Middelburg, tot 2 x 7 d. h., met bevestiging van het vonnis in eersten aanleg, en C, B., 31 j., werkman, Middelburg, tot f10 b. s. 4 d. h., met vernietiging van het vonnis in eersten aanleg. Vrijgesproken J. G., 21 j., veldarbei- der, Vrouwepolder, beklaagd van mishan deling, en A. J. A., 52 j., winkelier, Vlis singen, beklaagd van overtreding der drank wet, met vernietiging van het vonnis in eersten aanleg, terwijl genoemde persoon is ontslagen van rechtsvervolging ter zake van overtreding der ijkwet, met bevesti ging van het vonnis in eersten aanleg. Minister Kraus was Donderdag aan 't woord. Wat zou Z.Exc. antwoorden op die zee van klachten door minstens een tiental klagers geuit. Men moest zich schier verwonderen, zei Z.Exc. dat er nog men schen voor den post- en telegraafdienst tj vinden zijn. En toch zijn er nog ambte naren genoeg beschikbaar, wel een bewijs dat de toestanden zóó treurig niet zijn als men zou afleiden uit al het gesprokene. (Die overvloed van werkkrachten komt alleen daar van daan, zegt dhr. Ketelaar dat tegenwoordig de arbeidsmarkt zoo overvoerd is). Het is veeleer een bewijs, dat de toestanden en vooruitzichten bij dezen tak van dienst niet minder zijn dan bij eenig ander. Hoe kan het ook anders. Wat is er in de laagste jaren niet gedaan ten behoeve van het personeelin 1905 bedroegen de verhoogingen circa 700 dui zend gulden. Daarenboven zijn er gelegen heden tot bevordering en rangopklimming genoeg voor de ambtenaren, indien zij maar blijk geven van de noodige bekwaam heid. Maatregelen zijn en worden genomen tot rechtvaardige behandeling en tot liet voorkomen en tegengaan van te zware diensten door middel van verloven, vrije dagen, buitengewoon personeel. In de laatste jaren is er inderdaad veel voor het personeel gedaan. Men kan niet alles vergen. Er kan b.v. niet gedacht worden aan traktementsverhoogingen voor de hoo- gere ambtenaren als directeuren en com miezen. In het belang der klerken, die wellicht door het K. B. van 1894 zijn geschaad, zal een zeker aantal nieuwe kantoren opengesteld worden. Van de vakvereenigingen wil de regeering gaarne voorgelicht worden voor zoover noodig. Bij het hoofdbestuur is echter een groeps- vertegenwoordiging in voorbereiding. De grieven van te weinig stabiliteit bij de regeling van de examens en de eischen daarvoor zijn gegrond. Er wordt dan ook eene verandering voorbereid. De minister ontkent ten stelligste, dat er ooit sprake kan wezen van bevoorrechting van de postcommiezen boven die van de telegrafie. De bepaling, volgens welke voor 't lagere personeel ziektetijd niet meetelde voor bevordering en pensioen, zal weldra tot het verleden behooren. Er is eene wij ziging van het desbetreffend K. B. in voor bereiding met terugwerkende kracht. Daar door zal aan de bezwaren worden tegemoet gekomen. Geleidelijk zullen alzoo de nood zakelijke hervormingen en verbeteringen tot stand worden gebracht. Voor de lagere rangen is kort geleden gezorgd, nu liggen de hoogere aan de beurt. En wat het vraag stuk der dienstbetrekking van gehuwde vrouwen betreft, waarover de opinie's zoo verdeeld zijn, wil de minister bij 't buiten land in de leer gaan en zien hoe daar de vrouwenarbeid is geregeld. Thans kan Z.Exc. omtrent deze moeilijke aangelegen heid nog geen bepaalde mededeeling doen. Middelburg. De Commissaris der Ko ningin benoemde tot lid van de gezond heidscommissie voor de gemeenten zetel Zierikzee, dhr. B. Giljam. lid der Prov. Staten, te Ouwerkerk. O.- W.-Souburg. In de gemeente raadsvergadering van heden Vrijdag, onder voorzitterschap van den Burgemeester, waren alle leden tegenwoordig. De notulen der vorige vergadering werden onveranderd goedgekeurd. Ingekomen was een bericht van den heer J. Willemse Az., waarin deze bedankte voor de benoeming van bouwkundig amb tenaar, alsmede een rapport van de comm. tot wering van schoolverzuim waaruit bleek dat in het afgeloopen jaar het schoolverzuim minder was dan in het voor gaande, hetwelk werd toegeschreven aan de gunstige werking der leerplichtwet. B. en W. stellen voor om, nu dhr. Wil lemse had bedankt voor zijn benoeming als bouwkundig ambtenaar, die werkzaam heden zelf ter hand te nemen, bijgestaan door den timmerman, die de beurt had voor den jaarlijkschen onderhoud van de ge meentegebouwen. Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. De wijzigingen in de begrootingen van 1905/1906 werden goedgekeurd. Alsmede de af- en overschrijving van 1905. Nog werd door B. en W. voorgesteld om in het belang van de West-Souburgers van ge meentewege een aanplakbord te plaatsen, waarvan de kosten geraamd waren op f 18. De heer Gerler kan zich daarmede ver eenigen wanneer de gemeentebode (die voor eigen privé er het gebruik van heeft) jaarlijksch f2.50 betaalt ter vergoeding van kosten tot plaatsing en het jaarlijksch onderhoud voor zijn rekening neemt, dit werd met 4 legen 3 stemmen aangenomen. Ten slotte werd de rekening van het burgerlijk armbestuur aangeboden, waar van de ontvangsten en uitgaven waren als volgtOntvangen f 470,035, uitgegeven f 309,075, batig saldo f 100,96. Door de heeren Gerler en Jobse nagezien, werd deze in orde bevonden en goedgekeurd,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 2