NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 155. 1904.
Donderdag 29 September.
18e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
OPCENTEN.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
en yan
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Minister Harte heeft in zijn miljoenen
rede doen uitkomen dat het jaar 1904 wat
betreft de inkomsten en uitgaven des Rijks
niet voordeelig was; en dat in dit opzicht
ook 1905 geen aangename verrassingen
brengen zal.
De uitgaven zijn geraamd over laatst
genoemd jaar op circa 175 miljoen gulden;
d^ ontvangsten op 166 miljoen. £êf :i
Een geraamd tekort derhalve van 9
miljoen gulden, waariD, gelet op de ge
raamde tekorten van vorige jaren, echter
niets onrustbarends is.
Wijl er onder de buitengewone uitgaven
nog zijn, waarvoor geleend kan worden,
wordt hot tekort verminderd tot 3,4 mil
joen en daarin zoo meent de minister
moet worden voorzien.
Daartoe kondigde hij twee wetsvoorstel
len tot belastingverhooging aan. Het eerste
strekt om den drankaccijns met 7 cent per
liter te verhoogen, en alzoo te brengen op
f70 per Hectoliter. Het tweede om 5
opcenten te leggen op de bedrijfs- en ver
mogensbelasting.
Op die manier denkt de minister de
noodige 3 miljoen te krijgen die bet bud
get voor 1905 in evenwicht zullen brengen.
Wat betreft de noodzakelijkheid om het
budget in evenwicht te houden, gaan wij
met den minister accoord.
Ook hebben wy geen bezwaar tegen den
voorgestelden maatregel om den drank-
accijns op 70 gulden per 100 liter te
brengen.
Immers wij staan nog steeds op dit
standpunt dat de Nederlandsche natie het
drankgebruik kan laten en dat zij ingeval
zij niet het wil laten, daarvoor dan ook
maar betalen moet.
De hooge jeneveraccijns deert alleen
dronkaards en Btille gebruikers van dat nat,
hetwelk niemand goed doet.
Hoe duurder die drank wordt, hoe ge
makkelijker althans de matige gebruiker
er zich van ontdoen zal.
Met den anderen maatregel 5 opcenten
op de bedrijfs- en vermogensbelasting
kunnen wij ons slechts zeer ten deele, op
zijn best ten halve verdedigen.
Het brengen van opcenten op eene be
lasting is een z3er gevaarlijk precedent
scheppen.
Procedent, dat wil zeggen, iets doen wat
een ander nadoen kan, en daarin dan veel
verder gaat.
Die 5 opcenten zullen de belastingbe
talers zooveel kwaad niet doen. Maar het
is hier een beginsel, het is de eerste
stap die geldt.
Die 5 opcenten zijn het paard van Troje.
Heeft men ze er eenmaal in, men moet
maar zien ze er weer uit te krijgen, doch
gemakkelijk gaat het niet. Integendeel, zij
groeien aan tot meerdere opcenten.
Staat maar eenmaal het beginsel vast,
dan komen de cjjfers van zelfen de dan
aan het roer zijnde minister kan zonder
vrees voor een nederlaag, al meerdere op
centen voorstellen.
En nu wat de zaak zelve betreft.
Wat die vijf opcenten op de vermogens
belasting aangaat, die zullen wel niemand
hwaad doen. Wie f 100 vermogensbelasting
betaalt, verarmt door f 5 opeenfeugeld niet.
En wie f 1000 vermogensbelasting betaalt,
kan nog gemakkelijker f 50 daarbij missen.
Maar hoe de Minister er toe komt, om
5 opcenten op de bedrijfsbelasting te willen
beffen, verklaren wij niet te begrijpen.
Toen de patent wet werd afgeschaft, heb
ben sommige bedrijven bij de invoering
der bedrijfsbelasting een goeden ruil gedaan.
Maar voor andere bedrijven was de ruil
nadeelig, schadelijk.
Daarbij komt dat tal van bedrijven welke
niet onder de patentbelasting vielen, nu in
de bedrijfsbelasting begrepen zijn, en dus
een nieuwe belasting hebben te ondergaan,
waar zij vroeger vïjjgesteld waren.
Tal van ambtenaren, de geheele onder-
wijzere- en predikantenstand, de journa
listen, tal van kleine renteniertjes, altegaar
menschen die er zoo maar amper komen
konden, werden belast. Met welk gevolg?
Dat zij de uitgaven bekrimpen moesteD,
of zij konden of niet. Dat zij hunne by-
dragen aan liefdadige instellingen, aan kerk
en school moesten verminderen, en zoo
indirect ook weer de inkomsten voor trac-
tementen van predikant en onderwijzer
hielpen verminderen.
Do winkelstand is met deze bedrijfs
belasting ook al niet vooruitgegaan, dewijl
niet alleen het bedrijf maar ook vele malen
het veelal fictieve bezit eveneens belast
wordt.
Daarbij komt dat er op sommige plaatsen
by de schatters een neiging bestaat om de
menschen „niet afwijking van de aangifte"
hooger aan te slaan. Menig eerlijk man
ontvangt ieder jaar ten spijt zijner nauw
gezette aangifte het biljet met deze be-
leedigenie stereotiepe bemerking er bij
dat hij ambtshalve is aaDgeslageD.
jjjl En gelijk wij zeiden deze belasting drukt,
niet de vermogenden, ook niet de „mindere
man" die is vrijwel ontlast ook al is van
niet weinigen het inkomen hooger dan
menig „beer" dien men voor vol aanziet.
Maar gedrukt worden de mannen uit den
nijveren middenstand, winkeliers, ambte
naartjes, gepensioneerden, kleine patroons,
renteniertjes, predikanten, onderwijzers
altegaar menschen bij wie het toch al geen
vetpot is, bij wie de draagkracht haar hoog
tepunt heeft bereikt.
En nu gaat de minister op iederen gulden
dien deze menschen betalen moeten, nog
eens vijf cent bjjleggeD.
Wie twaalf gulden bedrijfsbelasting be
taalt, moet er dan nog zestig cent bijleggen.
Ea dat met de kans dat hij er later nog
meer bijlegt, naarmate de ambtenaren hem
gelieven te veihoogen.
Eu nu heeft ook minister Pierson reeds
in 1900, in de Toelichting op zijn Tarief-
ontwerp, gezegd dat, wat de directe belas
tingen aangaat, waaronder ook de vermo
gens- en bedrijfsbelasting, de uiterste grens
der belastbaarheid is bereikt.
Stellig, althans voor wat de Bedrijfs
belasting aangaat, zyn wij het daar eens mee.
Men lette ook op de zware en steeds
stijgende hoofdelijke omslagen en de niet
minder drukkende opcenten op het per
soneel, waardoor men in deze belasting
steeds het dubbele er van betaalt.
De opeentenheffing is een onbillijkheid
tegenover de aangeslagenen in de bedrijfs
belasting en een drukking te meer voor
eene catagorie van menschen die waarlijk
al genoeg belast zijn.
Wij hopen daarom dat minister Harte, die
al den tijd van zijn optreden voor reden vat
baar bleek, dit tweede voorstel zal wijzigen
alvorens hy 't indient.
28 September 1904.
Do nieuwe cursus aan onze hoogescholen
is weder aangevangen.
Aan de Theologische school te Kampen
werden 9 studenten ingeschreven. Aan
de Vrije Universiteit 20. Het versterkte
aantal Professoren aan de Vrije Univer
siteit bad tengevolge dat een buitengewoon
getal speeches bjj den aanvang van den
cursus gehouden werden.
Dr. H. H. Kuyper sprak Woensdag tot
opening der lessen. Donderdag was de
beurt aan dr. Van Gelder, lector in de
oude talen en Vrijdag aan dr. Woltjer Jr.,
nieuw benoemd hoogleeraar in de littera-
rische vakken.
Over de rede van den aftredenden rector-
magnificus der Amsterdamsche universiteit,
prof. dr. Bakhuis Roozeboom, zijn Bommige
zijner collega's niet best te spreken.
Zoo ook niet prof. dr. Boor. Deze ge
leerde wraakt het scherp genoeg in ge
noemden rector, dat hij zoo sterken nadruk
heeft gelegd op het zoogenaamde rindiffe-
rente" en het »principieele" stelsel en der-
Het indifferente stelsel, d. w. z. dat
stelsel, dat onder vrijheid van onderwijs de
mate tegen het eerste te velde trok, dat
bij slechts aan bekrompenheid kon toe
schrijven, aan kleine volken eigen, dat er
hier in Nederland nog mannen gevonden
worden, die het niet wensehen af te sebaffen.
Die 'uitlatingen en dat bij] zulk een ge
legenheid en van zulk eene plaa's zyn hem
alles behalve naar den zin. Ze golden naar
het schijnt ook hem. Ware, zegt prof.
Boer, o. a. de Minister vau Binnenlandsebe
zaken aanwezig geweest bij het uitspreken
der rede, dan zou deze zieb zonder twijfel
verheugd hebben over de onveranderlijke
trouw, waarmede zijne volgelingen zijne
leer nazeggen. gg
En nu volgt het fraaie.
Pi Voor waar, er is redon te ovor voor Prof.
Bakhuis Roozeboom, zoo gaat de reconsent
voort, om zich te verheugen over de be
scherming, die het indifferente stelsel hem
verleent. Want ware hot gemeentebestuur
van Amsterdam en ook het stelsel dei-
Universiteit zóó principieel als de af
tredende rector dat wensehen zou, dan was
bot eenige, wat zij konden doen, bom den
weg wijzen, dion bot bostuur der Vrije
Universiteit eenmaal aan prof. Lohman
gewezen heeft.
Alles behalve collegiaal,- zou mon zoo
zeggen.
Onze lezers moeten dan weten, dat prof.
Bakhuis Roozeboom tegen de »Vrye Weten
schap" heeft gezondigd. En daaraan mag
niemand, wie dan ook, raken.
Want aan die vrije wetenschap, zoo
zeggen ten minste de heeren, heeft ons
vaderland sedert eeuwen zijn besten roem
te danken gehad.
Van daar die kastijding.
Zoo iets van den ouderen broeder tegen
over den jongere, die zich versproken of
vergrepen heeft. Men krijgt zoo den in
druk, stond het aan don beleedigden criti
cus, genoemde professor ging, ondanks zijne
erkende bekwaamheden, den weg van dhr.
Lindeman.
Of die afstraffing heilzaam werken zal
Zoo is dan de tijding door de pers in
de laatste dagen verspreid, dat dr. Kuyper
ter plaatse waar zulks behoort, na meer
dan vijf-en-twintigjavigen diensttijd ontslag
genomen heeft, als Voorzitter van bet Cen-
traal-eomité en dus als leider der antire
volutionaire party door den Minister zelf
in de Eerste Kamer bevestigd.
De pers is ongetwijfeld de tolk van de
meening van ons volk, als we zeggen dat
deze aankondigbg met gemengd gevoel
wordt vernomen.
Een gevoel van leedwezen als we be
denken dat de antirevolutionaire party voor
taan zal moeten missen de bezielde leiding
van zoo een voorganger, de groote eD vele
gaven die haar tot zoo benijdenswaardige
organisatie hebben gebracht, maar ook een
gevoel van blijdschap als we bedenken om
wat redenen deze leider zyn plaats ver
laat.
Immers het vierde jaar dat hy als presi
dent minister zoo grooten invloed heeft op
ons regeeringsbeleid is ingegaaD, od niets
duidt aan, dat, indien God bom gezondheid
en kracht geve, de omstandigheden hem
dwingen zullen tot het verlaten van die
invloedrijke plaats.
Het mindere moest hier voor het meerdere
wijken.
En als zoodanig is ex meer stof tot blyd
sehap dan tot treuren.
Op de 29e jaarvergadering van de ver-
eeniging voor facultatieve lijkverbranding,
dezer dagen onder presidium van dhr.
Pynacker Hordijk gehouden, werd in be
ginsel besloten tot den bouw van een
crematorium, een zoogenaamden verbrand-
oven. Er waren wel bezwaren, o. a. dat
men een gebouw zou stichten, dat toch
niet gebruikt zou kunnen worden voor het
vrijheid verstaat, om te onderwijzen, wat men
voor waar houdt, en niet de vrijheid van par
ticulieren om aan anderen voor te schrijven,
wat zij moeten onderwijzen.
eigenlijk doel en als het later zou mogen
gebezigd worden, zou wellicht de techniek
iets beters aan de hand doen. Hiertegen
werd echter opgemerkt, en zeer terecht,
dat, indien men wachten moet op nieuwe
uitvindingen, men wel nimmer tot eono
beslissing zou geraken. Een ander bezwaar
was de weinige medewerking, waarop men
van de zijde der regeering zou ^hebben te
rekeneD, vooral van den tegenwoordigen
Minister-president. Als men daaraan dacht
dan zou de moed ontzinken. -*
Maar niet gedespereerd.
Het daghet in den Oosten. YrTSf
Men mag hopen, zoo sprak men van de
bestuurstafel, dat minister Kuyper nog
slechts één jaar aan het bewind zal bly ven.
En dan 1
De vergadering lachte, want hoop doet
levon.
Of die hoop beschaamd zal worden
Wjj hopen het van ganschor harte.
De drie partyen der revolutie te Assen
kampen om den vacanten zetel van mr.
Willinge, die naar de overzijde van het
Binnenhof is overgeloopen.
Men is het er vrij algemeen over eens
dat unionist, vrij zinnig en socialist genomen
zijn uit de keure der candidaten, de uit-
nemendsten ook wat karakter aangaat.'ygg
Alle drie zullen derhalve te gevaarlijker
tegenstanders vaD dit kabinet zijn.
Maar ze bly ken het ook te zijn van
elkander.
In democratische vooruitstreving bieden
zij tegen elkander op; in ijver tegen de
tarief verhooging zoeken zij gelijkelyk hun
weerga.
Wat hen scheidt schijnt in vredestijd
slechts een stroospier gelijk.
Liberalen en socialisten het is een
van Piersons gevleugelde woordeD willen
hetzelfde, alleen maar dezen zeggen den
berg te kunnen slechtenterwijl genen
meenen het niet te kunnen.
Unionisten en vrijzinnig democraten
mr. Pierson zij het ook nu nog ver
schillen niet zoo veelzelfs in den drang
naar algemeen stemrecht niet meer.
Doch naarmate de verkiezing nadert
en het is alle dag te doen, tot 4 October
toebegint het kleine verschil grooter
afmetingen te n«men.
De liberale leiders te Assen scholden
Treub een socialist, en de vooruitstrevenden
deelden Pierson in bij de conservatieven.
Zoo bakkeleit men al voort, en spot met
de liberale concentratie, dat wil zeggen
de herzameling van alle liberalen onder
één hoed, het lievelingsideaal van den oud
minister van financiëa.
Maar zoo wordt dan ook dit liberale liefde
vuur reeds ta Assen tot asschezoo het niet
gebluscht wordt in den strijd der partijen.
En hoe zal het dan in 1905
De Zending in ons vaderland ging de
vorige week een schrede voorwaarts.
Laat ons dat even verhalen.
Het Ned. Zendinggenootschap heeft op
Modjowarno in Oo3t-Java een hospitaal,
ouder en grooter dan dat van Djokja. Daar
zijn drie missionaire artsendr. Bervoets,
dr. Duyaiaer van Twist en een iulandsch
arts. De vorige week vertrok daarheen
mej. Pyzel, die in Amsterdam in de medi
cijnen studeerde, en nu plaats zal vinden
aan dat missionaire hospitaal. Aanleiding
tot het kiezen van de roeping van deze
jonge vrouw was het volgende:
Aan onze verschillende hoogescholen be
staat sedert een tiental jaren een vereeni-
giüg van geloovige studenten, de Nederl.
Christen Studenten-vereeniging. Ook mej.
Pijzei was daar lid vac. Die vereenigicg
houdt jaarlijks een conferentie van eenige
dagen op de heide bij Laren. Daar worden
verschillende referaten gehouden en allerlei
onderwerpen besproken. Onder de leden
van die vereeniging is een kleine kring
van studenten die zich aan de Zending
willen wijden, indien hun daartoe de weg
wordt geopend. En die zendingsbond doet
ieder jaar moeite om op de conferentie ook
de belangen der Zending te doen bespreken
en bepleiten. Ten vorigen jare, toen de
conferentie gehouden werd, was juist dr.
Bervoets van Modjowarno in ons land. Hy
verhaalde vau zyn arbeid onder de JavaneD,
en dat spreken heeft God willen gebruiken
om mej. Pyzel haar roeping te doen ver
staan, zy kwam zoozeer onder den indruk
van het spreken van dr. Bervoets en voelde
zoo de noodzakelijkheid van den arbeid on
der de Javanen, dat ze kort daarop hare
begeerte te kennen gaf om naar Java te
gaan als vrouwelijke arts, waar een terrein
van arbeid braak lig' vooral op het gebied
der verloskunde, een terrein groot en uit
gebreid, dat de Zending toegang geeft in
Mohamedaansche kringen. Van harte ho
pen we dat deze jonge vrouw, die zich op
offerend en moedig naar het Oosten trok,
een rijken zegen voor de Zending in onze
koloniën zyn moge.
^Onder onze rubriek Buitenland"is her
haaldelijk gewezen op de politiek door bet
ministerie Combes in Frankrijk gevolgd,
een politiek die voortgaat zich te bewegen
op den weg des ongeloofs.
Herhaaldelijk is door ons gewezen op het
sluiten der scholen door de Roomsche
geestelyken gehouden.
Dat is maar de eerste stap op den weg.
Een tweede schjjnt te zullen worden, het
staken van alle tractements-betaling aan
pastoors en predikanten.
Wat dit beduidt zal men eerst recht be
seffen als men weet dat in Frankryk zoo
wel de Gereformeerde als de Roomsche
kerken staatskerken zyn, die sinds jaren
gewoon zyn uit de algemeene beurs te
leven. Als staatssteun ontvalt dan zal de
Gereformeerde derhalve niet minder dan de
Roomsche kerk in 't gedrang komen.
Daarbij komt dat in vele streken van
Frankryk de bevolking van hare kerk zoo
goed als totaal onverschillig geworden is.
Prof. Doumergue, de bekende schryver
van de werkën over Calvjjn deelt ergens
mede, dat hy aan een vrij aanzienlijke
parochie kork een bezoek brengen wilde,
maar alles was gesloten, de kerk zoowel
als de pastorie. Kloppen werd niet be
antwoord. In een ellendige hut was de
sleutel te vinden. Een vrouw stond hem
te woord.
Hebt ge hier geen pastoor
O, al lang niet meer, was het antwoord.
Men zegt dat er geen meer zyn.
Zoo is de toestand in Frankryk op me
nige plaats.
Straks wordt aan bisschoppen en pas
toors geen tractement meer uitbetaald en
worden de kerkgebouwen gesloteD, en dat
alles dreigt niet alleen de Roomsche, maar
ook de Gereformeerde kerk.
En het meest bedenkelijke van den toe
stand is wel dit, dat de Protestanten jaren
lang met liberalen en radicalen in bond
hebben geroepen »het eloricalisme is de
vijand" en nu krijgen ze tot belooning dat
zy met liberalen, radicalen en socialisten
op een lyn gesteld worden met de clericalen.
Zij, de Protestanten, hebben de begin
selen der Franseka revolutie aanvaard,
meenende dat deze den vrijen loop van het
Evangelie in Frankryk waarborgden, zy
juichten het daarom ee:st toe dat de leeken-
sehool, in tegenstelling van die der geeste
lijkheid in Frankryk bevorderd werd zij
hadden er zelfs weinig op tegen dat hun
eigen scholen opgeruimd werden, om hunne
kinderen naar neutrale scholen te zenden.
Dat offer moest voor het algemeen welzijn
gebracht worden. Maat nu het er op aan
komt zijn de radica'en on socialisten bun
even vijandig gezind als aan Rome.
Misschien is bet regeeringsbeleid van
het Ministerie-Combes in staat de oogen
te openen van de kerken der woestijn die
de dagen van Lodewijk XIV kunnen kennen,
voor den afgrond die dreigt.
We spraken daar van het g9vaar in
zedelijk-godsdienstig opzicht dat Frankryk