NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 19. 1905 Maandag 23 October. 20e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Ds. Koelman's ballingschap. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Goes PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. Uit de dagen IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25, Enkele nummers 0,02s. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 21 October 1905. De Middelburgs che Courant schreef dezer dagen van de Standaard dat „dit blad tegen een onwaarheid, halve waarheid, onjuistheid of scheve voorstelling" niet opziet. Ongeveer tegelijk werd zij zelve er door de Nieuwe Courant vriendelijk tus- schen genomen, omdat zij, zoo maar zon der bewijs, en terwijl het tegendeel vast stond, beweerd had dat de meerderheid der Tweede Kamer voor het blanco ar tikel en voor algemeen kiesrecht is. Het publiek lachte om de rare bokke- sprongen die zij maakte om te bewijzen dat 52 min 10 in de Kamer een meer derheid is. Nu, zou men zeggen, zal de Midd. Ct. voortaan op haar woorden passen. Maar het is er niet van. Integendeel, met iederen keer dat zij op een ver- gissinkje betrapt werd, wordt haar moed om een jokkentje te zeggen grooter. In haar no. van Vrijdag verhaalt zij van het geschil tuBschen dr. Nuyens en De Nederlander in zake de toekomst van Rome en de Reformatie, en vraagt dan, waarom, als waar is wat N. en De Ned. schrijven, dat zij met zooveel vertrouwen op de kracht van hun geloof de toekomst tegengaan, zij bij de verkiezingen hun volkje zoo tegen de consekwentie van 't liberalisme waarschuwen? En dan komt het. „Z)e groote meerderheid van ons volk is verstandig genoeg geweest om in Juni zicli daardoor geen vrees te laten aanjagen". Mogen wij de Middelburgsche Courant opmerken dat zij hier weer mis is. Niet de groote meerderheidzelfs niet de meerderheid van „ons volk" zij be doelt hier waarschijnlijk de kiezers en dan alleen de opgekomenen, en van dezen nog slechts hen die een geldige stem uitbrachtenis zoo „verstandig" ge weest. Immers er stemden 60000 kiezers meer op candidaten van „dr. N. en De Nederlander"dan op de vrijzinnigen, omd- liberalen en socialisten saam. Natuurlijk zal de Middelb. Courantdie tegen de N. Crt. staande hield dat 42 meer is dan 58, nu ook wel volhouden, dat een minderheid van 60 duizend een groote meerderheid is, doch voor zichzelf zal zij wel willen erkennen ik heb weer „een onwaarheid, halve waarheid, onjuist heid of scheve voorstelling" gedebiteerd ik heb mijn mond weer te wijd open- 2) VAN Na naren nacht Ik 't licht verwacht. Weldra kreeg hij een deputatie uit den kerkeraad, welke hem wees op een syno daal besluitvan eenige jaren te voren, waarbij al die huisoefeningen, de zooge naamde conventikelen, in den ban werden gedaan als nadeelig voor den bloei der gemeente. Doch Koelman wees de heeren op een uitspraak van hooger gezag dan een besluit der synode, n.l. op die der Schrift. Op grond van Gods Woord meende hij zoo te mogen handelen en was nog niet van plan van de leiding der huisoefeningen aftezien, zooals de deputatie verlangde. Zijne zienswijze in dezen zou hij schriftelijk bij den kerke raad inleveren. De heeren vonden de bedoelde missive op een eerstvolgende vergadering. Koel man nam intusschen eene afwachtende houding aan en hield langen tijd geen conventikelen. De collega's mochten hem daardoor eens ter wille zijn. gezet, ik schreef in mijn ijver, om die gehate „clericalen" te treffen, weer iets neer, dat ik staven noch volhouden kan maar intrekken doe ik het niet, dat doe ik zelfs voor De Nieuwe Courant niet, en nu doe ik 't nog minder omdat 't De Zeeuiv maar is, die 't zegt. De Midd. Crt. van Zaterdag zegt aan 't adres van De Standaard „zoo'n opmerking is ad rem. Maar op een huid als de redactie van De Standaard meer en meer blijkt te hebben, zal zij wel afstuiten". Maar eilieve, Middelburgsche Courant, hoe is het met u? Of wat ziet gij den splinter in het oog uwer zuster, en den balk, die in uw eigen oog is, merkt gij niet? Besluit van de synode te Schoonhoven J6<59. De School met den Bijbel merkt zeer juist op, er is in betrekking tot de chris telijke school, overal ontwaking, allerwegen leven en bedrijvigheid. De arbeid voor de christelijke school verdubbelt sterk dank zij de schoolwet van dr. Kuyper. Het terrein is verbreed, het productievermogen is toegenomen, schatten in de diepte zijn ontdekt. Ons wacht een niet geringe arbeid, want het welslagen hangt voor een goed deel hier van af welke opvatting we omtrent de or ganisatie hebben. Bonden van scholen mogen niet enkel ten doel hebben de commissie van beroep te kiezen en voorts in dommelige rust weg te zinken. Zij moeten in 't algemeen de belangen van ons christelijk onderwijs trachten te bevorderen door het houden van openbare en besloten samenkomsten ter bespreking van de belangen van opvoeding en onder wijs door het voorbereiden van den arbeid tot oprichting van plaatselijke schoolvereenigingen door het geven van advies in alle moeilijkheden en geschillen van plaatselijke schoolvereenigingen in de omgeving door het houden van toezicht op de scholen der aangesloten vereenigin- gen, door het aanstellen van eigen in specteurs in samenwerking met andere bonden, door het, zoo noodig, optreden bij de overheid in 't belang van scholen en onderwijzers door de uitgave en verspreiding te bevorderen van geschriften in 't belang van het christelijk onderwijs en door het ter hand nemen van de opleiding van onderwijzers en onderwij zeressen. Maar toen die collegiale bereidwillig heid al maar door uitbleef, werd zijn rustelooze geest het wachten moede en klopte dominee zelf maar even aan de consistoriekamer aan, om zijn bescheiden verzoek te midden der broederen neerte leggen. Zoo gaarne zou hij zijne talenten eens willen „aanleggen" tot stichting der ge meente. Nu en dan zoo eens. Doch het kloppen was aan een doove- man's deur. Niet dat de Rotterdamsche kerkeraad niet welwillend en toeschietelijk was voor ds. Koelman. Wie dit mocht denken vergist zich deerlijk. De broeders zouden hem gaarne eens laten prediken. Zijn redenaarsgaven zaten hem wel niet in den weg, maar naar aller meening was hij een man van innige overtuiging en ware vroomheid. „Gaarne zouden we op uw verzoek uw preek consent geven", was ongeveer het antwoord, „maar die formulieren en feest dagen, weet u, dominee". „Als u in die zaken u eens kond'et con- formeeren, dan „Ja dan zat ik hier niet te Rotterdam", mijne heeren, maar wel te Sluis", was het militante antwoord van den gedeporteerden predikant. Yan af dit oogenblik werden de con ventikelen met ijver voortgezet. Intusschen begon de magistraat zich met die verboden associaties te bemoeien. Deze werd daartoe gedrongen door de predi- Die omvangrijke taak zal wellicht eeniger- mate, in eigen kring, de sociale kwestie op den achtergrond dringen. Waarschijnlijk niet tot onze schade. De schoolzaak raakt, nu in de toekomst vooral, bijna uitsluitend geestelijkede sociale kwestie uitsluitend stojfelijke be langen. En beweging van het mensclielijk hart draagt altijd een minder edel karakter als het om stoffelijk dan wanneer het om geestelijk goed gaat. De stem die onlangs van Roomsche zijde opging om de Kamerleden tot plicht vervulling op te roepen, verdient bij den aanstaanden Kamerarbeid wel eens nader aangedrongen te worden. Er is een opkomst, die niet zelden wonderveel op plichtverzaking gelijkt, ook wel buiten den kring der Roomsch- Katholieke Kamerleden. Wat zou men toch wel zeggen van een advocaat, die wegbleef als de belangen zijner cliënten besproken en behandeld werden. En wat zijn Kamerleden anders dan pleit-bezorgers, advocaten, gemachtigden van het volk De kiezers hebben ook door hun arbeid en door het geschonken vertrouwen, recht op zeker begrip van ernst, zeker gevoel van plichtbesef en zekere aandrift tot toewijding. Behalve door ziekte verhinderd, behoort de Kamer altijd compleet te zijn, daartoe zijn de leden gekozen, en daarin gaan de socialisten hen voor. De heiwerkersstaking te Amsterdam heeft de klove tusschen sociaal democra ten en anarchisten na de mislukte „mis dadige woeling" in 1903 ontstaan, verbreed. Hel Volk heeft zich wel voor steun aan de stakers en uitgeslotenen verklaard, doch Troelstra en Polak en Pothuis, en vele anderen zijn daartegen. Nu komt de briefwisseling tusschen laatstgenoemde en het (anarchistisch) co mité uit de Bouwvakfederatie nog een ander geschil openbaren dat deze twee groepen scheidt. Pothuis, uitgenoodigd door genoemd comité om in een openbare vergadering het advies van den Bestuurdersbond te komen verdedigen, nam dit aan op voor waarde onder anderen „dat het vrije woord gewaarborgd is om ongehinderd te kunnen doorspreken". kanten, die zich beklaagden over de over treding van sommige stedelijke verorde ningen, waarbij het houden van conven tikelen verboden was. Koelman werd op het stadhuis ontboden, de heeren aldaar wilden den delinquent wel eens ontmoeten en een poosje met hem praten. Men heeft ons veel goeds van u ver teld, had de Rotterdamsche magistraat tot Koelman kunnen zeggen, gelijk een kleine anderhalf eeuw later Napoleon sprak tot eene corporatie, die hij ter wille wilde zijn. Van ter zijde was hun ter oore gekomen, dat de vroegere predikant van Sluis dit woord „vroegere" kon Koelman nooit be hagen bij al zijne singuliere, vreemd soortige denkbeelden in zake kerkregee- ring, gezond was in de leer en daarbij een volslagen vijand van alle Separatisme. De kennismaking met den wel onder legden predikant, tevens „philosophiae doc tor" viel den heeren op het stadhuis alles behalve tegen. Bij slot van rekening viel hij nog wel mee. Men zou hem maar stilletjes laten be gaan en zijn conventikelen-manie dooi de vingers zien. Er werden toch zooveel secten en par tijen geduld binnen Rotterdam. Die eene Deze niet zoo vaak voorkomende titel bij theologen had Koelman op 23-jarigen leeftijd behaald, een kleine twee jaren voor zijn can- didaats. De onderhandelingen zijn afgebroken doch dit is voor ons het voornaamste niet. Veel meer verdient de aandacht dat de sociaal-democraten voor zich het vrije woord hebben geëischt om ongehinderd te kunnen doorspreken. Juist, wanneer nu de sociaal democra ten datzelfde ook eens aan een ander gunnen, dan mag men het er voor houden dat zij zich tot beterschap hebben gezet. Het vrije woord voor zich opeischen en tegelijk dit vrije woord belemmeren gelijk bij de jongste Kamerverkiezingen in onze omgeving is geschied, is een meten met twee maten, dat, misschien onder wolven en ossen, maar zeer stellig onder menschen, er niet door kan. Dezer dagen troffen we ergens de op gave aan van den stand der partijen in de Eerste en Tweede Kamer in 1885, juist twintig jaren dus. Beter dan vele redeneeringen toont ons dit staatje de geweldige verandering in de partijverhouding in zoo korte jaren. In 1885 was de partijverdeeling aldus Tweede Kamer Liberalen 41 Anti-Revolutionairen 23 Roomschen 19 Conservatieven 3 Eerste Kamer Liberalen 26 Anti-Revolutionairen 0 Roomschen 8 Conservatieven 5 Duizenden arbeiders in Amsterdam keu ren de staking door tientallen arbeiders ondernomen af. Heiers die met vijf man in ploeg werkten wilden een zesden man er bij hebben. Nu zijn er niet meer als 13 heistellingen aan 't werk, dat is dus 65 man en die willen 78 man aan 't werk zien. Die 65 staken, het werk wordt besmet verklaard, en nu mogen ook metselaars, opperlieden en timmermans op dat besmette werk niet arbeiden, en kunnen uit wan delen gaan. Dat is een van die dolzinnige streken in den oeconomischen strijd, die door dwarsen of dwazen gepractiseerd, aan velen een zorgelijken winter bezorgen, en kon er nog wel bij. Jammer voor ds. Koelmans, dat spoedig daarop een ander stel heeren op het raadhuis ging zetelen. Deze, minder verdraagzaam dan hunne voorgangers, lieten hem weten, dat zijn verblijf te Rotterdam hun minder aange naam was en zijn spoedig vertrek ten zeerste gewenscht. Te vergeefs trachtte Koelman ook nog door een lang epistel de heeren beter in te lichten omtrent de redenen van zijn bannissement uit Sluis en de Generaliteitslanden. Zij lieten zich eenvoudig niet gezeggen en dominee's brief legden zij ongelezen ter zijde. Zij bleven bij hun eens genomen be sluit. Binnen acht dagen moest hij Rot terdam uit. Wat zou de man nu beginnen Hij be sloot voor een paar maanden op reis te gaan naar Utrecht en Friesland en daar enkelen zijner vrienden te bezoeken. Te Utrecht woonde zijn trouwe en oprechte vriend ds. Jodocus v. Lodensteyn, een zijner voorgangers in de bediening te Siuis. Meermalen had Koelman den pië- tislischen prediker uit het Sticht bezocht vooral tijdens het optreden van De Labadie en in de stille pastorie zeer vertrouwelijk met den schrijver van de „Beschouwinge van Zion" over den toestand van land en kerk gesproken. En zoozeer stelde Koelman prijs op het oordeel van dezen „bijbelschen godgeleerde", dat hij een zijner geschriften vóór de uitgave aan hem ter beoordeeling toezond. Trouwens, toch nooit tot eenig succes leiden kunnen De staking duurt al weken, men confe reert zonder einde, maar het laat zich niet aanzien dat de zesde man vooreerst aan de heistelling zal geplaatst worden. Helaas, dat zoovelen slachtoffers worden van het bedijf van weigeren, en dat in den socialen strijd heeren zich allerwegen opmaken om de arbeiders maar dikwijls meest zichzelf te helpen. 't Is geen wonder dat alles wat Belg heet, maar vóór een ding oog en oor heeft. En dat ééne is de omlegging van de Schelde bij Antwerpen, uit te voeren door het afsnijden van een bocht en het door een kanaal verbinden van groote, uitge breide dokken en kaden met de Schelde. Men noemt dit werk de groote doorsteek. En er zijn altijd ongeluksprofeten, die noemen het de groote doodsteek". Zal het werk aan de verwachting be antwoorden Ja zeker, zeggen autoriteiten. Wel neen, zeggen andere autoriteiten. De Koning van België dweept met het plan, de gemeenteraad van Antwerpen, de Kamer van Koophandel, de stads-inge- nieur, die allen zijn er voor. -En alzoo kwam het onteigenings-ontwerp met de Rijksbijdrage bij de Volksvertegenwoor diging, die er nu over praat, begeleid als haar woord wordt door de levendige be langstelling, die onze zuidelijke stamge- nooten kenmerkt. Niet alleen om het vóór of tegen der verwachtingen, maar ook om de directe gevolgen, mag het plan op buitengewone belangstelling aanspraak maken. Vooreex-st maakt de haven van Antwer pen deze stad tot België's handels-metro polis. De Schelde is voor Antwerpen wat de Maas voor Rotterdam is: haar levens ader. Van 1870 tot 1905 was Antwei-pen de tweede handelshaven van het vasteland. Hamburg is de eerste en dit jaar Rotter dam de tweede. Antwerpen's havens heb ben geen plaats genoeg. In korten tijd moest aan 137 reederijen plaats geweigerd, worden. Vele plannen zijn ontworpen, maar ten slotte is men bij „de groote doorsteek", die groote risico brengt, blijven staan, en waartegen, als altijd velen zich hard nekkig verzetten. De schoone rivier moet ruimte bieden in 't belang van den toenemenden handel de achting en het vertrouwen was weder- keerig. Nooit heeft Jodocus van Loden steyn zijn oprechten, doch militanten vriend en collega Koelman in den steek gelaten. Steeds stond hij voor hem in de bres. Overal waar hij kon, trachtte hij Koel man's zaak, in zijne oogen de zaak des Heeren,omdat het ging om het Koningschap van Cliristus, met kracht te bevorderen. Een jaar voor zijn dood trad hij op in zijn vroegei'e gemeente te Sluis de vacature Koelman was nog niet vervuld met eene predikatie over Hosea 9 vers 12, dezelfde predikatie, welke tien jaren te voren zoo veel ergernis gegeven had aan de overheid, en waarin hij zijne denkbeelden ontvouwde omtrent het gezag der overheid in kerke lijke zaken. Schriftelijk had hij te voren aan den kerkeraad van Sluis zijn gevraagd advies in zake ds. Koelman gegeven. Na zijn vroegere gemeente getroost te hebben met de gedachte, dat nu hun ge liefde leeraar weggegaan was, de opperste herder zelf zijne schapen zal komen weiden, houdt hij staande, dat de verdreven leeraar nog altijd is en blijft „ordinair herder van de Gemeynte tot Sluys". Dit punt, dunkt hem, is van zulk een gewicht, dat de kerk daarvoor alleen alles moet lijden„want dat opgevende erkent zij recht uit, dat de overheden macht zouden hebben een her- der af te zetten". i (Wordt vervolgd.) J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1905 | | pagina 1