NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 140. 1904.
Donderdag 25 Augustus,
18e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Dit liet leven van Gellert.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
<s
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
24 Augustus 1904.
Neutrale onderwijzers.
Zoo nu en dan valt er een klacht over
de houding, die verschillende openbare
onderwijzers in het openbaar aannameD.
Dezer dagen vergaderde het Neder). On
derwijzersgenootschap te Zutfen, en velen
van zijn leden hebben daar weer stof tot
ergernis gegeven, blij tens een ingezonden
stuk in de »N. Zutf. Ct." waaraan wjj het
volgende ontleenen
Velen zullen zich met mij geërgerd hebben
over de houding van sommige leden van het
Ned. Onderwijzersgenootschap op het concert
Donderdag voor een week. Toen n.l. het
Volkslied werd gespeeld en de anderen op
stonden, bleven eenige met den hoed op het
hoofd zitten, ondanks het van verschillende
kanten gedaan verzoek om op te staan.
Dit is dus een opzettelijke manifestatie, en
wel van de treurigste soort. Waar moet het
toch heen, als onderwijzers, opvoeders der
jeugd, zich zoo gedragen Want het waren
er niet enkele, neen, een groot aantal die op
die wijze hun minachting te kennen gaven
voor hetgeen op elk oprecht Nederlander heilig
behoort te zijn.
Ik heb altijd vernomen, dat het N. O. G.
het gematigdste" is, maar wanneer deze ver-
eeniging reeds onder hare leden menschen
telt, die zoo denken, wat moet men dan wel van
den zeer geavanceerden Bond v. N. O. ver
wachten
Aan zulke onderwijzers nu moeten wij onze
kinderen toevertrouwen in plaatsen waar geen
bijzondere scholen bestaan is er geen keus.
Onderwijzers die zoo over Vaderlandsliefde
denken moeten onzen kinderen Vaderlandsche
geschiedenis leeren, hen opvoeden tot Maat
schappelijke en Christelijke deugden, is het
niet treurig
Eu verder zegt de schrijver
Er is op de vergadering heftig uitgevaren
tegen den aanval op de openbare school door
de ingediende schoolwet, maar ik wil toch
vragen of deze onderwijzers zelf niet de
noodzakelijkheid daarvan hebben aangetoond,
niet hebben bewezen dat die onbruikbaar is
voor alle kinderen wier ouders er een eer in
stellen Nederlander te zijn.
Het onderwijs, zullen zij wellicht zeggen,
is neutraal, maar dan antwoord ik, dat zij
öf niet opvoeden, óf opvoeden in eene ver
keerde richting. Want bij opvoeden moet de
wereldbeschouwing van den opvoeder van
grooten invloed zijn, van een onderwijzer die
zijn minachting te kennen geeft" voor het
nationaliteitsgevoel, is niet te verwachten dat
hij de kinderen niet zal opvoeden tot goede
vaderlanders.
3 FETJILLET0 2T.
Een bezoek bij den koning van Pruisen.
Slot.
De koning achtte het nu maar geraden
'zich wat voorzichtiger uit te laten tegen
over den dichter-professor. Meermalen
sprong hjj van het eene onderwerp op het
andere over en zette het gesprek op de
volgende wjjze voort.
«Zjjt ge - nimmer buiten Saksen geweest,
professor
»Ik ben eens te Berlijn geweest, Sire".
»Ge moet bepaald meer reizen".
»Daartoe ontbreken mij vaak de middelen,
Sire en ook dikwerf lust en krachten".
»Zoo, ook lust en krachten Aan welke
ongesteldheid ljjdt ge dan Toch niet die
der geleerden" voegde de koning er
schertsend bjj.
«Nu, indien Uwe Majesteit haar zoo wil
noemen, het is mjj goed. Uit mijn mond
zou zoo iets wel wat hoogmoedig geklonkep
hebben".
»Ik zal u eenB een goeden raad gqven
en een probaat middel aan de hand doen,
om van die lastige kwaal te worden be
vrijd. Ik weet er ook van meê te spreken.
Ge moet veel te paard rjjden, heer professor
en van tijd tot tijd wat rhabarber innemen".
Gellert keek den vorst veelbeteekenend
Van de «ziekte der geleerden" wist
later Bilderdijk zooveel moois te vertellen.
Hier hebben wij dus een krachtige propa
ganda zien maken voor het bijzonder onderwijs
door openbare onderwijzers en ten aanschouwe
van honderden aanwezigen de noodzakelijk
heid zien aantoonen dat het bijzonder onder
wijs regel wordt en het openbare overblijf
voor hen die met denkbeelden als vaderland
hebben gebroken.
De schrijver van deze klacht behoort
blijkbaar niet tot de onzeD. Al duidelijker
wordt het dan ook, dat vele heeren open
bare onderwijzers hun uiterste best doen
om de openbare school, die zjj beweren
zoo lief te hebben, af te breken.
Vermakelijk is 't is ook komkommer
tijd een verhaal van de N. Gr. Courant
meldende dat als de aanhangige wet op
het Hooger Onderwijs zal aangenomen zijn
ook een inrichting voor Hooger Onderwijs
op socialistischen grondslag zal geopend
worden.
Men heeft er nog wel niet over gespro
ken op het congres, daar is nog wel niets
van gebleken, maar daar is toch over ge
dacht.
Gelooft ge 't niet
Gaat dan naar den Haagschen brief
schrijver in de N. Gr. Couranten als ge
hem vinden mocht en hij houdt zich niet
van den domme, dan hebt ge het adres
van dezen praatjesmaker, die zegt dat het
heusch waar is.
De Russische afgevaardigden op het Inter
nationaal Socialistisch congres zijn, zegt
Het Volk, door speurders achtervolgd ge
weest, en be Amsterdamsche politie heeft
daarbij geholpen. De rechercheur Batelt
vroeg aan een soc. dem. photograaf vruchte
loos om het portret der Russen.
Wij weten niet of dit alzoo is.
Zijn de Russen bespioneerd geweest, dan
waren het er zeker wel met een luchtje
aan en heeft de politie het oog op hen
gehouden dan heeft zij hiermede niets
anders dan haar plicht gedaan.
Wij vestigen hierop dan ook alleen de
aandacht om de volgende woorden, waar
mede Bet Volk zich tegen die achtervolging
harer vrienden verzet.
Zij scbrjjft:
«Toen Plewhe geëxecuteerd werd, hebben
eerlijke harten van elke overtuiging gevoeld
dat zoo iets wel uit het oogpunt van taktiek
verschillend te beoordeelen valt, maar dat
van zedelijke afkeuring evenmin sprake kan
in de oogen, doch hield zich goed.
»Ja, ja, ik meen wat ik zeg, heusch, het
zal U geen kwaad doen", zei de koning
met het ernstigste gezicht ter wereld.
«Nu, van dit laatste geloof ik het ook,
Sire, maar wat het eerste middel, het paard
rijden betreft, dit zou tug misschien nieuwe
ongemakken veroorzaken. Was het paard
gezonder dan ik, dan zon ik het niet kunnen
berijden, en was het even ziekelijk en zwak
als ik ben, dan zou ik wellicht armen en
beenen breken, of ook wel den hals".
»Dan moet ge u maar in een rijtuig
laten rond rjjden en wat heen en weer
schudden. Dat is ook een gezonde beweging",
merkte de koning grappig op.
«Maar, die geld kost, Sire."
«Aha, daar hebt ge het alwéér, geld en
nog eens geld. Daaraan hapert het den
Duitschen geleerden schier altoos. Nu,
ging Z. M. op wat ernstiger toon voort,
,,'t is thans ook een kwade tijd".
«Dat is het juist, Sire. We beleven
zware en booze tijden". En Gellert dacht
aan zjjn vaderland, dat zoo zwaar geteisterd
was door den derden Silezischen oorlog.
Hoe reikhalzend zag bjj uit naar verande
ring. «Nu of nooit", dacht bij. Fier hief
Gellert het hoofd omhoog hij sprak
immers voor zijn vaderland en zei
»Sire, mocht ge Duitechland den vrede
weder willen geven, waarnaar het zóó
smachtend verlangt".
Het groote woord was er uit. In dit
opzicht had hij zijn hart ontlast.
«Maar dit kan ik niet alleen doen, merkte
koning Frederik op. Ge weet toch wel,
zijn als wanneer een dolle hond wordt neer
geschoten".
Dit is weer een van die staaltjes waarbjj
het verderfelijke en verdorvene, de volks-
meening vergiftigend, haar volgelingen de-
moraliseerend karakter der socialistische
pers aan het licht komt.
Een minister die vermoord wordt, heet
geëxecuteerd, dat wil zeggen op een wettig
en wettelijk vonnis terechtgesteld.
Die moord staat gelijk met het afmaken
van een dollen hond.
De moordenaar heeft een goed werk ver
richt, tactisch alleen kan er iets gehaperd
hebben, maar dat is een smaak-quaestie.
Aldus redeneert een sociaal democraat
over den sluipmoordenaar en don moord
op een overheidspersoon.
Wie er anders over denkt dan zjj
zegt zij hebben geen eerlijk hart.
Welk een omkeering vau begrippen, welk
een ontzettende stuivertje-wisseling wordt
hier derhalve weer openbaar
Het internationaal socialistisch Congres
te Amsterdam is Zaterdag gesloten.
Nog een enkele aanteekening, na het
geen we in een paar voorgaande nommers
hebben mêegedeeld.
De strjjd en het verloop van den strijd
is belangrijk genoeg om nog even de aan
dacht onzer lezers te vrager, en de ver
wording na te gaan van de opkomende partij.
Proletariërs van alle landen vereenigt u
dat is de leus, maar de scheiding tu&schen
Fransche en Duitsche proletariërs de practjjk.
Afschuw van oorlog en militairisme, ge
symboliseerd door een handdruk van de
afgevaardigden van Japan en Rusland, was
de inzet, maar de uitkomst was dat de
vraaghoe kunnen we de twee standen
in de maatschappij, bezittenden en niet-
bezittenden het spoedigst en op de meest
volmaakte wijze tegen elkander in 't harnas
jagen was de uitkoms'.
Jaurè3 en Bsbel, de meest sprekende
figuren van het Congres, vertegenwoordi
gende Duitschland en Frankrijk, beheersch-
ten het Congres.
En zij pleitten als altoos niet tot opbouwen
maar voor afkeuring. De monarchie in
Duitschland was slecht, dat zei Jauiè',
maar uwe Fransche Republiek is voor den
arbeider nog slechter, zei Bebel.
Over de tactiek werd eindeloos gerede
voerd maar om trouw aan het beginsel
dat er drie vrouwen tegen mij zjjn (2)
«En ondanks de bezwaren wensch ik
nogmaals den wensch te herhalen, Sire.
Gave God, dat Uwe Majesteit ons den vrede
schonk", gaf Gellert ten antwoord.
«Ja. ja", antwoordde de koning eenigszins
ontstemd, «ik begrijp u".
Een paar malen liep hij daarop de kamer
op en neder, bleef vervolgens plotseling
voor Gellert staan en vroeg hem, op zjjn
geliefkoosd chapiter van straks terugkomond:
«Kunt ge me niet een uwer fabelen voor
dragen Gellert, die zoo pas nog te
(2) De voornaamste mogendheden van
Europa hadden zich begin 1756 verbonden,
om Pruisen het geannexeerde Silezië te ont
nemen, het tot zijne vorige grenzen terug te
brengen en koning Frederik tot markgraaf
van Brandenburg te vernederen. De ziel van
dit verbond was Maria Theresia, die Silezië
niet zoo spoedig kon vergeten. Om de ver
loren provincie te herwinnen, verbond zij zich
eerst met Frankrijk. Daar regeerde destijds.
Lodewijk XV een zwak vorst, die beheerscht
en geleid werd door de welbekende markiezin
de Pompodour. Zeer vertoornd was deze
op Pruisens Koning, die haar zoo zij zeide
bespot had.
Dat wist de keizerin van Oostenrijk, die
haar een vleienden brief schreef, welke de
uitwerking had, dat Frankrijk en Oostenrijk
samen een verbond sloten tegen Pruisen.
Weldra trad ook Ruslands Keizerin, n.l. Elisa
beth tot dit verbond toe, wier alles behalve
zedelijk leven een oorzaak van minachting
van haar persoon was geweest voor den
koning van Pruisen. Deze waren de drie vrou
wen, tegen wie Frederik den zevenjarigen
oorlog heeft gevoerd.
met begeerte naar macht in overeenstem
ming te brengen. Dit moeilijk vraagstuk
was niet internationaal op te lossen. De
nationaliteit speelde hier het beginsel parten.
In gunstige omstandigheden zoorls in
Zwitserland en Frankrijk, daar ontwaakt
als in de burgerlijke maatschappij de lust
om ook wat te zeggen te hebben, en ook
te eten van de staatsruif.
Isolement kunt ge prediken en zonder
uwe schade in landen waar het socialisme
nog niets te zeggen heeft en in een land
als Duitschland past Duitsche tactiek.
Ui
Het groote en voortdurende succas der
Japansche wapenen in den strjjd met de
Russen om Manschoerije, doet in de kc-
niale staten de schrik om 't hart slaaa.
Wat 1 het kleine Japan tegenover het
machtige RuslandZou dat kunnen over
winnen en de kwestie in zijn geest opge
lost zien
Wathet gele ras zal, als Port-Arthur
valt, zijne ondernemingen voortzetten en ge-
rjjpt door ondervinding en gesteund door
een geoefend leger en een slagvaardige
vloof, de blanken uit Azië verdrijven
En waar het hemd nader is dan de rok,
en het bloed kruipt waar het niet gaan
kan, en het succes verleidelijk is, zullen
de Chineesche broeders, 400 millioen sterk,
gemakkelijk te vinden zijn om met de Ja-
panneezen opruiming te houden onder de
blanken in Azië.
Dat is het minder gunstige vooruitzicht
waarop in Frankrijk gewezen wordt, en dat
ook reeds in Nederland een echo vond.
Zoo komt de profeet die van kwade dingen
spreekt.
Da Doode Zee, ook wel Zout zee ge-
heeten, is voor Bijbellezers geen onbekende.
Reeds in onze kinderjaren hoorden we ver
tellen van deze doodsche, geheel verlaten
binnenzee van het Joodsche land.
Eu wat we daarvan hoorden was genoeg
om ons met zekeren afkeer te vervullen
voor den verderfelijken invloed van het
zout en zwavel, waarmede de hooga berg
wanden in hare omgeviDg overdekt zijn.
Toch werd anderzijds onze nieuwsgierig
heid geprikkeld en hoorden wo gaarne naar
het relaas, dat latere reizigers van dit on
heilspellend oord wisten te geven.
Dezer dagen heeft een reisgezelschap
weten was gekomen, hoe Z. M. over de
Duitsche schrijvers en letterkundigen dacht,
had blijkbaar niet veel animo om aan dit
verzoek des konings te voldoen. Zoo be
leefd mogelijk trachtte hij er van af te
komen. Maar koning Frederik liet zich
niet zoo spoedig uit 'net veld slaan door
de beleefde verontschuldigingen van Gel
lert, en bleef aanhouden. «Bedenk U eens.
Allicht zal u een uwer fabelen invallen.
Ik zal intussehen mijn kamerwandeling
eenige oogenblikken voortzetten". En na
een poos gewacht te hebben, hervatte de
koning «Hoe is het nu Hebt ge er al
een gevonden
«Jawel, Sire", zei Gellert kortaf, ,,die van
deD schilder". (2)
«Welaan, laat me eens hooren."
En Gellert begon
«Een schilder in Atheen, die altoos min naar
voordeel,
Dan wel naar roem en eer met ijver had
[getracht,
Maalde eens den Oorlogsgod en vroeg een
[man van oordeel
Wat hem van dit tafereel en zijn behandeling
[dacht
De kenner overtuigd, dat hij 'tuit leerzucht
[vraagde
Zeide ongeveinsd, dat hem het stuk niet zeer
[behaagde
Omdat, zoover hij iets van d'eedle kunst verstond,
Hij 't lang niet meesterlijk en veel te uitvoerig
[vond.
De schilder van zijn kant zocht dit te weder
leggen
En liet zich door de reên des kenners niet
[gezeggen.
(3) ZieGellertsFabelnündErzahlungen ieboek
onder leiding van een ingenieur de Doode
Zee bevaren en wel met eene motorboot.
Zocdra zij de Jordaan met hare dichtbe
groeide oevers verlaten hadden, kregen de
reizigers niets schilderachtigs meer te zieD.
Doode visschen zagen zij in menigte en
da vogels vbgen hoog in de lucht boven
het watervlak. Midden op de zeevlakte
zagen zij om zich heen niet dan hooge
berggevaarten zonder eenigen plantengroei.
Dikke asphaltblokken werden onophou
delijk door den golfslag naar het strand
gespoeld.
Zouthenvels schenen vooral in het zuiden,
uit de watermassa op te rijzen. Weldra
werd de hitte voor het gezelschap ondra
gelijk en lokte het heldere water ergens
in eene holte tot een bad. Zéér prikkelend
bleek dit water op de huid, zelfs nog 11a
een indompeling elders. Nergens in die
uitgestrekte woestenij eenig teeken van
leven, overal doodsche stilte, alles somber
en kaal. De geheele streek leek één reus
achtig graf.
Geen wonder, dat zij b|j den terugkeer
aan de Jordaanoevers de tamarisken, de
wilgen en het riet met vreugde begroetten.
Voortaan zijn zulke tochten op de Doode
Zee door de Turksche regeering verboden.
RUSLAND en JAPAN.
Het nieuws wordt schaarsch van het
oorlogsterrein. Dat men niet veel hoort
van de bewegingen der beide legers in
Mantsjoerije, is te begrijpen. Tengevolge
van de hevige regens moet de toestand
van het land zoo jammerlijk zijn, dat een
verplaatsing van geschut of trein tot de
onmogelijkheden behoort. Mantsjourije,
zegt de oorlogscorrespondent Dantchenko,
is veranderd in een groot meer. Overal
een onbeschrijfelijk tooneel van verwoes
ting, aoodat alles, wat van den regentijd
wordt verteld, verbleekt tegenover de wer
kelijkheid.
Omtrent het beleg van Port Arihur is
het minst onbelangrijke nieuws dat de
dappere Voa Siössel die de verdediging
leidt, zijn strijdmacht in drie groepen heeft
gesplitst, van welke elk achtereenvolgens
acht uur rust toekomt. De bevelhebber
heeft dus voortdurend twee derden van zijn
beschikbare manschappen bij de hand, en
koestert de hoop het zoo lang te kunnen
uithouden totdat het Baltische eskader (als
Gedurende dit kunstgesprek,
Verscheen er ook een jonge gek,
Die op het eerst gezicht, zijn vonnis stout
[dorst strijken
Nooit vond hij een tafreel zoo schoon.
't Was onverbeterlijk, dat zwoer hij bij de Goón,
Het was een meesterstuk, waar alles voor moest
[wijken.
«Hoe keurig", riep hij, «is die voet
«Wat zijn die nagels dunEn hier ziet men
['t bloed
Door de opgezwollen aders zweven,
Mars zelf schijnt in dit beeld te leven;
't Is ongeloofelijk, hoe groot een kunst en pracht
Hier van den helm en 't schild en harnas zijn
[gebracht."
De schilder, door dien lof van schaamte half
bezweken,
Zag nu bedrukt den kenner aan,
En zei«Ach, beste vriend ik zal geen woord
(meer spreken.
Gij hebt me waarlijk recht gedaan!"
En nauwelijks was de gek ter huisdeur uit-
(gegaan,
Of onze schilder had zijn Mars reeds door
gestreken.
Hier zweeg Gellert.
De koning hield zich goed. «En nu de
moraal of leeriDg van de fabel, professor."
«Een oogenblik, Sire. Ze is deze
«Indien uw schrift aan kenners «iet behaagt,
Dan hebt ge reden 't af te keuren
Maar zegt een gek, dat gij gelukkig zijt geslaagd
Dan moogt gij 't vrij in stukken scheuren.'»
«Fat is fraai. Juist zooals ik het ver
lang. Ge hebt iets zeer vloeiends in uwe
verzeD. Als ik nog eenigen tjjd hier ver
toef, moet ge dikwjjls wederkomen".
De dichter-professor vertrok. Eenige
dagen later kreeg Gellert een uitnoodiging
voor de koninklijke tafel,