Opgelet!
Buitenlandsch Overzicht.
"RËCLA IVIES.
Eene verleiding te
ontvluchten.
Kerknieuws.
Schooinieuws.
Uit de Tweede Kamer.
Gemengde Berichten.
Zondag 14 Januari 1906.
Onderwerpen ter keuze voor predikatiën.
Die deze dingen getuigt, zegt„Ja, ik kom
haastiglijk, Amen. Ja, kom Heere Jezus. De
genade des Heeren Jezus Christus zij met u
allen. Amen.
Het Engelsche conservatieve ministerie,
dat met zijn laatste vei-3chooning loopt,
denkt er met het oog op den binnenland-
schen toestand ernstig aan heen te gaan.
Maar dan wil het eerst zijn eventueel te
benoemen liberalen opvolger nog een kool
stoven, en daartegen komt bereids de
liberale pers op.
Het ministerie diende, alvorens heen te
gaan, de algemeene verkiezingen af te
wachten, en eerst, wanneer die ongunstig
voor dit kabinet uitvielen, zijn ontslag
in te dienen. Aan den Koning dan de beslis
sing omtrent het al dan niet aannemen van
dit ontslag.
Dit is de eisch van een parlementaire
regeering.
Maar nu wil het kabinet reeds terstond
aftreden, terwijl 't de meerderheid van het
parlement nog achter zich heeft, en daar
door zijn opvolger voor den plicht stellen
om van den Koning ontbinding van het
parlement te vragen, natuurlijk met de
kans dat de verkiezingen dit nieuwe
kabinet in 't ongelijk stellen, zoodat het,
nauw verschenen, reeds weer henen gaat,
wat aan 't prestige (het zedelijk overwicht)
der liberale partij geen goed zou doen.
Men is nieuwsgierig of de troef zal
worden uitgespeeld, of de liberale visch in
de opgezette fuik zal zwemmen.
Uit Rusland geen belangrijk nieuws.
Geruchten omtrent een beraamden aanslag
op het leven van den Tsaar houden aan,
doch worden teruggedrongen.
Wel zijn voorzichtigheidshalve een aan
tal officieren van de garderegimenten in
hechtenis genomen, wijl zij iets kwaads
tegen den Tsaar in den zin hadden. Men
dacht dat een militaire staatsgreep wordt
beraamd tegen de revolutionairen, doch
waarbij dan van zelf ook de Tsaar zou
moeten worden onschadelijk gemaakt
men zou dan een officieren-regeering
krijgen.
Rusland ligt voor alle gebeurlijkheden
bloot.
Omtrent het gebeurde te Sewastopol
tast men rond in het duister. Dat de
muiters het verloren hebben, schijnt zeker.
Maar er moet heel wat aan vooraf gegaan
zijn, waarvan men het zekere niet weet,
en waarover wij ons derhalve maar niet
zullen uitlaten, om de verwarring dei-
tegenstrijdige persberichten niet grooter
te maken.
Te Petersburg verliest de revolutionaire
partij terrein. Maar de uittochten der
rijken houden aan, wat voox-alsnog niet op
verbetering wijst.
Een goeden stap tot bespoediging van
een beteren toestand is wel dat de Tsaar
den staat van beleg in Polen ophief en
voor Finland een volkomen grondwettigen
senaat benoemde, waarin twee leden
zitting hebben die inderdijd door den
thans vermoorden gouverneur-generaal
Bobrikof verbannen warende senaats
leden Mechelin en Wrede.
Geruchten van oorlogen ontrusten de
volken, maar ook geruchten van aftredin
gen beroeren de ministriëele kabinetten.
Engeland, Spanje, Italië, Frankrijk, Bel
gië, Rusland, om van de kleinere maar
te zwijgen, hebben valrijpe ministeriën.
De Spaansche koning wilde eerst het ontslag
van zijn kabinet niet aannemen, maar het
ministerie is ten slotte toch afgetreden.
Moret (liberaal) is belast met de vorming
van een nieuw kabinet.
De val van het ministerie Montero Rosa,
na een kortstondig bestaan, staat in ver
band met de regeeringsmaatregelen tot
fnuiking van de revolutie in Catalonië,
met name in de hoofdstad dezer provincie
Barcelona. Deze vonden in de Kamer
algemeene afkeuring, terwijl toch de toe
stand zeer kritiek is. Katalonië's opge
ruide malcontenten eischen zelfbestuur, en
klagen, misschien terecht zeer over ver-
waarloozing van onderwijs, landbnuw en
nijverheid door de opvolgende regeeringen.
In de laatste twintig jaren waren de
ministers in Spanje steeds liberaal.
Geen minister kan het allen menschen
naar den zin maken. Ook het Itali-
aansche kabinet staat op vallen, dewijl
het een tractaat met Spanje wil voorbe
reiden, waarbij het inkomend recht op
wijn wordt verlangd, hetgeen de Italiaan-
sche wijnbrouwers benadeelen zal.
Ned. Herv. Kerk.
Zestal te Leiden (vac. v. Herwaarden)
J. Willemze te Sloten, dr. B. v. Meer te
Slijk Ewijk, A. M. Bloem te Chaam, dr.
J. P. de Bie te Arnhem, T. Doevendans
te Elburg en dr. P. J. Kromsigt te
Rotterdam.
Beroepen te Donkerbroek, J. Aalbers,
cand. te Goutum.
Aangenomen naar Beverwijk, door dr.
A. Rutgers v. d. Loeff te 's Bosch.
Bedankt voor Krommeniedijk, door F.
Ydema te Knollendam voor Sneek,
door J. Ossewaarde te Meppelvoor
Kerkdriel, door A. Rutgers v. d. Loet! te
's-Boschvoor Vrouwepolder door G.
J. G. de Bel, cand. te Bussum.
Geref. Kerken.
Drietal te Schiedam, J. D. v. d. Velden i
Je KralingenJ. F. Jonkers te Giessen
Oudkerk en dr. J. Hania te Steenwijk.
Beroepen te Schoonrewoerd, W. H.
Bouwman, cand. te N ij kerk te Mole
naarsgraat', T. J. Hagen te Ridderkerk.
Niet in Febr. maar in April hoopt
ds. Ingwersen een afscheidswoord tot de
gemeente van Utrecht die hem uitzendt
te spreken, en daarna naar Indië te ver
trekken.
Ev. Luth. Kerk
Bedankt voor De Rijp, door C. A. Stel 1-
vvag, cand. te Deventer.
Op 6 December zal prof. dr. H. Bouw
man, hoogleeraar aan de Theologische
School te Kampen, aftredend rector, bij
de overdracht van het rectoraat, eene
rede uitspreken en daarna het rectoraat
overdragen aan prof. dr. A. G. Honig.
De geneeskundige staatscommissie
te Leiden heeft tot arts bevorderd den
heer A. Mulder.
Barnabas.
De afdeeling „Franeker en omstreken"
van de Vereeniging van Chr. Onderwij
zers enz. spreekt de wenschelijkheid uit
dat alle tegenwoordige leden van ^Barnabas*
met ingang van 1 Januari a. s. bedanken voor
hun lidmaatschap dat allen deelnemen in het
Rijkspensioensfonds (m e t of zoo noodig zon
der inkoop der voorgaande dienstjaren), om
daardoor deelgerechtigd te kunnen worden in
het Weduwenfonds van het Rijk; dat tenge
volge daarvan de uitkeering aan de tegen
woordige weduwen gevrijwaard blijve
voor den druk van anderer pretenties dat deze
uitkeering gevonden worde uit het ttegenwoor-
dige kapitaal van »Barnabas" met de rente, en
dat bij besluit van »Hoofdvereeniging«- en »Unie«
de Christelijke Onderwijzers zich zedelijk verant
woordelijk verklaren (zij het met steun van de
voorstanders der Chr. School) voor de eventueele
tekorten bij deze uitkeering.
In zake de schorsing der onderwij
zers te Amsterdam plaatste Het Handels
blad een stuk van het Hoofd- en Afd.-
bestuur van den Bond van Nederl. Onder
wijzers, waarin de „praatjes" omtrent
genoemde heeren worden tegengesproken.
Het is niet waar dat er een complot
bestonddat het hoofd zou gedreigd
zijn, hem niet te zullen sparen dat er
bij 't verhoor ten stadhuize ook maar een
onderwijzer door de mand gevallen zou
zijn dat de heer Edelman een stuk papier
op zijn schoen zou overhandigd hebben,
of dat Traanberg het schoolgeld dat op
de kast lag met den voet zou hebben
aangewezen dat deze twintig minuten na
9 de klas onbeheerd had gelaten of tot
zijn patroon van verzuimd contrabevel zou
hebben gesproken, of dezen op militaire
wijze zou hebben gegroetdat de strijd
tegen de schoolhoofden gevoerd wordt op
grove baldadige wijze zoodat zelfs de
kinderen er mee bekend worden en dat
van jongende fietsen zou gesproken zijn
terwijl op enkele incidenten van minder
beteekenis een ander licht wordt geworpen.
Het Handelsblad antwoordt niet te ge-
looven dat de redenen waarom B. en W.
en de schoolopziener deze schorsing uit
spraken, onjuist zouden zijn.
Het verschil tusschen de prijzen
dey Pinkpillen en die van een ge
woon geneesmiddel is voor U van
weinig beteekenis, hoogstens eenige
centen. Maar dat verschil zal het
geheele verschil voor Uwe gezond
heid uitmaken. Laat U door dit
verschil niet verleiden.
Een geneesmiddel dat geneest, is
een goedkoop geneesmiddel, een goed
koop geneesmiddel dat niet geneest,
wordt op het laatste duur.
De Pinkpillen genezenzij ge
nezen dikwijls daar waar al de andere
geneesmiddelen zich machteloos ge
toond hebben. Zij geven krachten,
eetlust, goede spijsvertering, eene
goede maag. Zij versterken het
zenuwgestel, herstellen de verzwak
king door de te vele arbeid veroor
zaakt, doet schele hoofdpijnen en
pijnen verdwijnen en na het geheele
lichaamsgestel in orde gebracht te
hebben, vei schaffen zij een rustige
en verkwikkende slaap.
Mej. Eliz. de Jong, Strijkster,
Pleretstraat 70, Rotterdam, schrijft
ons 't volgende Gedurende 3 jaren
ben ik ziek geweest, zulks was lang-
zamerhandal erger en erger geworden.
Ik had geen eetlust, slechte spijs
vertering, maagkrampen, pijnen in de
linkerschouder, in de longen, moest
vaak bloed opgeven. Na het gebruik
der Pinkpillen ben ik van dat alles
geheel en al hersteld en werk ik met
lust.
Prijs f 1,75 de doos. f 9,per (i
doozen, verkrijgbaar bij S nabil ié,
Steiger 27, Rotterdam, hoofd-depot-
houder voor Nederland en Apotheken
Franco toezending tegen postwissel.
In de avondzitting van Donderdag is
behalve eene nadere grensregeling op
Timor tusschen ons land en Portugal ook
de Surinaamsche begrooting afgedaan. De
eenige opposant was bij die grensrege
ling dhr. Van Kol, d. w. z. niet tegen
die „verkwanseling" van een drietal volks
stammen een sociaal-democraat kan
eenvoudig niet tegen dit voorstel stem
men, maar wel tegen de wijze, waarop
die verkwanseling wordt goedgepraat en
dat door de heeren, die den mond vol
hadden destijds tegen 's heeren Van Kols
denkbeeld, om onze bezittingen te ver
koopen. Toen „edele verontwaardiging"
en nu niets van dit alles.
Wat een stof werd alzoo opgejaagd
door die eenvoudige grensregeling, die
toch nog iets anders is dan een afstand
doen van eigendom. Volgde de Suri
naamsche begrooting, waarvan het debat
in dienzelfden toon werd ingezet door
dezen afgevaardigde. Men kent zijn pes
simistische beschouwingen. Suriname is
past all hope of recovery, d. i. heeft geen
uitzichten meer. De toekomst is donker,
zeer donker zelfs. Maar we hebben nu
eenmaal die kolonie. Wat zullen we anders
doen dan varen, nu we in 't schuitje zit
ten. Het beste is nog maar bevordering
der rameh- en rijstcultuur. Wie weet of
er nog geen goud en diamant wordt ge
vonden. Dan waren we er, maar tot zoo
lang blijft het sukkelen. In dat koor
zong ook mee dhr. Van Doorn. Ernstig
bezorgd maakt hij zich inderdaad over
Suriname. Verkoopen kan niet, helpen
ligt op onzen weg, maar hoe V En dan
is dit het voor te schrijven receptVoor
eerst betere financieele regeling, in den
trant van onze vroegere provinciale be
grootingen. Splitsing van „eigen bestuurs-
kosten" en uitgaven voor „productieve
werken", de laatste alleen voor onze re
kening. Dan zou er meer evenwicht komen
in Suriname, zelfs tusschen inkomsten en
uitgaven. En dan ook immigratie, natuur
lijk uit Indië. Voor Nederlandsche land
bouwers is het klimaat totaal ongeschikt.
Evenmin Britsch-Indische emigratie, maar
Javaansche koelies. Dat zijn de ware.
Anders krijgt men ook bij eventueele
klachten over „koelies" allicht te doen
met Engeland.
Miniater Fock is ook van meening, dat
Nederland verplicht is zware offers voor
Suriname te brengen.
Ons land heeft ook wel een eereschuld
tegenover die kolonie, waar onze voor
vaderen „roofbouw" hebben gepleegd.
Geen stelsel echter toegepast, zooals dhr.
Van Doorn wil ten opzichte van de split
sing der uitgaven. Bij onze provinciale
begrooting is men terecht van de toepas
sing van dergelijk stelsel teruggekomen.
Meer heil verwacht de Minister van
immigratie van Javanen. Ze dateert trou
wens reeds van 1894.
Men wil zelfs Javaansche ambtenaren als
hoofden te Suriname gaan aanstellen. De
vorige gouverneur, die tot 'sMinistersleed
wezen om gezondheidsredenen niet hier
kan zijn, heeft hem verzekerd, dat nog
steeds met kracht de Javaansche immi
gratie wordt bevorderd. Bij „Justitie en
Politie" wil dhr. v. Kol wijziging van een
artikel in het wetboek van strafrecht om
onzedelijke handelingen met kinderen
strafbaar te stellen, waar de Minister niet
tegen is, als n.l. de gouverneur-generaal
evenmin tegen de wijziging is. Z.Ex. yer-
trouwt dat de gouverneur-generaal in dezen
best zal weten, wat hem te doen staat.
Voorts zou dhr. v. Kol „geheime politie"
willen voor de „toovenaars" de Minister
meent, dat de strafwet voldoende is, des
noods uitbreiding der politie daaren
boven invrijheidstelling van uit Cayenne
ontvluchte misdadigers, waartegen de
Minister ingaat. Immers dhr. v. Kol zou
daardoor van Suriname maken een „toe
vluchtsoord voor gedeporteerden", en dit
gaat eenvoudig niet.
Verder volgden de „belangrijke opmer
kingen" van dhr. v. Vlijmen inzake de
ontwerp-verordening tegen de lepra d. i.
de melaatschheid. Dwang en straf zijn
daarvan schering en inslag. Mocht die
verordening door de Koloniale Staten
goedgekeurd worden, dan hoopt de Minister
niet de wenken van dhr. v. Vlijmen winst
te doen.
Nu-volgt „Lawaspoorweg en exploratie
Lawagebied". Dhr. v. Karnebeek is tegen
de voorgenomen oprichting van de „model-
wasscherij". Die proef is te kostbaar in
verband met het nut.
Particulieren zullen niet de middelen
hebben om de proef na te doen, stel dat
die van ons is gelukt.
Als formuul bezwaar oppert deze afge
vaardigde het feit, dat de Lawa-lepning
alleen zou strekken voor een spoorweg en
exploitatie van het Lawa-gebied en niet
daar buiten, zooals men nu wil in betrek
king tot die model-wasscherij, een betoog
waarmede dhr. Bos zich niet vereenigen
kan. Hij tracht dhr. Karnebeek tot andere
gedachten te brengen en zegtWe moeten
weten of het goud in het Lawa-gebied
in ontginbare hoeveelheid wordt gevonden.
Daartoe is een proefexploitatie noodig en
een gebied, dst overeenkomt met het Lawa-
gebied, waar de verkeersmiddelen de
exploratie nog niet toelaten. Dit is dus
een onderdeel van de exploratie en dus
is alleen de vraag of men een bijzonder
post daarvoor moet instellen. Dat acht
echter dhr. Bos onnoodig. Op gelijke
wijze spreekt ook de Minister. Ondanks
dit alles is de afgevaardigde van Utrecht
nog niet overtuigd. Hij blijft er bij „geen
proefstation buiten het Lawa-gebied". Het
komt zelfs tot een amendement in dien
zin. Het wordt echter verworpen. Slechts
een zevental leden was er voor. Na enkele
opmerkingen o.a. van dhr. v. Doorn over
de mindere opbrengst van het successie
recht in 1904, wordt de begrooting eenparig
aangenomen. Het is reeds later dan half
elf en nu geen tijd meer voor de heeren
om aan de begrooting van Curasao te
beginnen.
Vrijdag was de begrootiag van Curasao
aan de orde. De inzet van het debat was
niet bijzonder opwekkend. Trouwens uit
de geheele discussie sprak oen moedeloos
heid, alsof er uit de kolonie en de eilanden
niets meer was te halen, of beter niets
meer was te maken.
Het begon al met-Van Kol, den eersten
spreker. De toestand kan uit het kolo
niaal verslag niet goed gekend worden.
De handel is bijna onmogelijk geworden
door de hooge invoerrechten en de nij ver
heid kwijnt. En daartegenover hooge be
lastingen. Gevolg is natuurlijk finantieele
achteruitgang, nog vermeerderd door de
verzekering van handelsvoordeelen aan
Venezuela boven Curasao. Kwalen te over.
Middelen ter verbetering noemde deze af
gevaardigde geldelijken steun, model
plantage van gouvernementswege, verbe
tering waterstaat, verbeterde werkkrach
ten, geen negers meer, die zijn voor dien
arbeid niet bestand. Nog ernstiger is de
toon van dhr. Marchant. Hij is volstrekt
niet tevreden met het beleid der regeering
ten opzichte van deze kolonie. Thans is
er eeu verloopen handel on een verslapte
landbouw. Er is geen goed geldelijk be
heer, wel veel geldverspilling.
Er is geen overeenstemmiug genoeg tus
schen kolonialen Raad en gouverneur. Deze
laatste is optimistisch aangelegd en gaat
van de onjuiste stellingen uit, dat de
kolonie alle subsidies maar moet aannemen
en van het moederland halen moet wat
kan. Daarom wil hij geen hoogere be
lastingen, het moederland is er goed voor.
Maar met al dat optimisme komt hij
falikant uit. Dit is best te zien ge
weest bij de opbrengst der middelen.
Van terugbetalen weet de kolonie niet af.
Hel nu 15 jaren geleden geleende kapitaal
is al lang opgegeten. En voorts doet dhr.
Marchant een boekje open over de aldaar
bestaande Koloniale Bank. Intusschen werd
door dezen afgevaardigde op bezuiniging
aangedrongen. Voorts dient gezorgd voor
betere waterverstrekking ten gerieve voor
den landbouw, voor wijziging pensioens
regeling en voor het overbrengen van ver
schillende factorijen in één hand.
Die ontmoedigende toon is niet naar
's Ministers zin. Er is veel op het ge-
zegda af te dingen. Men zou zoo zeg
gen naar alles wat gehoord is, de kolonie
is hopeloos. En dit is allerminst het ge
val. Er is nog wel wat van Curasao te
maken, als men de hulpbronnen maar
ontwikkelen kan. De klacht van dhr.
Marchant over het beheer is onbillijk,
zoowel als over den gouverneur, als zou
deze maar van de kolonie willen halen
wat kan. Integendeel, de gouverneur is
zuinig en een voorstander van produc
tieve werken. De indrukken door dhr.
Marchant van het beheer der Curaijaosche
Bank verkregeu, deelt grootendeels de
Minister. Aan die af te keuren Bank
instelling moet een eind komen, hetzij
doer reorganisatie of wel door het op
richten van een nieuwe Bank, Dat de
landbouw dient hevorderd te worden geeft
de Minister toe. Een betere regeling van
den cultuurtuin is ook in overweging.
De Minister erkent dat op het oogenblik
in het bestuur der kolonie groote moei
lijkheden bestaan. Er is wrijving tusschen
kolonialen raad en gouverneur. Zelfs heb
ben sommige leden hun ontslag genomen,
onder voorgeven dat zij niet langer met
den gouverneur samen konden werken.
De raad werd niet genoeg gesteund uit
het moederland, meenden ze.
Waarom zijn die werkstakende raads
leden niet gestraft, vroeg dhr. v. Kol. Er
zijn toch dwangwetlen Gelukkig is de
zaak weer bijna in het reine. Er zijn ten
minste reeds voordrachten ter aanvulling
van deu Raad gevraagd. En nu het den
heeren blijkt, dat het ernst is met de in
komstenbelastingplannen, dhr. Joncheer,
die deze plannen in de kolonie heeft uit
gewerkt, zal daar op zijn post blijven en
alzoo niet teruggeroepen worden zal
de verhouding wel weer beter worden.
Dhr. v. Vuuren had het in zijn maiden
speech over de aanhangige onderwijsver
ordening, welke hij scherp afkeurde met
het oog op het bijzonder onderwijs. Het
subsidie is veel te laag, het moet in over
eenstemming zijn met de eischen, niet om
gekeerd. En dan moet het onderwijs in
evenredigheid zijn met de behoeften der
bevolking. En dit is hier niet het geval,
voor Indië worden werkelijk veel matiger
eischen gesteld dan voor Curasao. Dhr.
Ter Laan sluit zich grootendeels wat zijne
grieven betreft, bij dhr. van Vuuren aan.
Beiden meenen ook, dat bij het onderwijs
in Curacao het Nederlandsch niet tot zijn
recht kan komen door de vreemde be
paling, nog wel door den gouverneur ver
dedigd, dat het onderwijs zooveel mogelijk
in het Nederlandsch moet wordt n gege
ven. En dat in eene Nederlandsche kolonie.
De Minister merkt op dat hij met veel
genoegen de beide laatste sprekers over
het onderwijs heeft gehoord, doch meent
voorloopig niets anders te kunnen doen dan
de beslissing over de „onderwijsverorde
ning" door den Kolonialen Raad in te
wachten. Ingrijpen gaat eenvoudig niet.
Evenmin zou Z.Exc. aan den raad zijne
wenschen kunnen kenbaar maken. Anders
zou deze rechtmatige reden hebben tot
klacht.
Dat is het standpunt van den Minister,
zoaden we zoo zeggen met dhr. Ter Laan.
Maar voor de Kamer geldt een andere
regel. En uit dit oogpunt waren de inte
ressante opmerkingen van de beide afge
vaardigden volstrekt niet misplaatst. Do
begrooting werd daarop goedgekeurd.^*
Vlissingen. Iu een heden Zaterdag
middag gehouden buitengewone verga
dering van de aandeelhouders van de
maatschappij „De Schelde" is aan mr. E.
E. van Raalte wegens zijne benoeming
tot minster van justitie eervol ontslag als
commissaris verleend.
Vlissingen. Vrijdagmorgen zou de post-
conducteur J. Hoppenbrouwers aan de
andere zijde van zijn postrijtuig zien of het
portier goed gesloten was, maar door den
donker liep hij met zijn eene voet in een
openstaande put metstoomwater die dienen
om in de treinen de verwarmingsbuizen te
vullen. Zijn voet werd deerlijk gebrand
hij zal wel een geruimen tijd buiten dienst
zijn.
Nieuwdorp. Vrijdag is een Belgisch
ijzeren vaartuig bij het uitgaan der haven
Zuid-Kraaijert omhoog gevaren. Bij het
vallen van het water is het schip mid
dendoor gebroken, waardoor de beman
ning genoodzaakt was ruim 50 last suiker
bieten over boord te werpen. De restende
inhoud van het schip zal in een ander
vaartuig worden overgeladen.
Tholen. Het aangevaren en tevens ge
zonken scheepje van A. van Vossem uit St.
Annaland, is met behulp van een zestigtal
schippers zoover op liet drooge gebracht,
dat het, na eenigszins nooddicht te zijn ge
maakt, door een ander schip naar de werf
is gesleept. Van de directie der Thoolsche
boot heeft voornoemde schipper f 75 ont
vangen, als blijk van schadeloosstelling.
Evenwel zullen de kosten van herstel veel
meer bedragen. Doch de schipper kan geen
termen vinden om schadeloosstelling te
vragen, daar er van weerszijden vermoeden
is dat men schuld heeft. Het geld dat met
het scheepje is gezonken, is heden niet
teruggevonden en is er dus uitgespoeld.
Grijpskerke. In de Vrijdag gehouden
vergadering van de leden der kolenver-
eeniging alhier bracht de secretaris ver
slag uit omtrent den toestand der ver
eeniging, waaruit voortdurende toename
van leden bleek. Vervolgens den pen
ningmeester wiens verslag over het afge-
loopen boekjaar reden van voldoening
gaf. Door de leden werden afgenomen
3240 H.L. kolen. De aftredende bestuurs
leden, de heeren A. de Visser en L. Ja-
kobsen en de commissarissen P. Boogaard
en Jac. Brouwer werden herkozen en ge
kozen tot bestuurslid in de plaats van
den heer L. Bottelaar, die om voor hem
overwegende redenen had bedankt, de
heer J. H. Geschiere. Na 't behandelen
van gewone werkzaamheden werd besloten
geen leden te behouden welke ook lid
eener andere afdeeling zijn.
De vergadering werd daarna door den
Voorzitter gesloten.
Middelburg. Er worden door de kerk
voogdij der Ned. Herv. kerk ernstige on
derhandelingen gevoerd over de verwar
ming der Oostkerk.
Bij de directe belastingen is bevor
derd tot commies le klasse de commies
2e klasse L. Lips te Terneuzenen tot
commies 2e klasse de commies 3e klasse
J. L. Martens te Kauter. Verplaatst 1.
Dronkers commies te water 2e klasse,
van Millingen naar Bath.
lerseke. Omtrent het vinden van het
lijk van Jacob van Oost kan nog nader
worden gemeld dat de plaats waar het
lijk werd gevonden nog geen 10 Meter
verwijderd was van de plaats waar zijn
klompen gevonden zijn. Gisterennamiddag
is het lijk naar het lijkenhuis vervoerd
alwaar de schouwing heeft plaats gehad,
die aan 't licht bracht dat aan geen mis
drijf moet worden gedackt.
Een treurige inededeeling was het om
de diep bedroefde ouders van het vinden
van hun zoon op de hoogte te stellen,
die daardoor hun stille hoop van hem nog
levend terug te zien keeren, in rook zagen
verdwijnen. Maar ook een vreeselijke
gewaarwording voor die baldadigcn die
zich schuldig weten aan het verstrekken
van jenever aan den ongelukkige, waarop
een zoo vreeselijk einde volgde.
Nog een schoolquaestie.
De heer v. d. H., onderwijzer aan de
openbare lagere school te Wijnjeterp. (Fr.);
werd door B. en W. voor eene maand
geschorst, omdat hij zich niet wenschte te
houden aan het leerplan. In geen twee
maanden had hij in zijne klasse laten
schrijven en teekenen, terwijl hij de pun-
tenboekjes niet bijhield. Ook verliet hij
bij herhaling de school om op een groenten-
kar te passen als zijne vrouw iets noodig
had. De Raad der gemeente Opsterland
heeft echter besloten thans de schorsing
met 1 December a.s. weder op te heffen
en hem in zijn ambt te handhaven, wijl
hij de noodige verontschuldigingen heeft
aangeboden en hij beloofd heeft voortaan
de onderwijzersverordeningen naar behoo-
ren te zullen naleven en de onderwijsbe-
langen ten volle behartigen.
Door het omvallen van een fornuis
pot met kokend water kreeg de dienstbode
van een landbouwer te Diepenveen hevige
brandwonden aan beide beenen, Het
dochtertje dat in de
levensgevaarlijk aan
Ben duur sa
het feit, dat maréchaus
de stations, het recht
tairen beneden den ran
verlofpas te vragen
niet streng de hand selnji
vernamen wij het volgi
wel waard is. Een po
jong maréchaussee aan
zullen we maar weglat
een sergeant-majoor, g<
en nog een dame. Do
riet en verzuimt alzoo
groeten. Dat was te kras
treedt de hooge op hei
genoeg om ook door
gehoord te worden
„Waarom salueer je
De maréchaussee krijj
stelt zich direct.
„Pardon, majoor. Ik
„Niet gezien, niet g
oogen kijken en oplet
deren geldt" 1
„Als soldaat ken ik
eens, ik zag u niet. Nu
het verzuim herstellen"
En in stramme houding i
„Hm 1 goed, maar vo
je nu nog eens salueerei
Dat was voor den ma
midden van een kringetji
stond, niet erg pleizierig.
hij, en trotsch als een
majoor weg, gewenkt
geval nu niet zoo bijzoi
te vinden. Maar iets
De maréchaussée kende
innerde zich ook zijn ree
„Pardon, majoor, mag ik
hield hij den vertrekkenc
„Mijn verlofpas? Wa
»Mag ik uw verloff
haalt de ander even oi
moedend wat er komen
»Hm ik heb geen vei
»Dat spijt me, majoo
u verzoeken mij naar
voor het rapport".
»Wat denk je welG
»Jawel, majoor, ik ver;
en ik raad u, goedschik;
niet te noodzaken gewelf
De majoor is zijn ap
lig gaat hij mee, gevolg
al niet meer op haar gen
meldt de maréchaussee
mandant. Deze is iemand
hij fronst de wenkbrau
maar zoolang in het hc
Ei hielp niets aan, de
opgesloten en de dames
len. Den volgenden da
leide van twee maréchau
zoen teruggebracht, waar
voor hem in het zuur 1
gaan zonder verlof. Die:
om zijn groot gevoel va
kalmeeren.
Over een verdwei
vindingrijkheid der pol
daarvan, vinden we de
waardige geschiedenis
Een koopman ging oi
maker te Berlijn om de vi
die gescheurd was, te
kleermaker nam zelf dal
de klant op de jas vvac
hielp hem later heel gi
trekken van de overjas,
man 's avonds in zijn k;
merkte hij tot zijn schr
biljet van duizend mark
portefeuille gehad had.
in den zak* van zijn ovei
tefeuille was er dan ook
biljet was en bleef verc
zich nog eens goed en
de gevolgtrekking, dat
toen hij naar den kleerr
natuurlijk oogenblikkeliji
toe, doch deze ontkende
het biljet te weten. Hij
dat hij in 't geheel gei
mark had en er in de 1:
gehad had. De zaak scl
raadsel, daar het biljet
tefeuille gevallen kon z
ten slotte de zaak bij de
dadelijk huiszoeking bi
houden. Doch hel bai
vonden. Het raadsel zoi
gelost gebleven zijn, al
zelf niet verraden had. I
van politie vond een pa
broek was gegeven, wa
slechts een paar mark
hechtte er geen waarde a
op zij. Met opvallende f
maker het bewuste biiei
krijgen. Zoodra hij meen
lette, nam hij het met een
tafel en wierp het in de
de politie, dat dit pand
waarde moest hebben, m
brand en de rechercheur
van den pandjeshuishor
maker meende nu, dat a
hem geweken was. D<
volharding der politie ger
een onderzoek naar de
voorraad had en zag dat
pantalon ontbrak. Zij st
de kleermaker denzelfde
biljet verdwenen was,
was geweest. Zij kwam a
dat de pantalon op dat
beleend moest zijn. Z
verschillende pandjeshui;
delijk de langgezochte
pantalon werd onderzocl
inderdaad in een sukje
verdwenen bankbiljet. Nu
meer. De kleermaker
bekende, dat hij het bi
had genomen en op di
het in veiligheid te bren,
genomen.
Gekozen tot lid
Staten van Groningen
met 2570, gesteund
de antirevolutionaire i
De antirevolutionairen
hun eenigen zetel in i
Dr. Kuyper ïn K