NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 80. 1906
Vrijdag 5 Januari,
20e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
BaiteniandSGb Overzicht.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maartden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
4 Januari 1906.
Drie verkiezingsleugens van de vrij
zinnigen zijn nu door een vrijzinnig blad,
de Nieuwe Couranterkend.
De eerste is er zal op militair en ander
gebied bezuinigd worden om de uitgaven
voor de tociale wetten te dekken.
Zoo werden vele kiezers voor de vrij
zinnigen gewonnen, met name te Zierikzee.
Thans erkent de (liberale) Nieuwe Crt.
Het i s waar, dat van links den kiezers
bezuinigingen, vooral op militair gebied (ook
Van der Zwaag sprak daarvan met snijdende
stem) zijn voorgespiegeld, die men geenszins
wist te zullen kunnen doorvoeren en die dan
ook door dit Kabinet zeer stellig niet aange
bracht zullen worden.
De tweede leugen is dat de verzekerings-
ontwerpen van minister Kuyper den arbei
ders niet genoeg gaven. De vrijzinnigen
zouden meer geven. De arbeider behoorde
op vroeger leeftijd gepensioneerd.
Thans schrijft de (liberale) Nieuwe Crt.
Het is waar, dat er van links verkiezings-
kritiek op Kuyper's ontwerp van ouderdoms-
en invaliditeits-verzekering is geoefend, die
lata morgana van uit de schatk.st be
schikbaar te stellen millioenen guldens deden
rijzen voor de oogen der behoeftigen en aan
dit vraagstuk een beangstigenden omvang
hebben gegeven, welke de oplossing des te
moeilijker maakt.
De derde leugen is deze dat men zich
hield alsof men het niet wist met de
socialisten. De socialisten konden de libe
ralen steunen zooveel zij wilden, maar de
liberalen hadden met hen niets te maken.
Het was niet waar zoo zei men dat
door hun optreden de socialisten meer
macht zouden krijgen en dat een vrijzinnig
kabinet in de toekomst steeds op de socia
listen zou moeten steunen.
Thans bestatigt de (liberale) Nieuwe
Courant
Het i s waar, dat de politieke constellatie,
welke tot een openlijk of bedekt samengaan
met de socialisten noopte, aan deze partij een
voorname plaats heeft bezorgd, welke allerminst
strookt met haar inwendige kracht.
Drie bekentenissen die nog wel door
meerdere zullen gevolgd worden. Onder
meer ook wel door deze dat wij nu zitten
midden in het moeras, en niet weten hoe
wij er uit komen, tenzij dan door den man,
wiens naam de Middelburgsche Courant
liever nooit meer genoemd zag.
Een vakvereeniging als de Algemeene
Nederlandsche Diamantsbewerlcersbond is in
Nederland en misschien wel verre buiten
de vaderlandsche grenzen, eenig. Acht
duizend leden die per week f 11.000 con
tributie opbrengen.
Maar men moet daarbij in aanmerking
nemen dat er gesproken wordt van ruim
f 300 weekloon voor één diamantbewerker.
In zoo'n kring is de sociale kwestie
opgelost, zou men zeggen.
Zou 't waar zijn
Vermeerdering van welstand en van
ontevredenheid gaan saam.
Maar als de welstand dan zoo vermeer
dert, waardoor ontstaat dan die algemeene
ontevredenheid?
In de eerste plaats hierdoor, dunkt ons,
dat hetgeen in 't algemeen waar is, niet
waar is in elk bijzonder geval, en de on
tevredenen gewoon zijn meer leven te ma
ken dan de tevredenen. Het is volstrekt
niet te loochenen, dat in alle klassen der
maatschappij menigeen het slachtoffer
wordt van de concurrentie. Maar dat is
ten allen tijde zoo geweest, en de armen
en veriatenen hadden het vroegeren tijd
waarlijk niet beter dan nu, toen zij soms
met doodstraf bedreigd werden, als ze de
grenzen van een gebied, welks overheid
ze weren wilde, overschreden Het is ook
niet te loochenen, dat juist door de ont
wikkeling der maatschappelijk krachten
van tijd tot tijd nieuwe misstanden ont
staan, die, vroeger niet gekend, thans zich
TSterk doen gevoelen.
Zoo krijgen wij dan toch onzen tien
den penning dit jaar.
Met 49 tegen 44 stemmen besloot de
Tweede Kamer tot het heffen van 10 op
centen op bedrijfs- en vermogensbelasting.
Deze door de regeering voorgestelde
maatregel dupeert den middenstand, den
kleinen burger, den winkelier, den kleinen
rentenier, en den man met het magere in
komen, als predikanten en onderwijzers,
voor wie 't in den regel tobben is om
rond te komen.
Daar hebben ook de socialisten voor
gestemd.
Een bewijs dat de natuur of de poli
tiek boven de leer gaat.
Ziehier hoe Het Volk deze socialistische
stemmen voor het tien-opcenten-voorstel
goedpraat
In het kunstmatig vervroegen eener crisis
is voor ons geen enkel belang te vinden.
Zoolang de rechterzijde hare kunstmatige
eenheid behoudt en de vlag der antithese
niet neerhaalt, moet haar als minderheid de
tijd worden gelaten om tot betere gedachten
te komen. Als Passtoors en Van Vliet met
Van Dedem en Lohman willen blijven hok
ken, ontkennen zij eiken zuiveren grondslag
van politieke indeeling naar economische be
langen, en beteekent hun combinatie onzui
ver spel. Zelfs een zoo zonderlinge onderne
ming als die van het tegenwoordig ministerie
verdient daarboven voor een poos de voorkeur.
Nu weten wij het. Het is politiek, 't
is Kuypervrees geweest die de socialisten
drong de zaak der arbeiders (arbeiders
nu eens in socialistischen zin genomen)
en van den middenstand te verraden.
En dan de vrijzinnig democraten,
Van Raalte vooropdie in 1902 zelfs de
vijf opcenten van minister Harte zóó hef
tig bestreden Maar dat komt later wel
Allerleukst is een plaat in Het Han
delsblad. Bezaten wij het vermogen ze
af te drukken, wij deden het gaarne
want toelichting er bij is overbodig.
Wij zien op de prent een vrouw uit 't
volk, met tegenover zich Hügenholtzdie
een spoor treintje onder den arm draagt,
Van Kol in galakostuum, en Polak met
het plan voor zijn nieuwe villa in de hand.
De vrouw uit het volk zegtZijn dat nu
vertrapte proletariërs
Van KolOch 1 ochNeen dit is geen
galacostuum het is maar een be
leefdheid
HügenholtzIk ben een wetgever. Lo
comotieven houden voor mij op als ik
gebied
Henri PolakNeen vraag excuus
dit is geen „villa''het is maar een
„landhuisje" dat ik door mijn architect
Berlage laat bouwen.
De jaloezie tusschen Engeland en Duitsch-
land, een jaloezie die in nijverheid en
handel reeds jaren voedsel vindt en nu door
de nieuwe Duitsche vloot nog sterker aan
gewakkerd is, gaf met Nieuwjaar aan dag
bladen op het vastland zoowel als op de
Britsche eilanden stof tot allerlei bespie
gelingen.
En tusschen alle die bespiegelingen deed
een Duitscher o.i. een goed woord hooren,
een woord dat meer van gezond dan van
naijver getuigt.
De Duitscher begint er op te wijzen hoe
arm we zijn aan buitengewone persoonlijk
heden, aan groote karakters. Onze demo
cratische tijd kent de massa, de compacte
massa. Weg met alle individualiteit. Gelijk
maken, meedoogenloos afkappen alles wat
boven het bosch uitsteekt, dat is de ware
dierbare leer van dezen tijd.
Specialiteiten in dit of in dat, die zijn er
nog, maar alles omvattende persoonlijk
heden, waar zijn ze? Wie zou het durven
zijn?
Wie durft het zijn onder dit epigonen-
geslacht
Daar is in Europa een Keizer, regeerende
over 60 millioen menschen, die somtijds
waarlijk groot zijn kan, dikwijls sympathiek
en ongetwijfeld belangwekkend als sterke,
machtige persoonlijkheid.
Wilhelm II, de Keizer van Duitschland,
is een persoonlijkheid op een Vorstentroon,
zooals er op dit oogenblik geen tweede
leeft.
De onbekende luitenant die op 15 Juni
1888 zijn vader, na eene regeering van
honderd dagen opvolgde, werd Keizer in
het land der Bismarck's en der Moltke's, in
het land der geduchte Germanen die nog
pas 18 jaren geleden het wufte Frankrijk
in militairen en politieken zin hadden
verpletterd.
Hij droeg tot heden de kroon als vrede
vorst, en arbeidde aan de oeconomische
ontwikkeling van zijn land.
Bismarck was de Schepper, Moltke de
Wachter, maar Wilhelm II is de Schuts
patroon. Met immer waakzaam oog heeft
hij nieuwe arbeidsvelden voor handel en
industrie weten te ontdekken. Als handels
reiziger werd hij niet zelden bespot en
als de reize-keizer gescholden, maar hij
toonde te begrijpen den roem en de roeping
van een vorst des vredes in een land waar
wapenen en luisterijke zegepralen nog in
levendige herinnering waren.
Hij was de groote drijfkracht, het middel
punt, waarvan kracht, Teweging, bezieling
uitstroomt.
Hij stampte een prachtige vloot uit den
grond, en wist het onovertroffen Duitsche
leger, in een lange vredesperiode op peil
te houden en als een geduchte macht te
doen vreezen.
Dat is de man die het stoere Germanen-
dom aanvoert en de jaloezie opwekt van
den nijdigen, maar alles begeerenden Brit.
Zijn jaloezie wordt in den weg getreden
door een persoonlijkheid van buitengewone
kracht, in Duitschland geliefd als geen
andere en in de wereld daar buiten als
vredesvorst geëerd, meer dan hij, die de
eerste vredesconferentie samenriep of de
tweede samenroepen zal.
Dr. Schaepman over den Dood.
Uit zijn „Aya Sofia".
Daar vaart langs heel de wereld
Een woeste doodsorkaan,
De scheppingen der menschen
Verrijzen en vergaan.
De scheppingen des Heeren
Behooren mee den dood,
Want hij alleen is Koning,
Zijn macht alleen is groot
De stormen zijn zijn knechten,
De bliksem is hun lans,
De vlammen zijn hun zwaarden
Met bloedig rooden glans
De waat'ren zijn zijn legers
Ontembaar in hun vaart,
Bij 't dreunen van den donde
En 't jammeren der aard
De zon in al haar glorie
Is dienstbaar aan het graf,
Zengt van de schoonste bloemen,
De schoonste knoppen af.
En met haar zilv'ren stralen
Verstijft, de zachte maan
De kronkelende blaadjes
Bij 'tvroolijk opengaan.
De wereldvorsten bouwen
Paleizen uit de rots,
De maarschalk der verdelging,
De tijd, verbreekt hun trots
De wond're reuzenkind'ren,
Die schoonheid en genie
En scheppende aandrift stichten
En heilige harmonie,
Zij rijzen, en de Heersclier
Drukt met zijn zegelring
Zijn teeken op hun schedel,
Dat heet vernietiging.
Vernietiging, de leuze,
Waarmee de tijd ontwaakt,
Waarmee de nacht der morgen
Uit hare boeien slaakt.
O Dood, o Wereldkoning,
Hoe heerscht gij overal,
Hoog in het blauw der heem'len
Diep in der waat'ren val j
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De volle wereldstroomen
Verstikt ge in drassig zand,
Der Alpen harde koppen
Vergruist uw dorre hand,
De zonnesterren storten
En sterven in 't azuur,
O Dood, gij zijt het leven,
't Mysterie der natuur.
Rusland.
Nu bij toenemend telegraafkeer de be
richten schaarscher worden, mag men hel
er voor houden dat de rust in de voor
naamste brandpunten der revolutie is terug
gekeerd.
Er komen nog wel berichten van het
tegendeeldoch die zijn altegaar nog uit
het oudejaar afkomstig en kunnen der
halve worden voorbijgegaan.
Te Moskou komen alle bladen weer uit.
Gisteren zijn daar 150 lijken begraven. Van
de 47 ambulance-posten is bericht ont
vangen dat zij 548 gesneuvelden geborgen
hebben (waarbij 100 kinderen), en 1065
gewonden (waarbij 165 vrouwen en kin
deren). Onder anderen is prof. Worsbjef
door een officier gedood met een revol
verschot, omdat hij gewonden bij zich liet
binnenbrengen en hen verzorgde.
Ook op de spoorweglijnen, die van Mos-
kau uitgaan, moeten de stations door de
troepen heroverd worden. Volgens een
telegram heeft dit op de lijn Moskau
Kazan plaats gehad en zal nu de Moskau
Rjazan onderhanden worden genomen.
Generaal Bogdanowitsj, onder-gouver
neur van Tambof, die een belangrijke rol
gespeeld heeft bij de onderdrukking der
boeren-onlusten, is overleden aan de ge
volgen eener verwonding die een sluip
moordenaar hem eenigen tijd geleden had
toegebracht.
Te Petersburg loopen nog verontrus
tende geruchten, wat echter niet zeggen
wil dat zij waarheid bevatten.
In weerwil van alle voorzorgsmaatre
gelen is er sprake van een algemeene
spoorwegstakiug die zou uitbreken tegen
10 dezer.
De politie zet haar inhechtenisnemin
gen voort. In den afgeloopen nacht heeft
zij huiszoeking gedaan bij Gorki, maai
er werd niets gevonden. Ook zou de po
litie een groote hoeveelheid pyroxiline
ontdekt hebben, die bestemd was om de
Newa-bruggen in de lucht te laten vliegen.
De regeering werkt nu een wetsont
werp uit op de verzekering der werk
lieden tegen ziekte en ongelukken, welk
ontwerp aan de.Rijksdoema voorgelegd zal
worden eenige bepalingen zullen echter
reeds binnenkort in werking gesteld wor
den in de fabrieken en werkplaatsen der
regeeringop die wijze wil men trach
ten, de werklieden gunstig te stemmen
voor de overheid.
Om in Petersburg het uitbreken van een
gewapenden opstand onmogelijk te maken,
is de stad in verschillende militaire dis
tricten verdeeld, elk onder een militair
chef, die gemengde troepen-afdeelingen en
gesehut ter beschikking heeft. Alle straten,
die uit de arbeiderswijken naar het midden
van de stad leiden, worden met mitrailleurs
en gesehut bewaakt. Zoodra het eerste schot
valt, treedt de staat van beleg in.
In de arbeiderswijken heerscht groote
nood, daar de werven en belangrijke fabrie
ken geheel gesloten zijn en de fabrieken,
waar nog gewerkt wordt, niet meer werk-
loozen kunnen plaatsen. Vele broodelooze
lieden verlaten de stad, niettegenstaande
ten platte lande eveneens gebrelt heerscht.
Proclamaties worden rondgedeeld, waarin
de arbeiders als bedrogenen afgeschilderd
worden.
Uit Riga wordt geseind, dat de arbeiders
van de daar aanwezige gummi-fabriek Pro-
wodnik, waar een slapende wacht van
dragonders over den kling werd gejaagd,
na een militaire belegering, die vele uren
duurde en het gevangen neinen van gijze
laars zich overgegeven en de moordenaars
der dragonders genoemd hebben. In de
belegerde fabriek moeten verscheidene
duizenden arbeiders opgesloten geweest
zijn, wier tegenstand eerst door geschut
vuur gebroken moest worden.
Te Mitau is de gouverneur-generaal
Beckmann aangekomen, die in opdracht
heeft den opstand in Koerland te onder
drukken. Vóór alles moeten de wette
lijke bestuurslichamen, die op het oogen
blik verdreven zijn weder ingesteld worden.
Te dien einde zullen troepenafdeelen met
vertegenwoordigers van het bestuur naar
de verschillende deelen van het gebied
gezonden worden.
Uit Polen komt bericht dat tusschen
Iwangrod en Radon e een personentrein
is ontspoord, tengevolge van de bescha
diging van een spoorbrug. Twee spoor
wegbeambten gedood, vele reizigersge
wond.
Het station Jastremb is door gewapende
benden geplunderdde kas is leeggeroofd.
De algemeene staking is geëindigd.
Toen in Lodz op verschillende fabrieken
het werk werd hervat, drongen raddraaiers
de werkplaatsen binnen en dwongen de
arbeiders de fabrieken te verlatenzoo
doende duurt de staking in de stad voort.
Te Pabianice werd een hooggeplaatst poli
tieambtenaar door revolverschoten ver
moord de daders ontkwamen.
Thans komen ook nadere bijzonderheden
in over den staat van anarchie op den Sibe-
riscken spoorweg. Tot aan Tsjeliabinsk,
in den Oeral, vlak bij Rusland, bestaan er
geen spoorwegautoriteiten meer en zijn alle
stations geplunderd. Soldaten en matrozen
doen wat zij willen en vooral te Irkoetsk
heerscht volslagen anarchie. Militaire trei
nen rijden maar op goed geluk achter
elkander, zoodat groote ongelukken elk
oogenblik te verwachten zijn, te meer daal
de locomotieven door allerlei niet ter zake
kundige lieden worden bestuurd.
Het oproer i* het Donetsgebied is ook
ernstig geweest.
Eerst door de telegrammen over een
achturig, zwaar gevecht bij Bachmoet is
gebleken, dat het Russische bewind in het
zuiden des lands vrijwel geheel had op
gehouden te bestaan. Bachmoet in het
gouvernement Jekaterinoslaf in het Zuid-
Russische Zwarte-Zeegebied is een zeer
belangrijk middelpunt van het uitgebreide
spoorwegnet tusschen de stad Jekateri
noslaf, Karkof, Loegansk en Rostof a/d
Don. Eerst nu wordt bericht, dat alle
stations langs een of meer dezer spoor
verbindingen in handen der oproerlingen
zijn, die versterkingen ontvangen van door
de plattelandsbewoners. De nieuwbe
noemde gouverneur Sandetski heeft een
begin gemaakt met het hereveren der
stations. Ook hij heeft bevolen alle comité's
en andere voorloopige bestuurders der
revolutionairen te arresteeren en geen
genade te gebruiken. Bachmoet is in staat
van beleg verklaard en gelijk uit de tele
grammen van dit nummer blijkt, hebben
daar nog dagelijks groote gevechten plaats.
De gemeenteraad van Bachmoet heeft
op een conferentie met regeerings- en
militaire autoriteiten besloten een burger
wacht te vormen om de orde in de stad
desnoods met kracht van wapenen te hand
haven.
De aanleiding tot den „slag bij Bach
moet" ontstond, doordat op 29 December
in den vroegen ochtend gewapende op
roerlingen, meest fabrieksarbeiders, met
extra-treinen uit de omgeving van de stad
kwamen en de kazernes aanvielen, waarin
zich op dat oogenblik drie compagnieën
infanterie en een eskadron cavalerie be
vonden. De troepen beantwoordden het
vuur en om acht uur ontstond het meer
gemelde gevecht, dat tot 's middags 4 uur
aanhield. Tegen 12 uur was de sotnia
kozakken uit Wonlinzef aangekomen, die
den strijd besliste, door dat de oproer
lingen tusschen twee vuren kwamen. Vooral