Buitenlaodsch Overzicht. RÜCUMÏ1ES. Kerknieuws. Schoolnieuws. Uit de Tweede Kamer. mogelijk open. Daaraan is thans een eind gemaakt. De kranen moeten bediend wor den door een daarvoor speciaal bestemden man, die er voor moet zorgen dat de druk in de sluis gelijkmatig toe- en afneemt, en het in- en uitschutten den wettelijk voorgeschreven tijd duurt. Dat doet hij met behulp van de aaugebrachte mano meters. Ook in de sluis moet de druk steeds kunnen worden afgelezen, opdat zij die er zich in bevinden, weten waaraan zij toe zijn. Door het beoogde gelijkmatige en langzame toe- en afnemen van dien druk, waaraan de arbeiders zijn blootge steld, hoopt men te voorkomen dat in de toekomst de caisson-werken nieuwe slacht offers maken. Daartoe is ingesteld een scherpe medische keuring, waarbij als reden van afkeuring ook „vermoedelijk drankmisbruik" is ge noemd, en voortdurend geneeskundig toe zicht, wordt uitgeoefend door seini-artseu, door het Rijk tijdelijk aangesteld op kosten van den aannemer van het werk. Om het lange verblijf in de schutsluis bij 't uitschutten IV2 minuut voor eiken M. dat onder water gewerkt wordt, en boven 15 M. diepte 2 min. voor eiken M. dragelijk te maken, is bepaald dat elke man 0,35 M2 oppervlakte in de sluis voor zich moet hebben en wordt gedurende het uit schutten versche lucht doorgeblazen voor de ventilatie. Om dan hun bezweete lijven voor te sterke afkoeling te bewaren, kun nen zij de door de wet gevorderde dekens omslaan, terwijl de ingeblazen versche lucht naar boven moet worden geblazen en hen dus niot kan raken. Na de sluis ver laten te hebben moet hen gratis warme koflie of thee worden geschonken in een behoorlijk ingericht, goed verwarmd, ver licht en zindelijk gehouden schaftlokaal. Daar moeten ze hoofd en handen kunnen wasscheu en zoo noodig moeten er een paar arbeiders te bed gebracht kunnen worden als ze pressing (pijnen in de gewrichten) mochten krijgen. Ook moet er een goed privaat zijn. Is de pijler voldoende diep ingegraven, dan wordt de werkkamer met beton opgevuld. Deze wordt met dezelfde bakken afgelaten als de grond werd opge- heschen (Amsterdam), of wel door een nauwere schacht bij kleine hoeveelheden naar beneden geworpen (Sluiskil). De per- sonenschacht mag daarvoor volgens de wet niet worden gebruikt. Is de kamer geheel gevuld dan worden de schachten wegge nomen en de daardoor ontstane ruimte ook nog opgevuld, en klaar is de pijler. Bij het precies opvolgen van de voor schriften, welke thans hij ons te lande, der wereld ten voorbeeld, bestaan, be hoeven de arbeiders, welke tot 30 M. diepte niet meer dan 8 uren per etmaal in de saamgeperste lucht mogen verblijven en daarbij uitsluitend electrisch gloeilicht moeten gebruiken, niet te lijden aan de ernstige storingen, die veelal het gevolg waren van werken onder verhoogden lucht druk. Dit schrijft een sociaal-democraat. De wet is van Minister lvuyper, die in de Kamer voor deze uitnemende wet een pluimpje van Van Kol had in ontvangst te nemen. Itetl. Nu de Memorie van Beantwoording van den minister van oorlog is ingekomen, kunnen wij verklaren dat wij ons woord van lof voor dezen bewindsman, onver anderd handhaven. De landsverdediging loopt onder ziju beheer geen gevaar. Met het radicale anti- militairisme dezer dagen zal hij niet af drijven. Bezuiniging die tot schade voor de defensie zou zijn, wenscht hij niet te aanvaarden. Voor een volksleger, zoolang niet „allen weerbaar" zijn is hij niet te vinden. Het praatje dal een volksleger goedkooper zou zijn dan een leger bij de tegenwoordige inrichting, weerlegt hij. Het concentratie-program der vrijzinnigen art. 3 volkslegeren art. 4 bezuiniging op militaire en andere uitgaven verwerpt hij. De gansche vrijzinnige kliek-Borgesius- Misset-Roodhuijzen, die de kiezers op dat punt verlakte en hein zeiven op het kussen bracht, verloochent hij. Wij hebben in Minister Staal een goed Minister die weet wat hij wil, een vrij zinnig man naar ons hart. Natuurlijk geen vrijzinnig man naar het hart der vrijzinnig democraten. Het Volk noemt hem een vreemd kuiken. De Arnhemse/ie Courant die eens, ver gissen wij ons niet, da Costa een ellendeling schold, noemt hem „een zwakke broeder, die misschien nog 1906 niet haalt", en „van de politieke beteekenis van zijn positie geen flauw besef heeft 1" Dit laatste strekt hem, dunkt ons, onder deze omstandigheden tot eere. Laat ons verder afwachten. Rusland. De admiraals Rodjestwenski en Wire» nius die in Japan krijgsgevangen waren, zijn te Petersburg aangekomen. Dit bericht wordt in de schaduw ge steld door tal van andere die doen zien dat de revolutie n»g lang niet tot zwij gen is gebracht, ja dat zij eigenlijk nu pas goed aan het loopen is. Zoo hebben de grenadiers te Moskou een besluit genomen en in druk verspreid, waarin zij hunne „verdrukkers" schelden, hunne kameraden tot opstaud aanmaneD, om de revolutie in het leger door te voe ren. Dit laatste moet dan bestaan in het terstond verwijderen van de commandee- rende officieren en de leiding in eigen handen te nemen, teueinde voldoening te bekomen voor de klachten der soldaten. Het manifest eindigt met een lang leve het vrije leger Onnoodig te zeggen dat dit bedenkelijk stukje revolutie de onrust in Rusland niet weinig komt vermeerderen. Want „hun woord zal voorteten gelijk de kanker". Een tweede onrustbarend bericht uit de Oostzee-provinciën luidt dat de revolutie daar heer en meester is. De voornaamste steden, onder anderen Mitau, Libau en Reval zijn in banden van de revolutionaire partij. De troepen hebben zich tot dusver be paald tot het beschermen van den spoor weg zij zijn echter niet geslaagd, het ver keer weer op gang te brengen. De Duitsche regeeriug heeft de paket- booten te Hamburg en Breinen gecharterd om Duitschers van daar naar Duitschlaud over te brengen. Men vreest echter zeer dat de opstandelingen zich van die schepen zullen meester maken, zoodal de wensche- lijkheid is uitgesproken dat oorlogsschepen de paketbooteu vergezellen. Ook verhaalt men dat twe# ministers, die door een nog niet invloedrijke partij gesteund worden, pogingen doen, vreemde mogendheden te bewegen in Rusland tus- schenbeide te komen ter bescherming vau hun onderdanen. Dat zou volgens hen het eenige middel zijn om het volk besef te geven van den toestand. Een advies al even dwaas als in 1787 ten onzent gegeven om de Pruisen in te haleu en de patriotten te straffen. Een zwakke regeering wordt door wapenge kletter niet sterker, allerminst door dat van vreemdelingen of bondgenooten, de weifelaars onder het volk worden er door naar de zijde der revolutie gedreven, en de revolutie wordt er eer door versterkt dan gefnuikt. Overigens mag men uit enkele regeerings- maatregelen der laatste dagen tegen de pers, de leiders der arbeidersbeweging en de organisatie der spoorwegambtenaren opmaken dat de reactie in aantocht is. Moeilijk is de positie van den Czaar tusschen deze beide machten in, doch die van zijn eersten minister Witte is nog hachelijker. Daarom zullen wij voorloopig maar geen nota nemen van de klachten over hem die in de pers rondgaan. De reactio nairen begrijpen hem niet, de liberalen bevredigt hij niet, de revolutionairen verfoeien hem. Doch wie zal dit beoor- deelen, zoolang hij er buiten staat Zou hij waarlijk medewerken willen tot het invoeren der geëischte hervormingen Of zou hij zich aan het hoofd eener re actionaire beweging willen stellen De dictatoriale maatregelen der laatste dagen zouden het laatste doen vermoeden doch wij herhalen, alleen Witte zelf kon het beoordeelen. Doch wanneer het voorbeeld van het Rostof-regimeut te Moscou, en van de Oostzeeprovinciën, ook door Polen gevolgd wordt, dan komt zijn krachtiger ingrijpen te laat. Nabij Riga is een trein die onder mili taire bewaking 120 miljoen roebel moest brengen naar Petersburg „opgeblazen". Frankrijk. Door het succesvolle optreden van De- schanel tegen Jaurès, meer nog door het flinke spreken van Rouvier, den minister die het gevaar van een oorlog met Duitsch- land, mogelijk geworden door het onvoor zichtig optreden van minister Delcassé wist te bezweren is de candidatuur van den oud-minister Doumer geheel op den achtergrond geraakt. Het „Geelboek" dat de olficieele mededeelingen omtrent Frank- rijks bemoeiingen in zake Marokko be vatte, had nog eenige spanning achter gelaten doch de verklaringen van Rou vier hebben alle spanning in Duitschland en in Europa weggenomen, en alle par tijen in Frankrijk ziju er door met den verkregen uitslag verzoend. Rouvier zal nu een flinken gooi doen naar Loubets zetel voor het president schap. Alleen Jaurès, de sociaal-democraat, is onbevredigd, al stelt hij overigens alle vertrouwen in Rouviers mededeelingen. Waaruit men de gevolgtrekking maakt dat de sociaal-democraten zich tegen de can didatuur van don oud-minister niet zullen verzetten. Duitschland en Engeland. Het spreekt van zelf, nu er een liberaal ministerie in Engeland optrad, voor het eerst weer sedert tien jaren dat de Duitsche pers en zeker ook wel de Duitsche regeering met belangstelling uitziet of de lichte verkoeling tusschen het Eugelsche en het Duitsche hof ook weggaat. Van ouds konden de liberale kabinetten in Engeland het met Duitschland (gelijk als met Rusland) goed vinden. Gladstone en Bismarck waren op staat kundig gebied goede vrienden en bond genooten. Herhaaldelijk sprak Bismarck het in den Duitschen Rijksdag uit dat Engeland Duitschlands oude vriend is, met wien Duitschland geen tegenstrijdige belangen heeft, en er geen reden zijn voor de vrees dat het tusschen hen ooit tot een oorlog komen zal. De tegenwoordige verhoudingen zijn met deze oplimistisehe, misschien wel opzette lijk uitgesproken beschouwingen wel een weinig in strijd. Dit wordt aan beide zijden erkend. In meer dan een boek werdt de mogelijkheid van een oorlog aangenomen als grondslag voor een fantastisch oorlogsverhaal. Een Duitsche en een Engelsche schrijver be zondigden zich daaraan. Men denke maar aan Neumauns boek over deii grooten wereldstrijd en aan Seestern's „ÏUÜÖ". Het is onder die omstandigheden een verblijdend verschijnsel, dat aan beide zijden van de Noordzee pogingen worden aangewend, om de verstandhouding te ver beteren. Eu menig Duitseh blad hoopt, dat die pogingen weerklank zullen vinden in het land, en een waarborg zullen worden voor het behoud van den vrede, voor de welvaart der natiën, voor de ontwikkeling, de beschaving en den vooruitgang. Zwitserland. De nieuwe Bondspresident Forran (de presidenten hebben maar één jaar zitting) is er een van de uiterste radiealetrichting. Zoo gaat de evolutie ook in dit vrije land al meer voort, naar het anarchisme toe ook al weerstaat men het nu nog met alle machtdit geldt de regeering, en ook het volk. Zoo lazen wij in een der bladen dat in dit land van het volksleger de anti-mili taristische beweging al brutaler den kop opsteekt. Zij is een zuiver anarchistische strooming geworden, die slechts woelgees ten en dwepers tot leiders heeft. De sociaal-democraten hebben hier met de anti-militaristische liga openlijk gebroken de Bondsraad heeft een commissie van deskundigen opgedragen naar middelen te zoeken om op grond van wettelijke straf bepalingen deze dwaze beweging te lijf te gaan. Rusland en japan in Duitschland. Berlijn wordt tegenwoordig overstroomd met Russen. Arme en rijke Russen. Van de rijken bespeurt men het meest. Alle eerste klas hotels zitten vol van deze vluchtelingen, die zich blijkbaar van de gebeurtenissen in hun vaderland niet bijs ter veel aantrekken, want ze leiden in Berlijn een allervroolijkst leventje en zijn overal te vinden waar pret gemaakt wordt. De Berlijners zijn met dit bezoek bijzonder ingenomen, want ze verdienen er geld als water aan. Russen zijn over 't algemeen even royal als zorgeloos. En zoo proli- teeren de neringdoenden buitengewoon van deze invasie van gevluchte millionairs, waarvan wel menigeen voorloopig zai blijven, aangezien het zich niet laat aan zien, dat ze binnenkort in hun eigen land veilig zullen zijn. Gisteren, den „goldeneu Sonutag", d. i. laatste Zondag vóór Kerst mis, trokken de talrijke Russen in hun kostbare pelzen zeer de aandacht onder de duizentallen, die de winkelstraten vul den. De Russen echter trof niets zoozeer als de duizendtallen politie-agenten te voet en te paard, die het centrum dei- stad als steeds bij dergelijke gelegenheden bezetten, om voor de orde te waken en ongelukkeu te voorkomen. Volgens een Berlijnsch blad tenminste vroeg een dier Russische dames op het zien van dit machtsvertoon, geheel ontsteld „Wat, is hier óók al revolutie?" Zij kou zich blijk baar niet voorstellen dat men ook voor zeer vredelie\ ende doeleinden een zware politiemacht in de hoofdstraten kan con- eentreeren. Terwijl Berlijn z'n Russen heeft hebben wij hier in Hamburg onze Japanners. Gis termorgen kwamen hier een kleine twee duizend Japansche soldaten uit Rusland aan, om verder per boot naar hun vaderland vervoerd te worden. Aangezien een der transport-booten nog niet binnen is moesten de Japanners hier een paar dagen wachten. Het zijn gewezen gevangenen, den Russen meest gewond in Mandsjoerije in handen gevallen. Ik zag gisteren een paar honderd dezer iuidjes in afdeeiingen, geleid door leden vau het vrijwillige roode kruis, dooi de stad marcheeren, 0111 de merkwaardig heden van Hamburg in oogensehouw te nemen. Het ziju kleine kereltjes, nogal schunnig gekleed in oude grijze kapotjassen, vieze militaire petten of onoogelijke mutsen op, en hooge laarzen met heel lage hak ken aan. Niettegenstaande hun sjovele „kleedage" en hun kleine gestalte maakten ze toch geen slechten indruk, want ze hebben een flinke houding en inarehcereu erg vief en kwiek. Van Duitsche soldaten hebben ze nietsp eerder lijkeu ze op de kleine, beweeglijke Fransche „piou-pious". Veel bekijks hadden de vreemdelingen natuurlijk, maar betoogd werd niet door het publiek. Tot zoover Het Handelsblad. De lezer make hier zelf vergelijking en gevolgtrekking Korea en Japan. Een Koreaan heeft den Japanschen directeur van den postdienst van Zuid- Korea doodgestoken en vervolgens de hand aan zichzelf geslagen. Deze gebeurtenis is teekenend voor de stemming die op het schiereiland heerscht. Zelfs de warmste voorstanders van het Japansche bestuur in Korea verzekeren dat de misbruiken, daar door Japanners gepleegd, de ontevredenheid der bevolking begrijpelijk maken. Een hunner is David Fraser, die als correspondent van de Times met het Ja pansche leger meetrok. Dat blad is zóó voor alles wat Japansch is, dat men van dezen sehrijver slechts een verdediging van het Japansche bewind zou hebben verwaeht. Doch al brengt hij den Japanners hulde voor meer dan hun goede voornemens, toch veroordeelt hij scherp de aanmatiging waarmede zoo velen hunner tegenover de Koreanen optreden. Men kan geen half uur op den steiger te Tsjemulpo staan zonder getuige te zijn van zeven, acht gevallen van mishande ling van Koreanen door Japanners ouder het oog van de Japansche douane-beamb ten en binnen honderd pas van het Brit- sehe consulaat. „Wanneer dat, schrijft hij, mogelijk is, waar de Japansche consul onbeperkt heerscht, wat zal er dan niet plaats hebbeu in het binnenland, waar geen autoriteiten zijn om dergelijke on rechtmatigheden te beletten E11 het Engelsch-Japanscheblad dringt, naar aanleiding van dit onverdachte ge tuigenis opnieuw aan de maatregelen, ten einde de Koreanen te beschermen tegen die soort van lieden, welke in toenemend aantal uit Japan zullen overwaaien, wan neer zij vernemen dat afpersingen straf feloos kunnen worden gepleegd. De re geeriug te Tokio zelf gaat echter voor in het verknechten van de Koreanen en wel steunende op haar verbond met het allerrechtvaardigste Engeland. Wordt ge geplaagd door een gevoel vau volheid, slaperigheid of zwaarte na maaltijden Maagpijn, geelachtigheid van het wit der oogen, maagzuur? Lijdt gij aan slechte spijsverteering, galachtigheid of verstopping? Wanneer ge 's morgens opstaat, hebt ge dan een onaangenamen smaak in den mond en is de tong besla gen Hebt gij moeilijkheid bij het adem halen, een gespannen gevoel over de borst V Al deze en vele andere symptonen wor den veroorzaakt door de aanwezigheid van vergiftigen afval in het gestel en het is gevaarlijk er geen acht op te slaan, het kan leiden tot slechte spijsvertering of bloedarmoede of de ongelukkige ontsteking van den blinden darm. Wanneer ge l' niet zoo Hink gevoelt zooals het behoort, neem dan een dosis Foster's Maagpillen en ge zult zien hoeveel opgewekter en geestkrachtiger ge den volgenden morgen zult zijn en wat beter is zult blijven want Foster's Maagpillen genezen alle ongesteldheden der lever, maag en inge wanden en wel dadelijk en voor goed. Overtuigt U dat U de échte Foster's Maagpillen krijgt, voorzien van de hand- teekeuing van James Foster op elke doos. (Inhoud 50 stuks). Deze pillen zijn te Goes verkrijgbaar bij den heer NATHAN EMANUEL en le Middelburg bij den lieer JOH. DE ROOS, Vlasmarkt K 157, a 0.65 voor één of ƒ3.60 voor zes doozen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Grootegast J. Ph. Meynink te Etersheimte Herbajum J. Aalbers, cand. te Goutum. Geref. Kerken. In den ouderdom van 74 jaar is te Westerbork overleden ds. B. J. Bennink, sedert eenige weken emeritus-predikant aldaar. Ds, Bennink is een van de eerste gereformeerde predikanten geweest, die (een veertig jaar terug) met krachtige hand hebben ingegrepen om door artikelen in de Wekstem, door particuliere uitgaven, enz. den zendingsgeest in de toenmalige afgescheidene kerken te doen ontwaken. Van zijne rust, na een zoo welbesteed leven, mocht ds. B. slechts kort genieten. Ger. Gem. onder 't Kruis. Drietal te Rotterdam H. Roelofsen te Goes, G. H. Kei-sten te Meliskerke en J. R. v. Oord te Ter Neuzen. Ev. Luth. Kerk. Aangenomen naar 's Hertogenbosch door H. Makkink, prop. te Amsterdam. Het Volk meldt dat te Amsterdam na het votum van den Raad in zake de twee onderwijzers verscheidene collega's ontslag genomen hebben als lid van den Vrijz. dem. bond en lid zijn geworden van de S. D. A. P. Dat was ook maar een klein stapje Aan de universiteit te Groningen is bevorderd op /Stellingen tot doctor in de rechtswetenschap de heer F. G. van Binsbergen, geboren te Zierikzee. Zeer voorzichtig en behoedzaam, ging de Minister voort, dient men op te treden met agrarische wetten. De landbouwer is aan zoovele wetten ten opzichte van zijn bedrijf niet gewoon. Men kan er evenveel mee bederven als goedmaken. Dit denkbeeld heeft ook voorgezeten bij het voorgenomen onderzoek naar den toe stand der landbouw-arbeiders en de kleiu- grondbezitters. Voor de teleurstelling van dhr. Reyne, als zou er te weinig gedaan worden voor den landbouw is geen grond. Deze had n.l. op de fout gewezen, dat in ons land zoowel als elders de grond het voorwerp is geworden van kapitaalsbe legging. Versterking van het eigen grond bezit der boeren en een gewijzigd beklem recht, ziedaar twee noodige artikelen op het agrarisch program, had dhr. Reyne gezegd. Doch deze had daarbij vergeten, merkt minister Veegens op, dat de agrarische wetenschap, d.i. de landbouw-wetenschap, nog zoo jong is. En dhr. Reyne behoeft geen oogenblik te vreezen, dat alles aan den „kapstok der enquête" zal worden opgehangen. Het ontwerp op de landbouw- zaden is ingetrokken, dit is zoo, maar dit heb ik gedaan, merkte Z.Exc. op, in het belang van den landbouw. Het isheusch niet noodig, dat de politiek bij landbouw- aaugelegenheden ter sprake komt, wat het geval zou geweest zijn, indien dit ontwerp tot wet ware verheven. Over wijziging van de onteigeningswet kan de Minister zich vooralsnog niet uitlaten voor een debat over de Vogelwet is het oogenblik niet gunstig krachtig zal de Minister de ontginning van woeste gronden bevorderen en ook voor de veefokkerij zal het noodige gedaan worden. Er is in de laatste jaren veel tot stand gekomen op landbouwge bied, zegt de Minister, zoodat vorige regeeringen geen verwijt verdienen. Een gunstig oor verleende de Minister aan nog andere klachten van dhr. Reyne, die zich in hel debat en de bespreking dei- afzonderlijke artikelen nog al eens deed hooren. Zoo omtrent de boerenleen banken, sommige van die leenbanken heb ben statuten, die als leden uiLluiteu per sonen van een bepaald kerkgenootschap of behoorende tot zekere land bouwmaat schappij. Ook klaagt dhr. Reyne erover dat van het subsidie van de paarden fokkerij zooveel weggaat aan onkosten van keuringen, vooral in Limburgover het gemis van practische mannen bij den veeartsenijkundigen dienst. Geleerde man nen zijn er in overvloed, maar op meer practisch onderlegde, speciaal op het ge bied der vee-verloskunde, prachtisch on derlegde mannen komt het hier niet min der aan. Op al die klachten of wenschen zal worden gelet, of ze zullen door den Mi nister worden „in overweging" genomen. Dhr. Brants brengt hulde aan den di recteur v. landbouw voor de organisatie van de rijksserum inrichting te Rotterdam welke inrichting terecht een goede repu tatie geniet 0111 de uitstekende resultaten. Ook de Minister stemt met dhr. Brants hulde in. De inrichting, een schepping van ziju ambtsvoorganger, verdient ten volle, dat zij meer en meer bekend worde. Voorts bespreekt dhr. Beckers, en ook dhr. Schaper, de minder afdoende wijze van bestrijding der vee-tuberculose, zoo als die thans gebruikelijk is. Wegneming van een enkel stuk vee uit een besmet ten stal, het helpt zoo weinig. Veeco»- sulenten moesten we hebben. Ook moeten de formaliteiten voor de schadeloosstelling vereenvoudigd worden. Eu dan het par ticulier initiatief bevorderen. Het zou daarbij al een heele verbetering zijn, als de schadevergoeding bij onteigening zich regelen ging naar de normale marktwaarde. De nuttige wenken van dhr. Beckers zullen worden overwogen door den Mi nister. Bij elke nieuwe afdeeling nieuwe wen schen. Bij stoomwezen die van dhr. Schaper omtrent de instelling van een facultatief examen voor machinist, geen geleerdheids- vertoon, maar kennis van de machinerie, bij mijnwezen die van dhr. Nol ting, pleitend voor bespoediging van den bestuursmaat regel ten opzichte van de veiligheid bij den arbeid der mijnen, alsmede voor de instel ling van arbeidsraden bij de mijnindustrie, een uitstekend middel om oneenigheid te voorkomen onder de arbeiders. De Minister is voornemens zoo spoedig mogelijk de Mijnwet in werking te doen treden en niet minder spoedig voor een algemeenen maat regel van bestuur zorg te dragen. Voor zorgsmaatregelen zullen een verscherpt toezicht noodzakelijk maken. Ook kan de bepaling in den bestuursmaatregel dooi den Minister daarin neergelegd, dat jonge lieden beneden 16 jaren niet meer in den trechter mogen afdalen, waken tegen mijn ongelukken. Welwillend was de Minister om zooveel mogelijk aan al die wenschen tegemoet te komen. En zoo schoot men aardig op met deze begrooting, toen op het einde nog een tegenvallertje kwam in een amendement v. Asch v. Wijck aange nomen met 57 tegen 14 om n.l. de voor den bouw van het afgebrande paviljoen voor magnetische waarnemingen van het Meteorologisch instituut uitgetrokken gel den van de begrooting ai te voeren. Niet dat tegen de opbouwing als zoo danig bezwaar bestond by de Kamer. In geenen deele. Maar de plaats was niet zoo bijzonder gunstig gelegen. Er zal daar in de nabijheid een elec- trische centrale worden opgericht en dan wellicht nog electrische tramlijnen daar vlak bij komen. Dat alles moet invloed, en wel storenden invloed uitoefenen op den gang van zaken, n.l. op de magnetische waarnemingen, waartoe het paviljoen be stemd is. De afgevaardigde van Amers foort liet terecht die bezwaren uitkomen, niet geheel te ondervangen door voor waarden, die de regeering zou kunnen stellen in de concessie voor de tramlijnen. En bovendien waren er nog wel meer bezwaren. De Minister loste al die be zwaren niet naar genoegen der Kamer op. Ze achtte het best zoo noodig het paviljoen op een andere, betere plaats te herbouwen, doch al vast de uitgetrokken som voor het paviljoen van de begrooting af te nemen. En voort gaat het weer. Vooreerst over een „onoordeelkundig" optreden van amb tenaren bij het ijk wezen klacht v. Wichen, voorschriften vragende om zulk een optreden tegen te gaan over de „werkelooshe d" klacht v. d. Bergh. „Daar hebben wij geen last van", zegt dhr, Liel'tinck, zich daarbij tot dé pers»

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1905 | | pagina 2