NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 149. 1904. Donderdag 15 September. 18e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Buitenlandsch Overzicht. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Het liberalisme. Het socialisme. Oe „vrijzinnigen". elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wie zich met 1 October op ons blad abonneert, ont vangt het tot aan dien datum gratis. Voorstander van het liberalisme ben ik niet. Want, principieel, begint het met de verloochening van de Souver einiteit Gods, en praetisch, eindigt het met de gruwel daden, wier loop in 1793 zich heeft ont wikkeld en in 1848 gestuit werd. Mr. Gkoen van Prinsterer. Het socialisme heeft zijn oorsprong in de Revolutie en de Revolutie is verwin baar enkel door het Christendom en de Christelijke Volksschool. In Nederland gaat het niet aan ver dediger van de Staatsschool en tevens be strijder van het socialisme te zijn. Mr. Groen van Prinsterer. Elke vrijzinnige richting ontspruit uit dat vrijgemaakt zijn van hooger beginsel, hetwelk, in eigenaardigo ont wikkeling, anti-Christelijk is niet alleen, maar uitloopt op ongodisterij. Mr. Groen van Prinsterer'. Nederl. van 2 Juli 1852. 14 September 1904. Provinciale Stoombootdien",t op de Wes- terschelde Vlissingen. Staat van vertraging in den treinenloop te Vlissingen van Vrijdag 2 Sept. tot en met Donderdag 8 Sept. '1904. 2 Sept. trein 3,16 aangekomen 3,30 3 3,16 3,37(0 3 6,04 6,22 5 3,16 3,35(0 6 3,16 3,40(') 6 6,04 6,30 7 6,04 6,15(0 Deze tremen misten geheel de aan sluiting. Het artikel in het Utrechtsch Dagblad, in ons vorig no. opgenomeD, over de werk staking in Marseille en de houding der regeering, was een merkwaardig artikel omdat het door een liberaal geschreven was. Scherp en fel was zijn critiek op het niets doen der Fransche regeering, meer nog op haar bedekt heulen met de revo lutionairen. En hij legde er den nadruk op hoe dit onverantwoordelijk plichtverzuim der R - geering zijn oorsprong vindt in „het feit, dat de sociaal-democraten in Frankrijk een deel uitmaken van de Regeeringsmeerderheid" Maar op dit stukje critiek slaat dan ook als een boek de voor de hand liggende critiek, o. a. van De Nederlander dat in Nederland dezelfde tconeelen zouien be leefd zijn wanneer bij de staking van 1903 een liberaal kabinet, steunende ook op de sociaal-democraten, in plaats van het chris telijk kabinet aan het roer ware geweest. Aan deze logica der feiten ontkomt de liberale partij niet, gelijk de Nederl. zeer juist releveert „Waar het nu onomstootelijk vaststaat, dat ook ten onzent thans een ministerie der lin kerzijde zou beteekeneu „een regeering, die steunt op een parlementaire meerderheid, waarin de socialisten den doorslag geven"; waar het liebaügeln met de socialisten reeds een aanvang nam onder het vorige Ministerie, toen de soc.-democraten nog niet den doorslag gavenwaar men in Februari en Maart 1903 verschillende liberale politici (o. a. het bestuur der Liberale Unie) reeds zag aarzelen en malle adressen aan de Tweede Kamer zenden onder soc. dem. suggestie, schijnt het daar wel zoo geheel uit de lucht gegrepen, wanneer ook hier te lande van een overwinning der linkerzijde toestanden worden verwacht als de Fransche „Ons dunkt, de opmerkingen van het U t r. D a g b 1., een orgaan dat door niemand van „clericale" sympathieën zal verdacht worden, zijn der overweging alleszins waard en geven sanctie aan een der meest aangevochten strijd leuzen der rechterzijde in den afgeloopen zomer." Hetgeen daar in Frankrijk gebeurt, is een leerzaam staaltje, waarop wel alle ern stige aandacht vailen mag. Ook is hier weer gebleken, dat de li berale partij wel er. voor te vinden is de revolutie te veroordeeler, wanneer zij over de grenzen woedtmaar oogluikend laDgs zich heen laat gaar, wanneer die revolutie op eigen bodem haar verwoestende werking doet. Zoo ook, wat de Nieuwe Rotterd. Crt. dezer dagen verhaalde, natuurlijk in een buitenlandschen brief uit Berlijn over den afval die in Duitschland tot zelfs onder de jeugd zulke bedenkelijke verhoudingen aanneemt, verdient de instemming der gan- sche Chr. peis. Maar over den afval die in eigen land en eigen kringen openbaar wordt, moet zij, en moet de gansehe liberale pers het eerste woord nog zeggen. Dit getüigt van een jammerlijke men- schenvrees die de oppositiepers doet zwjj- gen waar zij spreken vergoelijken waar zij veroordaelenaai zelen waar zij door tasten meegaan waar zij weerstand bieden stotteren waar zij flink van zich afspreken vleien waar zij bestraffen moest. Dat is 't meest kennelijke bewijs dat het liberalisme al meer komt onder de suggestie der sociaal democratie. Ën de leiders der S'. D. A. P. lachen daarbij in huu vuis'je. Troelstra's „het gaat goed zoo" wordt al meer het gevleugeld woord, waarbij de liberalen leeren het klappen van zijn zweep te verstaan. Schier de heele vrijzinnige partij inden lande is in rep en roer over de voorge- st-lde wijzigingen van de onderwijswet. Op onderwijzersvergaderingen en in de pers worden ze gewikt en gewogen en het eindoordeel van de meeste juiyleden is, beslist onvoldoende. Sommigen maken het nog erger. Ze spreken van de voorgestelde wijzigingen, bijaldien ze aangenomen werden als van een ramp voor het onderwijs en voor dui zenden kinderen in den lande. Zwam nu zulk een uitspraak uit den mond Vin een leek, een oningewijde op onderwijsgebied, we zouden er heusch het zwijgen aan toedoen en denken, de man heeft zich zeer waarschijnlijk verschreven. Maar waar zelfs bevoegde beoordeelaars, 0. a. een districtsschoolopziener1), een man van de wet en van de practijk alzoo, van wiea men mag verwachten, dat zijn uit gesproken oordeel, niet een los daarheen geworpen woord is, maar op degelijke gronden rust, zulk een taal doet hooren, daar wordt de zaak gansch anders. Dan leggen we gaarne ons oor te lui steren naar de uitspraken van zulke auto riteiten, verwachtende, dat zij ons een nieuw gezichtspunt zullen openen, en door hun klemmend betoog ons dwingen, de gevolgtrekkingen te onderschrijven, waartoe zij zijn gekomen. Wat nu de rede vau bovengenoemden schoolopziener betreft, wij voor ons kunnen niet zeggen, dat ze een verrassend licht werpt op de quaestie, waarom "het gaat. Versleten argumenten, verouderde wapenen, reeds van overlang opgeborgen, maar op nieuw uit het arsenaal te voorschijn ge haald, wat opgepoetst en daardoor schijn baar nieuw, de grondwet opgeslagen voor hem en wel op ait. 192, het lievelings artikel, dit alles moest dienst doen, om des heeien Zelvelders aanhoudende zorg Dhr. Zelvelder, schoolopziener in het district Heerenveen. voor het openbaar lager onderwijs aan den dag te leggen. En niemaDd zal dhr. Zelvelder kunnen verwijten, bijaldien de voorgestelde rege ling aangenomen wordt, dat hij zijne geest verwanten niet in tijds heeft gewaarschuwd. Mocht dan het openbaar onderwijs het kind van de rekening worden oftewel „kelderen", het is niet zijn schuld, deze autoriteit heeft zijn plicht gedaan. Het lust ons niet op al de aargevoerde bezwaren integaan. Ook de lankmoedig- moedigheid der lezers heeft hare grenzen. Volstaan we alleen met de mededeeling, dat volgens dhr. Zelvelder, heel de school- stryd eene reactie is der 16e- en 17e- eeuwsehe Calvinistische levensopvatting, in botsing komende met den frisschen, viijzinnigen geest onzer dagen. Nu weten de lezers genoeg. Dat is de feitelijke beweeggrond, des Pudels Kern, het hart der quaestie. Al het overige, salarisregeling zonder vol doende waarborgen van beter toezicht en dat wel naar den maatstaf van dienstjaren en aantal leerlingen, de verwezenlijking van genoemd denkbeeld acht deze onder- wijsspecialiteit een schandaal voor onze schoolwetgeving opleiding aan bijzondere kweekscholen met minder onderwijzers en eenvoudiger leerplan, dit alles en nog meer is slechts bijwerk en ornement, alles er natuurlijk op aangelegd, om de hoofdzaak tot haar recht te doen komen Zoo ziet men, waartoe de zoogenaamde vrijzinnigheid in den schoolstrijd leidt. Èn dit is nog maar een begin. Men zal later wel meer over dit wets ontwerp hooren. Met dit al noemen wij het een zegen, als de regeeriDg er in slagen mag, om een der vurigste wensehen van ons christen volk r.l. de vrijmaking van het onderwijs in al zijn vertakkingen, zoo spoedig moge lijk tot stand te brengeD. Een zegen voor ons volk en de kinderen onzes volks. De chr. scholen dienen met tien, ja twintig percent jaarlijks toe te nemen. Een net van zulke scholer, met steeds kleiner mazen, dient onzen vaderlandschen bodem te overdekken. Daarom geen rustige rus*, maar opneming en voortzetting van dien arbeid, ook in onze schoone provincie, waar hier en daar eene aanvankelijke opwaking merkbaar is. En zeggen de tegenstanders van het vrije onderwijs, bij de beoordeeling van het aan hangig wetsontwerp „onaannemelijk", daar grijpen wij het aan met beide handeD, als een vernieuwd bewijs, dat de tegenwoor dige regeering, het recht van onzen school strijd erkennende, geen gepast middel on beproefd laat, om dien strqd tot een ge- wenseht einde te brengen. Men spreekt wel eens schertsend van twee masten op één schip. Maar iets dergelijks schijnt te Eindhoven te bestaan. Daar is natuurlijk de burgemeester het hoofd der gemeente. Maar nu. wordt door eenige heeren in een adres aan H. M. de Koningin geklaagd dat het „hoofd der Protestantsche gemeente" (bedoeld wordt de moderne dominé v. d. Ven niet evenals het „hoofd der R. O. gemeente" is gencodigd geweest bij de ontvangst van Hare Majesteit. De schrijvers van dit protest zijn niet bijzonder op de hoogte met de ioeping en tituleering van een predikant, wanneer zij inderdaad in dezen zien het „hoofd" der protestantsche gemeente. En dat zijn nogal kerkeraadsleden, zelfs is er een kerkvoogd bij Men scheldt ons wel eens clericaal. Maar wat is de opvatting dezer moderne heeren omtrent hun dominé anders Verleden week is te Amsterdam een Gereformeerd Ziekenhuis geopend, wat naar luid der berichten een modelziekenhuis kan genoemd worden, zooals er weinige in ors vaderland zijn. Een eere alzoo voor 01 s eh 'stenvolk in de hoofdstad. In het gebouw, dat aan de strengste eischen der gezondheidsleer voldoe'', en niets betft van het bedompte en bekrom- pene sommige ziekenhuizen eigen, bevinden zich een negentigtal kamers, waarin plaats is voor meer dan tachtig patiënten en een vijf-en-dertigtal verpleegsters. Zoo toont de christelijke kerk al meer hare roeping te verstaan, om ock op het gebied der barmhartigheid den zegen van het Kruis in te dragen in de wereld van het mfiischeiijk leed. Men kent het gevleugeld woord »Voor onze kleinen is het beste neg niet goed genoeg". Ziehier, hoe men dit gezegde 0. a. in Duitschland in toepassing tiacht te brengen. Hier en daar is men ijverig in de weer om voor slecht gevoede, doch geen zie kelijke kinderen een soort boschscholen te bouwen, zoogenaamde vWaldschule". Zulk een school wordt midden in een pijnbosch gebouwd. Het is eigenlijk meer een sa menstel van gebouwen dan wel éón enkel gebouw. Msn vindt in de »Waldschule" pavil joens voor keuken en dienstpersoneel, lo kalen voor boden en gymnastiek, een schoolpaviljoen met een uitgestrekte speel plaats niet te vergeter. Toch wordt slechts een paar uren per dag in dit lokaal onderwijs gegeven. Zoo maar immer mogelijk in de open lucht. Het overige van den dag wordt doorge bracht nset eten en spelen. Alles onder leiding en toezicht van onderwijzers. Een prettig leventje voor de bevoor rechten, die op het advies der schoolart sen als leerlingen van zulke boschscholen worden ingeschreven. Toch zullen onze gezonde Hollandsehe knapen en meisjes allerminst naar zoo iets verlangen. Dat is al te buitengewoon. Voor eenige weken is een buitenlander overleden, in onze kringen totaal onbekend, in de pers der wereld nagenoeg onbesproken. Eod merkwaardig man, maar zonder suc ces dat vermaardheid geeft. Het was een Oostenrijker, in Weenen geboren, droeg den onuitsprekelijken naam van Herd en was jood. Hij was de vader van het Zionisme, dat in Bazel gevestigd werd. Hij vond een luisterend oor, vooral bij de joden die in Oostelijk Europa, onder ellendige verhou dingen, verdrukking zelfs loven. Een oogen- blik trilde de profetie Jeruzalem weerzien bij het temperamentvolle volk, welks leider Herzl zijn wilde. Toch zijn de joden in de zeven jaren dat de zionistische beweging geworteld en gegroeid is Palestina ,niet nader gekomen. Herzl heeft de Mozes der nieuwere tijden niet kunnen zijn. Maar wat Herzl heeft bereikt het is dit, dat een uit elkander gedreven, overal ver spreid volk, een volk van tien millioen zielen zich weer een heeft gevoeld, tot elkander is gebracht, er, in iedere natie een aparte natie vormend, nu ook zelf weder-geboren is als natie. Een internationale natie. Door taal en grenzen gescheiden, maar door eenerlei geloof verbonden. Daarvoor heeft Herzl gearbeid, en dat bezorgde hem geen schitterend succes of een opzienbaiende roem. Maar onder de figuren die op het wereld- tooneel verschijnen en verdwijnen verdient Herzl, de vader van het Zionisme, ook een kleine plaats. RUSLAND. Wij gewaagden reeds van de gezindheid van den nieuwen gouverneur van Finland. Ia de jongste vergadering van den Senaa heeft hij weer een verzoenende en toena- derende rede uitgesproken, en hervormin gen toegezegd. Ook de nieuwe minister van binnenland- sche zaken schijnt mee te vallen. Deze, prins Srojatopolk Mirsky, was tot nog toe gouverneur van Wilna, en staat als een gematigd man te boek. Czaar Nicolaas schijnt derhalve twee goede keuzen gedaan te hebbeD. Maar wat zullen deze twee kunnen tot stand brenger), wanneer de overige regeerings- persouen en ambtenaren, en de Russische adel zich houdt bij de oude zede SERVIË. De nieuwe koning van dit land der ko ningsmoordenaars zal de volgende week gekroond worden. Dinsdag worden de kro ningsteekenen plechtig naar de kathedraal te Belgrado gebrachtden volgenden dag rijdt de Koning daarheen om ze te ont vangen. Slechts drie vorstelijke personen en nog niet eens van dea tweeden of derden rang zullen de plechtigheid opluisteren. Het zijn twee prinsen en de vrouw van een dezer twee de graaf van Turijn namens de Koning en Koningin van Italia, welke laatste een Montenegro is, en da prins van Montenegro DaDilo met zijn vrouw Jutta van Mecklenburg Strelitz. De overige vorsten zenden diplomatieke vertegenwoordigers. Ook de Bulgaarsche vriend" zal er niet wezen. Eon kale boel, schoon nog niet kaal ge noeg voor een vorst die zich door zijn troonsbeklimming medeplichtig stelt aan den moord op zijn voorganger. C r e t a. Prins Georges van Griekenland heeft met zijn bezoek aan de Eurppeesche hoven dan toch dit bereikt dat de oppositie op Creta tegèn hem, zich met zijne partij heeft ver staan en nu ook de annexatie bij Grieken land voorstaat. De Grieksche regeering evenwel wil van deze annexatie niets weten. De Grieksche minister Theotokis wei gerde een deputatie der Cretenzers, zelfs als particulieren, te ontvangen. Partijleiders hebben dit wel gedaan, maar zijn zeer ge reserveerd gebleven. Overigens had de reis van prins Georges niet veel resultaat. In Italië heeft men hem veiklaard, dat Italië in de Cretenzer quaestie het initiatief niet kan nemen en te Parijs gaf men hem te verstaan, dat, waar Rusland het eerst heeft voorgesteld prins Georges tot hoogen commissaris van Creta te benoemen, dit land ook in deze quaestie maar het eerst voorstellen moet doen. (In Griekenland beweert men wel, dat de Cretenzers, die voor de annexatie zijn, niet aan een revolutie denken, maar juiste inlichtingen toonen aan, dat dit maar al te zeer hunne bedoeling is, en dat deze in stilte wprdt voorbereid.) RUSLAND en JAPAN. Als een staaltje van de tragische hard nekkigheid waarmee daar gevochten is, geldt onderstaande beschrijving van een aanval op een bepaald punt, ten zuiden van Liaoyang, den laatsten dag. In den vroegen ochtend van den 31en was het 41e JapanBche regiment er in ge slaagd zich moester te maken van een randje, nadat 75 van de 100 sappeurs, die met bijlen een weg moesten banen door de prik keldraadversperring, neergeschoten waren, Om tien uur konden wij de 5e divisie tegen den Russischen linkervleugel zien oprukken. Met langzaam voortslnipen was het aan de manschappen dezer divisie ge hikt-, betrekkelijk dicht de vijandelijke stel lingen te naderen en hun kleine hand- bouwitsers, die bij elke infanteriebrigade behooren, mee te sleepen. De manschappen schoven, dicht opeen, naar de geringe ver hevenheden toe, die dekking opleverden tegen het Russische geschutvuur, totdat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1