NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 61. 1905.
Maandag 11 December.
20e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
RËCÜÏMs.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUU. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ïïoct gelijk ik.
Rechtszaken.
in de
de
achter
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
BWH—WlPiaW
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
esssH
BERICHTGEVERS.
Berichtgevers voor dit blad worden
gevraagd te
St. Annaland.
St. Philipsland.
Scherpenisse.
Poortvliet.
BREDA, 6 December.
Dwarse strepen.
Ik heb een verstandige moeder gehad.
En, als alle verstandige moeders, waar
schuwde zij mij zoo dikwijls tegen het
met vuur spelen. En deed ik liet dan
tochwelnu, dan brandde ik mij. Boe
ik ook trachtte de gevolgen van mijne
ondeugendheid te verbergen, immer ont
dekte haar helder oog waar de brandwond
schrijnde. De gevolgen, in den vorm van
eenige flinke klappen op zeker lichaams
deel, dat in onze kinderjaren meestal
daarvoor gebezigd wordt, bleven niet uit..
Of ik er ook wat van leerde Ik hoop het.
Later kwam het vuur in andere, dikwijls
nog verleidelijker gedaante tot ine, en
hoewel ik meer dan eenmaal bezweek,
toch ook dikwijls weerhield me de her
innering aan brandwond en aan klappen,
den lust tot aan te raken.
Mr. Troelstra is in de Kamer aan het
woord geweest. Hoe het mogelijk is
niet van dat spreken, daar kennen we de
oorzaak reeds lang van, maar, dat zoo
gesproken kan worden. Inderdaad men
moet maar vrijmoedig zijn.
Waarom 't ministerie-Kuyper gevallen
was
„Die eigenschap van geloof zonder
liefde, uittartend en onverzoenlijk, heeft
over een breede linie tegenstand in het
leven geroepen,
Van geloof zonder liefde, spreekt Mr.
Troelstra.
Inderdaad 't is of men een doove over
de schoonheid der muziek hoort spreken.
Maar dat past ook met 't geen hij een
oogenblik te voren betoogde. Hij zou de
verdediging van het vorige kabinet door
den heer Van Vlijmen even nuleeren. Hij
kon het zich wel begrijpen, de heer
Troelstra: „Van een doode niets dan goed".
Maar dat zou hij eens anders doen zien.
Maar hoe Als wel eens meer is gebeurd
gewezen op het bijzonder „christelijke" in
dat vorig kabinet. En daar was onze natie
immers niet van gediend; bleek dit niet
duidelijk 1.1. zomer? O zeker, dat bleek!
Dank zij de liberale, allerliberaalste indee
ling der kiesdistricten en dank ook de
stembus-manoeuvres, waar Mr." Tr.'s rede
nog een nasmaak je van is.
„Het was eene opluchting voor velen,
dat een einde kwam aan de atmosfeer van
onoprechtheid, die loodzwaar drukte".
Ook waarMaar die velen waren Mr. Tr.
c. s. Voor hen was het eene opluchting, dat
niet langer die atmosfeer van onoprecht
heid, die geen owwettigen opstand tegen
patroons of welken vorm van gezag ook,
wilde bevorderen, loodzwaar drukte. Die
atmosfeer, die wilde dat God, Nederland
en Oranje één accoord zouden zijn, die was
den socialist een gruwel en den liberaal
een dwaasheid.
O, zeker „de christelijke antithese is
door «e praktijk geoordeeld". De Praktijk.
Ga dat maar eens vragen in Zierikzee,
ïee t, teen wijk, enz. enz. Ge zult
wel terugkomen met de wetenschap, dat de
praktijk hier de „christelijke antithese"
oordeelde.
Maar dat is te begrijpen, dat is nog een
nasmaakje, zooals ik reeds opmerkte, van
vroegeren christenhaat.
De heer Troelstra is niet geïnviteerd
op de grondwetherziening-lunch. En daar
is hij niet over te spreken. Ze hebben
zich lang kalm gehouden de socialisten.
Wel voelde je het onderdrukt genot en
op het Binnenhof is zeker menig hart van
de ministertafel angstig saamgeknepen
wat of „de vriendjes" wel zouden zeggen
over hun uitsluiten. Gelukkig de anti
revolutionairen hebben zich nog al kalm
gehouden. Maar zie je, de socialisten
die zeggen niks. En dat zwijgen maakt
ze bang daar de witgedasten. Maar nu
is het gekomen. Al zijn |gal moet het
tegenwoordige Kabinet slikken. En als
Mr. Troelstra begint, dan is hij nog niet
klaar. Op een der politieke spotprenten
heb ik Tr. met een zweep in de hand
zien staan, als een ritmeester in de manége.
En ze liepen goed, allemaal, liberalen,
oud-liberalen, vrijzinnig-democraten, enz.
't Ging goed, 't ging uitstekend. Nu en
dan een buitenmodel sprong, maar een
blik uit 's ritmeesters streng oog en een
tikje met de zweep, 't was voldoende om
ze weer netjes in den band te brengen,
'k Dacht toen zou hij (Mr. Tr.) misschien
ooit zijn zweep gebruiken, om te ranselen,
te striemen, liefst vlak in het gelaat, op
socialisten manier
Hij Mr. Tr. heeft haar opgeheven en
hij heeft geslagen. Vlijmend zijn de
striemen gegaan, vlak in het gezicht van
het huidig regeeringskabinet, maar vooral
van het liberalisme
De politieke strijd bij de ver
kiezingen was „blanco", het was een
concentratie van krachten op een niets-
zeggend program. Uit dit program is
ten duidelijkste gebleken, de futloosheid
voor het Nederlandsch liberalisme".
Daar kunnen de liberalen het voorloo-
pig mee doen. Eerlijker was Mr. Tr.
geweest als hij een half jaar of 8 maan
den eerder was gekomen tot dit resultaat.
Dat ware niet „onoprecht" geweest.
Minder vleiend voor de eigenliefde maar
meer passend voor de eigenwaarde, zou
het zijn geweest indien de sociaal-demo
craat zich niet hadde laten bewierooken
door die „futlooze liberalen".
Overigens, 't is wel prettig men zegt
de democratie is de dochter van het libe
ralisme als de moeder zulke hartelijk
heden van de dochter hoort, en dan nog
wanneer deze pas zoo mooi is opgedirkt
en opgeflikt.
Geen wonder dat het nieuwe kabinet
in sprekers (Tr.) oog op zijn zachtst
nog vergeleken kon worden met een half-
steens-muur-huisje. De bewoner moet
visitekaartjes sturen om vrede te houden
met de buren want ruzie kan de
schromelijkste gevolgen voor het huisje
na zich sleepen buurman Troelstra is
vergeten. Ach, arme huisbaas
En dat het inderdaad niet meer dan
een half-steens-muurtje is
„De belofte van verzoeningsgezinde
politiek was eene uiting van onmacht
en verlegenheid".
Erg onaardig van Tr-1 vindt u niet
Daar had nu tot heden toe de regeering
.zoo mooi mee gemanoeuvreerd, en nu
gaat men zoo opeens maar die mooie
wassen neus zoo toetakelen. En dat doet
nog wel Tr. Ja, van je familie moet je
het hebben
Maar blijkbaar voelt Mr. Troelstra, dat
hij toch eigenlijk wel een beetje al te
erg is opgetreden tegen de regeering.
Dat moet hij op de een of andere manier
goed praten. Maar hij mag ook niets prijs
geven. Gelukkig de undingrijkheid laat
hem niet in den steek
ii De sociaal-democratische partij
zal daden steunen, geen Regeering.
Alleen voor zaken, liggende in de lijn
van den socialen vooruitgang, kan de
Regeering op de soe.-dem. partij rekenen.
Hoewel handhavende hun beginsel wil
len de sociaal-democraten de Regeering
niet tegenwerken of den voet dwars
zetten
Mooi hé! Geen Regeeriug, maar daden!
Fraai, maar we weten wat het kostAls
we het eens resumeeren moesten dan was
hetliberaal dans naar de pijpen van den
sociaal, anders kan je wel naar huis gaan
«Zoetjes aan zullen ze nu toch wel aan
den overkant merken dat ze het paard van
Troye binnen hebben gehaald, 'k Ben
benieuwd hoe ze dat varkje wasschen.
'k Ben anders bang, dat het varkj hen
wascht.
Nadat spreker voor de nde keer nog eens
beweerde dat Kuyperheusch wel «eerlijk"
was gevallen door den «wil" der kiezers,
dat hij tegen de hooge oorlogs-uitgaven
was (daar zijn we nu onderhand al achter),
dat hij liever een vermogens-belasting
verzwaring dan een opcenten-verzwaring
zag, eindigde hij.
En wij eindigen ook.
Alleen moet me de opmerking nog van
het hart, dat ik zoo blij ben, dat ik als
kind, nooit met vuur mocht spelen. Branden
doet zeerKRASSER.
Eene dame te Rotterdam, Mej. Lukaart,
Oostmaaskant 47, was in de volstrekte
onmogelijkheid omdat zij geen kracht had.
Zij beklaagde zich, omdat zij verscheidene
geneesmiddelen beproefd had zonder eenig
resultaat. Zij vroeg aan al hare kennissen,
«Wat moet ik doen?" Het gebeurde dat
een harer vriendinnen door de Pinkpillen
was genezen geworden. Doet gelijk ik en
neemt de Pinkpillen. Mej. Lukaart volgde
dien raad. Thans is zij volkomen genezen
en zij zegt op haar beurt aan allen die
zwak en uitgeput zijn i Doet gelijk ik,
neemt de [Pinkpillen.
Mej. Lukaart, volgens portret.
«Gedurende 10 jaren, zoo schrijft zij,
verkeerde ik een slechten gezondheidstoe
stand. Ik was bloedarmoedig en bovendien
leed ik aan zenuwuitpulting. Ik was zoo
zwak dat ik niet kon wei ken en dat ik
slechts een ding verlangde, en dat was
slapen. Ik had geen eetlust meer en het
weinige dat ik at werd met moeite ver
teerd. Ik had vreeselijke maagkrampen
en bij de geringste beweging eene groote
benauwdheid. Na heel wat geneesmidde
len zonder eenig succes genomen te hebben,
heb ik de behandeling met de Pinkpillen
gevolgd, die mij door eene dame, die er
door genezen was geworden, werd aan
geraden. Zij hebben mij veel goed gedaan,
dank dezelve geniet ik thans eene vol
maakte gezondheid".
Het gebruik der Pinkpillen wordt aan
al diegenen aanbevolen die zich zwak
gevoelen, want zij geven bloed, hetwelk
de kracht geeft.
De Pinkpillen zullen het grootste wel
doen aan lijdende kinderen, die door den
groei, de vorming verzwakt zijn, aan de
vrouwen die op het oogenblik der onge
makken hun geslacht eigen lijden en aan
alle personen die werken, mannen of
vrouwen, die zich na volbrachten arbeid ver
moeider gevoelden als zij wel moesten zijn.
Zij genezen bloedarmoede, bleekzucht,
neurasthenie, algemeene zwakte. Zij zijn
goed voor de maag, rheumatische pijnen,
schele hoofdpijn, zenuwpijnen en heupjicht.
Prijs f 1.75 de doos f 9.per 6 doozen.
Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot
terdam. Hoofd-depothouder voor Neder
land en Apotheken. Franco toezending
tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar
voor Middelburg en omstreken bij Joh.
de Roos en voor Goes en omstreken bij
Gebr, Mulder, Drogerijen en Verfwaren,
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Vrijdag kwam voor deze rechtbank de
eerste zaak voor in verband staande met
de kinderwetten. De voorzitter gelastte
dat de deuren tijdens de behandeling er
van zouden worden gesloten.
KONIJNENDIEFSTAL.
Daarna had zich te verantwoorden de 28-
jarige koopman M. de J., geboren te Driewe
gen, wonende te Middelburg en thans alhier
gedetineerd, ter zake dat hij in of omstreeks
den nacht van 6 op 7 November te Arnemuiden
op de hofstede van P. Boone uit een hok te
hebben weggenomen ongeveer 21, althans 3,
konijnen, toebehoorende aan K. en J. Boone.
Als verdediger trad op de heer J. A. de
'Wilde, advokaat te Goes.
Uit de getuigenverklaringen bleek dat de
hofstede van Boone 20 minuten van Arnemui
den afligt, in den Nieuwerkerkepolper, en dat
de zoon van den landbouwer en zijn zuster in
het bezit waren van 21 konijnen, die in ver
schillende hokken zaten. Die konijnen zijn den
7 November vermistnaderhand is er nog een
teruggevonden, terwijl later door Van den Bosse
er driie op de hofstede zijn gebracht, die door
de eigenaars als de hunne zijn herkend. In het
begin van de maand November, den 7en 'smor-
gens vroeg, heeft de logementhouder Verswij-
veren van den bekl. drie konijnen gekocht voor
f 2.81 hij heeft de dieren 's Woensdags laten
zien aan de politie, die een onderzoek kwam
instellen en ze Donderdags, voor denzelfden
prijs als hj er voor gegeven had, aan een
boerenman terugverkocht. Hij deed wel eens
meer zaken met den beklaagde, die hij nimmer
op oneerlijk had betrapt. In den avond van
5 Nov., om een uur of 5, is bekl. geweest in
de herberg van Leenhoutshij had kippen bij
zich en vroeg om deze voor hem op te bergen.
Dit gebeurde en bekl. ging weg. Om half negen
kwam hij terug, bleef ongeveer een uur in de
herberg en ging toen weg onder den invloed
van sterken drank. Hij had niels bij zich dan
een ledige zak en liet de kippen bij Leenhouts
tot den volgenden dag.
De beklaagde ontkende den diefstal gepleegd
te hebben. De konijnen, die hij bij Vers wij
veren had verkocht, waren door hein den eigen
ochtend gekocht van een hem onbekenden man
ter hoogte van de begraafplaats te Middelburg.
Hj betaalde voor de kon jen 30 cent per kilo.
De kippen had hij in den avond van 6 Nov.
gelaten bij Leenhouts, omdat hij te dronken
was om die mede te nemen.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
zette het onwaarschijnlijke van de mededeelingen
van den beklaagde uiteen. Hij wees er op dat
deze is geweest in de buurt van de plaats, waar
de diefstal is gepleegd, en in het bezit van ge
stolen konijnen en achtte hem den dader van
den diefstal.
Hij vorderde daarom veroordeeling van den
beklaagde tot een gevangenisstraf van vier
maanden, me} aftrek der preventieve hechienis.
De verdediger, voor de eerste maal als zoo
danig voor deze rechtbank optredende, beval
zich in hare goedwilligheid.
Daarna tot de verdediging komende, trachtte
pleiter aan te toonen dat het bewijs van de
schuld van beklaagde niet is bewezen. Ferst
is het de vraag of er wel diefstal gepleegd is
en of de kon jnen niet verdwenen zijn tengevolge
van nalatigheid der eigenaars Maar al ware er
diefstal gepleegd, is er dan reden om de schuld
daarvan op den beklaagde te werpen Beklaagde
erkent drie konijnen aan Verswijveren verkocht
te hebben, maar beweert die gekocht te hebben
van een onbekende. Ware hij de dief, dan
zou hj er meer in zjn bezit hebben gehad.
Spreker wees er op dat beklaagde voor het
eerst terecht staat wegens diefstal, wat zeker in
zjn belang pleit. De man heeft zich vroeger
steeds eerlijk getoond waar hij gemakkelijk
oneerlijkheid had kunnen plegen, wat pleiter
door voorbeelden aantoonde.
Spreker drong aau op vrijspraak van zijn
ctient, omdat geen bewijs van zijn schuld is
geleverd en hier slechts van aanwijzigingen
sprake kan zijn.
Pleiter heeft een bezoek gebracht aan het
gezin van beklaagde, een vrouw met drie kin
deren, dat door de hechtenis van bekl. aan
armoede is overgeleverd. Op grond daarvan
verzocht de verdediger in de tweede plaats om
beklaagde onmiddeljk op vrije voeten te stellen.
Na korte re- en dupliek betuigde de beklaagde
zelf nog zijne onschuld.
Daarop ging de rechtbank in raadkamer om
te beslissen op het door den verdediger gedaan
verzoek tot dadelijke invrijheidsstelling van zijn
cliënt.
Na langdurige deliberatie werd de openbare
zitting voortgezet en deelde de president mede
dat de rechtbank niet de overtuiging heeft ver
kregen dat de beklaagde het hem ten laste
gelegde feit heeft gepleegd en hem daarom
vrjspreekt, met last tot zijne invrijheidstelling.
Middelb. Courant.
Bedreiging met een geweer.
Men meldt uit Amsterdam
Voor de rechtbank alhier stond gister
terecht de 26-jarige schipper C. Plant-
•soen, wonende te Ierseke, te<- zake dat
hij op 2 Augustus 1905 onder Muiden,
terwijl hij met eene stoomboot het Mer-
wedekanaal bevoer, met het opzet om ze
keren Visser en diens beide zoons of een
of meer van deze personen van het leven
te berooven, althans zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, op een afstand van
ongeveer 30 meter een met kruit en kogel
geladen geweer op genoemde personen
heeft gericht en geschotende verdere
uitvoering van zijn voornemen werd even
wel niet voltooid, doordat geen dezer per
sonen werd getroffen. Subsidiair werd
het aanleggen en afschieten van het ge
weer gequalificieerd als bedreiging met
eenig misdrijf tegen het leven gericht.
Beklaagde deelde mede, dat hij den 2en
Augustus in het Merwedekanaal met zijn
stoomboot „Luctor et Emergo" voer uit
de richting Vreeswijk en in de richting
Amsterdam. Onder de brng bij Muiden
zag hij 6 a 7 schepen voor zich uit aan
den linkerkant, waarop gelost werd, en
hij verminderde zijn vaart. Op een afstand
van drie meter ongeveer was hij de schepen
gepasseerd hij had niet bespeurd, dat een
persoon op een der schepen met de hand
wuifde om te kennen te gevan dat de
vaart van de „Luctor et Emergo" moest
worden verminderd, uit vrees voor zuiging
in het vaarwater. Op het eerste schip
stonden drie personen de drie Vissers
die tegen beklaagde vloekten, hem schol
den en onder andere toeriepen „ik zal je
doodgooien". Toen werd beklaagde be
stookt met kluiten harde aarde, en op de
andere schepen begonnen zij ook te gooien.
Toen nam beklaagde een flaubertgeweer
op, dat in zijne nabijheid stond, en dat
gebruikt werd om musschen mede te
schietenhij schoot het af in eigen dek,
en toen richtte hij het geweertje op de
gooiers, met het eenige doel om hen schrik
aan te jagen. Hij wist, dat het geweertje
geladen was, en wilde het eerst onschade
lijk maken, hij oichtle terstond na het
schot het geweertje in de richting dei-
Vissers, om hen in den waan te brengen
dat hij op hen geschoten had en hen te
meer verschrikken. Op het dek waren
nog de gaatjes te zien, door den hagel
veroorzaakt. Een dag of vier later had
beklaagde het geweer in de rivier ge
worpen, niet omdat hij het aan de na
speuring der justitie wilde ontrekken, want
toen wist hij nog niet, dat hij vervolgd
zou worden, doch omdat het geweertje
niets waard was, en hij het niet langer
wilde hebben. Beklaagde ontkende der-'
halve ten eenenmale, dat hij zou geschoten
hebben op de Vissers, met het doel om
hen te treffenhij was zelfs op grooter
afstand dan 30 Meter van hen verwijderd
en zoover droeg het geweertje niet eens.
Nog deelde beklaagde mede, dat hij als
kapitein in dienst van de naaml. venn.
„Luctor et Emergo" een vasten dienst
met zijn boot onderhield tusschen Zeeland
en de Zuiderzee.
Visser, de vader, deelde als getuige
mede, dat het schip van beklaagde een te
groote vaart had, toen het zijn schip voorbij
voer. De vier touwen, waarmede liet schip
lag va8tgemeerd, waren door de zuiging
van het water losgeraakt en een daarvan
was stuk. Hij had tevoren den kapitein
van de „Luctor et Emergo" gewaarschuwd
door den arm in de hoogte te steken, doch
op de stoomboot lachten hem wel vijf of
zes mannen uit. Toen begonnen hij en
zijn zoons met kluten te gooien. Eensklaps
zagen zij beklaagde een geweer opnemen,
op hen mikken en schieten, en getuige
h'