NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 55. 1905. Maandag 4 December. 20e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH DE BEENGAANDEN. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK PRIJS DER ADVERTENTIËN Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. UITGAVE DER Fl'RMA IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. EN VAN Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 0 Op een goed bezochte vergadering dezer dagen te Rotterdam gehouden is de chr.- historische partij, naar Friesch model, voor Zuid-Holland georganiseerd. Deze mededeeling achten we belangrijk genoeg om er eenige kantteekeningen op te maken. Natuurlijk staat op den voor grond dat, hoezeer wij ook betreuren het heengaan vun een groep met ons in den grond der zaak eenstemmig, ieders vrij heid onverkort blijft om heen te gaan of te blijven. Niemand moet genoopt of ver lokt worden, om tegen zijn zin of bedoe len een partij te steuuen die zijn sym pathie niet heeft. De geschiedenis der laatste maanden heeft ons geleerd, dat de zwenking door deze groep bij de Juni-verkiezing ge maakt, oorzaak is geweest dat onderschei dene districten in handen onzer tegen standers zijn gevallen. Van valsche com binatiën is, de ervaring heeft 't genoegzaam geleerd, geen heil te wachten. Een partij, ook al moet ze, bij de tegenwoordige splitsing, zich, voor bepaalden arbeid met anderen coaliseeren, staat veel sterker, en kan als leidende groep, zij het dan ook in aantal minder, meer invloed uit oefenen indien ze een nasleep verliest, die slechts gedwongen of pruttelend met haar gaat. Het zedelijk prestige, de kracht van op treden kan er slechts bij winnen, als een kleine greep met één doel, langs eenzelf den weg optreedt, en niet gebroken wordt in haar kracht, door nu eens naar links en dan weder naar rechts te moeten uitzien. Daarom erkennen we volmondig, dat de heeren van den Friesch Christelijk-Histo- rischen bond volkomen in hun recht zijn, ons, gelijk bij de jongste verkiezing, maar nu openlijk en royaal, hunne medewerking te onthouden aan de anti-revolutionaire partij en den jarenlangen arbeid af te breken die zich heeft geconcentreerd om de christelijk-politieke actie in ons volks leven. En, het spreekt van zelf, dat zij, zelf alzoo handelende, anderen aansporen, om in gelijken geest op te treden, en zich daarom vasten voet in Zuid-Holland trach ten te verwerven, ook daarvan kan niemand hun eenig verwijt maken. Het feit van het heengaan op zich zelf is wel evenmirp vreemd. Van de eerste dagen onzer politieke ontwaking af, ten nauwste samenhangende met de kerkelijke actie in ons land, ging een kerkistisehe groep met ons, één in doel, maar niet zelden verdeeld in de mid delen. Met één ideaal voor oogen, maar verschillend in de keuze der middelen. Het idéé der Kerk toepasselijk ook in den Staat, dat was het ideaal van een groep, altijd volgende den stroom,die in den grond der zaak ook haar meêvoeren moest, omdat het einddoel gelijk was, maar die telkens weer tot afwijken noopte, omdat de Ier dende groep steeds een eigen leven èn voor Kerk èn voor Staat voorstond, souvereini- teit in eigen kring voor beide predikte. De dagen van den Réveil, met het frissche lenteleven, hadden onze natie nauwelijks doen ontwaken en de roeping geopenbaard om niet alleen kerkelijk maar ook politiek te leven voor de eeuwige belangen, die zooveel hooger zijn dan de tijdelijke die ras voorbijgaan, of het geschil openbaarde zich in de keuze van de middelen om op de meest profijtelijke wijze, op de wijze die ons volksleven het meest tot baat zou kunnen zijn daarvan profijt te trekken Onder onze tolken en voorgangers open baarde zich al spoedig dat geschil. Groen van Pnnsterer hield niet op om zijn stem te doen hooren voor het belijden en beleven van een christelijke staatkunde op alle terreinen van het volksleven. Chan- tepie de la Sousaye en Beets braken al heel spoedig met hem en met zijn strijd. Buijtendijk en Bronsveld gingen in het zelfde spoor. En hoe weinig helder in hunne wijze van voorstelling ook als het op practisch terrein aankwam, toch voelde ieder meelevende dat oorzaak voor scheiden schier uitsluitend te zoeken was in het verschil omtrent kerkelijke begrippen. En niet alléén aan eene zijde open baarde zich de afwijking van de lijn ge trokken door hen die voor Nederland den weg tot den Reveil op staatkundig terrein aanwees, maar evenzeer aan de andere zijde. Nauwelijks was de scheiding van de groep die zich niet losmaken wilde van het kerkelijk begrip van den Reveil een feit, of een groep van het kerkideé der scheiding trad in Marnix op en organi seerde zich evenzeer als politieke groep. En zoo leert de geschiedenis dat poli- ticophobie (zucht tot onthouding van poli tiek) juist heeft geleid tot politieke actie. En zoo leert de geschiedenis dat hetgeen dezer dagen te Rotterdam gebeurde, vol strekt niet nieuw is, maar veeleer een bewandelen van oude paden, van paden waarop door de geschiedenis een hand wijzer is geplaatst met het opschrift doolpaden. Onder al het krijgsrumoer door het af trekken van, nu deze, dan gene groep* gemaakt klinkt onveranderlijk ons één stem in 't oor. Het is de stem die roept voor een kerk. Tegen Rome, tegen scheiding, tegen doleantie. Vóór het Ned. Herv. Kerkge nootschap of vóór de scheiding. Slechts dit eene, in politieken zin, gansch ondergeschikte kerkelijk vraagstuk, be- heerscht de politieke actie van de groep die afdwaalt, gelijk het kerkistisch idéé van Marnix eens een andere groep op een doolweg leidde. Niet één enkele politieke gedachte, niet één enkele politieke opinie dringt zich op den voorgrond bij de groepen of groepjes die sucsessievelijk den aftocht blazen. Maar alleen en uitsluitend de vraag hoe zal men zooveel mogelijk bijeenhouden. Bijeenhouden numeriek sterk, maar door geestelijke gedeeldheid zwak. Op dit geschil zelf in te gaan behoort niet tot onze roeping als politiek orgaan. Ons is het er slechts om te doen om in 't licht te stellen dat eene organisatie over het geheele land, als waarvan we dezer dagen de eerste openbaring in Rot terdam zien geboren worden, niets vreemds en niets bevreemdends heeft. Oude klachten worden gekleed in nieuw gewaad. Oude wegen, die herhaaldelijk bleken doolpaden te zijn worden op nieuw betreden. En zoo balanceert, ook in politieken zin, menigeen voort tusschen idealen en teleurstellingen. Uit de artikelenreeksen in Banier (1902) en Volksbode (1905) hebben wij een eenigs- zins anderen kijk op het streven der Friesch Christelijk Historischen. Wij ach ten derhalve met dit artikel het laatste woord over deze partij in ons blad niet gesproken. Red. 2 December 1905. De heer v. Kol komt er in de bladen tegen op dat van hem verteld is dat hij zou gezegd hebben dat „onze Koningin moest uitgeroeid en vervolgd worden". Nu, zoo is 't niet verteld. Maar nu geeft hij het stenogram uit de Handelingen, het luidt „Wat zoudt gij er van denken, indien uwe Koningin als een wild dier door de wouden werd gejaagd, wanneer haar vol gelingen telkens werden neergeschoten van verre, en haar geen oogenblik werd gelaten om des nachts rustig het hoofd neder te leggen?" De' heer v. Kol verklaart voorts nog nooit een oneerbiedig woord over onze Koningin te hebben geuit. De verslaggever van Het Handelsblad die het ieere,t deze woorden gewraakt had, merkt hiertegen op dat het stenografisch verslag niet altijd betrouwbaar is en aller minst woordelijk het gesprokene weergeeft. De verslaggever houdt vol dat hij geoefend hoorder meer dan een steno graaf in staat en gewoon kalm, en derhalve scherp te luisteren, precies heeftj opge schreven en overgebracht wat v. Kol heeft gezegd, zoodat hij zijne beschuldiging van grofheid en zouteloosheid aan 't adres van dhr. v. Kol handhaaft. Doctor Blooker moge dezer dagen in de Tweede Kamer spottend verklaard hebben met een debat over de vaccine-kwestie te zullen wachten totdat het, nu ingetrokken ontwerp tot inperking opnieuw ingediend wordt, zoo hopeloos staat in Nederland de positie der tegenstanders van den vaccine- dwang nog niet dat hun alle moed zou behoeven te ontzinken. Als de tegenstanders zich maar onver biddelijk aan de rechtszijde van het vraag stuk blijven vastklemmen, dan moge de uitkomst van den veertigjarigen school strijd hun de hoop op eindelijk redres verlevendigen. De adressanten nu door de schoolbewe- ging te Meliskerke opgewekt herinneren we aan het program van den strijd tegen den inentings-dwang in Engeland. Dat program luidt Zonder te erkennen of te ontkennen, dat de vaccinatie nut kan afwerpen, spreken we nit, dat alle dwang inzake de inenting verworpen en geweerd dient te worden als de meest tyrannieke den Brit onwaardige en voor een vrij burger de meest grievende aanval op de persoonlijke vrijheid. Voor zoodanig program stemmen ook wij, en zullen ook eenmaal slagen. Het is waarschijnlijk wel aan de meeste onzer lezers bekend, dat reeds jaren lang Sarah Bernhardt, een Fransche vrouw, de beroemste tooneelspeelster der heden- daagsche wereld is. Haar te zien en te hooren in de beroemde stukken, waarin zij optreedt, is voor tooneel-liefhebbers het fijnste genot en wordt met goud betaald. Minder bekend is het misschien dat deze gevierde kunstenares het leven steeds door sjouwt diep in de schulden, altijd door schuldeischers gevolgd en vervolgd. In Mei van dit jaar heeft Sarah een 'kunstreis gemaakt door Italië. Zij gaf met haar gezelschap dikwijls twee voor stellingen per dag. Maar een Fransche deurwaarder reisde overal met haar, om beslag te leggen op een deel van de ontvangst, waarvoor zij geteekend had. Nu is zij in Amerika en hoopt van daar een goed gevulde beurs meê te brengen. En dat hopen hare vele landgenooten, die van haar schulden in te vorderen hebben, nog vuriger dan zij. De gewone artistenkwaal is bij de eerste kunstenares op buitengewone wijze aan wezig 't hoopt wel, maar 't knoopt niet Het geld is rond, dus tot rollen bestemd. Meer als een der artisten heeft een hand gelijkende op het vat uit de fabelleer zonder bodem. Ook deze Door al het touwwerk van de Engelsehe marine loopt een roode draad. Dat is een herkenningsteeken. Zoo loopt door al onze begrootingen één draad van te kortte kort. Altijd meer behoeften dan middelen tot vervulling. Daar zou men over kunnen klagen, maar zou het niet verstandiger zijn daarover te roemen Waarlijk de reden om daarover te roe men is niet ver te zoeken. Een weinig te kort is smeer voor de raderen, opdat ze blijven loopen. Te kort jaagt de duivfel van het conser vatisme op de vlucht. Gelijk honger en liefde de beste prikkels zijn om de emigratie, zoowel van inenschen als van vogels te bevorderen, zoo is allerlei te kort een uitstekend middel om door rust niet te roesten. En dan is er nog een oorzaak tot roemen, 't Is bij ons nog niet zoo erg als bij onze oostelijke buren. De Duitschers zullen het volgende jaar 500 millioen mark (een mark 60 ets.) meer belasting moeten opbrengen dan in het loopende jaar. "tTH De invoerrechten zullen moeten stijgen tot de voor ons onbegrijpelijke som van 541 millioen mark, d.i. een half milliard. Niemand onzer lezers zag ooit zoo'n som of heeft er eenig begrip van. En niemand zou er ook eenig begrip van krijgen al brachten we die som over in zilver ge wicht of al trachten we die te bepalen door kubieke maat. Genoeg dat het ons ten troost zij dat onze tekorten nog telbaar en afzienbaar en ver vulbaar zijn, en dat waar het pittige en krachtige aan de behandeling onzer staats- begrooting ontnomen is, het streven blijft om ook door stoffelijke middelen het zede lijk en maatschappelijk peil onzer Koloniale bevolking te verhoogen. Het kapitalisme is niet een hongerig monster dat alle kleinen die binnen zijn bereik komen verslindtveeleer voedt het hen met zijn vleesch, dan dat 't zich verzadigt met het hunne. Het is niet een boom, die alle sappen opzuigt uit den grond, en niets groeien laat onder zijne schaduw. In plaats van overal armoede om zich heen te verspreiden, heeft het veeleer de neiging om welvaart, zoo al niet rijkdom, te bevorderen. Om zich daarvan rekenschap te geven, behoeft men maar den Parijschen, den Engelschen, den Amerikaanschen werkman te vergelijken met dien uit Italië, Spanje of Rusland. De week der Gebeden. Zondag 7 tot Zondag 14 Jan. 19Q6. Het Hoofdbestuur van de Evangelische Alliantie heeft weer doen verschijnen de reeks van onderwerpen voor de week der gebeden in Januari a. s. Voor ons land zijn zij, met het-oog op de toestanden alhier, eenigszins gewijzigd en luiden zij als Volgt Zondag 7 Januari 1906. Onderwerpen voor predikatiën of toespraken. Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood. Want het leven is mij Christus en het sterven is mij gewin. Philipp. 120, 21. En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, Ik zal uitstorten van Mijnen Geest op alle vleesch wonderen in den hemel boven en teekenen op de aarde beneden en het zal zijn, d3t een 'iegelijk, die den naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden. Hand. II 17— 2l. Maandag 8 Januari I906. Dankzegging en verootmoediging. Dankzegging voor het begin van op wekking uit verschillende deelen der wereld tot ons gekomen en voor de duidelijke vruch ten des Geestes daaruit voortgevloeid, voor den geest des gebeds, die uitgestort is, en herhaalde gebedsverhooringen, voor de ge legenheid tot verbreiding van het Evangelie, en het gebruik daarvan gemaakt. Verootmoediging wegens de vele betreurenswaardige scheidingen, die zoo vaak de beste wapenen verschaft hebben aan'de ongeloovigen tegen het Evangeliewegens het kleine aantal Christenen, dat verlangend is aan anderen den zegen mede te deelen, die hun is toevertrouwdwegens de zelfzucht en bet zelfbehaven, dat zoo dikwijls de kracht verlamd van den dienst op Christelijk gebied wegéns de verkettering, die heerscht waar liefde behoorde de overhand te hebben. Gebed, dat dit jaar gezien moge worden de groote kracht Gods in den Heiligen Geest, die de kerken doet herleven, de Slapenden wekt, de dooden levend maakt, de verlorenen redt, de gemeente bereidt voor de wederkomst des Heeren. Dinsdag 9 Januari 1906. De algemeene Kerkgebed en dankzegging voor het »eene lichaam" waarvan Christus het hoofd is. t Dankzegging voor het vereenigd zijn hetgeen Zijn werk is, voor alle openbaringen daarvan verre en *abjj, onder Christenen en Christelijke Kerken, voor het bewijs daardoor geleverd dat Hij het eenige Hoofd is. Gebed voor de uitbreiding van het besef dezer waarheid en van de openbaring daarvan aan de wereldvoor meer eenheid zooals in de vroegere dagen van het bestaan der gemeente, voor een grootere gehoorzaamheid aan het laatste bevel des Heeren, dat de gemeente Zijn getuige zoude zijn tot de einde der aarde voor een duidelijker besef van de waarheid dat alles wat men zijn bezittingen noemt, slechts ter leen zijn van den Gevervoor een toenemen in weldadigheid bij alle volgelingen van Christus. Woensdag 10 Januari 1906. Volken en hunne overheden. Gebed voor alle hoofden van Staten en Regeeringen, dat zij mogen besturen in de vreeze Gods, het ware welzijn hunner onderdanen mogen zoeken, God moge dienen in hun hoogen stand, en getrouwe dienaars mogen vinden zooals Daniël wus. Voor allen, die in betrek kingen geplaatst zijn waarin zij het gezag hebben hoog te houden, bijzonderlijk voor den Gouver neur-Generaal over Ned.-Indië, voor den Gou verneur van Suriname en van de Koloniën, die Koningin Wilhelmina huldigen, voor inlandsche vorsten onder ons toezicht. Dat in alle landen de zaken, die gerechtigheid beoogen, versterkt mogen worden, en dat boosheid en onderdruk king gestuit worde. Dat de overheden van alle volken met onderling goedvinden zich ten doel stellen rechtvaardigheid, vrede en welzijn voor alle klassen te bevorderen. Donderdag li Januari 1906. Uitwendige Zending. Dankzegging voor de zegeningen in het afgeloopen jaar ontvangen en in de laatste eeuwvoor de deur geopend over de geheele wereld, voor de bereidwilligheid van aan het Evangelie het oor te leenen, en voor het ver langen naar het bezit van den Bijbel in vele landen aan den dag gekomen, voor de zege ningen des Evangelies in Heidensche en Mo- hammedaansche gezinnen, en voor den moed tot het belijden van Christus geschonken aan de velen, die om Zijnentwil lijden hebben moeten verduren. Gebed om meer arbeiders, mannen en vrouwen, toegerust en bereid aan de roepstem huns Heeren te gehoorzamen en voor Hem te gaan tot de einden der aardeom dieper besef van persoonlijke verantwoordelijkheid jegens het Zendingswerkom ruimer offer vaardigheid voor dit deel van den dienst des Heerenvoor alle bekeerden uit de inboor lingen, dat zij bewaard mogen worden tot reinheid van leven en leer en vervuld met ijver tot het verbreiden van het Evangelie onder hun eigen volk Voor alle Zendelingen op het arbeidsveld en voor alle posten der Medische Zending. Gebed voor Japan, China, Indië, Arabië, Turkije, Afrika, bijzonderlijk voor Zuid-Afrika, de nog niet geevangeliseerde deelen van Noord en Zuid-Amerika, de eilanden in het algemeen. Gebed, dat het grootste voornemen Gods, zichzelf een volk, dat Zijn naam draagt, uit de wereld te bereiden, spoedig vervuld moge worden, en de gansche aarde vol worde van Zijne heerlijkheid. Vrijdag 12 Jannari 1906. Gezinnen, Opvoedingsgestichten en de Jeugd Gebed om de herleving van vroomheid in de gezinnen in alle landen; om het besef van de waarde van het onderwijs in Gods Woord in alle gezinnen en scholen in de gansche we reld voor ons eigen land, de hoogescholen en andere inrichtingen van onderwijs dat daar de geest van twijfel en ontkenning van Gods Woord moge vervangen worden door een geest van geloof en eerbied. Voor Zondagsscholen, Bijbelklassen, en alle inrichtingen, die het geeste lijk welzijn der jeugd bedoelen, ook voor alle Stichtingen die zorgen voor veriatenen, beproef den en weezen. Voor Jongelings- en Jonge- dochtersvereenigingen, voor leden van Christe lijke gezinnen in het buitenland vertoevende en in het leger of bij de zeemacht. Zaterdag 13 Januari 1906. Inwendige Zending en de Joden. Gebed voor allen Zendingsarbeid onder Is raël in alle landendat het werk van Evan gelisatie onder de Joden meer op het hart ge bonden zij van alle ware Christenen, en dat de Bijbelverspreiding, Oud en Nieuw Testament, beide ver uitgebreid worde, zoodat veler oogen geopend worden om in Christus den waren Messias te zien. Dat alle Inwendige Zending grootelljks ge zegend worde en bevorderd, en dat alle po gingen tot het verijdelen van de macht der onmatigheid en van eiken vorm van verdorven heid door God worden geleid ter bevordering van het welzijn en de samenwerking vin alle standen. Dat iedere openbaring van valsche i leerling worde gestuit.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1905 | | pagina 1