VOOR ZEELAND, No. 81. 1906. Zaterdag 6 Januari. 20e Jaargang. GHRISTELUK- HISTORISGH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. Dat critiek gemakkelijk, maar beter doen moeilijk is. S. J. DE J0NGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUiJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Gemengde Berichten. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. Ook als we de velerlei beschouwingen over de formatie van het huidige kabinet, en de vroegtijdige, nog onrijpe, delibera tion over het blanco artikel op zij zetten, dan bieden de haast afgeloopen begrootings- debatten voeling genoeg om te kunnen profeteeren welke liet toekomstig lot van de tegenwoordige coalitie, die tot de re geering geroepen is, zal zijn. Twee belangrijke onderdeelen in de begrootings-discussiën bevatten twee pro- fetiën voor de toekomst, o. i. gewichtig genoeg om er even bij stil te staan. Het eerste is de financieel© het tweede is de defensie vraag. Uit de begrootings-debatten is gebleken dat omtrent het eerste, het vraagstuk der financiën geen besliste overtuiging, althans geen vast program bij de regeering of bij den betrokken Minister bestaaten bij het laatste, het vraagstuk van de lands verdediging, dat bij den Minister van Oorlog wel degelijk een vast plan bestaat, maar dat indruischt tegen de overtuiging van twee deelen, en ook van der leden waaruit de coalitie, die de regeeringstaak heeft aanvaard, bestaat. Dat zijn de twee zwakke plekken in de kabinetsformatie, aan den dag gekomen in de vrij verwarde en overhaaste begroo- tings-behandeling. De twee zwakke plekken, waarbij het Kabinet de Meester steeds zal hebben te tobben. Zwak van constitutie als dit Kabinet is omdat het geen vastaangesloten meerderheid achter zich heeft, zoomin als een vaststaand program voor oogen, zijn deze zwakke plekken dubbel verontrustend. Nu zal het nog geen lid der coalitie wagen om door het afstemmen van een belangrijke voordracht dit Kabinet tot aftreden te dwingen, omdat de vrees voor een clericaal Ministerie allen schrikken doet van de verantwoordelijkheid. Die schrik vormt het cement. Het vertrek van dr. Kuyper voor langen tijd naar het buitenland was een ramp voor de, door antipathie tegen zijn persoon saamgevoegde, meerderheid. Met zijn ver dwijnen was de tegenstand haar heftigste kracht ontnomen. De nawerking van dien tegenstand gaf stuwkracht. Maar eenmaal komt de dag, nu reeds als een ongeluksdag door den lieer Drucker voorzien, dat met de sociaal- ook de vrij zinnig-democraten hun stem zullen moeten onthouden wegens strijd met het pro gramma. Het programma. Stond dan niet het financieel programma, door mr. Treub ontworpen, vast En nu? Een donker floers ligt over de toekomst gespreid. Meer dan ooit grijpt het finan- ciëele vraagstuk in alle verhouding. Reeds nu houdt de vermeerderende inkomst des rijks geen gelijken tred met de~ vermeer derende uitgaven. Indië vraagt afbetaling eener eereschuld. Oost en West kunnen geen opheffing uit den nood wachten tenzij ten koste van vele millioenen. Onze groote gemeenten kunnen niet bestaan, dan ten koste van toenemende schulden en overdreven lasten. De sociale toestand eischt naar de beloften van programma millioenen. En wat was de uitkomst van al dit betoogen Wat het resultaat van het pogen van dit Kabinet om aan de eischen van het programma tegemoet te komen Natuurlijk niet in werkelijkheid, daartoe is dit Kabinet te kort aan het bewind. Maar in theorie. Welke is den weg door haar te be wandelen voorgesteld Voorloopig 10 pCt. op de bedrijfs- en vermogensbelasting, onder eenig gepruttel en met zekeren angst, door een zoo vol tallig mogelijke linkerzijde, toegestemd. Anders niets. Een druppel in den emmer, een stofje aan de weegschaal, meer niets en boven dien van twijfelachtig gehalte. Zoo bleef een sluier hangen over het vraagstuk, dat het vraagstuk bij uitnemend heid mag geheeten worden. Niemand weet waarschijnlijk zelfs zij niet, die tot op lossing van dit vraagstuk geroepen zijn, welken weg in te slaan om het ieder jaar klemmender vraagstuk oplossing te doen vinden. Het vraagstuk der financiën. Het programma der tegenwoordige regeeringspartijen wil immers evenzeer met kracht en ijver inperking van vele der uitgaven die zich voortdurend uitzetten. En onder deze zijn er geen inet zoo groot uitzettings-vermogen als die der lands-verdediging. Beperking van die uit gaven is het ideaal van allen die zich democraat noemen. Maar ziedaar de eenige Minister die voor zichzelf' een program blijkt te heb ben en den moed heeft daarvan te ge tuigen, en die juist het departement be heert waar alle bezuinigingshoop op is ge richt, en hij juist is de man die in de Kamer de overtuiging wekte dat van dezen Minister voor bezuiniging niets te hopen is. En wat nog erger is dat de regeering in dit opzicht met hem eens denkend is. Door deze twee feitenhet ontbreken van licht in de vraag van den toekom- stigen staat der financiën, en den strijd tusschen programma en houding in zake de landsverdediging heeft zich de positie van het huidige Kabinet scherper afge- teekend. En het is met zekere voldoening' dat de rechterzijde mag terugzien op de behandeling der begrooting van dit jaar. Indien ooit gebleken is dal Critiek ge makkelijk, maar Kunst moeilijk is dan wel nu. De eischen en wenschen der op positie-programma's verstoven als kaf voor den wind, of gaven althans geen hoop voor de uitvoering. Verwachtingen gingen te loor, slechts gemeenschappelijk schaamtegevoel of vrees voor erger was in staat te lijmen wat niet éen geheel uitmaken kan en straks losweeken moet. 5 Januari 1906. Te Groningen is een nieuwe Chr. school opgerichtdit gaf aanleiding dat de heer Bigot, een der woordvoerders voor de openbare school in een openbare vergade ring aldaar optrad om het openbaar onder wijs te verheerlijken, en de chr. school in een verkeerd daglicht te stellen. De Nieuive Prov. Groninger komt daar en terecht tegen op. De heer Bigot had gezegd De neutrale school wil goede menschen vormen. De bijzondere maar goede kiezers. De openbare school brengt verdraagzaamheid, de bijzondere school kweekt ketterjacht, enz. enz. Men kan zich de rest wel denken. Ten slotte beweerde de spr. noghet volk van Nederland wil de bijzondere school niet, maar de drijvers, de recht zinnige dominé's en de patroons. Men vraagt zich verbaasd af hoe durft een man, die voor ontwikkeld wil doorgaan, zulke dwaasheden verkondigen Het treft wel aardig, dat hij, die zulke praatjes verkoopt, den naam draagt van Bigot('). 't Is toch al te mal. En zoolang het openbaar onderwijs aan zulke hulp behoefte heeft, staat het toch hopeloos zwak. Het toont op eigen beenen niet te kunnen staan. Komaan, als die school zoo degelijk is, en de bijzondere zoo slecht, waag dan den kamp. Weiger alle bevoorrechting. Het volk van Neder land wil Je bijzondere school immers niet Maar terzelfder tijd, als men zulke holle frasen uit, roept men om een slot op den mond van alle predikanten, die het wagen durven niet tegen de openbare school, maar voor de Christelijke te pleiten. En dat lijkt toch vreemd, als men van zijn voor treffelijkheid zoo zeker is. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bigot bijgeloovig. Wat de heer Bigot wilde en wat den liberalen nog zoo toelacht is echter het oude beginsel: Wij zullen onze school aan heel het volk opdringen en elke andere uiting zooveel mogelijk versmoren". „De spreker wees hen, die „de neutrale school hebben genoemd het kind van het bijwijf, hel broeinest van 't socialisme, de pest van de natie, erger dan de jenever- flesch, op het werk der openbare onder wijzers en tartte hen die beschuldiging nog eens uit te spreken". 't Treft wel eigenaardig dat znlk een beschuldiging pas weer geuit is door een groot vriend der openbare school, den bekenden liberalen dominé Vos uit Woud send. Deze voorstander heeft een brochure geschreven over de openbare school en van deze brochure vonden wij enkele aanhalingen in de „Volksonderwijzer". Wat schreef Ds. Vos „Door den godsdienst te bannen van de openbare school en de heilige neutraliteit in te voeren, is groot onrecht geschied aan de godsdienstige volksbelangen. En in zooverre is deze wet (van 1878) per nicieus (verderfelijk) geweest voor de open bare school, dat zij een ras onderwijzers gekweekt heeft, wier kenmerkende eigen schap veelal is, dat zij niet godsdienstloos, maar anti-godsdienstig zijn". De schrijver stemt volkomen in met het woord van iemand dat het schoonste in een kijk spel op de kermis kon zijn een neutraal onderwijzer. Zoo iets zeldzaams bestond er niet Wij zijn er ten volle van overtuigd, dat een onderwijzer, die neu traal wil zijn, zich verlaagt tot een ma chine en allerminst een paedagoog is, ook uat de individualiteit van den leermeester, indien hij tenminste iets beteekent, nood wendig den stempel van eigen geestelijk leven op het kind drukken zal. En van daar dat wij elkeen, die het socialisme vreest, volkomen gelijk geven, dat hij voor zijn kind geen socialistisch onderwijzer begeert. Het teerste van de kinderziel worde beveiligd tegen aanrakingen met de beginselen van Jan Rap Ja, de schrijver gaat zoo ver, dat hij het rondweg uitspreekt: ,,Wij schromen te dien aanzien niet het onomwonden te zeggen, dat een anti-godsdienstig onder wijzer de pest voor kinderzielen is". Neutraliteit is een onding, zoo oordeelt deze liberaal. En bovendien is het een feit, dat een groot deel der onderwijzers anti-godsdienstig is, en daardoor een pest voor de kinderziel. Wij merken al weer op dat zeggen niet wij. Dat zegt een onzer bitterste tegenstanders. En wij wijzen er op, niet om de open bare school te schaden als dat ons doel was konden wij immers wel zwijgen, want daar zorgen de neutrale" onderwijzers zelf wel voor maar om aan te toonen, hoe ernstige mannen onder de liberalen de mooie woorden van Bigot, hier nog toegejuicht helaas, voor zotteklap houden. Voor vijftig jaar deden zij opgeld. Nu immers niet meer. Indien de liberalen voor ons volksonder wijs werkelijk iets willen doen, laat ze dan dit leeren van de eel gesmade „kerke- lijken", dat ze er zich met hart en ziel aan geven, en dat zij allereerst in practijk brengen het schoone woord herzie u zelf". Het is niet de bedoeling aldus „De Nederlander" om onze lezers voor de vele sociale misstanden, die nog altijd be staan, min of meer onverschillig te maken; wij verliezen niet uit het oog dat nog steeds een zeer groot aantal menschen, hoewel betrekkelijk minder dan vroeger geen voordeel hoegenaamd trekken van den algemeenen materieelen vooruitgang der maatschappij, en wij meenen dat, hoe meer de maatschappij zich ontwikkelt, hoe ondragelijker elk onrecht wordt, dat kon worden weggenomen en toch blijft bestaan. Maar wij zijn van oordeel, dat men de maatschappelijke kwalen met meer moed kan bestrijden, wanneer men weet, dal men op den goeden weg is; voorts dal, naarmate zij, die het meeste grond voor klagen hebben, hun toestand helderder inzien, zij ook zei ven lichter naar de juiste geneesmiddelen zullen grijpen. Zoolang men mokt en zich ergert over heigeen niet is de ware oorzaak, komt men niet verder. Vermeerdering van welstand komt lang zaam en ongemerkt. Eén menschenleeftijd is er, zooals wij zagen, voor noodig. Welnu! laat ieder die zijn welstand wenscht te vermeerderen eens een menschenleeftijd lang beproeven uiterst zuinig te leven noodelooze verteringen te staken; te spa ren voor den ouden dag en de toekomende rampeneerst te huwen wanneer men re delijkerwijze zich in staat kan achten een gezin te onderhouden; zich, ook door het gebruik maken van de aangeboden mid delen van onderwijs, voorbereiden voor zijn levenstaak. Velen die nu klagen, zullen erkennen in hunne jeugd zoodanigen le vensregel niet te hebben gevolgdmaar hebben zij dan wel meer recht om le klagen dan de patiënt, die lijdt aan de gevolgen der uitspattingen of van de verkeerde le venswijze zijner jeugd Gapon, de bekende leider der Russische smeekelingen, later opstandelingen, te Pe tersburg, heeft zijn levensgeschiedenis ge schreven. Uit de mededeelingen in de groote pers blijkt dat deze priester uit de Grieksche kerk heelwat bederf in zijn kerk en bij de overheid, en ook onder het volk, gevonden heeft. Gapon is een boerenzoon, die tot priester werd opgeleid uit zelfzucht. De priester is de gouden schoof en door zijn gebeden verzekert hij zijn familieleden de zaligheid. De Russische priester hoe vroom ook begonnen, eindigt met geldgierig te zijn. De opleiding is zeer gebrekkig. Het onder wijs door de professoren bestaat in geest - doodend napraten het overige van den dag brengen dezen door in dobbelen en drinken. Iedere geestelijke koopt zich in de gunst bij zijn lioogeren. De procurator der synode, Pobjedonostzef was oppermachtig. Hij stelde aan wie hij wilde. Gapons „diaken" was een mislukte studentin de medicijnen, een dronkaard, die dagelijks in de kerk de kopeken der armen kwam opvorderen. En zoo doen alle diakensdie vragen kopeken, de priesters eischen roebels, de bisschoppen vorderen bankbiljetten. Het vieren der mis, het huwelijk, de doop, begrafenis, 'tis alles koopwaar. Het stelsel brengt de kerk in nauwe aanraking met de regeering en met de politie, die te zamen het volk uitmergelen. Behalve tegen het volk is de Russische priester een sterk bondgenoot der Regee ring tegen de Intelleclueelen (geleerden). Geen wonder dat de stemming onder het volk bij het uitbreken van den oorlog zoo allertreurigt was. De Russische fabrieks arbeider is de ellendigste van allen. In de practijk vijftien werkuren daags; rechte loosheid lage loonen een arme woning, meest uit slechts één vertrek bestaande voor zich en zijn gezin en op zijn ouden dag naakt aan den dijk. Het is onbegrijpelijk dat in hen nog zooveel ziel zat, om den ongelijken kamp der laatste maanden vol te houden. Zoodra er meer uit Gapons met gloed geschreven boek openbaar wordt, zullen wij er eenige der meest sprekende stukken uit overnemen. (Wij merken nog dit op dat een roebel gelijk is aan 100 kopeken en 1 kopeke is in onze munt twee cent). Uit de opgaven van het verkeer in de drie havens H amburg, Rotterdam en Ant werpen blijkt, dat Rotterdamshavenbe- weging voor de eerste maal in 1905 die van Antwerpen heeft overtroffen, Rotterdam had 330 duizend ton meer invoer dan Antwerpen. Bij de grootste vastelandshaven Ham burg staat de Rotterdamsche havenbe weging nog met l'/a millioen ton ten achter. Hamburg telde 10.382.000 ton en Rotter dam 8.674.000 ton. Rusland. Op den onder-gouverneur van Oefa ia een moordaanslag gepleegd. Hij werd door drie kogels getroffenzijn toestand is zorgelijk. Stakers hebben met dynamiet do groote Weichselbrug van de Dombrowaliin ver nield. De spoorweg-employés aan de lijn Riazan hebben het besluit genomen, de staking voort te zetten. Het station Koenof, in het gouvernement Radof, is door een bende gewapenden vernield. In het ministerie van Marine hebben zich drie speciale commissies geconstitu eerd. De eerste zal tot in bijzonderheden eeD enquête moeten instellen naar het gebeurde bij den zeeslag bij Tsoe-sjima. De tweede commissie moet onderzoeken, hoe de toedracht is geweest van de over gave van de vier pantserschepen, welke onder bevel stonden van admiraal Nebo- gatof. Onder beschuldiging, voor die overgaaf verantwoordelijk te zijn, staan voor die commissie terecht admiraal Nebor gatof en de commandanten Grigoriëf, Lisjin en Smirnof. Een derde commissie zal een onderzoek instellen naar de omstandig heden waaronder de torpedobooten Bedovoi en Anstel zich overgaven. Te Radof is in het middelpunt der stad naar het hoofd der politie, die in gezel schap zijner vrouw was een bom geslin gerd beiden werden zwaar gewond, de vrouw is aan hare wonden gestorven. Ook eenige voorbijgangers werden gewond. Uit Witau wordt gemeld, dat gisteren een regiment infanterie met artillerie naar Goldingen gezonden is, dat reeds sedert twee weken in handen der opstandelingen is. Te Tsaar heeft bevolen, dat 100,000 roebel ter beschikking van den gouverneur- generaal van Moskou zal worden gesteld. Die som moet onder de noodlijdende be- bevolking, die door den opstand geleden heeft, verdeeld worden. In een door den gouverneur-generaal Doebassof openbaar gemaakt uitvoerig rap port over de laatste gebeurtenissen in Mo»kou wordt het volgende medegedeeld Na den 28en December een besliste neder laag te hebben geleden sloegen de revo lutionaire benden op de vlucht, waarbij zij gebruik maakten van den spoorweg, die nog tot den 29en December in hun bezit is gebleven thans zijn de benden geheel en al uit elkander gejaagd. De hef tige tegenstand, dien de oproerlingen boden, maakten het aanwenden van geschut nood zakelijk, hetgeen echter beperkt werd door het streven om het leven en de huizen der vreedzame burgers te sparen. De generaal ontkent voorts dat door het leger gruwelen zouden gepleegd zijn. Onze Middelburgsche corresp. schrijft Sedert gisteren rijdt 'de stoomtram tot 's avonds toe, om den berg grint, die op de Loskaai gelost is, te vervoeren en langs den weg te spreiden. Het benoodigde aantal locomotieven 5 is present, onderscheidene der wonin gen van de beambten te Koudekerke zijn reeds betrokken. De wagons worden nog gewacht en aan den weg en de werken wordt hier en daar de laatste hand gelegd. Nog is de datum der opening niet bekend, maar men wacht de aankondiging zeer spoedig. Middelburg. Heden werd door Gede puteerde Staten tot 2e klerk ter provinciale griffie benoemd de heer M, J, Jonk,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1