NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 63. 1905.
Woensdag 13 December
20e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISGH
De Tegenstelling.
Buitenlandsch Overzicht.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BERICHTGEVERS.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Z|i <lie xlcli mot 1 Januari op
ons t»lo,cl abonnecren, ontvan-
gen het tol dien datum grat its.
Berichtgevers voor dit blad worden
gevraagd te
St. Annaland.
St. Philipsland.
Scherpenisse.
Poortvliet.
De vrijzinnige pers duidt ons telkens
weer aan onder den beleedigenden naam
„clericalen".
Het verdriet ons niet daartegen telkens
weer op te komen.
De naam clericaal is een kerkelijke, en
kan niet van toepassing zijn op die protes-
tantsche christenen, welke de onderschei
ding in geestelijken en leeken niet kennen,
en zich in de consciëntie niet door de
uitspraak der kerk, maar alleen door die
van Gods Woord laten leiden.
De naam clericaal is voor de anti-revo
lutionairen zoo heeft nu wijlen de
vrijzinnige professor Spruyt gezegd al
even weinig passend als die van visch
voor een zwaluw zou zijn.
Intusschen verwerpen wij den naam,
de tegenstelling door de vrijzinnigen be
doeld, aanvaarden wij.
Wij zijn toch volgens de vrijzinnigheid
deze „clericalen
De vrijzinnige oud-minister Cort v. d.
Linden zegt:
„Met clericalen bedoel ik allen die bij de
beoordeeling in het publiek belang, zich be
roepen op den geopenbaarden wil van God".
Of hieruit dan volgt dat de vrijzinnigen
zich niet op dien Gods geopenbaarden wil
beroepen
Niet wij zeggen het, maar zij zeiven
schuiven deze toonstelling (antithese)
naar voren.
Mr. Van Houten schreef (zie zijn Staatk.
opstellen p. 110)„Wij" (liberalen) „er
kennen nocli een openbaring als kenbron
van waarheid en recht, noch het gezag van
eenig kerkelijk orgaan ons staat slechts
de Bede ten dienstebij wier licht wij de
uitingen van den volkswil in het heden en
het verleden waarnemen, hare vermoede-
lyke gevolgen voorzien,' geluk en welvaart
trachten te bevorderen, en leed af te wenden
Niet het zoogenaamde „Woord Gods", om
eens de taal der geloovigen te gebruiken,
het geschenk Gods dat we in onze Rede
bezitten, is de lamp voor onzen voet".
En evenzoo Mr. Cort van der Linden
(Richting en beleid der liberale partij p. 2)
„De liberale partij is in haar wezen
een tak van den breeden stroom van het
RationalismeMet clericalen bedoel
ik allen die, bij de beoordeeling van het
publiek belang, zich beroepen op den ge
openbaarden wil van God" De liberalen
moeten zich dan ook meer en meer „schei
den van hen die een gezag bij de regeling
der staatszaken erkennen buiten en boven
den mensch".
Een getuigenis dat geheel overeenstemt
met dat andere van het vrijzinnig-demo
cratische Kamerlid den oud-professor
Treub
Liberalen van allerlei slag, vrijzinnig-
democraten tn sociaal-democraten hebben deze
negatieve eigenschap met elkander gemeen,
dat zij elke politiële verwerpen, welke haar
uitgangspunt neemt in eene goddel jke open
baring, die hetzij direct aan de personen zelve,
hetzij aan de kerk, waartoe deze behooren,
ten deel gevallen is.
Zoo ziet iedereen, die niet willens blind
is, waarin het groote, cardinale verschil
punt tusschen de clericalenen de „anti-
cleriealen" bestaat.
De „clericalen" rekenen op staatkundig
en maatschappelijk terrein met, en be
roepen zich bij de beoordeeling van de
publieke zaak op den geopenbaarden wil
van God ië „anti-clericalen" daarentegen
doen dit niet. Hunne eigene hoofdmannen
hebben het zelf gezegd.
Deze tegenstelling (antithese) predikt
ook de oud-liberale oud-minister Van
Houten in zijn jongst verschenen boek.
Als prof. Van der" Vlugt ons wil doen
gelooven, dat met den politieken strijd de
godsdienst volstrekt niet gemoeid is, en
men dus heel goed een vroom christen kan
zijn en tevens liberaal in de politiek
komt Van Houten ons zeggen, dat de strijd,
die heden ten dage wordt gevoerd, er een
is, waarbij de tegenstelling tusschen katho
liek en protestant gering moet worden
geacht. Hij erkent rondweg, dat het is een
strijd tusschen geloof en ongeloof.
Als de volgelingen van Cort v. d. Linden,
Treub en Van Houten toornen omdat Dr.
Kuyper hun verwijt, dat hunne levens
beschouwing eigenlijk overeenkomt met
die van Grieken en Romeinen en dus in
strijd is met de christelijke wereldbe
schouwing zegt Van Houten zonder er
doekjes om te winden
»De christelijke leer moge in het lijden troost
zoeken in de hope op een beter leven,
een onbevangen nadenker zal tot het inzicht
komen, dat het leven op zich zelf niet onder
alle omstandigheden waarde heeft en dat het
soms beter kan zijn, aan het lijden een einde
te maken door zelfmoord.
»W eten en werken zijn de eigenlijke
pilaren van de maatschappelijke verhoudingen;
gelooven, bidden en hopen behooren
slechts tot de uiterlijke versierselen".
»Hij die de waarheid liefheeft, zegt Schopen
hauer, haat de goden, zoowel in 't enkelvoud
als in het meervoud en met recht
Zie, in dien zin zijn de vrijzinnigen
anti-clericaal.
Maar hieruit volgt niet dat wij dan
zijn „clericaal".
Wij aanvaarden niet den naam, wel de
beteekende zaak.
En die vrijzinnigen, welke voor zich
wel den naam, niet de beteekende zaak
aanvaarden, verwijzen wij naar de uit
spraken van bovengenoemde^ leiders dei-
vrijzinnige partijen.
Misschien doet het hen met schrik zich
afwenden van een partij die dus geleerd
wordt.
Die wijlen Dr. Chantepie de la Saussaye
schrijven deed (Over het ontw. v. wet op
het L. O. p. 75): „De strekking van het
Liberalisme in Staat en Kerk is gericht
tegen den persoon des Heeren".
Groen van Prinsterer aarzelde dan ook
niet (Ned. -Ged. III p. 13) te verklaren
Het Liberalisme ontwikkeld, is ongodis-
terij".
Nader aldus door hem toegelicht (p. 49)
„Het hoofdkenmerk (van het Liberalisme)
ligt hierin, dat men den oorsprong van
wetenschap en van gezag, inplaats van
in God, in den mensch, in menschelijk ver
stand, en in menschelijke toestemming en
overeenkomst, heeft gesteld". Of elders
(II p. 136) „De revolutie, gelijk zij in
Frankrijk haar hoofdzetel heeft, is niet
anti-catholiek of anti-christelijk alleen,
maar leidt naar ongeloof en ongodisterij".
„De Vrijzinnigheid, zoo schreef hij in,
Aan de kiezers XIV blz. 3, rust op het
vrij-zijn van elk hooger dan menschelijk
gezag. Of eindelijk in Grondwetsherz. en
Eensgezindheid bl. 78 Het Liberalisme is
„de stelselmatige verloochening van den leven
den God, dien God, die zich in de Heilige
Schrift aan de menschheid geopenbaard heeft".
Terecht verklaarde dan ook de heer Mees,
bij de algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting 1903, toen Mr. Troelstra
nogmaals een poging deed om politiek en
godsdienst van een te scheiden
„De heer Troelstra kent het godsdienstig leven
van het „geloovig deel" van ons volk weinig,
als hij meent, dat de terreinen vele zijn die
neutraal kunnen verklaard worden".
Alleen door het geloof tot de kerk te
beperken en dus krachteloos te maken,
kan men politiek drijven los van het geloof.
Maar die is dan ook niet „neutraal",
maar anti-christelijk, ja atheïstisch,
12 December 1905.
Tegen Vaccinedwang.
Men haaste zich toch het adres van
ds. Kersten te steunen.
Kunnen wij daartoe medewei'ken door
't geven van onderstaand model
Men schrijve 't dan maar over op een
gewoon formaatzegel.
Aan
de Tweede Kamer der Staten-G ener aal.
Geven met versehuldigden eerbied te
kennen de ondergeteekenden, woonachtig-
te dat zij, hun instemming betui
gend met het adres van ds. G. H. Kersten
te Meliskerke, c. s. Uwe vergadering met
dringenden ernst verzoeken om te willen
medewerken tot opheffiDg van den Vaccine
dwang op schoolgaande kinderen gelegd
door artikel 17 der wet van 4 December
1872, Stbl. 134.
Wij zijn benieuwd of bij de behande
ling van Hoofdstuk V der Staatsbegroo
ting de minister van binnenlandsche zaken
ook zal gepolst worden omtrent zijn in
zichten in de leerplichtwet.
Ware dr. Kuyper minister gebleven,
dan hadden wij op een wijziging dier wet
kunnen rekenen.
Thans zijn wij er allicht iets verder
van af geraakt.
Immers de leerplichtwet is de vrucht
van het liberale leerdwangstelselen dat
leerdwangstelsel is afgeleid uit het vrij
zinnige beginsel men drukke niet te
zeer op dat vrij dat „de Staat" recht
heeft zelfs den omvang van het bijzon
der onderwijs vast te stellen en te rege
len, en elk gezin, ook datgene hetwelk
goed voor zijn kinderen zorgt, aan zijn
inzichten te onderwerpen.
Een beginsel dat lijnrecht tegenover
het chr. beginsel staat dat het onderwijs
aan de ouders behoort en, zij het ook
onder medewerking van de overheid, van
hen dient uit te gaan.
Antirevolutionair noemen wij ons wijl
wij zijn tegen de revolutie, waaronder
wij schrijft dr. de la Saussaye, hervormd
predikant te Rotterdam niet zoo zeer
eenige historische gebeurtenis verstaan, als
veeleer den geest van verwerping van elk
gezag (zie 2 Thess. 2 vers 4) die ten allen
tijde bestaande en menigwerf uitbrekende,
in de Fransche revolutie van 't laatst der
achttiende eeuw met hare gevolgen hoe
deze overigens uit zeer verschillende be-
standdeelen saamgesleld zij voor 't eerst
als een heerschend beginsel in de wereld
geschiedenis is openbaar geworden.
Het ontzettend en tevens alomvattend
beginsel der Revolutie werd aanstonds bij
het losbarsten der beweging door Burke
gepeild, die gelijk mr. Heemskerk Bz. (de
lib.) herinnert, ook in 1793 schreefMen
kan zich den waren aard niet ontveinzen
van dezen vreeselijken krijg. Het is een
religie-krijgHet is niet als voor
heen een geschil tusschen gezindheden,
maar een oorlog tegen alle gezindheid.
Nergens heeft de millionair, zooals
vroeger in de middeneeuwen de grond
bezitter, eenig voorrecht. In zoover is 't
er verre van daan, dat wij zouden kan
nen' spreken van eene heerschappij van
het geldnimmer heeft het geld minder
macht uitgeoefend. Als wij zeggen dat
het geld over ons heerscht, dan geldt dit
vooral het zedelijk gebiedons hart en
onze zielrechtens heeft het in den staat
niet de minste machtslechts oefent het
door verleiding of omkooping, indirecten
invloed.
Engeland.
Omtrent den indruk dien het nieuwe
liberale kabinet, gisteren in ons overzicht
gemeld, op vriend en tegenstander maakt,
moeten wij ons door de buitenlandsche
pers laten inlichten.
En dan valt 't op dat die indruk zoo
gunstig is. Het telt 19 leden evenals zijn
voorganger. Andere liberale kabinetten
waren slechts 16 leden sterk geweest.
Vandaag hebben de aftredende ministers
ten overstaanjvan den Geheimen Raad hun
zegels ingeleverd, die daarna door de leden
van het nieuwe kabinet in ontvangst ge
nomen werden.
De oppositie begroet onder de nieuwe
ministers vooral Sir Edward Grey met
warmte. Zij zegt dat zijne uitsluiting een
„nationale teleurstelling", een „duidelijke
zwakheid" zou geweest zijn. Dat de mi
nister van buitenlandsche zaken in het
Lagerhuis zit, is een bizonderheid.
Sir Edward Grey wordt als volgt be
schreven
Hij is eerlijk en trouw voor zijne vrien
den, hoffelijk voor zijne tegenstanders,
trouwhartig, open en onpartijdig. Hij is
een redenaar die met merkwaardige juist
heid spreekt, maar eenvoudig en zonder
de minste rederijkerij. Alle partijen in
het Lagerhuis mogen en achten hem. Hij
is lang en schraal, met een jong glad
geschoren gezicht, een arendsneus en
zwart haar waarvan een lok over zijn
voorhoofd valt.
De markies van Ripon, de geheim ze
gelbewaarder, is de eenige katholiek in
het ministerie.
Aangaande Augustine Birrell, den mi
nister van onderwijs, lezen wij dat hij
bij de algemeene verkiezingen van 1900
zijn veiliger zetel in West Fife opgaf, een
district dat hij sedert 1889 vertegenwoor
digde, teneinde zijne partij tot een vast
beraden aanval op Oost-Manchester in
staat te stellen. Hij leed de nederlaag en
is misschien de voornaamste van de libe
rale staatslieden dit een zetel in hel La
gerhuis missen. Het huis mist hem ook,
want hij is een van de zeer weinige hu
moristen. Ofschoon hij nog geen lid is
geweest van een ministerie, heeft hij aan
zijne partij belangrijke diensten bewezen.
Als voorzitter van het Nationale Liberale
Verbond, had hij toezicht op de liberale
geschriften die onder de kiezers verspreid
zijn. Het strekt hem tot eer dat hij zich
indertijd zeer afkeurend over de concen
tratiekampen heeft uitgelaten. Hij is,
evenals zoovelen van zijne ambtgenooten,
een Schot.
Lloyd-George, de minister van koop
handel, is ook een van de Engelsehen
die zich scherp hebben uitgelaten over
de Engelsehe manieren tegenover de
Boeren.
Verwondering wekt het natuurlijk niet
dat de aristocraat-conservatief-liberaal lord
Rosebery niet in het kabinet werd opge
nomen. Veel steun zal het kabinet van
dezen twijfelachtigen geestverwant in het
Hoogerhuis niet hebben. Nu reeds heeft
hij den dreigenden vinger opgestoken
gehad. Hij heeft namelijk in een bijeen
komst van de Liberal League een rede
voering gehouden, waarin hij hoewel
de samenstelling prijzende van het nieuwe
Kabinet verklaarde, dat het de komende
algemeene verkiezingen niet zou overleven,
tenzij het een duidelijke, ondubbelzinnige
verklaring aflegde betreffende zijn politiek.
De regeering meent Rosebery moet
onafhankelijk zijn van de stemmen der
Iersche Lagerhuisleden.
Toch heeft hij gelijk, want de Ieren zijn
altijd zeer onbetrouwbare landgenooten
gebleken. Nog laatst wij herinnerden
er reeds aan spraken zij zich bij monde
van Redmond zeer beslist voor zelfstandig
optreden uit. Ierland's zelfregeering blijft
het struikelblok, de Paris-appel voor de
liberale partij. Gladstone's laatste kabinet
is er op gevallen, en dien slag is dè liberale
partij nooit te boven gekomen.
Rusland.
Aan den gedrukten, verwarden toestand
komt maar geen einde. Dagelijks komen
nieuwe treurige ervaringen, ^ie de regee-
iiiinaii hm
ring teleurstellen en het volk ontrusten.
Over de muiterij te Karbin komen ook
bedenkelijke geruchten los.
Daar kwamen dagelijks duizenden deser
teurs uit Wladiwostok aan. Eindelijk
werd een trein naar Wladiwostok ge
zonden, bemand met vrijwilligers. Men
maakte gebruik van het oproer in die
stad, om in de staatsmagazijnen een ont
zaglijke hoeveelheid levensmiddelen buit
te maken. De muiters veroverden ook
eenige revolverkanonnen, geweren, bajo
netten en duizenden patronen. Met dien
buit keerden zij met den trein naar Char-
bin terug. Aan het station stond een
joelende bende soldaten die juichten toen
zij zagen, wat hun kameraden mede
brachten.
Nu begon een groote zwelgpartij. De
kisten met wijn en sterken drank werden
stuk geslagen, de flesschen leeggedronken
en weldra waren duizenden soldaten stom
dronken.
Toen volgde een plundering en ver
woesting zonder genade. Herhaalde malen
trachtte men de stad in brand te steken,
maar dat lukte niet best. Er werden nu
mitrailleurs in gunstige stellingen geplaatst
en een vreeselijk vuur werd op winkels,
kazernes en huizen gericht.
De hospitalen werden zelfs niet gespaard.
De muiters drongen met geweld binnen,
deden zich te goed aan de ziekenspijs,
knevelden dokters en verpleegsters en
brachten ze naar buiten naar de sneeuw
velden. Daarna vereenigden zij zich met
een bende bereden Choenehoezen, vielen
het station aan en verbrandden alle huizen
in de buurt. Vele Russische en Chineesche
inwoners werden door de verdwaasde bende
om hals gebracht.
Eenige officieren, die met haar heulden,
openden 's nachts de deuren van de graan-
en meelschuren en ook de molens. Daar
werd toen ook de brand ingestoken. Een
aantal weerlooze menschen werden afge
maakt.
Ten slotte kwam generaal Madarilof aan
het hoofd van een afdeeling ruiterij de
stad binnen en nu volgde een bloedige,
vreeselijke etrijd. De soldaten vochten
man tegen man, zonder vriend of vijand
te kennen.
Ook elders blijft het kwaad slaan.
De toestand van het leger wordt met
den dag erger. Zestien duizend man te
Chavkof hebben het voorbeeld van de
troepen te Kief, Jekaterinodar en Eupa-
toria gevolgd, en zijn aan het muiten.
De eerste kolonnes van het Mantsjoe-
rijsehe leger zijn te Moskou aangekomen,
eveneens in een muitzieken toestand, en
ontwapend.
De stakende telegraafbeambien te
Helsingfors kregen Zaterdag bericht dat
als zij Zondag niet om 12 uur verschenen
om dienst te doen, zij volgens beschik
king van Doernowo ontslagen zouden
worden. Niettemin is er geen enkele
telegrafist opgekomen.
Overigens komt er een weinig meer
stilte, doch daardoor ook des te grooter
gevaar in 't optreden der Polen en de
verschillende vakbonden. In ordelijk ver
kopende vergaderingen wordt beraad
slaagd over algemeen kiesrecht en andere
hervormingen die noodig worden geacht.
Wanneer nu de regeering maar met wijs
beleid optreedt. Maandag heeft de politie
het centraal bureau en de centrale com
missie van den Bond der vakorganisa
ties ontbonden, onder protest der aan
wezige leden van bureau en bond, welke
eischten, dat daarvan procesverbaal zou
worden opgemaakt.
Ja, deze Centrale Raad, welks voor
zitter achter slot en grendel gebracht is,
doet veel kwaads aan de regeering, en
misschien ook aan de zaak der arbeiders,
die door hem tegen de regeering worden
opgezet. Nu vertelt hij weer rond dat
Rusland voor een staatsbankroet staat,
wat laster is gebleken.
Tot zelfs in de nabijheid van Peters
burg plunderen oproerige boeren de land-