NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 3. 1905. Woensdag 4 October. 20e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN T*u."b er otjlIoso- IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het verblijdt ons dat steeds meerderen een open oog hebben voor de noodzake lijkheid der bestrijding van deze verra derlijke ziekte. Het is daarom dan ook dat wij de aan dacht wenschen te vestigen op het Tijd schrift „Tuberculose''uitgegeven door het Nederlandsch Centraal Comité tot be strijding der Tuberculose, onder redactie van de heeren artsen jhr. Roëll en Wijn- hoff, te Utrecht. Van het Septembernommer heeft het Comité vele exemplaren verspreid, onder anderen door toezending aan alle hoofden van scholen. Op de laatstgehouden Conferentie te Kopenhagen werden de volgende belang rijke punten besproken Welke maatregelen kunnen genomen worden om het spuwen op den grond tegen te gaan De verplichte aangifte bij tuberculose. De tuberculose als leervak. Professor Koch is er in geslaagd de besmettelijkheid dezer ziekte wetenschap pelijk aan te toonen, toen hij den tuberkel bacil in de fluimen en organen van tuber- lijders ontdekte, en vond dat deze ba cillen bij voor deze ziekte ontvankelijke dieren tuberculose deden ontstaan. Op grond hiervan, meer nog op grond der ervaring dat tuberculose hoogst be smettelijk is, is het inderdaad hoogst noodig dat de regeering die zulke maat regelen bij cholera, pokken, diphteritis, roodvonk en dergelijke neemt, ook de tuberculose onder de besmettelijke ziekten opneemt. Gelijk bij alle besmettelijke ziekten worden niet alle leden van een gezin door de besmetting van tuberculose-lijders ge troffen en werken verschillende invloeden als alcoholgebruik, onnatuurlijke leefwijze, uitputting door ziekten mee om sommige FEUILLETON.' De Telegraaf bevat de volgende aardige schets over: De nieuwe Tweede Kamer. Dr. Kuyper is verdwenen. Kuyper zönder ministerstafel, of liever de ministerstafel zonder dr. Kuyper is 'n heel vreemd gezicht. Hij had 'n geur van iets-bijzonders te zijn om zich. Als hij kwam, dan zei iedereen„Daar komt minister Kuyper aan''. Ja, daar kwam hij.... hij.... Kuyper. En nu? Neen, daar is geen Kuyper onder de ministers. Het zijn met z'n negenen gewone menschen. Niets, dat imponeert. Geen statig gedoe. Stelt u eens voor, dat mr. Rink met krijgsmansblik de Kamer kwam binnen stappen, fier om zich heen keek„Hier kom ik, Rink, minister''. Och neen, dat kan hij niet eens. Hij schuift tusschen de leden door ongemerkt naar z'n zetel, en gaat zitten. Daar is gansch niets bijzonders aan hem. Hij voelt zich eer verlegen in z'n waardigheid, zoo'n beetje „bleu'', met eigenlijk zelf nog niet goed te kunnen begrijpen, dat-ie minister van Binnenland- sche Zaken is. Hij kan niet in dr. Kuypers schaduw staan, wat waardigheid en in- drukmaken betreft.... Dr. Kuyper is dus tijdelijk verdwenen. En toen 'k de Kamer in vogelvlucht overzag en naar z'n opvolger zocht onder de mannen van rechts, kon ik er eigenlijk maar één vinden, en dat is dominé Talma. Kuyper en Talma hebben karaktertrekken en eigenschappen gemeen. Ik wil hiermee niet zeggen, dat Talma worden zal wat Kuyper geworden is. Dat wordt hij nóóit, nóóit. In de eerste plaats niet, omdat hij de omsrandigheden tégen zich heeft. Had niet dr. Kuyper, de eigenlijke schepper \er g60I'ganiseerde anti-revolutionaire jfkij, een roeping en een taak, die hem ieestdrift van duizenden en duizenden gestellen voor die besmetting vatbaar te maken. Doch dit maakt de maatregelen ter voor koming der besmetting gansch niet over bodig. Daarom dringen wij dan ook bij de onderwijzers ten dringendste aan op ken nismaking met dit boekje. Zij kunnen vast beginnen met maatregelen te nemen en toezicht te houden. Het is toch zoo waar wat het boekje zegtGewenseht is het zeker, dat zij, die door hunne betrekking in nauwe aanra king komen met kinderen, vrij zijn van open-tuberculose. Onderwijzers die hier aan lijden, en ze zijn velemoeten zich in acht nemen en 'tis al veel ge wonnen, wanneer zij de voorschriften van hun huisdokter opvolgen, als daar zijn niet op den grond spuwenniet zonder beschutting op den mond |hoesten rein heid van woning en kleeding. Voorschrif ten die te meer klemmen, nu de leer plichtwet de ouders dwingt hunne kin deren naar school te sturen, dus in dit geval ze aan besmetting bloot te stellen. Toch zijn dit geen afdoende middelen, al verwachten wij van het vrijwilligheids stelsel ook hier zeer veel. Overheidsinmenging is hier noodzakelijk, dewijl ook anderen dan onderwijzers of dienstboden met kinderen in aanraking komen. En dan is dwang op den onwil lige in 't algemeen belang onvermijdelijk. De vraag, welke maatregelen kunnen genomen worden om het spuwen op den grond tegen te gaa», durven wij dan ook gerustelijk in den geest der te dien aanzien door het Congres te Kopenhagen aangenomen motie beantwoorden Door verbodsbepalingen ten aanzien van dat spuwen op den vloer van gesloten, voor het publiek toegankelijke ruimten. Verbodsbepalingen die, willen zij aan het doel beantwoorden, moeten uitgaan 1. aIn een bijzonderen vorm van officiëele en private personen en lichamen, die aan het moest doen verwerven Hij, Kuyper, was de hoofdman, vóórdat z'n leger bestond. Maar wie hem opvolgen zal, moet aan voerder worden van 'n leger, dat groot, maar verdeeld is. En daarom zal ds. Talma nooit kunnen worden de Kuyper-van-een- latere periode. En óók niet, omdat hij de taal mist, waar Kuyper mee werken en smeden en bezielen kan. Talma is een •voortreffelijk redenaar, vurig en boeiend, maar hij heeft een man op te volgen, die nog véél meer was dan dat.... En toen 'k hem zitten zag in het mid denvak van de Kamer, terwijl de minister van Financiën de inillioenen liet rollen en schitteren op papier, dacht ikJa, 'n Kuyper zijt ge, maar 'n Kuyper in minia tuur, 'n Kuyper van klein kaliber". En ik zag in dezen man van groote bekwaam heid, met jeugdigen moed nog bezield, iemand, die 'k misschien nog wel eens achter de ministers-tafel zal zien plaats nemen, maar die, wil hij Kuypers opvol ger worden, dat slechts zal kunnen zijn in kleinere afmetingen De eerste zitting van de nieuwe Tweede Kamer was één en al onderlinge begroe ting. Oude kennissen zagen elkander terug. Mannen, die op politiek gebied hun sporen reeds lang verdiend hebben, die reeds vroeger Kamerlid waren, toen anderen, die nu hun collega zijn, nog in hun prille jeugd leefdenzij duiken weer op in den staatkundigen stroom en verwerven 'n nieuwen zetel. Oude liefde roest niet. Het type van hen is zeker wel mr. De Beaufort, de bekende minis ter uit het Kabinet Pierson-Borgesius, nu geheel grijs van hoofdhaar en baard, maar met die energie, dien vastberaden trek in 't gelaat. Hij, vertegenwoordiger van 'n andere generatie, van 'n politiek geslacht van jaren lièr, treedt tegelijkertijd de nieuwe Kamer in met den heer Reyue, den Benjamin, den ongeduehten over- hoofd staan van maatschappelijke instellingen in de verschillende landen leger, scholen, fa brieken, handelsinrichtingen, spoor- en tram wegmaatschappijen, instellingen van liefdadig heid, bureaux van administratie, levensverze keringmaatschappijen, enz. b. In een algemeenen vormvan de regee ringen of de gemeentebesturen, wanneer het geldt de bevordering van 't welzijn van 't publiek ook buiten die localiteiteiten, die reeds onder de bijzondere verbodsbepalingen vallen. Aan ^it verbod, op deze beide wijzen uitgevaardigd, moet kracht gegeven worden door de bedrei ging van disciplinaire of politie-stralfen, al naar de autoriteit, van wie het verbod uitgaat. 2. Het is noodzakelijk dat een geschikt corps beambten wordt gevormd, belast de bepalingen tegen de tuberculose beraamd, toe te passen, en voor de uitvoering van deze te waken. Voor het uitvoeren der te nemen maatregelen tegen de tuberculose, heeft men, évenals voor de bestrijding van alle andere besmettelijkelijke ziekten, een goed gekozen, krachtig, wèl onder richt, en met macht bekleed personeel noodig. Het is niet voldoende, dat de practizeerende geneesheeren en geneeskundige ambtenaren den aard en de wijzer van uitbreiding der be smettelijke ziekte kennen, doch men moet tevens een hulppersoneel vormen, dat, de voorschrif ten door de bevoegde autoriteit noodig geacht, weet uit te voeren, en tevens in staat is de bevolking in te lichten in zaken van hygiëne. Iu betrekking tot het tweede puntver plichte aangifte vestigen wij de aandacht op de volgende door de Conferentie te Kopenhagen genomen besluiten lo. De aangifte van sterfgevallen aan long en keel-tuberculose moet verplichtend gesteld worden. Een dergelijke aangifte brengt mede, dat door de autoriteiten die maatregelen genomen wor den, welke de omstandigheden zullen eischen. 2o. Ernstig moet er naar gestreefd worden, om ook de aangifte van ziektegevallen aan open long- en keel-tuberculose, verplichtend gesteld te krijgen. Gemakkelijker zal dit gaan, als de bevolking geleerd heeft, hoe de ziekte te voorkomen is, en de overheid, zoowel als private-instellingen, over meerdere hulpbronnen beschikken, om desinfectie, genezing en bijstand, door te voeren. winnaar in Kampen, die nauwelijks den wetteiijk-vastgesteiden leeftijd voor Ka merlid heeft bereikt. En beiden begroe ien elkander hartelijk. Zie, daar gaat mr. De Beaufort naar 'n ouden kennis, naar Pierson. «Twee Joden weten wat 'n bril kost". Twee veteranen, twee mannen van beteekenis, die tegelijk hun entree weer maken in de Kamer, waarin ze reeds zooveel gestreden hebben.- de eco noom en de historicus. Merkwaardig. De nieuwe Kamer bevat aan haar linkerzijde bijna het gansche ministerie-Pierson van 1897. Pierson-Bor- gesius-De Beaufort-Jansen - Eland -Lely.i Zes van de acht. Mr. Cort van der Lin den zit in den Raad van State en de heer Cremer is voor goed van de politieke markt gescheiden. Denkt mr. De Beaufort soms aan dat ministerie-in-de-Kamer, ter wijl hij naar z'n ouden wapenmakker Borgesius gaat en lachend 'n opmerking maakt De Kabinets-formateur strijkt peinzend over z'n glimmenden schedel en knikt van ja, terwijl z'n oogen wakend gaan naai de ministers-tafel, waar z'n ministerie, z'n bloed-eigen-ministerie gezeten is. Minister Van Raalte, losdeftig, iets Engelsch over zieli, heeft het te druk methandteekeningen zetten, om er op te letten, dat baron Van Wijnbergen 'm spreken wil. De afgevaar digde uit het kersen-distriet geeft het ten slotte op, laat 'n zorgplijken tiek z'n al-te- jeugdig-gezicht-voor-Kamerlid plooien, en wandelt kalmpjes naar de overzij, om naast den voorzittersstoel te gaan staan en zóó de Kgmer te overzien. Een gonzend geruisch gaat steeds maar door de zaal, en in gezellige groepjes staan de heeren te keuvelen, terwijl de ingezonden stukken worden opgelezen. Zoo nu en dan klinkt een stem of lach hard boven alles uit. De heer Lieftinck, breede, sterke reus, het lichaam stevig geplant op 'n paar forsche beeneu, type van een zeeman, die, gehard De verplichte aangifte moet vooral geschieden bij verhuizing. 3o. In landen, waar de verplichte aangifte nog niet is ingevoerd, trachte men locale ver ordeningen te krijgen, volgens welke aangifte wordt geeischt van de gevallen van open long- en keel-tuberculose, die zich voordoen in scholen, weeshuizen, inrichtingen van wel dadigheid, gevangenissen en die inrichtingen, welke soms tijdelijk veel menschen herbergen, als hotels, pensions etc. 4o. In landen, waar slechts op de invoering eener vrijwillige aangifte zou te rekenen zijn, moet deze met alle gepaste middelen verkregen zien te worden. In betrekking tot punt 8 Tuberculose als leervak op te nemen, waarmede wij ons, op voorwaarde van schrapping van een ander minder noodzakelijk leervak, zouden kunnen vereenigen, maar anders ook niet, want er zijn al veel te veel leervakken, althans bij het lager en mid delbaar onderwijsnam genoemde conferentie het navolgende besluit «Van groot gewicht acht het Centraal-Bureau het voor den openbaren gezondheidstoestand, als de tuberculose zoo vroegtijdig mogelijk herkend wordtdan toch is de ziekte het meest voor genezing vatbaar, en uitbreiding door besmetting van gezonden wordt dan het zekerst tegengegaan. Het Centraal-Bureau verzoekt daarom den leden, moeite te doen, dat weldra op scholen, en aan universiteiten, lesuren worden gewijd, en colleges gegeven in de kennis der uitbreiding van besmettelijke ziekten en van de tuberculose als de meest noodlottige. Het Centraal-Bureau acht het wenschelijk het volgen dezer cursussen ver plicht te stellen, en meent, dat leerlingen vóór 't verlaten der school, en studenten vóór het beëindigen hunner studies, door het afleggen van een examen, blijken behooren te geven van voldoende kennis van de grondbeginselen der hygiëne. Het meent, dat in de aldus gevormde pu blieke opinie, dan spoedig een krachtigen steun zal gevonden worden in den strijd tegen de tuberculose en andere besmettelijke ziekten''. Wij hopen dat ons pogen om meerdere bekendheid te geven aan het uitnemend iu den storm, nu z'n rust aan wal neemt, laat z'n stem zoo tussehenbeide door de ruimte daveren. Hij knip-oogt tegen z'n stadgenoot Reyne en belooft 'm te ver tellen, hoe-je-zeven-en-twintig jaar lang Kamerlid kan blijven, zonder datje lach spieren beginnen te roesten. En hij klopt z'n vriend familair op den schouder „Toén jij begon te loopen, kwam ik op de groene banken". Dan wandelt-ie weer verder, begint bij 'n andere club te praten en 't gelach-uit-dien hoek beteekent, dat de heer Lieftinck er is. Veel vreemde gezichten komen binnen. De heeren aarzelen, voelen zich niet ge heel op hun gemak, en zijn blij, als ze 'n besten vriend zien, om zich bij hem te voegen. Het middenvak der Kamer is ge vuld. Rechts, tussehen de groene banken, staat de sympathieke figuur van mr. Loeff forsche figuur, voorbeeld van ingehouden kracht. En, terwijl de voorzitter of de griffier maar steeds ingekomen stukken leest, houdt het roezige, woelige leven in de Kamer aan, tot het vermeerdert, als het stembureau de briefjes gaat oplezen voor de voorzitters-nominatie. Dan dringt zich 'n dikke haag van Kamerleden om 't stem bureau heen, belangstellend. De heer Rood- huysen, levendig en beweeglijk, volgt vol spanning de telling. Z'n gezellige sociëteits figuur dringt zich naar voren, en even later komt-ie zegevierend terug „Röell is 't er. Hij is-'t-er". De nieuwe leden houden zich nog op den achtergrond, leven alles nog niet mee. Mr. Lohman zit rustig in z'n bankje alles is voor hem al zoo oud, daar is zooveel over z'n politieke hoofd gegaan. En aan den anderen kant zit de heer Tak, die, tegen de verdrukking van het proletariaat in, schijnbaar steeds dik ker wordt, kalmpjes op al die nieuws gierigen neer te zien. De heer Tak is pas Kamerlid, maar geen spoor van ner veus-zijn of onrust of zich-niet-thuis-voelen. streven van het C. C. tot bestrijding der Tuberculose, moge gekroond worden met eenige meerdere belangstelling van ons volk voor zijne poging. Zoo ergens dan is in ons land, waar de tering jaarlijks zoovele slachtoffers ten grave sleept en de tuberculose, in long of hersenen, zoo menig jeugdig kind, soms plotseling, wegmaait, bestrijding dezer volksziekte noodig. Wij klemmen ons met beide handen aan het Schriftwoord: is er een kwaad in de stad dat de Heere niet doet Maar wij grijpen niet minder de middelen aan door de wetenschap, die van God is, het werk zijner gemeene gratie, na jaren van strijd en studie verkregen, om dat kwaad onder den zegen Gods te stuiten of te fnuiken. Gelijk 't Gode behaagd heeft pest, cholera, pokken en dergelijke door middel der van Hem afhankelijke medische wetenschap te stuiten in heur loop, zoo kan, zoo moge Hij het tot eere Zijns Naams ook de tuberculose doen. Laten wij ons in den weg stellen en de middelen gebruiken, gelijk ook Mozes aan oud Israël in afzonderings- en reinigingswet geleerd heeft. Het is een verstandig volk, hetwelk alzoo wandelt, dat het ook hierin de dwingende hand der Overheid niet noodig heeft! 8 October 1905. Heel in de verte is er in vrijzinnige couranten in ons land een republikeinsche propaganda opkomende De aangekondigde proeve tot Grond wetsherziening, boven en behalve die van art. 80, wordt als perspomp gebruikt. Het schijnt ons toe dat we vooreerst daarover nog niet Veel drukte te maken hebben. Met een jeugdige Koningin, wel bemind op den troon der Oranje's, is de bodem nog niet vruchtbaar voor republi keinsche reclame en voor 2/3 der leden van de Staten-Generaal te vinden is voor een eenigszins omvangrijke Grondwets- Hij is zich de positie van z'n Kamerfractie volkomen bewust, en zit als een trouwe vader te midden van haar. En toch: de man, die achter 'm zit, met de „Vörwarts" in de hand, dat is de parlementaire leider der sociaal-democratenTroelstra, die bruisen en donderen, die dreigen en schreeuwen kan, die uit zijn vinnige aman- deloogen u z'n woede kan tegenflikkeren, Troelstra, de man van de zweep. Daar klinkt de stem van den voorzitter „Aan de orde is het trekken der af dee lingen''. Er komt 'n algemeene beweging, in de drommen. Allen gaan naar hun plaatsen, om de af deelingen bij te houden. De heer Ketelaar, ongeridderd, blijft nog even praten met dr. Roessingh, wiens wapperende bakkebaarden zwierig krullen, maar spoedig zitten allen. De griffier leest de namen éen voor éen af, en de voorzitter daarna de af- deelingen, waartoe het lid behooren zal „Kolkman.." ..„Eerste". „Brummelkamp.." „Derde...." „IJzerman...." „Derde...." „Ter Laan". „Vijfde....". Zóó worden honderd namen door de zaal geroepen en ieder lid z'n afdeeling aangewezen. Als 't uit is, valt de voor zittershamer. De vergadering is gesloten en de leden gaan den nationalen tijd, den rood-wit-blauwen, weer verwisselen voor hun particulieren. Op het Binnenhof blijven voorbijgangers even staan, bekende staatslieden afwachten. Een photograaf wil kiekjes nemen van „interessante" Kamerleden. Mr. Zadok van den Bergh, haastig-man-van-^aken, draaft naar den trein. Men weet niet, wie hij is. Mr. Aalberse trippelt naar buiten. Men kent hem niet. Dr. Brants volgt z'n schreden. Het publiek kent den strijder tegen vivi sectie evenmin. Maar als mr. Lohman of mr. Borgesius het Binnenhof oversteken, neemt de photograaf 'n kiek, de mensehen stooten elkaar aan„Daar heb je 'm, Daar gaat je",

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1905 | | pagina 1