Kerknieuws.
Gemengde Berichten.
en wegens dronkenschapC. B., W. M.,
vr. v. A. A. V., J. P. M„ J. W., Mid
delburg, A. D., L. V., Vlissingen, M. G.,
Arnemuiden, N. C. 1?., Oost- en West-
Souburg, J. L. D., Terneuzen, tot f2 b. s.
2 d. h., C. J. B., Vlissingen, tot f3 b. s.
2 d. h., M. A., C. v. E., Middelburg, tot
5 dagen h., K. B., Vlissingen, tot 14 dagen h.
Ontslagen van rechtsvervolging -. W. B. C
Sint Laurens, beklaagd van overtreding
leerplichtwet.
VrijgesprokenJ. W. S., Middelburg,
beklaagd van loopen over grond die be
plant is en J. S., Leeuwarden, beklaagd van
dronkenschap.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Groot Aunners door C.
J. Leenmans te Bennekom.
Geref. Kerken.
Beroepen te Ouderkerk a. d. IJsel R.
Loman te Geldermalsente Koude-
kerke U. Ubbens te Silvolde.
Chr. Ger. Kerk.
Aangeuonien naar Doesburg door G. J.
Bloemendaal, laatst pred. bij de Presb,
Church te Clear Lake (Zuid Dacota N.- Ara.)
Qoes. In de Woensdagavond gehouden
algeineene vergadering, besloot de werk-
liedenvereeniging „Eigen Hulp'' haar 25-
jarig bestaan feestelijk te berdenken op
Woensdag 15 November a s. in de socië
teit V. O, V. Voor| dit doel wordt het
strijkorkest „Wilhelmina" te Vlissingen
uitgenoodigd om het feest op te luisteren,
terwijl een tweetal tooneelstukjes, voor
drachten en een tombola den feestavond
zal aanvullen.
Viissingen. Tot adjunct-inspecteur der
politie alhier is tegen 8 November be
noemd de heer L. de Kruijer, thans in
gelijke betrekking te Vlaardingen.
Bij de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspeorwegen xijn bevorderd tot ma
chinist le kl. de machinisten 2e kl. A.
Brasser, J. T. ten Hacken en W. J. Sie-
bols en tot machinist 2e kl. de onder-
machinisten D. C. Bouff en J. L. Bouff,
allen alhier.
Aan de rijksveldwachters J. B. Raes
te Biervliet, G. de Waart te Zoutelande,
J. Pijpelink te Veere en M. J. Jonker
te Renesse is de rang toegekend van bri
gadier-titulair.
Met 1 Dec. a. zijn ook verplaatst
de kommiezen le klasse bij 's rijks be
lastingen, H. Eijke van Brouwershaven
naar Hansweert en J. Dronkers van Rot
terdam naar Hulst.
Tholen. Met belangstelling zien land
bouwers en ook kleine pachtboeren hier
uit naar de te nemen beslissing op Maan
dag 6 October in de buitengewone ver
gadering der heeren gerechtigde inge
landen betreffende het plaatsen van een
stoomgemaal voor spoedige afvoer van
water uit den polder in de zee. Bedoeld
onderwerp is meermalen ter sprake ge
weest, en de laatste maal slechts met 6
stemmen meerderheid verworpen. Naar
wij uit goede bron vernemen is er kans
dat deze maal met meerderheid van stem
men tot oprichting zal worden besloten.
Westkapelle. Als bewijs dat van de
in exploitatie te brengen tramlijn Vlis
singenMiddelburgKoudekerkeDom
burg verwachtingen bestaan dat de land
bouw daarmede zal georganiseerd worden,
kan met zekerheid gemeld worden dat
bij een ingezetene dezer gemeente dhr.
M. Cysouw Pz. het voornemen bestaat om
aan de halte bij Westkapelle een weeg
brug te plaatsen, die bij de tinna Franken
en v. Weel voor dat doel reeds is aan
gekocht. Ook zijn reeds onderhandelingen
aangeknoopt om zoo dicht mogelijk bij die
halte een stukje grond daarvoor aan te
koopen.
Zaamslsg. In den nacht van Dinsdag
op Woensdag is bij den landbouwer M.
Riemens alhier, een goed rijwiel uit de
kluis in de schuur ontvreemd, toebehoo-
rende aan den knecht Ch. de P.de
drie werklieden die in de schuur sliepen
hadden niets gehoord.
lerseke. Woensdag vierde de heer M. de
Korte alhier z\jn 25-jarig jubileum als
hoofd der openbare lagere school II. Dat
het den algemeen beminden jubilaris niet
aan gelukwenschen heeft ontbroken, be
hoeft wel niet Dader te worden betoogd,
daar toch ieder weet wat de heer De Korte
voor de ingezetenen was en hoevele malen
hij geheel belangloos zijn medewerking
verleende aan nuttige instellingen en steeds
te vinden was daar waar geholpen moest
worden.
Door de ingezetenen dezer gemeente
werd hem een schrijfbureau geschonken
en door de leden der Zangvereeniging
«Zanglust'' een daarbij behoorende bureau
stoel. Door het onderwijzend personeel
werden een tweetal tijne schilderijen aan
geboden. Verder werden een menigte van
cadeaux en andere huldeblijken aange
boden. Ook van buiten deze gemeente
kwamen vele gelukwenschen in waaronder
een tweetal telegrammen van de heeren
Districts- en Arrondissements-Schoolopzie-
ners. Eene serenade van het muziekge
zelschap „Mozart" besloot den feestdag.
- Men meldt uit Schïveningen
Een politieagent, hier dienstdoende, doch
te 's-Gravenhage wonende, keerde een
dezer avonden na afloop van zijn dienst
naar zijn woning terug. Thuis gekomeD,
vond bij vrouw nog kinderen, terwijl
ook het middagmaal niet gereed was.
Toen verwisselde hij de uniform tegen
burgerkleeding en ging uit. Omstreeks
9 uur 's avonds kwam hij terug, zeer onder
den invloed van sterken drank, maar vrouw
en kinderen waren nog niet thuis. Kort
daarna evenwel kwam de vrouw thuis en
ontstond er tusschen man en vrouw een
hoogloopende twist over haar niet thuis
zijn en het niet gereed maken van het
maal. De man ging ten slotte aan tafel
zitten, schijnbaar in onverschillige hou
ding, maar plotseling stond hij op, en
haalde zijn geladen revolver uit zijn uni
formjas. Bij het in orde brengen van dat
wapen, waarvan de haan in rust stond,
viel al reeds een schot. De vrouw nam
daarop de vlucht, maar toen loste de man
twee schoten op haar, zonder haar te
treffen. De kogels kwamen terecht in de
deuren van de woningen der overburen.
De agent wierp de revolver in het privaat
en ging toen de straat op. Den volgenden
ochtend werd kij gearresteerd en ter
beschikking van de justitie gesteld. De
revolver is bij het openbreken van het
privaat gevonden.
Plannen van het Ministerie. De Haag-
sche briefschrijver van de „N. G. Ct."
geeft de verzekering dat de financieele
plannen van minister De Meester reeds een
vrij vasten vorm hebben aangenomen en
dat nog in 't loopend zittingjaar van den
minister van Justitie en van zijn ambt
genoot voor Nijverheid zeer gewichtige
voorstellen kunnen worden tegemoet ge
zien op het gebied der verbetering van
ons burgerlijk recht en van de arbeiders
verzekering, zoomede met betrekking tot
het openbaar verkeerswezen. De schr.
verneemt noch, dat alle gegevens zijn
verzameld en bewerkt voor een eventueele
vvetsvoordracht tot naasting van alle spoor
wegen door den Staat. Misschien zal
deswege bij de aanstaande begrootings-
debatten reeds volledige zekerheid worden
verkregen.
De Haagsche Burgemeester. Over den
tact van den burgemeester der residentie
schrijft de Haaagsche briefschrijver in
De Standaard
„Bij de gemeente-begrooting wordt er
wel eens gezeurd over kleinigheden.
Onze Burgemeester houdt van afdoen
en toen deze week bij een weinig be-
teekenend onderwerp Ter Laan en an
deren daarover heele redevoeringen
hadden opgezet, die anderen ia de ver
leiding brachten ook het wooid te vragen
zeide de Burgemeester op eens met een
onverstoorbaar goedmoedig gezicht
„zouden we, mijne heeren, nu niet verder
gaan zoo ja, dan komt nu volgnummer
zooveel aan de orde". De leden, die het
woord hadden willen vragen, kijken
elkander aan, lachen eens en zwijgen.
De Voorzitter had zijn doel bereikt.
Woensdag had ons raadslid Mr. Lis
man het over de drukte in de hoofd
straten in Den Haag en klaagde er over,
dat de menschcn maar niet er aan ge
wennen rechts te willen houden. „Ja"
zegt de Burgemeester „dat is een
lastige zaak. Ik heb mij daar ook al
eens een beetje boos over gemaakt.
Verleden week nog was ik in de Prinse
straat. Een slagersjongen met een mand
liep links tegen andere wandelaars in.
Ik ga naar den jongen en vroeg hem,
of hij niet „rechts" wilde houden. De
jongen antwoordde niet bijzonder be
leefd „wat gaat jou dat aan?" „Wel
m'n jongen, ik ben de Burgemeester",
waarop de slagersjongen met z'n mand
verlegen stamelde„Neem me niet
kwalijk, „burgemeester". „En hij ging
rechts. (Algemeen gelach
Dezer dagen overkwam me't zelfde"
vervolgde de Burgemeester „in
de Lange Poten, waar 't ook zoo schrikke
lijk kan zijn. Een dame, ietwat gezet,
liep links botsende tegen de vele wan
delaars. Ik nam m'n hoed voor de dame
af en gaf haar beleefd in overweging
om „rechts" te houden. „Maar, mijn
heer, wat gaat u dat aan Ik kan toch
loopen waar ik wil". „Pardon", repli
ceerde ik, „ik beu de Burgemeester''.
Waarop de gezette dame dupliceerde:
„O, zoo, zijt gij de Burgemeester, nu
dan wil ik wel rechts loopen maar de
heeren op het stadhuis hebben anders
altijd wat"
De oude krasse badman Willem van
Toorn, die dezen zomer zijn 50-jarig dienst-
jubileum te Scheveningen vierde, gaf
dezer dagen nog een blijk van flinkheid.
Van de bom SCH 58, waarop zijn schoon
zoon C. Bruin, schipper is, weigerde op
punt van naar zee te gaan een der opvaren
den mee te gaan. De reeder loofde een
flinke fooi uit om hem te vervangen, waarop
de oude van Toorn in de ban sprong en ter
haringvisscherij medeging. Van der Toorn
is 79 jaar oud.
Als een merkwaardigheid vertelt de
Zutph. Ct. dat er zich onder de Dinxper-
losche lotelingen een bevond, die noch den
naam van zijn vader, noch dien zijner
moeder, noch zijn eigen voornamen wist,
en evenmin den datum zijner geboorte.
Gewichtig gesprek.
Klerk Z.Ex. de minister is aangekomen
en ik heb daar juist met hem gesproken.
Bureauchef: Wat, heb jij met Zijne
Excellentie gesproken
Klerk Goeden dag heb ik gezeid, en
Zijne Excellentie ook
Een landbouwer te Barneveld die
zich in een stal achter zijn paard begaf,
kreeg van het dier een trap, waardoor
vier ribben braken en de man aan de
gevolge» overleed. Op den Badhuisweg
te Scheveningen is een 16-jarig meisje
door den stoomtram gedood. Aan het
Centraalstation te Amsterdam is een
korporaal van het Indische leger die naar
Haarlem moest doch in een verkeerden
trein gezeten was, zijn vergissing bemer
kende en op de treeplank van den ver-
trekkenden trein willende springen, ge
vallen, overreden en gedood.
De bedrieger bedrogen.
Een liefhebber en verzamelaar van schilde
rijen te liotterdnin, voor eenige dagen
bij een photograaf komende om zijn portret
te laten vervaardigen, zag daar een schilderij,
dat hem zoo bekoorde, dat hij er nadere in
lichtingen over vroeg en te weten kwam, dat
het stuk door een ander stadgenoot te koop
was gesteld en vooi 2000 te krijgen zou zijn,
wat voor een echten (volgde de naam
van den Franschen meester) niet te duur geacht
moest worden. De liefhebber vond het ook.
De koop werd dus gesloten en de photograaf
maakte een kwitantie voor de 2000. De kooper
gaf daarop den wensch te kennen het stuk, nu
zijn schilderij, maar dadelijk mede nemen, doch
de photograaf gaf hem in overweging zulks
niet te doen. Het was nogal slecht weer en
de schilderij niet gemakkelijk te hanteeren en
dooper kon immers zijn eigendom waarmerken,
door het van achteren van zijn handteekening
te voorzien. Dit geschiedde, maar bij nader
inzien bleef de kooper toch bij zijn plan en
een juist passeerend besteller werd ingeroepen
en kreeg de schilderij te dragen. Thuis gekomen
besloot de kooper, braaf in zijn nopjes omdat
hij zijn collectie op deze wijze niet te duur
had kunnen uitbreiden, de schilderij in een
andere lijst te doen zetten. Hij bestelde een
lijstenmaker en gaf hem de opdracht, maar
stond er op dat het werk ten zijnen huize zou
plaats hebben. En wat geschiedde thans Toen
men begon de oude lijst te verwijderen, bleken
ertwee schilderijen in te zitten, het
echte en daaronder een getrouwe kopie. Het
vermoeden licht dus voor de hand dat, wanneer
de kooper zijn stuk niet onmiddellijk had mee
genomen, maar van het vriendelijk aanbod had
geprofiteerd, om de schilderij te laten thuis be
zorgen, hij de kopie zou hebben ontvangen en
natuurlijk voor f 2000 zou zijn opgelicht. Nu
werd de bedrieger echter bedrogen en moet hij
zijn goede schilderij missen verre beneden de
waarde. Wellicht dat de kooper hem bij wijze
van consolatie de voor hem bestemde kopie
ten geschenke biedt. (Hbl.)
Nederland en België.
Generaal Den Beer Portugael koml in
een brief aan Eugène Baie terug op een
bezwaar, dat men in België tegen een
defensief verbond met Nederland heeft
geopperd, een bezwaar, dat schuilen zou
in het Nederlandsche stelsel van lands
verdediging. Maastricht en Venlo zijn
ontmanteld, zegt men, het verdedigings
stelsel rust uitsluitend op de stelling Am
sterdam, en een groote waterlinie, ver
sterkt door forten, daaromheen. Hoe zou
het Nederlandsche leger dan het Belgische
te hulp kunnen komen
Generaal Den Beer geeft toe, dat Venlo
en Maastricht onbeschermd zijn, maar
waren zij wèl beschermd, dan zou er toch
nog weinig gewonnen zijn, want een vij
andig leger is tegenwoordig volstrekt niet
beperkt tot die twee plaatsen om over de
Maas te komen. Vele millioenen guldens
en vele duizenden manschappen zouden
er noodig zijn om van deze steden be
hoorlijke vestingen te maken en de vijand
zou ze mogelijk stil laten liggen. Daarom
hebben wij liever al onze krachten sa
mengetrokken op een groote stelling, zoo
als België dat met Antwerpen heeft gedaan.
Maar daar ligt volstrekt niet in opge
sloten dat het Nederlandsche leger zich
niet buiten die laatste verdedigingslijn zou
wagen, dat Nederland al vooraf besloten
zou hebben de provinciën Limburg en
Brabant nooit te verdedigen. Wil men een
bewijs, dat dit niet de opvatting is van
ons legerbestuur: het toeval wil, dat juist
iii de laatste jaren de groote manoeuvres
in die twee provinciën hebben plaats ge
had. Het zou onnoozel zijn manoeuvres
te gaan houden op een terrein, waar men
vooruit van weet, dat het Nederlandsche
leger daar nooit den vijand tegemoet zal
gaan.
Generaal Den Beer wijst verder op het
mooie veldgeschut van het allernieuwste
model, dat wij pas hebben aangeschaft.
Waartoe zou dat dienen, als het niet was
om ons leger in staat te stellen overal op
te treden, waar de omstandigheden het
eischen.
Wederom een krijgskundig Nederlander,
die zijn oordeel uitspreekt over de wen-
schelijkheid van een defensief verbond tus
schen Nederland en België, luitenant-gene
raal De Petit. Generaal De Petit heeft op
zijn beurt een bezoek gehad van Eugène
Baie, en is bereid zijn meening te zeggen.
Maar zonder te kort te doen aan de
hulde, die den heer Baie in alle opzichten
toekomt achtte de generaal het ver
standiger, om de mogelijkheid van ver
keerd begrepen te worden te vermijden,
zelf zijn denkbeelden op liet papier te
zetten. Hij heelt dus een langen brief
geschreven aan de Petit Bleu, die er van
daag het eerste stuk van afdrukt.
Wanneer wij nadenken over de moge
lijkheid van een defensief verbond tusschen
Nederland en België, dan is de eerste vraag,
die zich bij hein opdringt, eene die hij nauwe
lijks durft aanroeren, zoo teer. Wat denken
de beide souvereinen over zulk een ver
bond En die hebben de eerste stem in
het kapittel. Zonder hun goedkeuring zou
het niet mogelijk zijn hier iets tot stand
le brengen. Maar dat is een heel leer
punt en dat laat generaal De Petit verder
rusten om over te gaan tot een andere
vraag.
Wat is dat, een verdedigend verbond?
Het is een eenigszins vage term. In den
gewonen zin van het woord zon het voor
de volstrekte partijen de volstrekte ver
plichting meebrengen, elkaar wederzijds
met het zwaard bij te staan, als het grond
gebied, de onafhankelijkheid, of de levens
belangen van een van twee bedreigd moch
ten worden door een derde.
Elkeen begrijpt, hoe ver ons dat zon
kunnen voeren. Vooral als men bedenkt,
dat België, allicht spoedig, een koloniale
mogendheid zal worden evenals Nederland,
en evenals Nederland zal België blootstaan
aan het gevaar van den landhonger der
groote mogendheden, die tot verwikke
lingen zou kunnen leiden, welke kaar
terugslag zouden doen voelen op het vaste
land van Europa. Het is niet de bedoeling
van generaal de Petit de geestdriftigen een
stortbad toe te dienen, maar hij acht het
zijn plicht, om op alle mogelijke gevolgen
van een verdedigend verbond ip den ruim-
sten zin te wijzen.
In een volgend stuk zal generaal de Petit
handelen over een defensief verbond, gel
dend enkel voor het grondgebied in Europa
voor bepaald omschreven gevallen.
Bewijs uit de vingertoppen.
De jury te Parijs heeft aan moord een per
soon schuldig verklaard, die ontkende de mis
daad gepleegd te hebben en tegen wien als
eenig ernstig bewijs de afdruk van zijn vingers
werd aangevoerd. Het slachtoffer was een oude
dame, die op een Zondagnamiddag, toen haar
meid uit was, vermoord is geworden. Op de
tafel stond een wijnflesch en op deze vond men
den bloederigen afdruk van drie vingers. Met
deze kwamen volkomen overeen de teekenin-
gen der vingertoppen van den beschuldigde,
een neef der oude dame. Daar niet ingebroken
was, onderstelde men dat een bekende den
moord moest hebben gepleegd, na door de oude
dame, die alleen in het huis was, te zijn toe
gelaten in de huiskamer, waar zij gruwelijk
gewond, dood werd gevonden. Men kreeg ver
moeden tegen den beschuldigde omdat bij on
derzoek bij hem eenige kleederen met bloed
doortrokken werden gevonden. Hij verklaarde
dit uit zijn betrekking van ziekenverpleger
aan een gasthuis, waar hij bij operalies helpen
moet. Had hij den moord begaan, zoo beweerde
hij, dan zou hij die bebloede kleeren wel heb
ben vernietigd. De beschuldigde was overigens
zeer gunstig bekend, had geen schuldenook
bleek niet dat er iets gestolen was door den
moordenaar. De eenige belangrijke aanwijzing
was gelegen in de gelijkheid der vingerafdruk
ken.
De heer Bertillon toonde in een lange uiteen
zetting met lichtbeelden zeer duidelijk aan,
dat de bloedafdrukken op de fiesch volkomen
gelijkend waren op de afdrukken der vinger
toppen van den beschuldigde en voerde o.a.
aan dat hij in de 12 jaren dat hij dit herken
ningsmiddel bestudeert, bij vergelijkingen
nooit een vergissing heeft begaan. Herhaalde
lijk heeft hij, op veel minder sterke gegevens
dan in dit geval voorhanden waren, de polttie
op het goede spoor gebracht dat tot bekentenis
leidde. Op de vraag van den voorzitterof
dan niet de afdrukken van een ander afkom
stig konden zijn, luidde het antwoord van den
deskundige^Indien ik ook maar den gering-
sten twijfel had zou ik dien aandikken om niet
als zeker voor te stellen wat ik nu niet anders
dan stellig verklaren kan."
De indruk van deze stellige verklaring was
dan ook zoo sterk, dat de jury, ofschoon het den
eersten keer was dat dit nieuwe bewijsmiddel
werd toegepast, het schuldig uitsprak. Maar
zij was tevens zóó onder den indruk van het
nieuwe dat zij voor de gevolgen terugschrikte
en verzachtende omstandigheden aannam.
Waarin die gelegen zijn bij een neef, die zon
der eenige aanleiding zijn oude tante vermoord
heeft bleef een raadsel. Het gerechtshof scheen
ook onzeker te zijn, want in plaats van levens
lange op opsluiting, legde het slechts 10 jaar
dwangarbeid op.
Uit de laatste volkstelling is ge
bleken dat de stad New-York thans
4,015,304 inwoners telt, tegen 3,437,202
in 1900 en 2,507,414 in 1890.
De Japanners zijn, naar men weet,
buitengewone bazen in het vechten zonder
wapenen, worstelen, boksen en andere
dergelijke liefhebberijen. Een volleerd
Japansch worstelaar legt beurt om beurt
de beste blanke worstelaars op den rug.
De Japansche worstelaars zijn vooral niet
zwaarder gebouwd dan de meeste Euro-
peesche worstelaars, integendeel. In spier
kracht zijn zij evenmin de meerderen. Hun
kracht ligt in hun vechtmethode, het
dzjioe-dzji-tsoe. Geen wonder, dat Euro
peanen die kunst van het gele ras graag
willen leeren. Europa stuurt naar Oost-
Azië kanonnen, wij leeren van deoosler-
linhen met armen en beenen vechten. Gelijk
oversteken, dan blijft liet evenwicht tus
schen Oost en West behouden. Onder
de eersten die zich vertrouwd hebben ge
maakt met de Japansche vechtmethoden,
zijn de straatroovers van Parijs, menschen
die geregeld vechten met eenzame voor
bijgangers, niet voor genoegen, maar om
door hun medemensehen neer te houwen
en te berooven, aan den kost te komen.
Het is wel beschamend, dat de politie
van Parijs door de straatroovers gedwon
gen wordt om met hun tijd mee te gaan,
maar er valt nu niet aan te ontkomen.
De Parijsche agenten zullen dzjioe-enz.-
enz. leeren, anders zijn zij op straat niet
meer veilig in den nacht. Gisteren is de
les begonnen, 15 agenten van den veilig
heidsdienst hebben hun eerste les gehad,
de 15 «terkste kerels uit het corps, alle
maal leerlingen van een uitnemende
Fransche vechtschool. Hun leermeester
begon gisteren ze een voor een over den
vloer te rollen. Ten slotte heeft de nieuwe
vechtmeester van de 15 de 6 besten uit
gekozen. Die 6 zullen nu in deze Japansche
kunst worden ingewijd en dan de andere
agenten les geven.
Te Londen is het dzjioe-dzji-tsoe-onder-
wijs voorde politieagenten al sedert eenigen
tijd ingevoerd. (N. It. Ct.)
Lad v Mary Hamilton, de rijkste erf
dochter van Engeland, is eergisteren meer
derjarig geworden. Er was op Brodrick
Castle een groot feest met veel voorname
gasten. De lady die met haar moeder veel
buiten woont en dan aan allerlei sport
doet, kan er zich op beroemen dat hare
grootmoeder een dochter was van den
groothertog van Baden en een nicht van
Napoleon 111.
Het gerucht wil dat de dame o. m. veel
behagen schept in de rattenjacht.
De bekende chirurg Sir Frederick
Treves heeft te Edinburg een opmerkelijke
rede gehouden. Hij sprak over: „Medicine
k la mode". Het algemeene oordeel is, zei
hij, dat ziekte iets naars en kwaadaardigs
is, van kwaden oorsprong, van kwade be
doeling en van kwade uitwerking. Men
denkt dat een ziekte een ramp is, dat zij uit
is op vernietiging. Maar ik beweer dat er
niets onnatuurlijks in een ziekte is, dat
hare verschijnselen gekenmerkt worden
door een goede bedoeling. Een ziekteproces
streeft niet naar de vernietiging van het
leven, maar naar zijn behoud en daaruit
ontstaat een natuurlijke drang naar gene
zing. Een ziekte is, naar mijne meening,
niet een van de kwade dingen die het
vleesch overgeërfd heeft, maar een van de
goede gaven. Haar oorsprong is goedaardig
en beschermend, en indien er geen ziekte
ware in den algemeenen ziu van het woord
zou het menschdom spoedig uitsterven.
Een enkel voorbeeld. Bij een verkoudheid
klaagt men over de overvloedige afschei
ding, die echter juist de bacteriën weg
voert voelt men zich onbehagelijk door
het niezen en fniezen, dat ze wegslingert.
Deden die ziekteverschijnselen zich echter
niet voor, dan zou een simpele verkoudheid
licht noodlottig kunnen worden.
Lord Rosebery, die voorzitter van de
vergadering was, antwoordde in een geestig
redevoerinkje. Hij verklaarde zoozeer in
den geest van de rede doorgedrongen te
zijn, dat hij, voortdurend in den tocht van
een open deur gezeten, bijna zeker was ge
worden dat hij aan eea lichten inval van
bacteriën had blootgestaan. Als hij thuis
het verslag nog eens overlas hoopte hij niet
op neerslachtigen toon te zullen zeggen
„Ik heb gisterenavond een leelijke koude te
pakken gekregen", maar „Ik mag mij er
op beroemen dat ik verscheidene heerlijke
verschijnselen waarneem, welke bewijzen
dat ik weerstand bied aan de kiemen die
mijn lichaam zijn binnengedrongen".
Hét jubileum van de lucifers. Het
N. v. d. D. brengt in herinnering, dat het
dezer dagen honderd jaar geleden was dat
de lucifers zijn uitgevonden.
In een nummer van het te Parijs ver
schijnende Journal de V Empire van Oc
tober 1805 komt een bericht voor over de
toen pas ontdekte geschiktheid van fosfo-
rus tot het maken van vuur. Weinige
weken later bracht apotheker Chancel, een
FranschmaD, de eerste werkelijke lucifers
in den handel. Hij noemde ze tabaks
houtjes. Hij overtoog een stukje hout met
dun zwavelgummi en chloorzure kali.
Doopte men nu het einde van zulk een
geprepareerd houtje in een fleschje met
geconcentreerd zwavelzuur, dan ontbrandde
door de inwerking van het laatstede chloor
zure kali en deed den zwavel, en met den
zwavel het houtje, ontbranden. De luci
fers waren hiermee in een vorm, die later
zeer veel veranderd is, uitgevonden. Hier-
meae werd een technisch vraagstuk opge
lost het zoeken der menschheid, sedert
eeuwen, naar een gemakkelijke wijze van
vuurmaken.
Chancel noemde de door hem uitgevon
den lucifers „briquets', stroxygènes". In
de verschillende landen werden zij weldra
bekend en vooral in Oostenrijk verbreid
en verbeterd. Zij bleven echter duur. In
1812 betaalde men voor een doosje luci
fers één florijn.
Door de Duitsche justitie is aan de
Nederlandsche uitgeleverd de daglooner
S. te Pannesheide, die eenige dagen ge
leden te Bleijerheide op Hollandsch grond
gebied bij een vechtpartij iemand in den
hals schoot, zwaar verwondde en daarna
op de vlucht ging. Later zal S. ook te
Aken moeten terecht staan wegens beest
achtige mishandeling eener vrouw, ge
pleegd te Kohlberg.
Te Genève is een ernstig geval van
bederf aan het licht gekomen, Het bewijs
is geleverd, dat de Peuple de Genève,
het orgaan der socialisten te Genève,
zich laten omkoopen door den directeur
van de kurzaal aldaar. In die zaal werd
het Röszlispel gespeeld, en daartegen werd
een campagne gevoerd door de conser
vatieve organen en aanvankelijk ook door
de Peuple de Genève. Later evenwel
zweeg dit blad over het spelen in de kur
zaal, en naar nu door getuigenverklarin
gen is vastgesteld geworden, ontving het
voor dit zwijgen van den directeur der
kurzaal jaarlijks 1500 francs. In naam
was deze som voor advertenties bestemd
de kosten voor advertenties hadden even
wel hoogstens 300 francs bedragen. Aan
den „onverantwoordelijken'' administra
teur van de Peuple is door den directeur
van de kurzaal 6000 francs uitbetaald.
Natuurlijk gaat deze directeur, de omkoo-
per, redelijk ook lang niet vrij uithoogst
ergerlijk evenwel is de handelwijze van
het sociaal-democratische orgaan, dat de
pretentie heeft mee te werken aan de
verbetering van de maatschappelijke orde.
(N. B. C.J