Buitenlaodsch Overzicht.
RÜCUMÏ1ES.
Kerknieuws.
Schoolnieuws.
Uit de Tweede Kamer.
mogelijk open. Daaraan is thans een eind
gemaakt. De kranen moeten bediend wor
den door een daarvoor speciaal bestemden
man, die er voor moet zorgen dat de druk
in de sluis gelijkmatig toe- en afneemt,
en het in- en uitschutten den wettelijk
voorgeschreven tijd duurt. Dat doet hij
met behulp van de aaugebrachte mano
meters. Ook in de sluis moet de druk
steeds kunnen worden afgelezen, opdat
zij die er zich in bevinden, weten waaraan
zij toe zijn. Door het beoogde gelijkmatige
en langzame toe- en afnemen van dien
druk, waaraan de arbeiders zijn blootge
steld, hoopt men te voorkomen dat in de
toekomst de caisson-werken nieuwe slacht
offers maken.
Daartoe is ingesteld een scherpe medische
keuring, waarbij als reden van afkeuring
ook „vermoedelijk drankmisbruik" is ge
noemd, en voortdurend geneeskundig toe
zicht, wordt uitgeoefend door seini-artseu,
door het Rijk tijdelijk aangesteld op kosten
van den aannemer van het werk.
Om het lange verblijf in de schutsluis
bij 't uitschutten IV2 minuut voor eiken
M. dat onder water gewerkt wordt, en
boven 15 M. diepte 2 min. voor eiken M.
dragelijk te maken, is bepaald dat elke man
0,35 M2 oppervlakte in de sluis voor zich
moet hebben en wordt gedurende het uit
schutten versche lucht doorgeblazen voor
de ventilatie. Om dan hun bezweete lijven
voor te sterke afkoeling te bewaren, kun
nen zij de door de wet gevorderde dekens
omslaan, terwijl de ingeblazen versche
lucht naar boven moet worden geblazen en
hen dus niot kan raken. Na de sluis ver
laten te hebben moet hen gratis warme
koflie of thee worden geschonken in een
behoorlijk ingericht, goed verwarmd, ver
licht en zindelijk gehouden schaftlokaal.
Daar moeten ze hoofd en handen kunnen
wasscheu en zoo noodig moeten er een paar
arbeiders te bed gebracht kunnen worden
als ze pressing (pijnen in de gewrichten)
mochten krijgen. Ook moet er een goed
privaat zijn. Is de pijler voldoende diep
ingegraven, dan wordt de werkkamer met
beton opgevuld. Deze wordt met dezelfde
bakken afgelaten als de grond werd opge-
heschen (Amsterdam), of wel door een
nauwere schacht bij kleine hoeveelheden
naar beneden geworpen (Sluiskil). De per-
sonenschacht mag daarvoor volgens de wet
niet worden gebruikt. Is de kamer geheel
gevuld dan worden de schachten wegge
nomen en de daardoor ontstane ruimte ook
nog opgevuld, en klaar is de pijler.
Bij het precies opvolgen van de voor
schriften, welke thans hij ons te lande, der
wereld ten voorbeeld, bestaan, be
hoeven de arbeiders, welke tot 30 M. diepte
niet meer dan 8 uren per etmaal in de
saamgeperste lucht mogen verblijven en
daarbij uitsluitend electrisch gloeilicht
moeten gebruiken, niet te lijden aan de
ernstige storingen, die veelal het gevolg
waren van werken onder verhoogden lucht
druk.
Dit schrijft een sociaal-democraat. De wet
is van Minister lvuyper, die in de Kamer voor
deze uitnemende wet een pluimpje van Van Kol
had in ontvangst te nemen. Itetl.
Nu de Memorie van Beantwoording van
den minister van oorlog is ingekomen,
kunnen wij verklaren dat wij ons woord
van lof voor dezen bewindsman, onver
anderd handhaven.
De landsverdediging loopt onder ziju
beheer geen gevaar. Met het radicale anti-
militairisme dezer dagen zal hij niet af
drijven. Bezuiniging die tot schade voor
de defensie zou zijn, wenscht hij niet te
aanvaarden. Voor een volksleger, zoolang
niet „allen weerbaar" zijn is hij niet te
vinden. Het praatje dal een volksleger
goedkooper zou zijn dan een leger bij de
tegenwoordige inrichting, weerlegt hij. Het
concentratie-program der vrijzinnigen art.
3 volkslegeren art. 4 bezuiniging op
militaire en andere uitgaven verwerpt hij.
De gansche vrijzinnige kliek-Borgesius-
Misset-Roodhuijzen, die de kiezers op dat
punt verlakte en hein zeiven op het kussen
bracht, verloochent hij.
Wij hebben in Minister Staal een goed
Minister die weet wat hij wil, een vrij
zinnig man naar ons hart.
Natuurlijk geen vrijzinnig man naar het
hart der vrijzinnig democraten.
Het Volk noemt hem een vreemd kuiken.
De Arnhemse/ie Courant die eens, ver
gissen wij ons niet, da Costa een ellendeling
schold, noemt hem „een zwakke broeder,
die misschien nog 1906 niet haalt", en
„van de politieke beteekenis van zijn
positie geen flauw besef heeft 1"
Dit laatste strekt hem, dunkt ons, onder
deze omstandigheden tot eere.
Laat ons verder afwachten.
Rusland.
De admiraals Rodjestwenski en Wire»
nius die in Japan krijgsgevangen waren,
zijn te Petersburg aangekomen.
Dit bericht wordt in de schaduw ge
steld door tal van andere die doen zien
dat de revolutie n»g lang niet tot zwij
gen is gebracht, ja dat zij eigenlijk nu
pas goed aan het loopen is.
Zoo hebben de grenadiers te Moskou
een besluit genomen en in druk verspreid,
waarin zij hunne „verdrukkers" schelden,
hunne kameraden tot opstaud aanmaneD,
om de revolutie in het leger door te voe
ren. Dit laatste moet dan bestaan in het
terstond verwijderen van de commandee-
rende officieren en de leiding in eigen
handen te nemen, teueinde voldoening te
bekomen voor de klachten der soldaten.
Het manifest eindigt met een lang leve
het vrije leger
Onnoodig te zeggen dat dit bedenkelijk
stukje revolutie de onrust in Rusland niet
weinig komt vermeerderen. Want „hun
woord zal voorteten gelijk de kanker".
Een tweede onrustbarend bericht uit de
Oostzee-provinciën luidt dat de revolutie
daar heer en meester is. De voornaamste
steden, onder anderen Mitau, Libau en
Reval zijn in banden van de revolutionaire
partij.
De troepen hebben zich tot dusver be
paald tot het beschermen van den spoor
weg zij zijn echter niet geslaagd, het ver
keer weer op gang te brengen.
De Duitsche regeeriug heeft de paket-
booten te Hamburg en Breinen gecharterd
om Duitschers van daar naar Duitschlaud
over te brengen. Men vreest echter zeer
dat de opstandelingen zich van die schepen
zullen meester maken, zoodal de wensche-
lijkheid is uitgesproken dat oorlogsschepen
de paketbooteu vergezellen.
Ook verhaalt men dat twe# ministers,
die door een nog niet invloedrijke partij
gesteund worden, pogingen doen, vreemde
mogendheden te bewegen in Rusland tus-
schenbeide te komen ter bescherming vau
hun onderdanen. Dat zou volgens hen
het eenige middel zijn om het volk besef
te geven van den toestand.
Een advies al even dwaas als in 1787
ten onzent gegeven om de Pruisen in te
haleu en de patriotten te straffen. Een
zwakke regeering wordt door wapenge
kletter niet sterker, allerminst door dat
van vreemdelingen of bondgenooten, de
weifelaars onder het volk worden er door
naar de zijde der revolutie gedreven, en de
revolutie wordt er eer door versterkt dan
gefnuikt.
Overigens mag men uit enkele regeerings-
maatregelen der laatste dagen tegen de
pers, de leiders der arbeidersbeweging en
de organisatie der spoorwegambtenaren
opmaken dat de reactie in aantocht is.
Moeilijk is de positie van den Czaar
tusschen deze beide machten in, doch die
van zijn eersten minister Witte is nog
hachelijker.
Daarom zullen wij voorloopig maar geen
nota nemen van de klachten over hem
die in de pers rondgaan. De reactio
nairen begrijpen hem niet, de liberalen
bevredigt hij niet, de revolutionairen
verfoeien hem. Doch wie zal dit beoor-
deelen, zoolang hij er buiten staat
Zou hij waarlijk medewerken willen tot
het invoeren der geëischte hervormingen
Of zou hij zich aan het hoofd eener re
actionaire beweging willen stellen De
dictatoriale maatregelen der laatste dagen
zouden het laatste doen vermoeden doch
wij herhalen, alleen Witte zelf kon het
beoordeelen. Doch wanneer het voorbeeld
van het Rostof-regimeut te Moscou, en
van de Oostzeeprovinciën, ook door Polen
gevolgd wordt, dan komt zijn krachtiger
ingrijpen te laat.
Nabij Riga is een trein die onder mili
taire bewaking 120 miljoen roebel moest
brengen naar Petersburg „opgeblazen".
Frankrijk.
Door het succesvolle optreden van De-
schanel tegen Jaurès, meer nog door het
flinke spreken van Rouvier, den minister
die het gevaar van een oorlog met Duitsch-
land, mogelijk geworden door het onvoor
zichtig optreden van minister Delcassé
wist te bezweren is de candidatuur van
den oud-minister Doumer geheel op den
achtergrond geraakt. Het „Geelboek" dat
de olficieele mededeelingen omtrent Frank-
rijks bemoeiingen in zake Marokko be
vatte, had nog eenige spanning achter
gelaten doch de verklaringen van Rou
vier hebben alle spanning in Duitschland
en in Europa weggenomen, en alle par
tijen in Frankrijk ziju er door met den
verkregen uitslag verzoend.
Rouvier zal nu een flinken gooi doen
naar Loubets zetel voor het president
schap.
Alleen Jaurès, de sociaal-democraat, is
onbevredigd, al stelt hij overigens alle
vertrouwen in Rouviers mededeelingen.
Waaruit men de gevolgtrekking maakt dat
de sociaal-democraten zich tegen de can
didatuur van don oud-minister niet zullen
verzetten.
Duitschland en Engeland.
Het spreekt van zelf, nu er een liberaal
ministerie in Engeland optrad, voor het
eerst weer sedert tien jaren dat de
Duitsche pers en zeker ook wel de Duitsche
regeering met belangstelling uitziet of de
lichte verkoeling tusschen het Eugelsche
en het Duitsche hof ook weggaat.
Van ouds konden de liberale kabinetten
in Engeland het met Duitschland (gelijk
als met Rusland) goed vinden.
Gladstone en Bismarck waren op staat
kundig gebied goede vrienden en bond
genooten.
Herhaaldelijk sprak Bismarck het in
den Duitschen Rijksdag uit dat Engeland
Duitschlands oude vriend is, met wien
Duitschland geen tegenstrijdige belangen
heeft, en er geen reden zijn voor de vrees
dat het tusschen hen ooit tot een oorlog
komen zal.
De tegenwoordige verhoudingen zijn met
deze oplimistisehe, misschien wel opzette
lijk uitgesproken beschouwingen wel een
weinig in strijd.
Dit wordt aan beide zijden erkend. In
meer dan een boek werdt de mogelijkheid
van een oorlog aangenomen als grondslag
voor een fantastisch oorlogsverhaal. Een
Duitsche en een Engelsche schrijver be
zondigden zich daaraan. Men denke maar
aan Neumauns boek over deii grooten
wereldstrijd en aan Seestern's „ÏUÜÖ".
Het is onder die omstandigheden een
verblijdend verschijnsel, dat aan beide
zijden van de Noordzee pogingen worden
aangewend, om de verstandhouding te ver
beteren. Eu menig Duitseh blad hoopt,
dat die pogingen weerklank zullen vinden
in het land, en een waarborg zullen worden
voor het behoud van den vrede, voor de
welvaart der natiën, voor de ontwikkeling,
de beschaving en den vooruitgang.
Zwitserland.
De nieuwe Bondspresident Forran (de
presidenten hebben maar één jaar zitting)
is er een van de uiterste radiealetrichting.
Zoo gaat de evolutie ook in dit vrije land
al meer voort, naar het anarchisme toe
ook al weerstaat men het nu nog met alle
machtdit geldt de regeering, en ook
het volk.
Zoo lazen wij in een der bladen dat in
dit land van het volksleger de anti-mili
taristische beweging al brutaler den kop
opsteekt. Zij is een zuiver anarchistische
strooming geworden, die slechts woelgees
ten en dwepers tot leiders heeft. De
sociaal-democraten hebben hier met de
anti-militaristische liga openlijk gebroken
de Bondsraad heeft een commissie van
deskundigen opgedragen naar middelen te
zoeken om op grond van wettelijke straf
bepalingen deze dwaze beweging te lijf
te gaan.
Rusland en japan in Duitschland.
Berlijn wordt tegenwoordig overstroomd
met Russen. Arme en rijke Russen. Van
de rijken bespeurt men het meest. Alle
eerste klas hotels zitten vol van deze
vluchtelingen, die zich blijkbaar van de
gebeurtenissen in hun vaderland niet bijs
ter veel aantrekken, want ze leiden in
Berlijn een allervroolijkst leventje en zijn
overal te vinden waar pret gemaakt wordt.
De Berlijners zijn met dit bezoek bijzonder
ingenomen, want ze verdienen er geld als
water aan. Russen zijn over 't algemeen
even royal als zorgeloos. En zoo proli-
teeren de neringdoenden buitengewoon
van deze invasie van gevluchte millionairs,
waarvan wel menigeen voorloopig zai
blijven, aangezien het zich niet laat aan
zien, dat ze binnenkort in hun eigen land
veilig zullen zijn. Gisteren, den „goldeneu
Sonutag", d. i. laatste Zondag vóór Kerst
mis, trokken de talrijke Russen in hun
kostbare pelzen zeer de aandacht onder
de duizentallen, die de winkelstraten vul
den. De Russen echter trof niets zoozeer
als de duizendtallen politie-agenten te
voet en te paard, die het centrum dei-
stad als steeds bij dergelijke gelegenheden
bezetten, om voor de orde te waken en
ongelukkeu te voorkomen. Volgens een
Berlijnsch blad tenminste vroeg een dier
Russische dames op het zien van dit
machtsvertoon, geheel ontsteld „Wat, is
hier óók al revolutie?" Zij kou zich blijk
baar niet voorstellen dat men ook voor
zeer vredelie\ ende doeleinden een zware
politiemacht in de hoofdstraten kan con-
eentreeren.
Terwijl Berlijn z'n Russen heeft hebben
wij hier in Hamburg onze Japanners. Gis
termorgen kwamen hier een kleine twee
duizend Japansche soldaten uit Rusland aan,
om verder per boot naar hun vaderland
vervoerd te worden. Aangezien een der
transport-booten nog niet binnen is moesten
de Japanners hier een paar dagen wachten.
Het zijn gewezen gevangenen, den Russen
meest gewond in Mandsjoerije in handen
gevallen. Ik zag gisteren een paar honderd
dezer iuidjes in afdeeiingen, geleid door
leden vau het vrijwillige roode kruis, dooi
de stad marcheeren, 0111 de merkwaardig
heden van Hamburg in oogensehouw te
nemen. Het ziju kleine kereltjes, nogal
schunnig gekleed in oude grijze kapotjassen,
vieze militaire petten of onoogelijke mutsen
op, en hooge laarzen met heel lage hak
ken aan. Niettegenstaande hun sjovele
„kleedage" en hun kleine gestalte maakten
ze toch geen slechten indruk, want ze
hebben een flinke houding en inarehcereu
erg vief en kwiek. Van Duitsche soldaten
hebben ze nietsp eerder lijkeu ze op de
kleine, beweeglijke Fransche „piou-pious".
Veel bekijks hadden de vreemdelingen
natuurlijk, maar betoogd werd niet door
het publiek.
Tot zoover Het Handelsblad.
De lezer make hier zelf vergelijking en
gevolgtrekking
Korea en Japan.
Een Koreaan heeft den Japanschen
directeur van den postdienst van Zuid-
Korea doodgestoken en vervolgens de
hand aan zichzelf geslagen.
Deze gebeurtenis is teekenend voor de
stemming die op het schiereiland heerscht.
Zelfs de warmste voorstanders van het
Japansche bestuur in Korea verzekeren
dat de misbruiken, daar door Japanners
gepleegd, de ontevredenheid der bevolking
begrijpelijk maken.
Een hunner is David Fraser, die als
correspondent van de Times met het Ja
pansche leger meetrok. Dat blad is zóó
voor alles wat Japansch is, dat men van
dezen sehrijver slechts een verdediging
van het Japansche bewind zou hebben
verwaeht. Doch al brengt hij den Japanners
hulde voor meer dan hun goede voornemens,
toch veroordeelt hij scherp de aanmatiging
waarmede zoo velen hunner tegenover de
Koreanen optreden.
Men kan geen half uur op den steiger
te Tsjemulpo staan zonder getuige te zijn
van zeven, acht gevallen van mishande
ling van Koreanen door Japanners ouder
het oog van de Japansche douane-beamb
ten en binnen honderd pas van het Brit-
sehe consulaat. „Wanneer dat, schrijft hij,
mogelijk is, waar de Japansche consul
onbeperkt heerscht, wat zal er dan niet
plaats hebbeu in het binnenland, waar
geen autoriteiten zijn om dergelijke on
rechtmatigheden te beletten
E11 het Engelsch-Japanscheblad dringt,
naar aanleiding van dit onverdachte ge
tuigenis opnieuw aan de maatregelen, ten
einde de Koreanen te beschermen tegen
die soort van lieden, welke in toenemend
aantal uit Japan zullen overwaaien, wan
neer zij vernemen dat afpersingen straf
feloos kunnen worden gepleegd. De re
geeriug te Tokio zelf gaat echter voor
in het verknechten van de Koreanen en
wel steunende op haar verbond met het
allerrechtvaardigste Engeland.
Wordt ge geplaagd door een gevoel
vau volheid, slaperigheid of zwaarte na
maaltijden Maagpijn, geelachtigheid van
het wit der oogen, maagzuur? Lijdt gij
aan slechte spijsverteering, galachtigheid
of verstopping? Wanneer ge 's morgens
opstaat, hebt ge dan een onaangenamen
smaak in den mond en is de tong besla
gen Hebt gij moeilijkheid bij het adem
halen, een gespannen gevoel over de borst V
Al deze en vele andere symptonen wor
den veroorzaakt door de aanwezigheid van
vergiftigen afval in het gestel en het is
gevaarlijk er geen acht op te slaan, het
kan leiden tot slechte spijsvertering of
bloedarmoede of de ongelukkige ontsteking
van den blinden darm. Wanneer ge l'
niet zoo Hink gevoelt zooals het behoort,
neem dan een dosis Foster's Maagpillen
en ge zult zien hoeveel opgewekter en
geestkrachtiger ge den volgenden morgen
zult zijn en wat beter is zult blijven
want Foster's Maagpillen genezen alle
ongesteldheden der lever, maag en inge
wanden en wel dadelijk en voor goed.
Overtuigt U dat U de échte Foster's
Maagpillen krijgt, voorzien van de hand-
teekeuing van James Foster op elke doos.
(Inhoud 50 stuks).
Deze pillen zijn te Goes verkrijgbaar
bij den heer NATHAN EMANUEL en
le Middelburg bij den lieer JOH. DE
ROOS, Vlasmarkt K 157, a 0.65 voor
één of ƒ3.60 voor zes doozen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Grootegast J. Ph. Meynink
te Etersheimte Herbajum J. Aalbers,
cand. te Goutum.
Geref. Kerken.
In den ouderdom van 74 jaar is te
Westerbork overleden ds. B. J. Bennink,
sedert eenige weken emeritus-predikant
aldaar. Ds, Bennink is een van de eerste
gereformeerde predikanten geweest, die
(een veertig jaar terug) met krachtige
hand hebben ingegrepen om door artikelen
in de Wekstem, door particuliere uitgaven,
enz. den zendingsgeest in de toenmalige
afgescheidene kerken te doen ontwaken.
Van zijne rust, na een zoo welbesteed
leven, mocht ds. B. slechts kort genieten.
Ger. Gem. onder 't Kruis.
Drietal te Rotterdam H. Roelofsen te
Goes, G. H. Kei-sten te Meliskerke en
J. R. v. Oord te Ter Neuzen.
Ev. Luth. Kerk.
Aangenomen naar 's Hertogenbosch door
H. Makkink, prop. te Amsterdam.
Het Volk meldt dat te Amsterdam
na het votum van den Raad in zake de
twee onderwijzers verscheidene collega's
ontslag genomen hebben als lid van den
Vrijz. dem. bond en lid zijn geworden
van de S. D. A. P. Dat was ook maar
een klein stapje
Aan de universiteit te Groningen
is bevorderd op /Stellingen tot doctor in
de rechtswetenschap de heer F. G. van
Binsbergen, geboren te Zierikzee.
Zeer voorzichtig en behoedzaam, ging
de Minister voort, dient men op te treden
met agrarische wetten. De landbouwer
is aan zoovele wetten ten opzichte van
zijn bedrijf niet gewoon. Men kan er
evenveel mee bederven als goedmaken.
Dit denkbeeld heeft ook voorgezeten bij
het voorgenomen onderzoek naar den toe
stand der landbouw-arbeiders en de kleiu-
grondbezitters. Voor de teleurstelling van
dhr. Reyne, als zou er te weinig gedaan
worden voor den landbouw is geen grond.
Deze had n.l. op de fout gewezen, dat in
ons land zoowel als elders de grond het
voorwerp is geworden van kapitaalsbe
legging. Versterking van het eigen grond
bezit der boeren en een gewijzigd beklem
recht, ziedaar twee noodige artikelen op
het agrarisch program, had dhr. Reyne
gezegd.
Doch deze had daarbij vergeten, merkt
minister Veegens op, dat de agrarische
wetenschap, d.i. de landbouw-wetenschap,
nog zoo jong is. En dhr. Reyne behoeft
geen oogenblik te vreezen, dat alles aan
den „kapstok der enquête" zal worden
opgehangen. Het ontwerp op de landbouw-
zaden is ingetrokken, dit is zoo, maar dit
heb ik gedaan, merkte Z.Exc. op, in het
belang van den landbouw. Het isheusch
niet noodig, dat de politiek bij landbouw-
aaugelegenheden ter sprake komt, wat het
geval zou geweest zijn, indien dit ontwerp
tot wet ware verheven. Over wijziging
van de onteigeningswet kan de Minister
zich vooralsnog niet uitlaten voor een
debat over de Vogelwet is het oogenblik
niet gunstig krachtig zal de Minister de
ontginning van woeste gronden bevorderen
en ook voor de veefokkerij zal het noodige
gedaan worden. Er is in de laatste jaren
veel tot stand gekomen op landbouwge
bied, zegt de Minister, zoodat vorige
regeeringen geen verwijt verdienen.
Een gunstig oor verleende de Minister
aan nog andere klachten van dhr. Reyne,
die zich in hel debat en de bespreking
dei- afzonderlijke artikelen nog al eens
deed hooren. Zoo omtrent de boerenleen
banken, sommige van die leenbanken heb
ben statuten, die als leden uiLluiteu per
sonen van een bepaald kerkgenootschap
of behoorende tot zekere land bouwmaat
schappij. Ook klaagt dhr. Reyne erover
dat van het subsidie van de paarden
fokkerij zooveel weggaat aan onkosten
van keuringen, vooral in Limburgover
het gemis van practische mannen bij den
veeartsenijkundigen dienst. Geleerde man
nen zijn er in overvloed, maar op meer
practisch onderlegde, speciaal op het ge
bied der vee-verloskunde, prachtisch on
derlegde mannen komt het hier niet min
der aan.
Op al die klachten of wenschen zal
worden gelet, of ze zullen door den Mi
nister worden „in overweging" genomen.
Dhr. Brants brengt hulde aan den di
recteur v. landbouw voor de organisatie
van de rijksserum inrichting te Rotterdam
welke inrichting terecht een goede repu
tatie geniet 0111 de uitstekende resultaten.
Ook de Minister stemt met dhr. Brants
hulde in. De inrichting, een schepping
van ziju ambtsvoorganger, verdient ten
volle, dat zij meer en meer bekend worde.
Voorts bespreekt dhr. Beckers, en ook
dhr. Schaper, de minder afdoende wijze
van bestrijding der vee-tuberculose, zoo
als die thans gebruikelijk is. Wegneming
van een enkel stuk vee uit een besmet
ten stal, het helpt zoo weinig. Veeco»-
sulenten moesten we hebben. Ook moeten
de formaliteiten voor de schadeloosstelling
vereenvoudigd worden. Eu dan het par
ticulier initiatief bevorderen. Het zou
daarbij al een heele verbetering zijn, als
de schadevergoeding bij onteigening zich
regelen ging naar de normale marktwaarde.
De nuttige wenken van dhr. Beckers
zullen worden overwogen door den Mi
nister.
Bij elke nieuwe afdeeling nieuwe wen
schen. Bij stoomwezen die van dhr. Schaper
omtrent de instelling van een facultatief
examen voor machinist, geen geleerdheids-
vertoon, maar kennis van de machinerie, bij
mijnwezen die van dhr. Nol ting, pleitend
voor bespoediging van den bestuursmaat
regel ten opzichte van de veiligheid bij den
arbeid der mijnen, alsmede voor de instel
ling van arbeidsraden bij de mijnindustrie,
een uitstekend middel om oneenigheid te
voorkomen onder de arbeiders. De Minister
is voornemens zoo spoedig mogelijk de
Mijnwet in werking te doen treden en niet
minder spoedig voor een algemeenen maat
regel van bestuur zorg te dragen. Voor
zorgsmaatregelen zullen een verscherpt
toezicht noodzakelijk maken. Ook kan de
bepaling in den bestuursmaatregel dooi
den Minister daarin neergelegd, dat jonge
lieden beneden 16 jaren niet meer in den
trechter mogen afdalen, waken tegen mijn
ongelukken. Welwillend was de Minister
om zooveel mogelijk aan al die wenschen
tegemoet te komen. En zoo schoot men
aardig op met deze begrooting, toen op het
einde nog een tegenvallertje kwam in een
amendement v. Asch v. Wijck aange
nomen met 57 tegen 14 om n.l. de voor
den bouw van het afgebrande paviljoen
voor magnetische waarnemingen van het
Meteorologisch instituut uitgetrokken gel
den van de begrooting ai te voeren.
Niet dat tegen de opbouwing als zoo
danig bezwaar bestond by de Kamer. In
geenen deele. Maar de plaats was niet zoo
bijzonder gunstig gelegen.
Er zal daar in de nabijheid een elec-
trische centrale worden opgericht en dan
wellicht nog electrische tramlijnen daar
vlak bij komen. Dat alles moet invloed,
en wel storenden invloed uitoefenen op
den gang van zaken, n.l. op de magnetische
waarnemingen, waartoe het paviljoen be
stemd is. De afgevaardigde van Amers
foort liet terecht die bezwaren uitkomen,
niet geheel te ondervangen door voor
waarden, die de regeering zou kunnen
stellen in de concessie voor de tramlijnen.
En bovendien waren er nog wel meer
bezwaren. De Minister loste al die be
zwaren niet naar genoegen der Kamer
op. Ze achtte het best zoo noodig het
paviljoen op een andere, betere plaats te
herbouwen, doch al vast de uitgetrokken
som voor het paviljoen van de begrooting
af te nemen.
En voort gaat het weer. Vooreerst over
een „onoordeelkundig" optreden van amb
tenaren bij het ijk wezen klacht v.
Wichen, voorschriften vragende om zulk
een optreden tegen te gaan over de
„werkelooshe d" klacht v. d. Bergh.
„Daar hebben wij geen last van", zegt
dhr, Liel'tinck, zich daarbij tot dé pers»