NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Donderdag 19 October.
20e Jaargang.
II
I
GHRISTELUK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F.P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een Herinneringsdag.
I
het groote nut,
als ontwikke-
tot de school,
heer Sargent
Amerikaansche
er reeds gereisd
de uitgebrachte
getuigen, uitne-
eleverd. Aan
heeft de heer
expeditie uit-
eh nu met een
knapen op een
ie wereldelke
betalen, wasch
epen I De reis
Japan, China,
;ypte, Griekeu-
iera, Spanje en
eis worden ge-
elke leerling
bijzondere zorg
in elk land,
verblijf houdt,
dien een cursus,
iinanuen te ge-
onde lucht, een
voeding, door
nok aan boord,
eer het te veel
te voorkomen,
oot succes was
of beter gezegd
is leerden, zoo
resultaten van
aan het Japan-
ïdsjoerije bevel
een aanvang te
nMandsjoerije.
binnen de zes
L-maclit zal lieb-
van den prins
Ooburg-Gotlia
mze in de be-
eidingsproces,
den over een
eft de linanei-
g op deze ver-
nog op andere
eiding worden
een van beide
nstateerd.
Berlijn trachtte
'Stal te plegen,
mark naar de
had drie bil-
et loketje neer
jongen van een
greep de brief
en daarop aan
en de post-
rna, al sehreeu-
Hulpvaardige
otte en de bril
leer murw ge
it zijn zak ge-
geling zelf, in
oht.
.gen eon bede-
id, zeer leelijk
:en telde. Men
jn woning een
omen in orde,
at zijn vermo-
chen zijn drie
n van „hemel-
ven, maar weet
der zee inder-
che bureau te
dige metingen
golven in den
gewone groote
bij zware stor-
tot 15 M. De
ser 150 200
hoe gelijkma-
ge golven min
de korte steile
een plotseling
nsche zeeplaats
gezonden aan
waarin zij hein
eemeeuwen te
gen de adres-
adig vermaak,
uttig voor de
lanwijzen waar
ij op hun weg
Ivan het Parij-
|te", heeft be
ten medeplich-
nu druk bezig
medeplichtige
tuinbouwblad
Crassula lac-
rs heeft. Men
heen voor reu-
Ivenals vele an-
Iteeds. Gansch
schrijver, toe-
aan de bloem
Ihij dat zij een
|t, doordringend
aan den anjer,
len de jasmijn.
Ide plant in het
Iden, dat zij dan
1 eigenschap zij
zij weder door
lid. Wordt zij
|p het noorden
|t zonlicht niet
Lijn de bloemen
leenigszins wei-
lat ook de kam*
I
i
j
i
-
i
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Het is de 19 October 1880.
Duizenden hebben zich vereenigd in
het koor der Nieuwe Kerk te Amsterdam,
waar de eerste vrije hoogeschool in Neder
land zal gesticht worden.
Geen plaats is ledig.
Predikanten van verschillende „kerk
genootschappen" locale comité'sstaats
lieden, ook ministers als vertegenwoordi
gers der regeering hebben plaats genomen.
Daar treedt de academische pedel in
plechtgewaad binnen, dragende den staf,
met het zilveren Minerva-beeld en de
attributen gekroond. Hij leidt de hoog
leeraren in ambtsgewaad binnen.
Onder plechtige stilte treedt het lid
der Eerste Kamer, de 77-jarige Elout,
Groens oude studievriend naar voren, en
zich richtend naar Directeuren, spreekt
hij een kort woord en biedt de vorstelijke
gave van een tonne gouds aan, welke
som is bijeengebracht door een veertigtal
vrienden.
Wij hooren het hem nog zeggen „Een
halve eeuw heb ik voor het Christelijk
onderwijs gearbeid en gestreden. Thans
wordt het oog ook op het gebied van
hooger onderwijs gevestigd, want het doel
der Vrije Universiteit is mede te waken
tegen de ontkerstening des volks, den
volksgeest te heiligen''.
Na zijn bezielend woord krijgt men het
machtig woord van Neerland's grooten
redenaar dr. A. Kuyper te hooren die de
eerste rectorale rede uitspreekt over
Souvereiniteit in eigen lering".
Dan volgt de receptie.
De verschillende autoriteiten en ver-
eenigingen begroeten den president-direc
teur en den rector. Minister Six spreekt
een ofïicieel woord van lof en aanmoe
diging. De rector magnificus der stads-
universiteit brengt het eeresaluut dier
school aan hare zuster.
Mr. Bichon brengt den groet der Chr.
hist. Kamerleden over; ds. v. Rkijn dien
van de Groen van Prinstererschoolmees
ter Meyer dien van de Vereeniging van
Chr. Onderwijzers; ds. v. Son dien van de
Vereeniging voor Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs.
Des avonds nieuwe samenkomst in de
Schotsche kerk ds. Felix van Utrecht, de
president-curator, vertolkt de blijdschap
van het christenvolk met deze stichting.
Daarna dankstond ten huize van den
president-directeur Hovy. De heer Geyser
uit ^Elberfeld brengt den heilgroet der
Duitsche broeders over; dr. de Hartog
beantwoordt hem.
Den volgenden dag, na de predikanten
conferentie, aanvaardt prof. Fabius zijn
ambt als buitengewoon hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit met een rede over Het
goddelijk karakter van het recht.
Wij voegen hier niets aan toe.
De lezer denke na en oordeele of het niet
goed zal zijn dat wij den Heere danken,
die deze stichting en in haar hetNeder-
landsche volk zoo zegende. Danken hier
voor dat haar en ons deze verdedigers van
„Souvereiniteit in eigen kring", en „het
Goddelijk karakter van het recht" ge
spaard bleven. Danken voor zoo menige
kracht op het terrein der theologie, der
rechten en der letteren, die aan deze school
gevormd werd. En te bidden dat, met ver
zoening van al 't zondige, deze stichting
bestendig met den verbeurden zegen van
Boven blijve begenadigd
In die stemming wenschen wij van uit de
verte de feestviering der jubelende Vrije
Universiteit bij te wonen. Het zal onzen
verslaggever aan den ijver daartoe niet
ontbreken.
18 October 1905.
liet nieuwe kabinet heeft, natuurlijk
met machtiging der Koningin tal van
^tsontwerpen van zijn voorganger in-
Niet op eenmaal, maar met beetjes te
gelijk. Nu eens eentje, en dan weer
eens eentje.
En bij iedere begrafenis van zoo'n vroeg
ontslapen wichtje loozen wij een diepen
zucht en zeggen weer eentje.
Nu weer verdween „het wetsontwerp
tegen hinderlijke of schadelijke water
verontreiniging" onder de aarde, om op
geborgen te worden bij zoovele andere.
Het doet droevig aan.
Doch ook, er is hope gemengd onder
de droefheid.
Immers zal het kabinet iets goeds voor
het volk, iets nationaals tot stand brengen,
dan zal het moeten werken in den geest
en de richting van zijn voorganger.
Sommige ontwerpen herrezen dan ook
reeds uit hun grafje en werden weer
springlevend den volke vertoond.
Minister v. Raalte zei 't laatst nog: het
vaderschapwetje zal ik zoo goed als on
veranderd weer indienen, met terzijde
stelling van mijn eigen meening in dezen.
En dat vaderschap-wetje nomen est
omen zal door nog menig wetje ge
volgd worden, waarvan het vaderschap
bij het vorige kabinet moet gezocht
worden.
Want ziet, al die ingetrokken wets-
ontwerpjes, die daar op een rijtje in hun
grafje zijn neergelegd, zij zijn wel levend
begravenmaarmet het hoofdje boven
de aarde
Men kan ze er ten allen tijde weer
levend van onder uit halen Leve het
vaderschap
De goede staatkunde van minister Ellis,
waartegen vrijzinnige bladschrijvers en
kamerleden zoo vaak hebben getoornd,
vooral in den jongsten verkiezingsstrijd,
schijnt door diens opvolger te zullen wor
den voortgezet. De man zal trouwens
wel moeten. Er is geen ander middel
tegen de revolutie op onze vloot, dan de
ondermijners van het gezag te verwijderen.
Men leze nu het volgende berichtje
Uit Den Helder meldt men aan Het Volk,
dat de voorzitter van den Matrozenbond, de
matroos 2e klasse, G. Venema, Maandag uit
den zeedienst ontslagen is wegens „wangedrag
in verband met anti-militaire karakter-eigen
schappen".
In verband met dit berichtje, wijzen
wij er de christenouders op, dat, zoo hun
zoontjes lust voor den zeedienst hebben,
zij dien lust niet moeten tegengaan of
onderdrukken. Zin voor de marine moet
integendeel bij onze knapen van ckriste*
lijken huize worden aangemoedigd.
De kringen waaruit tegenwoordig jonge
lui voor den zeedienst worden aangeworven,
schijnen nu over 't algemeen niet van de
meest positief christelijke te zijn. En dat
moet anders worden.
Op de jaarvergadering van Volkson
derwijs dezer dagen te Amsterdam onder
voorzitterschap van den schoolopziener
Zelverder gehouden, werd namens het
hoofdbestuur o. m. verklaard, dat de
publieke lastercampagne legen de openbare
school vrjjwel is geëindigd".
Wat daarop te zeggen Lasteren is
zulk een leelijk woord, goed verstaanbaar
als het is. En dan die samenstelling, die
het begrip nog afschuwelijker maakt.
Denk het u maar eens in, lezer, wat het
zeggen wil, zulk een soort veldtocht, op
zettelijk ondernomen om kwaad te spreken
van wat zoo onschuldig is als een pas
geboren kind, zooals het in den volks
mond luidt, kwaad te spreken ja, van de
openbare school, welke naar dhr. Zelver
der nog in zijn openingswoord verzekerde,
een groot deel van ons volk oprechte,
innige liefde toedraagt".
Gelukkig is dan nu die lastercampagne
geëindigd, zeggen de heeren.
Eerlijk gezegd, wisten we niet, dat ze
begonnen was. Best mogelijk, dat de een
of andere volijverige voorstander van het
bijzonder onderwijs haar eens wellicht
hardhandig heeft aangepakt in een
oogenblik, als hij zijn vrije school zag
bedreigd, door achteruitzetting en alzoo
beducht was voor haren ondergang, maar
van kwaadspreken, van lasteren, van
opzettelijk en ongegrond kwaadspreken
alzoo, nog wel van een lastercampagne,
heusch, we hebben er nooit van gehoord.
Wel van iets anders. Nog levendig staat
ons voor den geest de buitengewone ver
gadering van Volksonderwijs op 12 Nov.
des vorigen jaars, waar mr. Smeenge zoo
heftig te velde trok tegen de vrije school
dhr. Zelvelder noemt dit een op uit
nemende wijze hekelen van Minister Kuy-
per's onderwijswet en om niet meer
te noemen de aantijgingen van dhr.
Ketelaar, nog heden ten dage onder den
naam van Ketelaria in den lande bekend,
gezwegen nog van de verschillende wijzen
van front maken voor de openbare school,
waardoor onze Nederlandsche taal met
een paar nieuwe woorden werd verrijkt.
Inderdaad, de voorstanders van het
bijzonder onderwijs, lettende op de uit
spraak van meer dan een hunner tegen
standers, als zouden hunne scholen
minderwaardig zijn tegenover de open
bare, ook nu nog geuit, ze kunnen helaas
nog niet zeggen, dat de „publieke laster
campagne" tegen de vrije school is be
ëindigd.
In het jongste no. van „Het Homoeopa-
tisch Maandblad", 16e Jaargang no. 10,
van 15 Oct. j.l., welke aflevering weder
belangrijke opstellen van dr. Voorhoeve,
di'. N. A. J. Voorhoeve, dr. v. Royen en
anderen bevat,, wordt gemeld, dat in de
onlangs gehouden algemeene vergadering
van de „Vereeniging van homoeopathische
geneesheeren in Nederland". Dr. J. Voor
hoeve, homoeopathisch geneesheer te Dil
lenburg, is benoemd tot correspondeerend
lid dier Vereeniging. Het Maandblad
zegt er bij„Wij wenschen onzen ijverigen
medewerker met deze onderscheiding, die
ongetwijfeld een blijk is van de waar
deering zijner bemoeienissen op het ge
bied der Homoeopathie, van harte geluk".
En terechtonder de propagandisten voor
de Homoeopathie is dr. V. een der beste.
Voor de homoeopathie in ons land heeft
dr. Voorhoeve zich o. m. verdienstelijk
gemaakt door zijn bekend werk Homoe
opath ie in de Praktijk".
De Gouverneur van Suriname is van
Paramaribo vertrokken om naar het vader
land terugtekeeren, en de Gouverneur van
Suriname staat gereed om daarheen te
vertrekken.
De oud-minister Idenburg zal den oud
minister Lely vervangen als Gouverneur
lan de West.
Deze gewone verwisseling van gaan en
komen, van komen en gaan is daarom niet
te begrijpen, onder de alledaagsche tijdin
gen die ook komen en gaan, maar roept
de herinnering in het leven aan de vele
klaagzangen over den maatschappelijken
toestand in onze eeuige kolonie op het
vastland van Amerika, gedurende een halve
eeuw gehoord.
Landgenoot en vreemdeling heeft het Ne
derlandsche gezag overstelpt met verwijten.
Terwijl Engelsche en Fransche koloniën
op de Westkust van het groote wereld
deel bloeiden ging onze kolonie achteruit.
De afschaffing der slavernij, op onoor
deelkundige wijze geleid, had het productie
vermogen van de kolonie nagenoeg ver
nietigd. De christelijke religie moest er
door Duitscliland worden gebracht.
Arbeidskrachten waren niet te vinden
voor dit onherbergzame land, tenzij men
ze misschien uit China haalde.
Verkeersmiddelen, wegen zelfs ontbra
ken, en het geld om ze te leggen was
er niet.
Suriname was in ieder opzicht ten ach
ter en geraakte al meer ten achter.
Afhankelijk van Britsche hulp kwam
de vraag wel eens op, en werd wel in
't openbaar gedaan, zou het verknopen van
een kolonie die we niet tot ontwikkeling
kunnen brengen niet het best zijn.
Maar voor een twintigtal jaren stond
een reeks van mannen op, de eerste was
Jhr. Elout van Soeterwoude, ja die kwa
men pleiten voor Staatstusschenkomst.
Zij betoogden dat directe hulp van het
Moederland alleen deze kolonie kon red
den, hun woord vond ingang. De indus
trie werd gesteund, het verkeer ontwik
keld, en voor Suriname daagt nu de
morgen van een beteren dag.
Gouverneur Lely heeft de verwachting
niet beschaamd en van Gouverneur Iden
burg wacht men veel.
Ook deze parel aan onze Kroon moge,
tot onze eere behouden blijven
Dr. Pinkhof heeft in Het Nederlandsch
Tijdschrift voor Geneeskunde nog eens de
waarde van fruit als genees- en diëetmiddel
aangetoond, aan de hand van hetgeen dr.
Sharp in het Engelsche vakblad The Lancet
er van zegt
Men heeft het gebruik van vruchten
altijd aanbevolen op grond van haar gehalte
aan organische zouten en haar heilzame
prikkeling van het darmkanaal bij tot
verstopping aangelegde personen. Sharp
meent, dat verschillende plantenzuren
appelzuur, citroenzuur enz. zich met het
ijzer uit het voedsel vereenigen tot verbin
dingen, die bijzonder geschikt zijn om uit
lagere gedeelten van het darmkanaal in het
bloed te worden opgenomen. Daarom acht
hij fruit nuttig by bloedarmoede.
Maar vooral kent hij aan verschillende
vruchten een belangrijk verbeteringsver-
mogen toe. Hij meent te hebben aange
toond, dat stoffen gelijk pagaine, in het
plantenrijk veel algemeener voorkomen
dan in den regel wordt aangenomen. Ver
schillende proeven, genomen o.a. met aard
beien, kersen, sinaasappelen en peren,
strekken ten bewijze daarvan. Appelensap
werkt minder krachtig. De blikken inge
maakte vruchten missen de genoemde wer
kingen, doordat zij langen tijd aan hooge
temperaturen worden blootgesteld. Het
bakken of stoven van fruit schijnt de wer
king niet geheel te vernietigen. Zoolang de
vruchten haar oorspronkelijken geur nog
bezitten, is het verteringsvermogen niet
geheel verdwenen.
Op grond van deze proeven raadt Sharp
aan, de fruit aan het eind van den maaltijd
te gebruiken, tenzij de vrucht zelf tot
voedsel moet dienen, gelijk bananen. Ver
langt men een laxatieve werking, zoo neme
men gestoofde vruchten (zes of acht prui
men, ook wel vijgen of appelen) vóór het
ontbijt. Sommige vruchten zooals druiven,
moet men niet bij een leege maag gebrui
ken. Het verteringsvermogen van sinaas
appelen komt het best tot zijn recht, als
men ze in schijfjes snijdt, die met suiker
worden bestrooid. Het sap komt dan geheel
vrij.
Nadrukkelijk komt Sharp op tegen de
overdrijving van fruitgebruik, die men
tegenwoordig bij een deel van het publiek
aantreft.
Herinneringen en schetsen, door
J. H. Wiersmn 1865 tot 1905.
De heer ds. Wiersma, Herv, predikant
te Amsterdam, vierde 1 Oct. jl., tegelijk
met onzen hoog geachten ds. A. Littooij
van Middelburg, en 14 dagen vóór onzen
geachten ds. Doorn te Den Haag zijn 40-
jarigc evangeliebediening.
Wij meenen ons te herinneren dat het
viertalDoorn, Littooij, Wiersma en
Gezelle Meerburg, van 1859 tot 1865 te
Kampen goede studievrienden en gezel
lige huisgenooten geweest zijn. Zij woonden
namelijk in hetzelfde huis en waren alle
vier met groote liefde voor de studie bezield.
Nu wijlen Gezelle Meerburg werd te
's Gravendeel bevestigd, Littooij te St.
Annaparoehie, Wiersma te Amersfoort en
■tO
Doorn te Deventer. De drie eerstgenoemden
waren geboren Noord-Brabanters. Gezelle
Meerburg was geboren te Almkerk waar
zijn vader de eerste „afgescheiden" domiué
was; Wiersma'te Vrijhoeve Capelle waar
zijn vader ds. H. Wiersma de eerste af
gescheiden gemeente stichtte, en Littooij
te Emmikhove, gein. Almkerk.
Wiersma volgde in 1865 ds. M. v. Apel
doorn op, die later (al van jaren in Zeeland,
onder anderen te Biezelinge arbeidde.
Nu heeft ds. Wiersma een keurig ge
drukt boekje in 't licht gegeven, waarin
hij, sober en waardig, met dank aan zijn
Zender, zijn veertigjarig herderlijk leven
nog eens terugroept, en zijn oude vrienden
met liefelijke herinneringen uit vervlogen
dagen verkwikt. Hij zond dit boekske
aan zijne oude vrienden, en, wij zijn er
trotsch op, ook aan ons.
Want, natuurlijk niet de redactie, maar
schrijver dezes, gevoelt nog iets van de
oude banden, die niet kunnen losgemaakt
worden, al brachten de kerkelijke gebeur
tenissen van na 86, helaas, eenige ver
wijdering, die echter de oude liefde voor
den beminnelijken persoon van dezen Arn-
sterdamschen leeraar niet dooven kon.
Want men moet ds. Wiersma gekend
hebben als wij, om hem in zijn persoon
en arbeid te blijven waardeeren, ook al
betreurt men het, dat hij niet, gelijk ds.
Littooij, de lijnen, ook op staatkundig ge
bied, heeft doorgetrokken, en ook, gelijk
wij hem indertijd openlijk aangezegd heb
ben, dat hij eenmaal de afzettingsbul van
zijn ouden vriend den toemnaligen ouder
ling in de Nederl. Hervormde Kerk te
Amsterdam, jhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman, ons niet minder lief dan hij, in
gezelschap van ds. Westhof, den grooten
tegenstander der „Scheiding", heeft ge-
teekend.
Wij hebben ds. Wiersma's „herinnerin
gen en schetsen" dan ook met gemengde
gevoelens en aandoeningen gelezen, en
herlezen. Immers uit hetgeen hij schrijft,
spreekt, als altijd, het hart, gelijk zijn
prediking, reeds in 1869 door de oude
vromen in Zierikzee geschetst werd als
„uit het hart tot het hart"en nu de
wolken van kerkelijken strijd, althans in
den ouden vorm, zijn weggevaagd, konden
wij deze jongste pennevrueht tot het einde
genieten dit pleit voor den schrijver.
Wij kunnen niet alle herinneringen
overdrukken. Toch een enkele.
Het begin is al zoo treffend.
„1 October 1865 werd ik tot den dienst
des Woords ingeleid te Amersfoort, met
de gelijkenis van den Zaaier door ds. Don-
ner, destijds Evangeliedienaar te Leiden.
Met een bevend hart aanvaardde ik 's
avonds de bediening des Woords met het
woord van den Heere Jezus tot zijne
jongeren „gij zult mijne getuigen zijn"
(Handel. 1 85)."
Deze tekst was het ook waarmede de
beminde, nu zalige ds. Siemense, van Oos-
terland, hom in 1869 bij de afgescheiden
gemeente te Zierikzee Meelstraat, inleidde.
Van die gemeente schrijft ds. W. onder
anderen
„24 October 1869 verbond ik mij aan
die gemeente met de woorden uit Exodus
4 20c".
(Wij herinneren ons die ure nog zeer
goed. Menschen van allerlei rang en
stand en richting, vulden het kerkge
bouw (wat in die dagen een heel evene
ment was en hingen aan de lippen van
den jongen populairen prediker, die
eenige maanden te voren in een schoone
predicatie over de roeping van Levi in
't Tolhuis reeds aller hart gewonnen
had, zoo zelfs dat hij, niettegenstaande
de begaafde Notten uit Middelharnis
met hem op het tweetal stond, met na
genoeg algemeene stemmen (45 tegen 7)
beroepen werd I
rO
au
al.'
id i
5eif
en|
jpll
-ai!
id
be
ie
iel
m
u J
ïu
t m