NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 153. .1904. Zaterdag 24 September. 18e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- Bij iil muur behoort een Bijrogl. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Het liberalisme. Het socialisme. De „vrijzinnigen". Hoe Borssele van zijn dominé afkwam en omgekeerd. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAY OND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02r'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. flHF* Wie zich met 1 October op ons l>ln<l abonneert, ont vangt liet tot aan <lien datum g rati s. Voordander van het liberalisme ben ik niet. Want, princifiüa', begint het met de verloochening van de Souvereiniteit Gods en practisch, eindigt het met de gruwel daden, wier loop in 1793 zich heeft ont wikkeld en in 1848 gestuit werd. Mr. Groen van Phinsterer, liet socialisme heeft zijn oorsprong in de Revolutie en de Revolutie is verwin baar enkel door het Christendom en de Christelijke Volksschool. In Nederland gaat het niet aan ver dediger van de Staatsschool en tevens be strijder van het socialisme te spa. Mr. Groen van Prinsteker. Elke vrijzinnige lichting ontspruit uit dat vrijgemaakt zijn van hooger beginsel, hetwelk, in eigenaardige ont wikkeling, anti-Christelijk is niet alleer, maar uitloopt op ongodisterij. Mr. Groen van Prinsterer. Nederl. van 2 Juli 1852. 23 September 1904. De in ds. DoDners j. 1. Woensdag ge plaatste stukje bedoelde circulaire druk ken wij hieronder af: Den lezer Heil! Het Sub-Comité voor Zuid-Beveland, af- deeling van het Bestuur der Vereeniging tot christelijke verzorging van krankzin nigen in Zeeland, belast met de taak, de belangen dezer vereeniging in het bijzonder in Zu d Beveland te bepleiten, wil met deze circulaire de statuten dezer vereeni ging bij u inleiden. Reeds lang is de wenscheljjkheid, ja de noodzakelijkheid gevoeld, om in de pro vincie Zeeland een stichting te bezitten tot christe'ijke verpleging van krarkzinai- gOD. In de meeste gestichten in ons land is bijna geen plaats meer. Het aantal dezer FEUILLETON. Intusschen was de bewuste bende uit Goes nader bij het dorp gekomeD. De dominé zag ze al van ver. Voorop ging een tweetal schippersi.1), ieder met een oranjesjerp om, en een soort sabel in de hand. Verder een trommelslager, gevolgd door een deel gewapende lieder. Vuur roeren, knotsen, hooivorken, alles was van hunne gading. Daarachter kwam de vaandeldrager met de provincievlag. De andere helft der ge wapende manschappen sloot den trein. Na een poosje oponthoud, waarschijnlijk aan het huis van den heer De Crane, zette de stoet zich bij vernieuwing in beweging en giDg recht op de pastorie aan. Daar hielden ze halt. Weldra gaat de deur open en treedt ds. De Brujjn onverschrokken naar buiten. »Vrienden," zoo zegt hij, »wat is er van uw dienst?" »We komen eens zien, dominé, of ge ook Een der aanvoerders was zekere Hein, een schippersknecht, meer bekend onder den naam van »Oranjebailliuw", die zich ook in het Goessche oproer berucht gemaakt heeft. Zie over dezen woesteling: Utrechtsche eou- •ant 1787 no. 31. ongelukkigen neemt met den dag toe. Waar ze allen te plaatsen En is er nog plaats, aan hooveel bezwaren is niet het vervoer dezer ongelukkigen onderhevig De verre afstand van Zeeland naar Bloemendaal in Z.-Holland, naar Veldwijk in Geldorland of naar Zuidlaren in Groningen is een be zwaar, waardoor een eigen stichting tot verpleging, in deze provincie gevestigd, een bijna gebiedende noodzakelijkheid, een gerechtvaardigde zaak wordt. De Dood dezer kranken de plicht die er op de christenen rust, om ook tegenover hen hot reddend werk van onzen He land voortj te zetten de drang der christelijke roeping, om ook verre van Kaïns taal over te nemen, uit te gaan tot'verzachting van het leed dezer minder bevoorrechten aller laatst de geheiligde jaloerschheid, om ook op dit terrein van fi'antropie den eersten stoot te geveD, heeft genoemd Bestuur bewogen, zich als bestuur te constitueeren, en tot bereiking van het in art. 1 van bijgaande statuten, aangegeven doel, de handen ineen te slaan. (Noch het bestuur, noch de vereeniging zal een kerkelijk karakter mogen dragen. In dezen tak van filantropie hebben Hervormden en Gere formeerden zich als christenen, één van zin en doel, nauw vereenigd. (Zie art. 5 van de Btatuten). Het bestuur doet dit in de gewisheid, dat God aan dezen zóó noodig gebleken arbeid Zijn zegen zal verbinden maar ook met het vertrouwen, dat de ingezetenen van Zeeland voor dezen afdeelingsarbeid van het Sub-Comité speciaal voor Zuid- Beveland doordrongen zijn van het voorrocht en den christenplicht, zede'jjk en ficantieel dezen arbeid te steunen. Sterkt, christenen in Zeeland, de handen van het bestuur Toont, dat met goeden wil, persoonlijke toewijd ng en stoffeljjke gave geen doel voor u te hoog, geen arbeid vooi u te zwaar is. Het geloof, dat zich openbaart, kan nooit te veel verwachten. Draagt het bestuur in zijn werk door uw goedkeuring, uw gewaardeerde hulp, uw geldelijken steun. Laat door het bereiken van het heorljjk doel in de toekomst ge zien worden, wat christenen kunnen door liefde tot hun Heere. Ook de krankzin nigen heeft Jezus in Zjjn plaats achterge laten. Verge]jjkt uzelf met deze ongeluk kigen en vraagt' u af, waaraan gij hebt verdiend, het voorrecht van een helder verstand en de dankbaarheid zal rjjzen en zich rpenbarer, in hetgeen het bestuur van uw vertrouwt gebed en offerande. een geweer in huis hebt", zeide de aan voerder, een der schippers. »Een geweer Nu nog fraaier. Een geweerWel neen man, het is al een hoele tjjd geleden, dat ik een vuur wapen in de hand heb gehad, zeker wel zestien jaar". »Zjjt ge daar zoo zeker van, dominé", vroeg de aanvoerder verder, hem strak in het gelaat ziende. »Zoudt ge er een eed op kunnen doen «Welzeker, vrienden zegt ds. De Brujjn, »als het noodig is, wii ik er een eed op doen. Het is zoo". »Dan zult ge er ook wel niets op tegen bebbeo, dat wij de pastorie eens inspec- teeren". Wat moest onze patri°t'isch gezinde domino hierop zeggen Antwoordde bij ontkennend, dan sprak bij tegen zijn ge moed in. Als vrij man stuitte hem iedere gewelddadige inmenging geweldig tegen de borst. Was het antwoord daarentegen be vestiger d, dan zou allicht deze rondborstige taal bij den ruwen hoop, opzettelijk naar Borsselo gekomen om te plunderen, de woede doen toenemen. Goede raad was duur. Uit dit dilemma werd de arme man ge red, doordien een der aanvoerders verzocht, den dominé afzonderlijk te mogen spreken. Hg werd daartoe in een zjjkamertje ge laten. Weldra werden do manschappen onge- Zóó ga deze circulaire dan als een roep stem des Heeren. Zij keere niet ledig tot Hem weer. Laat uw antwoord zijn, dat, als deze circulaire wordt terug gevraagd, zij worde terug gegeven met een inteeke- ning uwerzijds en met de vorzekeriDg van uwe goedkeuring. God neige uw hart tot mildheid. Zóó wordt hot werk van het Bestuur licht, het leed van e'-lendigen meer verzacht, gaat er een goede reuk van het christendom en wordt aan u vervuld Jezus' woord »Wat gij aan één van Mgne dienstknechten hebt gedaan, dat hebt ge aan Mij gedaan." We laten de uitwerking van den inhoud dezer circulaire veilig Gode over. Hij make het wel. Den belangeloozen gever heeft Hg lief. Eet Sub-Comité voornoemd. J. H. DONNER, Geif. Pred. te Nieuic- dorp. L. W. B. A. MULDERBurgemeester van s Heer Abtskerke. A. DE VISSER, Herv. Pred. te Wo'faartsdijk. Onder de circulaire staat nog: Ondergeteekenden, ovortuigd van de hooge noodzakelijkheid eenor s'iehting tot christelijke verzorging van krankzinnigen in deze provincie, wekken u dringend op dezen arbeid der barmhartigheid te steunvn. J. VAN DEN BERGEN, Ilerv. Pred. te Biezelinge. J. W. DROST, Herv. Pred. te Wemeldinge. W. A. KEERS, Herv. Pred. te 's Heer Arendskerke. H. W. LAM AN, Geref. Pred. te Krumingen. O. R. VAN LELYVELD, Herv. Pred. te Goes. G. W. VAN LEUSSEN, Pred. der Chr. Evangelische Gem. te Goes. G. E. MELOEN. Herv. Pred. te Kloetinge. R. J. VAN DER VEEN, Gerrf. Pred. te Goe°. De Rectoren onzer Universiteiten zijn aan 't woord. Onder die rectorale redevoeringen die onze opmerkzaamheid waard zjjn behoort de rede van prof. Bakhuis Roozeboom tot overdracht van het rectoraat aan de Am- sterdamsche Universiteit Die rede behelst de beschouwing door de rechterzijde tegenover de Hooger Onder wijs gevolgd, en bevat dus niet veel nieuws. Het merkwaardige is dit, dat het gezegd wordt in den kring van eeD openbare Universiteit. De strijd was, zegt prof. Roozeboom, der mate heftig, dat de geesten bijna onvatbaar schenen voor de beschouwing van een zoo belangrijk onderdeel der nieuwe organisatie van de Polytechnische school te Delft en duidig. Ze drongen in de gang en wilden ongevraagd ongeweigerd een kijkje nemen in dominé's andere voorkamer. Een enkel woord van een der aanvoer ders bleek echter voldoende, om hen hier van terug te houder. «Mannen", kloDk het ietwat barscher dan gewoonlijk, „we hebben u hier op het oogen blik met noodig, gaat maar een oogenblikje uitrusten in de herberg". «Laten de lui gerust binnengaan", zei de dominé, die de kamerdeur al open deed. «Laten ze gerust binnen gaan, dan zal ik zo eens trakteeren. Een glaasje wijn zal hun geen kwaad doen Nu dat vonden de manschappen ook. En ze hadden er dan ook niets op tegen, dominé's traktatie in ontvangst te gaan nemen. Weldra zaten ze recht gezellig in een kriDg, en deden alsof ze thuis waren. Het bleek dat dominé's wijnkelder tamelijk goed voorzien was. De eene flesch volgde den ander. Zoo brachten ze het langzamerhand tot het respectabel getal van vijftig. Terwijl de opgewonden lieden klonken en dronken in do groote zijkamer van de pastorie, had de Borsselsche predikant in zijn spreek kamertje bange oogenblikken te doorleven. Daar stond Z.W.Eerw: die binnen de wanden van dit kleine vertrek, zoo menig bezwaarde had getrocst en moed ingespro ken, in het ongewenscht gezelschap van een tweetal ruwe kerels, deze met den blanken hare verheffing tot technische hoogeschool. Dat bleek wel uit de adressen daaromtrent ingezonden, die onopgemerkt bleven. Hoe bedenkelgk dit verschijnsel ook zjj, bedenkelijker is het feit, dat bij een groot deel der natie nog de ernstige wil scbjjnt te ontbreken om het goed recht en het gelijk recht op staatkundig terrein van de beide levensbeschouwingen te willen erken nen, waarin ons volk hoofdzakeljjk uiteen gaat, en die op het gebied van het hooger onderwjjs voeren tot het princ:piëel en tot het indifferente stelsel, jj .- Die gelijkstelling werd door den hoog leeraar bepleit voor het vestigen van een gezonde volkseenheid. Daartoe behoort echter breedheid van gees^, welke voorals nog niet een dor,,' kenmerkende eigen schappen van onze kleine natie uitmaakt. Meer nog dan de Chineescbe muur roDdom ons hooger onderwijs getrokken en die onzen taalgenooten uit België, Zuid- Afrika en Amerika belet onze instellingen voor hooger onderwjjs te bezoeken meer nog dan deze behoort een ruime opvatting van geljjkheid het tegenwoordige begrip van uitsluitend bevoegd en gereohtigd te zjjn te verdringen. Dat zei prof. Rocseboom en dat is de rechterzjjde geheel mot hem eens. Bjj de voordracht van het rectoraat wees dr. Bakhuis Roozeboom, professor aan de gemeentelijke Univeisiteit te Amsterdam ook op het feit, dat onder de studenten aldaar het vrouweljjk element nog steeds toeneemt. In het laatste tiental jaren is het aantal gestegen tot 103 van de onge veer negen honderd, alzoo meer dan elf procent. De meeste van deze dames stu- deeren in de medicijnen en in de wis- en natuurkundige vakken, hoofdzakeljjk pbar- macie. Een klein getal wjjdt zich aan de let teren en de rechten. Tot heden vindt de theologie nog geen beoefenaars in de studeerende vrouwenwereld. Velen ncemen deze sterke toeneming een treurig vorsclijjnsel des tjjds. En ook wjj zouden willen vragen, of deze hooge getallon niet wgzen op zeer belangrjjke storingen in den gewonen nafuurljjken toestand or zer maatschappij? Op die vraag kan het antwoord niet anders dan bevrodigend zjjn. Een op ander gebied zeer merkwaardige verklaring werd te Groningen afgelegd door sabel in de hand. Het vorschend oog was onafgebroken op den domiEÓ gericht gedarende den fjjd, dat ze hem een scherp verhoor deden onder gaan. Herr Pastor wnrde katechisirt. Een drietal vragen werden hem achter eenvolgens gedaaD. Vooreerst, of bij zich hield aan de oude constitutie. «Wis en zeker", antwoordde de dominé. «Ik houd mjj volkomen aan de oude constitutie". Vervolgens vroeg men hem, of hij tevreden was met de resolutie der Staten van Zee land, in dato 1G Oct. '80. «Ja wel zeker, ik heb immers het Dank- adres geteekerd", merkte de aangesprokene op. En nu volgde de laatste vraag, of ds. De Brnjjn den Prins erkends in al zijne waardigheden volgens zjjne aanstelling in 1747(') en later in 1766, toen de tegen woordige Prins stadhouder werd Zonderlinge vraag. Wat moest bjj hier op zeggen «Waarljjk vrienden", zoo begon de in het nauw gebrachte dominé, «moeiljjk valt het mjj te begrjjpeD, hoe de gedachte bij iemand kan opkomen, dat ik den Prins niet erkennen zou in zjjne ambten en bedienin gen. Hoe komt men er toe, om mjj zoo iéts te vragen Wat heb ik als eenvoudig burger, mjj in te laten met staats-aange- Bedoeld werd Prins Willem IV. Blijk baar waren de vrienden hier wat in de war. den aftredenden rector-magnificus prof. U. Ph. Baisse vair. De hoogleeraar bestreed ten sterkste, dat er geen wetenschap in de geschiedenis be staat zooals de tegenwoordige mannen dei- natuurwetenschap willen doen voorkomen. Wel zou er verschil moeten bestaan blijven over het te boek stellen der historie, daar alles afhangt van den tijd, waarin men leeft en de persoonlijke opvattingen individueele in drukken weergeven. Er is echter ook een punt, waar ons denken niet verder kan. En toch is die oorzakelijke samenhang van het bizondere met het algemeene, van het tijdelijke met. het eeuwige, het eindige met het oneindige, een postulaat van ons denken, een postulaat van datzelfde denken, dat zichzelven klaar bewust is, dat voor zijn denkingen alleen het con- staleeren, nooit het overbruggen der klove kan mogelijk zijn. En zoo schijnt het prof. B. toe, dat de juichkreet der ziel, die zich in ge- loove overgeeft aan haren Schepper en Heer »Bij U is de fontein des levensin Uw licht zien wij het licht", ook het laatste woord zai moeten zijn van het zuivere denken. Het christoljjk onderwjjs heeft moeiljjke jaren gekend. Aan de eene zjjde drong het beginsel de ouders tot het verlaten van het rjjke Egypte en aan de andere zjjde dreigde de woestjjn met hare verschrikkingen. Was het wonder dat men niet zelden een stroohalm tot redding aangreep Onder de middelen niet zelden tot red ding aangegrepen behoort persoonljjke in vloed en private middelen. Daar zjjn scholen zoodanig gekomen financieel althans onder den invloed van één man, dat men bezwaarljjk op zoo danige plaats, meer spreken kan van de school toebehoorende aan de oudere. Eén man is fonrier, bjj maakt of breekt naar welbehagen. Dat ligt nu niet aan dien eenen man of aan die ouders, maar aan scheef gegroeide toestanden. Zoo iets openbaarde zich nu te Doetin- chem. Ds. Van Djjk met zjjn veel ver mogenden invloed heeft er de school ge bouwd en verzorgd. Na hij, door allerlei omstandigheden, voor onze lezers van geen belang, de hand wegtrekt, nu zinkt de boel ineeD. Nn neemt men de toevlucht tot het ontslaan van bet geheele onderwjjzers-personeel en tot het opvoeren tot bedenkeljjke hoogte. Middelen uit zedeljjk-godsdienstig oog punt zeker niet te verdedigen. Alleen geboren uit den nood. legenheden Daar heb ik hoegenaamd niets in te zeggen. Daarenboven ben ik er volstrekt onkundig van dat in onze provincie de rechten van den stadhouder verkort zjjn. Er is niets tot zjjn nadeel ondernomen, voor zoover ik weet. Wat kan men hier in Zeeland helper, wat er elders, in andere provinciën voor valt Wat mjj betreft, ik ben een onder daan van de Staten van Zeeland, een ge boren Vlissinger Ja, ja, dit was nu alles goed en wel, maar daarmede was de zaak niet afgeloopen. De dom ré moest nu de vragen en hate antwoor den opsohrjj ven en met zjjn naam onderteeke- neD. En toen dit alles verricht was, waren de beide aanvoerders nog maar half voldaan. Zij stonden er op, dat onze ds. de Brnjjn zjjne schrifleljjk a'gelegde verklaring zou bevestigen met de bekende eedsformule «Zoo waarljjk helpe mjj Gvd almachtig". Dit was echter te veel voor den predi kant van Borssele. Maar hoe den dans te ontspringen Zich verzetten zou bezwaarljjk gaan. Er waren zooveel hulptroepen aan de overzjjde. De dominé was verstandig genceg om dit in te zien. Daarom trachtte bjj een viiendeljjk gezicht te zetten bjj een slecht spel. In zjjne verlegenheid nam hjj zjjne toevlucht tot een handige zet. Wordt ve'volgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1