NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 78. 1906. Woensdag 3 Januari. 20e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Vergelende wat achter is. Suitenlandscb Overzicht. VER3GHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van I5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zoo namen we dan afscheid van een jaar dat ons, politiek gesproken, achter uitgang en onzen tegenstanders, den vrij zinnigen van alle gading, vreugde bracht over het afnemen van den invloed van het christelijk element in ons vaderland. Dank zij de energieke leiding,in het hoofd kwartier en bij de verschillende brigades dank voor al de trouw en onverdroten ijver in zoo menig opzicht door belijden en organiseeren getoond, was het christelijk element tot invloed gekomen. De partij van het ongeloof was in 1901 in de Tweede en in 1904 in de Eerste Kamer in de minderheid geraakt en het christelijk element beschikte over de meerderheid. Onder dien smaad en schande televen was den vrijzinnigen te erg. En toen is een veldtocht geopend, niet van tien dagen en ook niet van tien weken, maar wel van tweemaal tien weken, om te nekken dien gevreesden invloed en om te breken die gewraakte macht. Nu, na enkele maanden kunnen we reeds eenigermate de resultaten van dien veld tocht berekenen en zoo heel moeilijk is het al niet meer de horoscoop te trekken voor de komende vier jaren. Intusschen, in de geschiedenis van 1905 treden we ditmaal niet meer terug. Dit ons Nieuwjaars-artikel ga uit van onzen oproep te vergeten wat achter is. Onze tegenstanders hebben, op welke wijze dan ook verkregen, de meerderheid in onze volksvertegenwoordiging en het verledene heeft ons voldoende geleerd op welke wijze van die meerderheid gebruik zal gemaakt worden. Schijnbaar is voor jaren lang alweder de doorwerking van het christelijk element in ons staatsleven gestuit. We gaan weer de tijden tegemoet, zooals we reeds zoo dikwijls beleefden, dat de naam van Christus in de Staten-Gene- raal weinig zal genoemd worden, en dat erkende belijders zullen gepasseerd wor den. De historieschrijver zal van 1905 kunnen getuigen dat 't christelijk bewind, na vier jaren arbeid3, is teruggeslagen en in de minderheid kwam. Door strijd in eigen boezem zal onge twijfeld de juichtoon in het vrijzinnige kamp verminderen, maar al was 't ook dat niet,dan nog zouden we met vrijmoedigheid opwekken tot het vergeten van wat achter ons is en het uitstrekken naar hetgeen vóór is. De geschiedenis kan ons niet alleen ver halen van de donkere jaren der vergetel heid en der verdrukking, maar zij weet ook te spreken van jaren van gestadigen groei en toenemenden bloei. De geschiedenis verhaalt ons van een Elia die eenzaam op den Horeb klaagt dat hij alleen als belijder van zijn God schijnt overgebleven, maar hem wordt gezegd dat nog vele duizenden de knieën voor Baal niet hebben gebogen. En dat die duizenden tot andere duizenden groeien, ook dat leert de geschiedenis, want Hij, dien de christenen belijden, in Wien zij gelooven, heeft macht over menschenharten, die Hij herschept en zich tot onderdanen maakt op tijden en in kringen, waarin men dat het minst vermoeden zou. Een levende organisch ontwikkelde groep vormt de christelijke partij van alle gading, nu eens naar rechts dan weder eens naar links afdwalende, gesmaldeeld niet zelden door dwaling of misleiding, maar te zamen genomen be kend onder den naam van „fijnen" of „clericalen", onaantastbaar en onuitroei baar, omdat zij een eigen leven leidt en kan gesnoeid worden, maar nooit ontworteld. Die wortel des geloofs zoo dikwijls in staat om spot in dagblad of illustratie op te wekken ligt buiten het bereik van al hare tegenstanders. Wie durft sterven zal leven, maar wie in een moeilijk oogenblik krampachtig zich aan een brooze reddingsplank vastklemt, duikt politiek, onder. Qok dat leert de geschiedenis. Tegelijkertijd is, tengevolge van den verkiezingsstrijd, het aantal stemmen voor de rechterzijde gekrompen, maar om straks, naar we gelooven en hopen, reeds na vier jaren, weder te stijgen, want het verlies betreft nooit de stam, maar altijd de takken, niet het sterkste maar het zwakste deel. Om het middelpunt vormt zich een omtrek, maar aan de buitenzijde, van teedere loten en brooze takjes. Die huitenste omtrek wordt breed en groot in dagen van gezag en voorspoed, in dagen van voldoening aan lust en behoefte, maar in dien breeden, buitensten omtrek schuilt het minst krach tige leven. Die jonge, minder krachtige omtrek is materiaal voor het snoeimes, nooit de stam of de kern, en het weg nemen of weggenomen worden van den buitensten omtrek in kracht winnen. Dan wordt het een oprechtrecuier pour mieux sauter, teruggegaan om te beter vooruit te komen. Een altijddurend ver lies, maar om ook door het leven dat tot verlies noopt winst te behalen. Een af val die niet schaadt maar oorzaak wordt van krachtig leien. Bezuinigings-theorieën, sociale antipa thieën of sympathieën, persoonlijke invloe den, kerkelijke kwestiën kunnen op den buitensten omtrek invloed uitoefenen,onzen politieken boom doen groeien of berooven van bladeren of kroon, maar duurzaam ver mogen deze bijkomstige invloeden weinig want ze zijn van tijdelijken aard. Straks worden ze door anderen verdrongen. Maar geen van alle deze, op zich zelf, is in staat om de werking van den strijd der beginselen aan banden te leggen, die doordringt op sociaal en op politiek terrein. Welke theorie ook verdwijne en welke coalitie ook geboren worde of uiteenvalle, geen enkele is in staat om de groote anti these uit het leven weg te nemen, de anti these die daar bestaat tusschen geloof en ongeloof, tusschen hem die, hoe hoog ge acht ook, Christus niet dient en hem die Hem wel dient. Daarom gaat de antirevolutionaire partij, hoezeer gedund, met geen greintje minder hoop en moed het jaar 1906 in, als zij het vorig jaar intrad, want zij heeft, door de geschiedenis geleerd, verstaan wat het zegt; te vergeten wat achter is. 2 Januari 1906. In onze Necrologie in ons Oudejaars- nummer hebben wij meer dan één naam vergeten, die door den welwillenden lezer zelf wel zal zijn bijgevoegd. Eén naam brengen wij echter nog onder de aandacht, en wel dien van den heer W. G. Dieleman, in leven lid van den gemeenteraad te Hoek, een man bij vriend en tegenstander hooggeacht, sinds de op richting der Ohr. School aldaar haar pen ningmeester en in zijn kring een man van grooten invloed. Op Oudejaarsavond overleed nog te Brouwershaven de burgemeester aldaar, dhr. v. Buuren. In Engeland is het getal mingegoeden (dat zijn de menschen die fl800'sjaars en minder verdienen) in de laatste vijftig jaren met 15, en dat der meerge- goeden met 300 procent toegenomen (26 miljoen tot 30'/2 miljoen en l'/a tot 4'/2 miljoen). De Nederlander schreef reeds eenige jaren geleden: het ware wenschelijk, dat een deskundige eens een soortgelijk onder zoek instelde, betreffende de verdeeling van den rijkdom in Nederland. Maar tot tijd en wijle di> gebeurt, mogen wij aan nemen dat de gang der zaken in ons land wel ongeveer dezelfde zal zijn geweest als in Engelanden d.at waarschijnlijk voor de minder gegoede klasse nog gun stiger verhoudingen zullen worden ge vonden, vermits de verdeeling van den grond bij ons op veel grooter schaal plaats grijpt dan in Engeland, en wij geen ondeel baar erfelijk grondeigendom hebben. Uit die feiten blijkt al dadelijk dat het volstrekt onjuist is te beweren, dat de arme steeds armer, de rijke steeds rijker wordtdat de middenklasse meer en meer verdwijntdat de rijke zich voedt en verrijkt ten koste van de minder gegoeden dat het tegenwoordig economisch stelsel de natie verarmtdat de machine den arbeider het brood uit den mond stoot en dat vrije concurrentie wel de producten goedkoop maakt, doch de koopkracht ver mindert. Rusland. Het nieuwe jaar heeft voor .Rusland eenige zekerheid gebracht naar welke zijde de schaal zal overslaan, naar die van het Gezag of die der Revolutie. De raad van arbeiders-afgevaardigden besloot nog in het oude jaar de staking voor geëindigd te verklaren, trouwens die was toch al goeddeels verloopen. Men zou nu over gaan tot de organisatie van den gewa- penden opstand. Daarop is echter van verscheidene revolutionaire vereenigingen bericht ingekomen dat zij zich wegens het mislukken van de door hen georgani seerde oproeren ontbinden en het nu met de algemeene staking gaan beproeven. Een besluit net andersom, hetgeen ge gronde hoop wekt dat de revolutie wegens gebrek aan organisatie aan de verliezende hand geraken zal. Uit verschillende steden komen dan ook moedgevende berichten. Te Odessa gaat alles weer den ouden gang, uitgezonderd op de stoomschepen. Hetgeen niet weg neemt dat er nog woelwaters rondzwerven. Hier en daar werden nog bommen ge vonden of geworpen. Te Warschau is de staking eveneens afgeloopen, uitge zonderd in de fabrieken. Tengevolge van het in de lucht laten springen van een brug is het verkeer op een der spoorweg- lijnen nog gestremdop enkele andere lijnen moet de treinbediening nog met militairen steun geschieden. Bij Jelissa- watgrad liepen twee militaire treinen op elkaar. Daarbij kwamen 12 menschen om. De regeering te Petersburg heeft nog maals in een manifest uiteengezet dat zij geen staats-ambtenaren in dienst kan hebben die tegen haar opstaan, daar het hoofddoel der regeering thans daarin bestaat de orde te herstellen en de grondslagen van het manifest van 30 Octo ber uit te voeren, verklaart zij geen be ambten te wilden dulden, die tegenstand bieden aan haar voornemens en weigeren haar bevelen op te volgen. Zulke be ambten zullen hun plaatsen moeten laten innemen door menschen die geneigd zijn de bestaande overheid trouw te dienen. Te Moskou hadden 30 December nog heftige beschietingen plaats. Op verschijdene lijnen van den elec- trischen tramweg werd echter het bedrijf hervat. Alle strijdkrachten der revolution- nairen waren in de stadswijk Presna, in welker straten barricaden opgericht zijn, geconceutreerd. De fabriek Prochorow, waar zich 10000 arbeiders en opstande lingen bevonden, werd door infanterie, cavalerie en artillerie nauw ingesloten, waarop de opstandelingen evenals die in de wijk Presna, zich overgaven. De schade in deze wijk aangericht, beloopt verschei dene millioenen roebels. Een groot huis van vijf verdiepingen in de wijk Kurnow werd met kanonnen beschoten. In de onder Moskou gelegen plaats Novaja Derevnia trachtten huiseigenaren een bende opstan delingen te verdrijven, oie in een herberg gevlucht waren en van daag uit op de inwoners schoten. Men sloot de herberg en stak die van alle kanten in brand. De kozakken kwamen er bij, wat er verder gebeurd is, is niet bekend. Dat het er te voren heet is toegegaan, blijkt uit een telegram, blijkbaar even te voren verzonden en aldus luidende Het huis van Koepsjinski, in het stads gedeelte Presna, waarin vele opstande lingen gevlucht waren, is stormenderhand genomen. Vervolgens werd een hevig ar tillerievuur gericht op de fabriek van Schmidt, waarin zich het hoofdkwartier van de opstandelingen bevond. Die fabriek werd met de belendende huizen in brand geschoten eenige opstandelingen kwamen in de vlammen om. Ook andere huizen werden door geschut in puin geschoten, daar de opstandelingen, welke die huizen bezet hadden, weigerden zich over te ge ven. Vele inhechtenisnemingen hebben plaats gehad 17 officieren en 49 soldaten zijn gewond. Dienzelfden nacht werden een aantal opstandelingen gedood en gewond. Bij de jongste „botsingen zijn 200 opstandelingen gedood, van het Semenowsky-regiment vielen 7 man. Het verkeer over den spoor weg' MoskouRjiisau is hersteld na een gevecht met de opstandelingen, waarin dezen groote verliezen leden. Al valt er derhalve nog niets met zeker heid te zeggen hetgeen 't nieuwe jaar brengen zal, dit is zeker dat de regeering met den dag sterker wordt en de revo lutie, gaandeweg zwakker. Het meest ver dienstelijk heeft zich te Moskou wel ge maakt het Setnensfski (garde)-regiment. Het kwam juist van pas. Nauwelijks uit den trein, had het met de bajonet op het geweer het Jaroslof-station te ontruimen. Dat dit zoo goed gelukte was voor een deel te danken aan de wijze, waarop de trein met het regiment de revolutionairen verraste. Krachtens ontvangen inlichtin gen verwachtten dezen den trein eerst twee uren later dan hij werkelijk aankwam. Voor iemand er op verdacht was stoomde een verkennings-locomotief het station bin nen, gevolgd door den niet minder dan 4 machines getrokken trein. Bij den bajonet- aanval, die terstond volgde, vielen 160 opstandelingen. Te Petersburg verwachtte men Zaterdag nog een opstootje bij de begrafenis van de door de kozakken bij de bestorming der fabrieken van Alexandrofsky gedoode opstandelingen. Maardepolitie had 'snachts de lijken „gestolen", volgens Gaston Laroux den man van de Matin te Petersburg en ze ergens heimelijk begraven. Natuurlijk heeft de revolutie tal van oude kasteelen van groote historische en kunstwaarde verminkt of vernield. Zoo heeft een der jongste vandalismen der Letten in Koerland het vermaarde land goed Dondangen der baronnen Osteu- Sacken tot mikpunt gehad. Het uit de 13de eeuw dagteekenende slot is met alle bijgebouwen in de asch gelegd. Ja, deze moderne Boerenkrijg wordt aan de zijde der opstandelingen met groote verschrikkelijkheid gevoerd. Hij herinnert aan de verschrikkelijkste boerenoorlogen in de middeleeuwen. Men heeft kinderen de hersenen ingeslagen, weerloozen ver wonden de oogen uitgestoken; zelfs dieren waren de slachtoffers der razernijmen heeft paarden de hoeven afgehouwen, het vee dorst laten jijden of het in de vlam men gejaagd. Zelfs de eerbied voor den dood wordt door deze wilde schare niet meer geteld. In de sterfkamer, waar de doodkist met lijk van een doodgeschoten grondbezitter stond, drong een bende boe ren binnen. Buiten ging een schuur in vlammen op; als razenden grepen de boe ren de zwarte doodkist, droegen deze naar buiten en slingerden haar in de loeiende vlammen der schuur. De lijkschenners ont kwamen. Een professor uit Riga verhaalt, dal de opstand in de Oostzee-provinciën het'werk is van één man. Het is een geheimzinnig persoon, Maxim genaamd, die een grooten invloed op de massa heeft Hij spreekt allerlei talen, Duitsch, Russisch, Lettisch e. a. met het grootste gemak. Er worden geen vergaderingen zonder hem gehouden, niémand ziet hem komen of gaan plotse ling staat hij op het spreekgestoelte en als betooverd hangt de menigte aan zijn lippen. Maxim is het hoofd der revolu tionaire regeering. Het geheimzinnige dat Maxim omhult, heeft een aantal legenden doen ontstaan en omgeeft hem met een aureool van onge naakbaarheid. Zijn bevelen worden steeds uitgevoerd zonder gemor, zelfs wanneer zij offers vor deren. Aan Maxim is het te danken, dat in Riga, in verhouding tot andere steden, zoo weinig botsingen tusschen oproerlingen en militairen plaats gehad hebben. Als voorbeeld hoe precies en zorgvuldig de maatregelen van het revolutionaire op perhoofd uitgevoerd worden, dient het vol gende Toen Riga geïsoleerd werd, waren uit St. Petersburg koeriers naar Riga ge zonden, die aan het gouvernement depeches moesten overbrengen. Maxim had dat vooruit reeds in de gaten en gaf daarom bevel, dat geen stoomschip uit Riga uit mocht varen, dat regeeringsbrieven aan boord had. En inderdaad verklaarde zich geen stoomschip bereid, de telegrammen van Riga te brengen en de koeriers waren genoodzaakt onverrichter zake naar St. Petersburg terug te keeren. Waar is Maxim nu? Plotseling is hij verdwenen, zonder een spoor achter te laten. Misschien voert hij de benden aan, die nu het platteland afloopen. F r a n k r ij k. Het septennaat, de zevenjarige regeering van president Loubet wordt besloten met een oorlogstoerusting op kleine schaal. De onwil van den Sultan van Marokko, misschien wel gevolg van de inmenging van den Duitschen Keizer en daarbij ge bleken „zwakheid'' derPransche regeering. In ieder geval wil deze laatste op alle gebeurlijkheden voorbereid zijn. Er heerscht te Toulon sedert eenige dagen een koortsige bedrijvigheid in het arsenaal, de algemeene opvatting is dat de regeering van de Marokkaansclie conferentie weinig- goeds verwacht. Te Algésiras hoopt men de conferentie zaal half Januari klaar te hebben. De Fransche bladen houden zich ijverig bezig met de berichten over de ontdekking van smokkelarijen, waarin zelfs een minister betrokken zou zijD. Duitschland. Ver buiten de hofkringen wordt groot opzien gewekt, dat de hoogbejaarde baron von Cramm-Burgsdorf, nadat hij onlangs zijne betrekking als Brunswijksch gezant en gevolmachtigde van den Bondsraad te Berlijn heeft neergelegd, thans openlijk .faillissement heeft aangevraagd. Baron von Cramm, een der bekendste personen van Berlijn, werkelijk geheimraad, lid en eere lid van alle mogelijke vereenigingeu op het gebied van letterkunde en kuust, o.a. van het Duitsche Tooneelgezelsohap, uit stekend beschermer van schoone letteren en van het tooneel, heeft zich uit genegen heid voor eene dame laten overhalen tot het afgeven van wissels in blanco, die in totaal met slechts 6000 mark zouden moeten ingevuld zijn. In plaats daarvan kwam reeds een wissel van over de 100,000 mark te voorschijn. Onder deze omstandigheden is het nog niet bekend hoeveel wissels en tot welke bedragen op den naam van Cramm in omloop zijn. Dit moet volgens de mededeelingen in de hier ter stede verschijnende bladen, de aanleiding zijn tot het heengaan van Cramm uit het amb telijk leven en tot het faillissement, waar in de vroegere gezant hopen mag, door het gerecht eenigermate tegen onrecht matige afzetterij beschermd te zullen wor den. Ook zouden zijne inkomsten hoofd zakelijk uit een (ideï-commis-vermogen getrokken worden, zoodat de betrokken schuldeischers moeielijk daaraan kunnen komen. Een audiëntie van von Cramm bij den Brunswijkschen Prins-Regent, welke audiëntie ten doel had uitlegging te geven van de ongelukkige wending in zijne om standigheden, leidde tot het ontslag. De Prins-Regent staat bekend als iemand van zeer strenge beginselen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1