NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 31. 1905
Maandag 6 November.
20e Jaargang
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
Voor, schoon tegen.
Buitenlandscb Overzicht.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
sa
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
iiiiiimiirMn—Miiiwniiimwr—ni—nm
Van ouds hebben de vrijzinnige, of,
gelijk zij zich toen nog bij voorkeur
noemden, liberale staatslieden voor alge
meen kiesrecht weinig gevoeld. Zelfs
kiesrecht-uitbreiding had niet de liefde
van hun gansche kant, dewijl deze be
paald werd door de kansen voor de meeste
Kamerzetels.
Enkele personen hebben wel eens alge
meen kiesrecht bepleit, doch zij hebben
bij dit roepen nooit hunne partij achter
zich aan weten te krijgen.
Dit gelukte zelfs Thorbecke niet, ofschoon
hij reeds in 1844 in zijn studie „Over
het liedendaagsch staats-burgerschap"
leerde, dat het beginsel van algemeen
stemrecht in de staatsgeschiedenis der
eeuw lag, den census veroordeelde en
aantoonde dat het stemrecht niets met
bezit te doen heeft.
En zie, nu, na ruim zestig jaren, heb
ben wij nog dat census-kiesrecht, zij het
ook voor een deel. Dat wil zeggen, nog
wordt aan een zeker getal kiezers het
kiesrecht verleend op grond van hun aan
slag in een der rijks-belastingen.
Trouwens Thorbecke zelf die zich voor
algemeen stemrecht verklaarde, heeft het
tegelijk uitgesproken, dat het slechts traps
gewijs kan komen. En zoo gaat het dan
ook, de geschiedenis der kiesrecht-uit
breiding leerde 't.
Trapsgewijs, stukje voor beetje, zachtjes
aan, niet met sprongen, heeft het libera
lisme aan den aandrang tot kiesrecht-uit
breiding toegegeven.
Maar heel vlug ging het niet. Nog in
1878 viel het liberale kabinet-Geertsema
op het verworpen wetsvoorstel tot kies
rechtuitbreiding, terwijl de liberalen, toen
de antirevolutionaire heer v. d. Berch v.
Heemstede voorstelde den census op f 24
te brengen, als een man dit voorstel af
stemden, beducht als zij waren dat, met
name in Friesland, door deze verlaging,
Kamerzetels aan de antirevolutionairen
zouden toevallen.
Met name in Sneek en Dokkum waren
toen reeds de antirevolutionairen de libe
ralen in stemmencijfer bij de stembus
zeer dicht op de hielen.
Bij de grondwetsherziening van 1887
kregen we wel een Kiesrechtuitbreiding,
doch geen algemeen stemrecht. Na die
herziening, die ons de Kamer van Hon
derd bracht, bleef de Kiesrechtquaestie
rusten, tot in 1891 het Kabinet-Van Tien
hoven-Tak optrad, dat een uitbreiding van
kiesrecht aan de orde stelde, doch niet
tot stand kon brengen. Eerst Van Hou
ten speelde in 1897 een kieswetwijziging
klaar, die thans nog geldt, waar niemand
meê tevreden is in den grond der zaak,
en die zeker niet gebracht heeft wat de
socialisten willen en andere vooruitstre
vende vrijzinnigen zeggen te begeeren
de invoering van algemeen stemrecht.
Het Comité voor algemeen Kies- en
Stemrecht riep in 1885 de „Nationale''
vergadering bijeen die op snibbigen toon
van de toenmalige regeering het alge
meen stemrecht eischte, en toch niet ver
kreeg.
Het oefende ook in 1894 nog bijzonde
ren aandrang uit op den toenmaligen
minister Tak, die wel een wetsontwerp
in die richting voordroeg doch het weer
introk.
En nu dit jaar de partijen zoogenaamd
tot overeenstemming kwamen met een
blanco artikel dat den weg tot algemeen
kiesrecht banen moet, zijn de oprechte
voorstanders, dat zijn de sociaal-democra
ten, er nog lang niet gerust op dat 't er
van komen zal.
Dit is op de meeting voor algemeen
kiesrecht te Utrecht, waar de vrijzinnig
democraten meesmuilend meededen, duide
lijk door de leiders uitgesproken.
En men mag het er dan ook gerust
voor houden, indien de vrijzinnigen wisten
dat uit het algemeen Kiesrecht een Tweede
Kamer met een vrijzinnige meerderheid
geboren wordt, dat zij er wel al tem aal
voor zouden wezen.
Er is dan ook reden voor hen om op
dit punt niet gerust te zijp.
Bij iedere kiesreehtuitbreiding toch kwa
men zij in de minderheid. In 1887 bracht
de kiesrechtuitbreiding het ministerie Mac-
kay aan het roeren in 1897 maakte zij
de baan vrij voor het kabinet-Kuyper,
dat reeds in 1897 zou hebben kunnen op
treden, indien verdeeldheid onder de
Christenen dit niet had belet.
Waar nog bij komt dat in andere lan
den de volksvertegenwoordiging uit het
algemeen stemrecht opgekomen, voor de
rosekleurigen onder hen geen aanlokke
lijk model van wetgeving biedt.
Waar dan eindelijk nog bij komt dat
de denkeude, leidende mannen onder hen
zich tegen het algemeen kiesrecht, wel
niet principieel wat doet men nu eens
principieel aan dien kantmaar dan
toch zeer beslist zich tegen algemeen kies
recht hebben verzet, en de wetgeving in
die richting hebben belemmerd.
Dat heeft minister Tak ondervonden.
In diens tijd leeraarde professor Buys
en andere professoren als Spruijt en
d'Aulnis en De Louter stonden hierin aan
zijne zijde S dat het algemeen stem
recht niet bevorderlijk is aan de verhoo
ging van het peil der volksvertegenwoor
diging. Van Amerika sprekend in zijn
(1892) Gids-artikel „Aan gene zijde van
het Algemeen Stemrecht" zegt de schrij
ver „Wel kan men in de dagen die wij
beleven kwalijk meer spreken van teleur
stelling, welke de toepassing van het
Algemeen Stemrecht zoude opleveren, maar
om geen andere reden dan deze, dat het
tegenwoordig geslacht op dit punt sinds
lang alle illusiën verloren heeft. De par
lementen zijn in het groote gemeenebest
eenvoudig wat zij dan zijn kunnen en
niemand denkt aan het stellen vanhooge
eischen".
Mocht het in andere landen wat goeds
kunnen uitwerken, in het onze geloofde
de schrijver niet dat het heilzaam wer
ken zou.
„In republieken op zuiver democrati-
schen grondslag steunende", zoo lezen
wij, „kan in den regel van parlementair
alvermogen geen sprake zijn, want de
middelen om dat in bedwang te houden
heeft men daar, zooals wij zagen, slechts
voor het grijpen't zij men die zoekt in
een strenge beperking van de grondwettige
bevoegdheid der volksvertegenwoordiging,
in een volledige scheiding van wetgevende
en uitvoerende macht en in toekenning
van een zeer wezenlijk en veelvuldig ge
bruikt vetorecht aan het hoogste admini-
nistratief gezag, zooals in de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika;'tzij men aan
de kiezers het recht verleene om de be
sluiten van de wetgevende macht te ver
nietigen, zooals in Zwitserland. Aan de
monarchie ontvallen al die hulpmiddelen.
Kan men daar het toch onmisbaar tegen
wicht niet vinden in het onafhankelijk
koninklijk gezag zooals in Pruisen, dan
moet men het zoeken in een goed geor
ganiseerd en zelfstandig Hoogerhuis".
En dit laatste nu juist is het wat pro
fessor Buys in ons land miste, en wat men
nog mist.
De Eerste Kamer is bij de democrati
seering der Tweede Kamer ten onzenfgeen
tegenwicht. Haar ontbreekt, zoo klaagt hij,
het recht van initiatief en amendement, dat
haar tot een actief wetgevend lichaam
maakt. In ieder geval zou bij invoering
van algemeen stemrecht, dit ligt zoo in
de lijn van Buys' betoog, de kracht der
Tweede Kamer moeten verzwakt worden.
Andere staatslieden zouden bij meerdere
uitbreiding van kiesrecht, een grens ge
steld willen zien aan de verkiesbaarheid.
Het valt toch niet te ontkennen dat ten
gevolge van de kiesrechtuitbreiding over
't geheel het gehalte der Kamer er op is
achteruitgegaan, evenzeer als van de ge
meenteraden.
Wie zich herinnert de keurige redevoe
ringen van Groen en Elout en Thorbecke
later van v. d. Loeff, Godefroi, v. d. Hoeven,
v. Nispen, Heydenryck, Kenchenius, Loh-
man, Schaepmanen de machtige tour-
nooien tussehen de Roclls en v. d. Loeffs
eenerzijds, de Lohmans en Schaepmans
anderzijds, en nu de Noltings en Ketelaars,
de De Klerks en Hugenholtzen hoort
oreeren, die kan niet anders dan dezen
achteruitgang betreuren.
Men kan er dan ook gerust op rekenen,
menig vrijzinnige die ten slotte voor het
blanco artikel stemt, zal het niet van harte
doenmaar omdat hij moet.
Sommige oppervlakkige geesten onder
hen laten zich bekoren door de schoon
schijnende redevoeringen van sociaal-demo
cratische zijde, doch dieper denkende
mannen onder hen, niet door de holle
theorieën misleid, zullen zich toch laten
meevoeren ook met het algemeen-stem-
rechtgeschreeuw, dewijl hun het moreel
weerstandsvermogen er tegen ontbreekt,
en zoo kruipt ten slotte bij altegaar het
bloed waar het niet gaan kan.
Want Buys is dood; en De Louter
zwijgt; en Van Karnebeek is een te zwak
orgaan om op den duur naar hem te
luisteren.
Is derhalve het geraar groot, dat ten
slotte al wat links staat zich voor het
algemeen kiesrecht verklaart, des te ern
stiger mag dan onzerzijds de vraag over
wogen wat wij er principieel tegenover
hebben te stellen. Wij gingen reeds op
verkenning uit in ons artikel „Kiesrecht
voor Gezinshoofden" (nr. van 12 Oct. j.l.)
4 November 1905.
„Patrimonium"
Het gister verschenen nummer van het
orgaan van het werkliedenverbond „Patri
monium" is feestcourant, geheel gewijd
aan het 25-jarig bestaan van het Verbond.
Het bevat de portretten van twee der
medeoprichters van het Verbond, de heeren
W. Hovy en K. Katervan ds. A. Talma,
een der redacteuren van het Orgaan, en
afbeeldingen van het huis op de Linden-
gracht, waar het Verbond geboren werd,
en van het Bondsgebouw op de N. Heeren
gracht.
Omtrent de aanleiding tot de stichting
van het Verbond, schrijft de heer Hovy
een en ander, waarop wij later terugkomen.
Ds. Pierson te Zetten en dr. Wagenaar
te Middelburg zonden gelukwenschen in
dichtmaat ineerstgenoemde gaf een aardig
acrostichon. De 2e redacteur dhr. v. d.
Molen wijdt een waardeerend woord aan
Kater, den wakkeren oud-Voorzitter.
Nog andere bijdragen waaronder er
zijn die wij veel te groot vinden ge
tuigen van groote waardeering, en van
een bloeiend en blozend leven van het
Verbond dat in die 25 (of 29 jaren van
zijn bestaan zoo rijk van God gezegend
werd.
Wij herinneren ons nog goed den strijd
van Patrimonium in zijn eerste jaren. „De
pers van Nijgh" vervolgde Kater en
Poesiat" week uit week in in haar Zondags
blad Uilenspiegel gelijk zij hen en de
Christen staats- en werklieden in haar
door-de-weeksche-pers (de N. Roti. Crt.) in
artikel en gemengd bericht trachtte te
treffen.
Maar is de vijandschap dezelfde, de open
baring er van is fatsoenlijker geworden
de schamp- en schimptijd is voor Patri
monium voorbij.
Patrimonium het grootste werklieden
verbond is zijn periode van genade en
eere ingetreden
Zegene hem verder de Heere met oot
moed en groote kracht. Vermeerdere Hij
onder zijne leden de vreeze die vrees bui
tensluit, en hen tot een zegen doet zijn
voor hunne omgeving en voor het Verbond!
Het wel wat verklaarbaar verlangen
van het publiek, dat de jaarverslagen
niet leest, en van de leden der Ned.
Zuid-Afrikaansche Vereeniging, om te
weten waartoe deze vereeniging nog noo-
dig is, en wat zij doet, heeft aan het
hoofdbestuur aanleiding gegeven om aan
de afdeelingen tusschentijds mededeelin-
gen te doen. 't Gaat in dezen drukken
vergadertijd niet aan afdeelingsvergade-
ringen, doorgaans slecht bezocht, te be
leggen, en 't is ook beter uit de mede-
deelingen een en ander door de pers ter
algemeens kennis te brengen.
Wat de Vereeniging doet?
Zij tracht door een adres aan H. M.
de Koningin een besluit uit te lokken
tot vergemakkelijking van den toegang
van jeugdige Afrikaanders tot Neder-
landsche hoogesoholen.
Wat zij geldelijk deed?
Zij ondersteunde verscheidene waardige
personen om naar Zuid-Afrika terug te
keeren. Maar bovenal wil zij, bij vol
doenden steun, het christelijk nationaal
onderwijs bevorderen, dat scherp te con-
curreeren heeft met het Engelsch over-
heidsonderwijs.
Er wordt een schoolstrijd gevoerd, niet
ongelijk aan dien hier te lande sedert
1857, maar in Zuid-Afrika gaat het om
de Hollandsche taal.
Het kan en moet gelukken om in de
voormalige vrije landen Transvaal en
Oranje-Vrijstaat het Hollandsche element
te behouden, en dit streven vindt zelfs
weerklank in, naar wij dachten, reeds
lang verengelschte streken als Natal en
de Kaapkolonie zelve. Geleken de laatste
jaren na den oorlog op een Jeremia's tijd
perk, 't is of er nu Ezechiël's dagen aan
breken. Iu deze dagen hebben de Zuid-
Afrikaanders niet minder steun noodig
dan vroeger, toen schitterende wapenfeiten
meer toejuiching verwierven, dan thans
de taaie volharding ten deel valt. De
Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeni
ging, het Christelijk Nationaal Boeren-
comité en het Schoolfonds werken een
drachtig samen, en voornamelijk uit Neder
land moet het geld komen om in de
Ezechiël's dagen een Nehemia's tijdperk
voor te bereiden. De Tobia's en Sanballats
zijn er al, en zij rusten niet.
Rusland.
De toestand wordt over 't algemeen iets
beter, of, liever, iets minder verschrikkelijk.
De regeering heeft in een nieuw manifest
een beroep gedaan op het volk om de orde
te helpen herstellen en vooral te beletten,
gelijk o.a. te Petersburg dat kinderen mee
doen aan de revolutionaire bewegingen,
opdat niet reeds op de school de achting
voor overheid en openbare orde voor goed
worde geschokt.
Alle censuur op de drukpers is opge
heven. Men kan derhalve nu vrij alle
mogelijke kranten en drukwerken ver
spreiden.
Toch blijft de bevolking in vele plaat
sen zeer oproerig. Het optreden der mili
taire macht was noodzakelijk en er vielen
dooden en gewonden, te Kaloega, Grodno,
Rybinsk, Twer, Minsk, Koergan, Bjelostok,
Bakoe en Sewastopol. In andere steden
hadden botsingen plaats tussehen de aan
hangers van verschillende staatkundige
partijen. In andere plaatsen was het op
treden van het gepeupel tegen de joden
onmenschelijk wreed, zoo in Nesjin, Wi-
tebsk, Romnv, Kief, Wilna, Elizabethgrad,
en vooral Odessa.
Te Minsk hadden gisteren bijna elk
uur begrafenissen plaats. De lijken werden
in huurrijtuigen weggehaald. Op hetjoden-
kerkhof stonden 54 lijken boven aarde.
Te Reval heeft een menigte van on
geveer 30 duizend personen verscheidene
uren lang vertoefd op de plaatsen waar
de oproerigen door de troepen waren neer
geschoten. Er waren daar 38 doodkisten
neergezet. De menigte zong rouwliede
ren en droeg lijkkransen aan. De straat
lantarens en huizen waren met rouwfloers
omhangen. De straten waren met denne-
groen versierd. Voor de ramen stonden
kaarsen te branden. Winkels en open
bare instellingen waren gesloten. De
stoet was ettelijke kilometers lang.
Te Odessa heerschte een toestand van
ongekend bloedige razernij, Uit de hui
zen schoot men op de kozakken, die met
platschieten van zoodanige woningen ant
woordden.
Het gepeupel plunderde de winkels dei-
joden, er vielen vele slachtoffers. Hierbij
komt, dat de stad een dag in staat van
beleg was geweest tengevolge van een
ambtelijke vergissing. Het publiek ver
nam dat met ontzetting. De revolutio
nairen keerden toen tot hun oude taktiek
van verzet en moord terug. Drie batal
jons soldaten verschenen, hetgeen echter
niet verhinderde dat van de balkons der
huizen schoten vielen op onschuldigen,
van welke er 17 gedood of gewond werden.
Honderden joden zijn gedood, hun winkels
vernield, hun goederen over de straat
uitgestrooid.
Op den Polsky-heuvel, over welken de
weg naar de haven loopt, zijn verscheidene
machine-kanonnen opgesteld.
De staat van beleg die een dag opge
heven was geweest, is weer afgekondigd,
hetgeen weer eenige verademing bracht.
In de laatste dagen zijn 5000 oproerma
kers, zoogenaamde keizersvrienden, ont
wapend, maar hoe 50- of 60000 van die
menschen aan zooveel schietvoorraad ge
komen zijn, blijft een onoplosbaar raadsel.
Te Kiëf hebben de Joden het méést te
lijden gehad, daar werden 50 menschen
gedood en gewond. Het volk wierp bom
men naar de kozakken. Te Poltawa
brak een volksmenigte de gevangenis open
en bevrijdde de gevangenen, waarvan er
38 gewond werden.
Te Nikolajef is het geheele Joden-
kwartier verwoest en leeggeplunderd. Te
Kisjinef hadden afschuwelijke moord
partijen plaats honderden werden gedood
of gewond. Te Rostof aan den Don vie
len 200 dooden of zwaar gewonden de
orde begint zich daar echter te herstellen.
Een bende drong het erf van een En-
gelschman binnen, die een magazijn van
landbouwgereedschappen in Moldawanka
heeft. De indringers waren gewapend
met bijlen en revolvers en wilden het huis
vernielen. De Engelschman slaagde er
echter in, hen te overtuigen dat hij een
Christen was en noodigde hen uit binnen
te komen, waar hij hun geld en wijn gaf,
zoodoende zijn eigen leven en dat van zijn
gezin reddende.
Een ooggetuige seint omtrent den ver-
schrikkelijken nacht van Donderdag op
Vrijdag. Omstreeks twee uur hoorde ik
een verschrikkelijk vuur van machineka
nonnen en revolvers. Een huis werd ge
heel verwoest, nadat het grauw het geplun
derd had. Later op den middag trokken
geüniformeerde politie-agenten en afdee
lingen sodaten door de straten, onder het
geroep van „Blijft weg van de vensters
Wanneer men op hen vuurde, schoten zij
terug.
De stad is nu wat kalmer. Men hoort
nog af en toe schieten, en het plunderen
duurt nog voort in de arine wijken. Vele
joden hebben de wijk genomen in hotels,
terwijl anderen aan boord van stoomsche
pen in de haven zijn gegaan. Juweliers-
en horlogemakers winkels zijn leeggeroofd.
De stad gelijkt op een legerkamp. Stu
denten hebben 200 man van het gepeu
pel gevangen genomen en in de universi
teit opgesloten. In de straten, waarin
trouwens alleen beambten van den gezond
heidsdienst en liedezusters wagen zich te
vertoonen, is geen politie te bekennen.
Gewapende studenten zorgen voor de hand
having der orde. Duizenden straatsehui-
mers zijn gewond.
Het meest zal echter de regeering te
stellen hebben met Polen en Finland,
deze geroofde „wingewesten".
Te Warschau blijven de winkels ge
slotende staking duwt voort; de troe-