NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 110. 1906.
Vrijdag 9 Februari
20e Jaarganj
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
ooooooood
huur,
P. Menckens.
vlissingen.
ONS VOLKSKARAKTER.
uit m peks.
te koop,
TE KOOP:
en VETSTAL,
gevraagd,
Tiende Meid
ersluieciit
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S.
J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
PR1JS DER ADVERTENTIËN
F.
P. D'HUIJ, te Middelburg.
J. GOEDBLOED
i e.
tede bewoond door
jetten voor elk per-
k intoleveron vóór
bij M. BOOOERD,
randering
ond en 2 drneh-
oop, bij
SE, Gryjpslrrke.
Mei
E, Seisweg.
Mei
J. POLDERMAN,
msche weg.
pril a.s.
D. MARIJS, Axel.
TDIEN BI-
IN VLAKE
1 ij k s.
aar Vlake 5,45, 8,45,
akoorden 8,08,11,01,
TELEGRAAF.
•uari.
;elijks (behalve Maan-
srvan Antwerpen
ndag) 's morg. 7.u.
BORG—ZIERIKZEE.
aari.
dagelijks 's morgens
fs uitgezonderd, te 2
3).
iderdags 6,30, overige
lags dagelijks, uitge-
m 2,30.
ut „SCHELDE"
aari.
Maan. 19 9,30 9,
Dins. 20 9,9,30
Woen21 9,30 10,
Dond. 2210,30 11,—
Yrijd. 2311,10,—
Zater.24 6,30 10,
Zond. 25 7,— 10,
Maan. 26 7,30 10,
Dins. 27 8,10,30
Woen 28 8,30 10,30
achter een datum is
hei tweede getal is
)ELB. ROTTERDAM.
uari.
/liss. v. Midd. v. Rott.
ï,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
>,30
8,—
8,—
8,-
8>-
8,-
jesche of Spoortijd.
5) nm. 3,23 c) g)
nm. 3,50 g)
nm. 1,55 t)
3,23 c)
a na het vertrek van
-ke n. Neuzen vm. 8,30
iseien en Neuzen ten
ainuten wachten,
len en Neuzen ten
minuten wachten.
smaakt;
1,55 van Neuzen naar
oerd.
<8.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
UITGAVE DER FIRMA
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
EN VAN
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Voor een lid van den gemeenteraad
(vacature-Loois) steunen wij de eandi-
datunr van den bekwamen arts, volks
man en Statenlid
Onze antirevolutionaire richting stelt
zich ten taak, het oorspronkelijk Volks
karakter in zijn meest sprekende trekken
te .vertegenwoordigen en de herleving
daarvan door alle geoorloofde middelen
te beproeven.
Niet echter als moest men de ruim
honderd jaar, die sedert de Revolutie ge
passeerd zijn, nu maar wegdenken en
doen alsof daarin niets gebeurd ware.
Men mag nooit eenig stuk der geschie
denis wegdenken, en het is juist onze
grieve tegen de liberale opvatting, dat
zij de geschiedenis op een gegeven punt
in het verleden afbreekt, en dan, bij de
Revolutie, een nieuw begin maakt, alsof
er vóór dien tijd eigenlijk geen Neder-
landsche natie geweest ware.
Men moet de toestanden nemen zooals
ze in den loop der geschiedenis geworden
zijn, ook meê door of tengevolge van om
wentelingen en beroerten, en op die fei
telijke toestanden moet men, om het zoo
eens te noemen, zijn beginslen enten.
Zoo heeft men dus ook thans met een
gewijzigden volkstoestand te rekenen en
te trachten in dien toestand de zelfstan
dige type van het volkskarakter weêr te
herstellen, waar die verloren ging, en te
handhaven tegen wat daarmee in strijd is.
W at onbruikbaar is gebleken moet niet
weer worden te voorschijn gehaald, en
wat bij den eersten stoot ineen /iel, omdat
het innerlijk vergaan was, mag niet onder
nieuwe vormen hersteld worden, alsof het
nog vatbaar ware om te leven.
Maar wat nooit veroudert en daarom
zijn invloed op het volksbewustzijn nooit
verliezen mag, dat moet behouden blijven,
en voor zoover het onder den invloed der
revolutionaire theorieën schade leed, wor
den gereinigd en versterkt.
Met name prediken wij daarom dat Ne
derland als Staat niet vijandig mag slaan
tegenover den levenden God en getuigen
daarom tegen de zoogenaamde neutrale
school, als in beginsel een wegcijferin0*
van Gods oppermacht over ons volk, uit
de harten der kinderen, die de maatschappij
vormen der toekomst.
Met geestdrift ook heffen wij daarom
het aloude „Oranje bovenaan, tegen
over al wat den historischen band tusschen
ons Vorstenhuis en ons volk losser maakt,
en willen wij dat in den grondwet het
„bij de gratie Gods'' niet ontbreke, even
min als op de school de schoonste blad
zijde onzer historie, in haar frissche, on
verlepte kleuren.
Evenzeer ijveren wij tegen het invoeren
van on-vaderlandsche zeden en gewoonten
tegen het verfranschen van onze litlera-
uur en ons tooneeltegen het prijsgeven
van vaderlandsche instellingen voor bui-
tenlandsch namaak, en elke beweging, po-
IjnHo -I611 !uaf,tschaPPelijk, die ons van ons
Nedeilandsch karakter berooven wil, onder
het voorwendsel van ons tot ledeü der
gioote naamlooze cosmopolitische vennoot-
BCiiap van Europa te promoveeren.
Aan de andere zijde bestrijden wij met
deuzeliden ernst elk denkbeeld van een
Staatskerk, hetzij dan een Gereformeerde
of een Moderneomdat we de vrijheid
van godsdienst voor alle burgers, die in
naam wel vóór de Revolutie bestond, maar
inderdaad eerst door haar, als middel, ons
deel werd, dankbaar aanvaarden, en'den
eenen burger niet willen laten betalen
voor den godsdienst van den ander.
En evenzoo aanvaarden wij zonder mur-
mureeren het feit, dat we niet meer zijn
een zuiver protestantsche, maar een zeer
gemengde bevolking, met een Gerefor
meerd, een Roomsch, een algemeen Pro-
testantsch en een ongeloovig bestanddeel.
Noord-Brabant en Limburg zijn voor ons
provincies met gelijke rechten als de
anderen en mogen in geen enkel opzicht
anders worden behandeld.
Om dezelfde reden ijveren wij zoo con
sequent voor gelijke toekenning van poli-
tieken invloed aan alle burgers, en aarzelen
we niet den oud-liberalistischen Census, en
elke nieuw uitgedachte beperking van
het kiesrecht, die op bevoorrechting van
den een boven den ander uitloopt, te brand
merken als on-Nederlandsch en onzedelijk.
"Wij willen het kiesrecht toekennen aan
ieder hoofd'des gezins, zonder onderscheid
van rang of stand, en dat niet om'dat wij
de gelijkheidstheorie der revolutie aan
vaarden, maar juist uit protest tegen deze
theorie, waarop de leer van het algemeen
stemrecht gebouwd is.
Inéénwoord, wij trekken het Je Main-
tiendrai (Ik zal handhaven) door op elk
gebied. Wij trachten de hoofdbeginselen
waarnaar onze voorvaderen leefden en
waarbij zij groot geworden zijn opnieuw
in eere te brengen in de schatting van
het volk. Wat met bewustheid uit een
daaraan vijandige bron put, dat bestrijden
we. Wat vatbaar blijkt om zich door die
beginselen te laten bezielen, dat achten
we bruikbaar materiaal. Wat nieuwe
vormen aanbiedt, die onze vaderen niet
kenden, maar die zich leenen tot voertuigen
dezer beginselen, dat aanvaarden we dank
baar als geschikte wenschen in den strijd.
'Wat integendeel den vooruitgang zoekt
in het onderstboven keeren van al het
bestaande, dat verwerpen we als revolu
tionair. Afbreken zonder meer is een ge
neesmiddel erger dan de kwaal. En wat
uit ziellooze behoudzucht of staatkundig
eigenbelang alle hervorming tegenstaat,
daarvoor hebben we niet den minsten
eerbied.
Dit alleen willen wij, dat ons volk zich
zelf blijve dat het zijn karakter behoude,
ook als het nieuwe banen van ontwikkeling
bewandelt. Niet uit Parijs of Brussel of
Berlijn moet het lessen van levenswijsheid
halen, maar het moet in denk- en levens
wijze weer terug tot den ernst en de dege
lijkheid der vaderen en die overplanten op
de ftedeudaagsche gebruiken.
En ten slotte, het moet één blijven.
Niet slechts geografisch, maar innerlijk in
zijn bewustzijn één. Het mag niet gedeeld
in eigen boezem zijn, zal het in de stormen
des tijds zijn zelfstandigheid kunnen be
waren. Reeds veel te lang heeft het verschil
van inzicht in de hoogste belangen der
uatie, verdeeldheid gesticht onder zonen
van hetzelfde huis.
Daarom kan maar ééne politiek bij de
tegenwoordige samenstelling van ons volk
voldoen. De politiek, die niet het belang
van ééne bovendrijvende partij dient, maar
die, uitgaande van de leuzeGelijk recht
voor allen, aan de verschillende volksbe-
standdeelen gelijke vrijheid laat om hunne
krachten te ontplooien en ze desniettemin
alle tot die hoogere eeheid te doen samen
werken, waarin ook thans 't Volkskarakter
zich onmiskenbaar moet vertoonen.
Elke andere politiek is onhistorisch, en
zal op den duur schipbreuk lijden op de
nationale veerkracht, die vroeg of laat hare
onderdrukte rechten zal hernemen.
8 Februari 190G.
Onze vrienden te Vlissingen zullen Dins
dag de welkome gelegenheid zich geboden
zien om iets goeds te kunnen doen. Zij
kunnen dan, als ze met ijver bezield en
trouw op hun post zijn, hun bekende stad
genoot dr. P. Merckens tot lid van den
Gemeenteraad kiezen.
Sints een kw art eeuw is de naam Merckens
aan Vlissingen verbonden. Wie kent in
Vlissingen niet de sympathie figuur van
meester Merckens, sympathiek in veel,
eigenaardig in meer. Individueel, Mspcin-
ner niet zelden
En dr. Merckens, de zoon, de jeugdige
docter keerde tot zijn vaderstad, na vol
brachte Studie terug, om zich, behalve aan
zijn practijk, ook aan onze algemeene chris
telijke belangen te wijden.
Hij diende reeds menige vereeniging met
zijn kostelijke gaven, werd door districts-
genooten als hun Provinciale vertegen
woordiger gekozen en zal nu, we twijfelen
daaraan niet, door zijne stadgenooten een
plaats worden ingeruimd onder de vroede
vaderen van de zoo sterk ontwikkelende
Schelde-stad, cle volkrijkste van Zeeland.
Bij een keuze als deze komt, dunkt ons,
nu eens geen partijschap, geen oppositie te
pas. Dokter Merckens behoort om zijn aan
deel in Vlissingen's algemeene belangen,
om zijn speciale kennis op het terrein der
hygiène, om zijn persoonlijkheid en gaven
in één woord, in den Raad.
Hem, met gerustheid en sympathie te
kiezen, zal een genoegen zijn voor allen die
in dezen tijd van de antithese nog, ook zelfs
waar het geldt gemeente-belangen, over de
antithese weten heen te zien tot daar waar
het oog ruimer veld aanschouwen kan.
- Zal wat de stoom voor de negentiende
eeuw is geweest de electrioiteit voor de
twintigste eeuw worden
Een buitenlandsche fabriek van electri-
sche werktuigen zond dezer dagen een
prospectus met afbeeldingen met de nieuw
ste toepassingen der electrisiteit voor het
verrichten van huishoudelijk werk.
Een machine om aardappelen te schillen,
om groenten te snijden, een machine om
borden te wasschen en te drogen, en verder
electrische haarden, komforen, enz.
De keukenmeid of, want deze worden
zeldzaam, de huisvrouw behoeft er voor
toezicht slechts bij te staan.
Behalve de electrisch ingerichte keuken
geeft het prospectus ook inlichting omtrent
eene electrisch ingerichte wassclierij, die
als 't ware spelende den arbeid doet, nu
nog aan vele wasohtobben zwoegende
verricht.
Naar mijn meerling moeten gods
dienst en politiek niet worden ver
mengd, wanneer men onder gods
dienst verstaat kerkelijk leven, cultus
en al wat daarmede in verband staat.
Ht verband tusschen politiek en
godsdienst ligt m i. hierin, dat iemand,
die God wil d enen, zulks doet in alle
zaken, dus óók in zaken van Staat.
En wat men ook moge zeggen, de
vrijheid kan daardoor nimmer worden
bedreigd. Er is geen grondslag voor
de politiek, welke meer de beteekenis
der persoonlijkheid doet uitkomen en
die persoonlijkheid hooger eerbiedigt
dan in de christelijke religie.
TALMA.
Een roemloos einde.
De Maasbode herinnert aan het roem
loos einde van vele Staatslieden.
Roemloos is de dood geweest van vele staats
lieden in onze historie, veel anderen ook, die
óf zich tijdig terugtrokken uit het politiek toer
nooi óf door intrigue daaruit verdrongen waren
zonken weg in de vergetelheid, als eenzamen
wachtten zij hun stervensuur.
Oldenbarneveld liet het leven op het schavot.
De Witt werd door zijn eigen stadgenooten
om hals gebracht.
Van de Spiegel heeft in den kerker gezucht,
en is in ballingschap gestorven
Rutger Jan Schimmelpenninck was op het
lest van zijn leven door iedereen vergeten.
Onze Gijsbert Karei van Hogendorp vond
voor al zijn scherpzinnige adviezen ten bate van
het vaderland ten slotte slechts een schouder
ophalend en onverschillig publiek.
Mr. Van Houten ziet het restantje van zijn
oude heerlijkheid wegsterven op een Senaats
zetel geen enkele partij die hem meer
hebben wil.
En dan gaat liet via Thorbecke op
Borgesius los, wiens dwerggestalte zoo
onbedriegelijk is, dat men thans reeds
gerustelijk van diens „roemloos einde"
kan spreken de man die deze negen mi
nisters naar voren schoof en zelf geen
eerste klasse man is.
Het zijn geen »eerste klas lui" ze zullen
liet na de schitterende verschijning van den
regent Kuyper en zijn mederegenten zich zelf
in stilte wel bekennen.
Maar dat komt omdat ze naar voren gescho
ven zijn door een politicus, die zelf geen eerste
klas man is, eigenlijk onder geen klas te rang
schikken.
Zij zijn, hoewel wetens en willens, de dupe
van den roerigen Borgesius, die in den afge-
loopen zomer met zijn vriend Roodhuizen het
pleit van Nederland besliste in de gelagkamers
en bovenzaaltjes van boerenherbergen.
Met dit zeggen bedoelen we heel de politiek
van den heer Borgesius te karakteriseeren.
Hij is en blijft de man van klein gedoe, de
volksagifator, altoos uitgaande op avontuur, om
dat hij niet leeft uit de beginselen van dat volk,
de reclameheld van Juni 1905, een politicus
die even gemakkelijk van progam verwisselt
als van jas.
Zijn naijver in het politieke is als die van
een winkelier.
Hij heeft Kuyper bestreden en besprongen
als een concurrent.
Groote middelen om den Christen Staatsman
te weerstaan stonden hem niet ten dienste.
Maar overmoed en durl bezit hj wel.
Op hem is zeer bjzonder toepasselijk het
vers van Schiller
Es sitzt keine Krone so fest und so hoch
Der mutige Springer erreicht sie doch.
Borgesius der mutige Springer
Hij kon niet reiken naar de kroon van het
Christelijk Kabinet, hij zou er wel naar springen,
al zou hij, iia die toer daar hoog in de lucht,
nog zoo diep naar omlaag tuimelen.
Maar hij heelt die kroon toch weten te be
machtigen, en in zijn eeuwig gezwjg zit hij nu
verlegen ter neder met het verflenste ornament
in z'n handen, onzeker van de toekomstige
dingen.
De heer Borgesius, zoo gaat re Maasbode
voort, ondergaat nu de straf van den te-
leurgestelden gelukzoeker.
Straf, zeggen wj, want op den man drukt
een zware schuld.
Is het woord van Buys waar, aan hetwelk
gister in de Eerste Kamer herinnerd werd, dat
n.l. elke regeering, die niet steunt op een meer
derheid, zelfmoord pleegt aan eigen beginselen,
dan is het Borgesius, die aan de negen Ministers
het blanke mes in de handen heeft gegeven
niet alleen, maar ze ook tot die euveldaad geprest.
En dit is zeker niet het nobelste, wat men
van een mensch zeggen kan.
Met dit zwaar delict op zjn geweten staat
Borgesius heden voor de rechtbank van het
publiek.
Getuigen a décharge zijn er niet.
Of het moest een enkele zijn, die het even
waagt om te wijzen op de slimheid van den
delinquent, zeggende dat het altijd taktiek bij
hem was, maar in die slimheid gelooft de
rechter niet.
En met reden.
Want de slimheid van Borgesius lijkt maar
zoo.
Daar loopen er in de Kamer in zijn nabij
heid, die tien- en honderdmaal slimmer zijn
dan hij.
Zijn zoogenaam'de intrigues houden het ge
meenlijk niet langer dan 24 uren uit, zijn taktiek
wordt dikwijls op het eigen moment ontmanteld.
Het concentratie program, dat moest door
gaan voor een lijne zet, werd reeds den vol
genden dag in bevriende organen te kijk gezet
als een misgeboorte.
En wat voor slimheid zit er in de Kabinets
formatie
Niemand onzer die het vermag in te zien.
Ze is louter de daad van een roekelooze, van
een die, nu Kuyper toch eenmaal onder lag,
zich verder onttrok aan de verantwoordeljjk-
heid voor hetgeen uit die reformatie volgen
moest, tevens ten volle beseffend, dat de steller
van die daad binnen heel korten tjd over die
gevolgen ter verantwoording zou geroepen
worden.
En zoo ligt dan de schuldige geslagen onder
het vonnis der politieke immoraliteit.
Het is kras gezegddoch niettemin
juist. Het wordt nu reeds bevestigd. De
volkomen bevestiging zal niet lang op zich
doen wachten.
LAJMTBOÜ W.
Ericus schrijft in De Telegraaf:
Een landbouwer in een onveilige streek,
en groot hondenliefhebber, verzoekt mij
hem te melden, of Mastiffs geschikte waak
honden zijn. Hij verlangt een grooteu,
sterken, „imposanten'" hond, die bedelaars
en landloopers ontzag inboezemt.
Gaarne voldoen wij aan dit verzoek
door het schrijven t an een stuk, want er
zijn niet veel boeren zonder hond en die
er geen hebben, zullen zich er zeker een
aanschaffen, als zij weten, welke soorten
zij moeten kiezen en hoe zij ze moeten
dresseeren om handelbaar te worden, ver
trouwde, goede waak-, trek-, herders- en
jachthonden te zijn.
Nu de liefhebbers steeds meer voor ras
honden uitgeven en (evenals bij konijnen,
hoenders enz.) ook de landbouwer voel
meer blijkt te kunnen profiteeren van
rashonden dan van straathonden, kan hij
al heel gemakkelijk, vooral de honden
voor bovengenoemd doel zelf fokken of
uit door andere goed gefokte een goede
keus doen. Alle Mastiffs zijn meestal
goed te verkoopen.
Zie eens te Maastricht en in geheel
Limburg, maar ook in zeer vele andere
deelen van ons land, hoeveel nut en voor
deel men daar van honden weet te trek
ken. Geen stevige kerel is noodig om de
zwaar beladen melkkar te duwen, veel
'minder een paard, om die te trekken,
maar een flinke hond is voldoende, met
een meisje, even boven de schooljaren,
die er bij loopt en de verlangde hoeveel
heid melk aan de klanten geeft.
Heel leuk zijn de meestal kleine „jaag-
hondekens" in zeer vele zand- en heide
streken. Verwar ze niet met jachthonden,
want dat zijn 't volstrekt Diet. Hoenders,
eenden, ja, zelfs ganzen en „loop'Varkens
loopen vrij rond, maar zouden hier en
daar veel schade kunnen doen. Het vlugge,
luid blaffende hondje vliegt er dan op los
en verjaagt ze heel handig. Is het met
den baas of met een knecht meegeloopen
naar landerijen, ver van huis, dan behoeft
de vrouw of zelfs een kind maar even
„Hèk, hèk, hèk (Hector) te roepefi, om
de ongenoodigde gasten te verjagen. Ze
kennen Hèk en de kennismaking was voor
hen niet altijd even aangenaam. Hoe men
ze dit leert, zullen wij u mededeelen, bij
het bespreken van de rasseD, welke voor
dit doel het meest geschikt zijn.
Nu eerst de Mastiff.
Wilt gij weten of uw Mastiff raszuiver
is Vergelijk hem dan maar eens met de
volgende eischen, welke aan deze honden
gesteld worden door den heer L. Seegers
(vast keurmeester dezer honden bij „Cyno-
philia" en „Mimrod". (We noemen alleen
de hoofdpunten).
Kop breed, massief
hersenpan licht gerond
ooren klein
snuitbreed, diep en vierkant
voortssluitende tanden, donkerbruine
of hazelnootkleurige en wijd uit elkaar
staande oogen rechte voorpoolen met
steik beendergosteldiepe borst, sterk ge
bouwde lendenen.
Kleurgestroomd of reekleurig, snuit
altijd zwart, ook de ooren.
Grootte: van geen overwegend belang,
zoolang de hond symmetrisch gebouwd is..
Schouderhoogtevan '68 tot 80 c.M.
Gewicht van 50 tot 90 Kg., respectievelijk
voor leef en reu. Zoo is 68 c M. schouder
hoogte en 50 Kg. gewicht voor een teef
inaar even voldoende, doch voor een reu
volstrekt niet. 't Zijn dus niet bepaald
dames schoothondjes. Ik heb een reu van
83 c.M. schouderhoogte gezien, die juist
83,2 Kg. woog. De echte Mastiff-eigenaars
verlangen deze honden ongeveer evenveel
kilo's zwaar, als ze c.M. hoog zijn in de
schouders. Let er dus op, wanneer gij eeu
Mastiff hebt, die aan bovengenoemde eischen
voldoet, dat gij hem daarnaar voedt, tegen
dat hij op een tentoonstelling komt. Am
sterdam, Rotterdam en Den Haag zien de
meeste honden op hare groote internatio
nale tentoonstellingen, gewoonlijk uitge
schreven door de NederlandscheKenneelub
„Cynophilia" en de Nederlandsche Jacht-
vereeniging „Nimrod",