NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 137. 1904. Donderdag 18 Augustus, 18e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISeH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Calvinisten zonder God! Concurrentie in 1804. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. In een sociaal-democratisch weekblad Btond verleden week dat het partijbestuur der S. D. A. P. drie oud-leerlingen bjj het bijzonder onderwijs en een oud-voor zitter eener Chr. Jongelingsvereeniging telt. Wjj zouden hiertegenover kunnen zeggen dat de ijverige redacteur van het (katho lieke) Chr. Weekblad de Chr. Actie te Delft tot .de voormannen in de S. D. A. P. heeft behoord. De gevallen zeggen echter niets om iets te bewijzen. De chr. school heeft nooit de pretentie gekoesterd de aan haar zorg toevertrouwde leerlingen, ook die uit ongeloovige gezin nen gelijk er vele van haar onderwijs ge bruik maken, te bekeeren; en de voorzit ter eener Chr. Jongelingsvereeniging, wan neer hjj zjjn hart niet aan den Heere geeft, staat voor elke afdwaling bloot, ook al heeft hij het talent bp voorbeeld van den heer Oudegeest. Maar het soc. dem. blad knoopt er de opmerking aan vast dat er wel eens een ljjn zou kunnen loopen van antirevolutio nair tot sociaal-democraat. Dit doet denken aan de in de Tweede Kamer ten vorigen jare door mr. Troelstra uitgesproken bewering dat onze Calvinis tische vaderen de grootouders zjjn der sociaal democratie. Een bewering die door den minister van binnenlandsche zaken terstond op meester lijke wjjze weerlegd werd. Kernachtig juist teekende minister Knyper toen het versohil met de woorden van den Duitsohen socialist Bernstein dat de soci alisten zjjn Calvinisten zonder God. Het principiëele verschil tusschen anti revolutionair (in den breedsten zin) en socialist springt dan ook duidelijk in het oog. In het oog, niet alleen in de opvatting omtrent het Gezag en de beschouwing om trent den Christus, maar ook in de ver heffing van de stoffelijke dingen boven de geestelijke; en in de beschouwing van het leven. Wat het gezag en zjjn oorsprong aan gaat, is er formeel overeenkomst hierin dat ook door ons allerlei staatsvorm, ook de democratische als mogelijk wordt erkend, doch zoodra de socialist de volkssouverei- niteit aanprjjst dewjjl het gezag opkomt uit, inhaerent is in den mensch, staan alle antirevolutionairen, van Calvjjn tot den geringste onzer tjjdgenooten, tegen hem over, met de belijdenis dat de Overheid haar gezag aan God ontleent en afhanke lijk is van Zjjn wil. Wat betreft de beschouwing omtrent den Christus, het stuitende, het weerzinwek kende dat de socialist den heiligen persoon van den Zaligmaker neertrekt tot zijne partijbedoelingen, en Hom verlaagt tot ba nierdrager van de sociaal democratie, wordt door ieder belijder van den Christus als het eeuwige Woord, den Koning zijner Kerk, den Rechter eenmaal over hemelen aarde, gevoeld en beseft en schrap zetten FEUILLETON. Misschien is de meening dat het esn eeuw geleden toch niet zoo erg was met de ooncurrentie als tegenwoordig, ook in 't oog onzer lazers maar moeilijk vol te houden, als we te zamen gaan lezen de volgende advertentiea voorkomende in de Augu8tus-nommers der Amsterdamsche Courant van 1904. Ze zjjn van den volgenden inhoud: Aan het Publiek. Ter liefde der waarheid dient dat de Advertentie geplaatst in de Amsterdamsche Courant van den 4den Augustus, door de zich noemende de Wed. Belgrado, als heb bende sedert vijftig jaren het werk van Hoofdmeesteresse waargenomen, bezijden de waarheid is, en allen gericht om den in dat vak kundigen Hoofdmeester M. J. allen zich tegen die valsche leer der so cialen en hunne naaste betrekkingen, om de belijdenis hoog te houden vpor hun Heere. Voorts wat betreft het streven der so cialisten om de geestelijke goedereD aan de stoffelijke ondergeschikt te maken door bet zaaien van ontevredenheid en het be loven van allerlei heil aan het proletariaat. Ook hiertegenover heeft het Calvinisme, het Christendom van alle eeuwen het ge tuigenis de wereld in- en rondgedragen dat de geestelijke dingen het hoogste zijn, en God de Heere in Zijne genade aan Zijn kinderen met Christus alle dingen schenkt. En eindelijk wat de levensbeschouwing aanbelangt, heeft minister Knyper in ant woord aan mr. Troelstra onweerlegbaar aangetoond dat er in ons volk een neiging ligt om het leven zoo op te vatten dat het door een noodzakelijkheid wordt beheerscht. Voor de Calvinisten met name ligt dit in de voorverordineering, de voorzienig heid Gods, voor de socialisten in het histo risch materialisme, in de stoffelijk gods dienstige beschonwing. Of gelijk het eens door onze collega Het Friesche Dagblad-vertolkt word „Beiden gelooven in eene evolutie, eene voortdurende ontwikkeling van een mev.- scheljjk geslacht, als in eene steeds vooit- gaande ontrolling van het wereldpanorama, met dit verschil, dat de Calvinist daarbij gelooft aan de goddelijke voorzienigheid, die het al bestuurt en onderhoudt, en de socialist daarbij buigt voor de noodwendige uitkomsten van den overheerschenden in vloed der stoffelijke factoren. De Calvinist houdt vast aan het„Gods raad zal bestaan", en wenscht dien raad te dienende socialist worstelt met de stoffelijke factoren in het leven om ze in hunne uitkomsten te dwingen tot zijn voor deel. Schoon van Duitschen oorsprong, zal de aanduiding „Calvinisten zonder God" als vele woorden van den premier vast genageld worden, in het bewustzijn van duizenden, omdat daardoor op kernachtig juiste wijze het diepgaand verschil is ge- teekend tusschen ons en de mannen der stofvesgoding". Schoon overeenkomst tusschen beide, is deze derhalve slechts schijn bear. Tusschen antirevolutionair en socialist gaapt een diepe breede klove, die niet te overbruggen is. Althans zoolang de antirevolutionair en de antirevolutionaire party leven uit de Schrift en zich met hun gansche hart en ziel en leven houden dicht achter den Heere Christus. Er bestaat toch een oude, nooit genoeg te lezen brochure van prof. J. H. Gunning „Van Calvijn tot Rousseau". Hoe het Ganève van Calvijn hetGenève van Rousseau werd is de onverbiddelijke les der nistorie, veelzeggend ook hierin dat tot het ongeloof vervalt alwat zich met een bloot uitwendigen omgaDg met den Christus tevreden stelt, en het noemen Belgrado, in zijn zeer veel goede genees- en heelkundig geaccrediteerd werk te be- nade8len. Dit is er van de zaak Die vrouw was sedert 32 jaren weduwe van den ouden bekenden Hoofdmeester Bal- grado, en is thans weduwe van Mozes Abraham, bjj wien zij twee kinderen heeft, en had voor haar zelve slechts drie jaren admissie om dat werk te verrichten. Het onzijdig publiek ziet dus dat zij dezen naam, en niet die van haar laatsten man behoudt, of nu weder heeft aangenomen, om met dien naam crediet te verwekken onder de Heeren Hoofdzeerigen en om haren zoon, steller dezes, van deze ook door zijn vader verkregen roem en handigheid in 't doen verdwijnen der korsten, als ook van zijne kostwinning te berooven, waartoe zij geene gelegenheid, hoe ongepast ook, onbeproefd laat. De ondergeteekende verzoekt de waar- heidsminnende schrijver van het annonce van Diens gezegenden Naam beperkt tot den tijd der verkiezingen. Een iegelijk die den Naam van Christus noemt sta af van alle ongerechtigheid. En voorwaar, voorwaar zeg ik u, tenzij iemand wedergeboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods (niet alleen) niet in gaan, (zelfs) niet zien Wie dit niet gelooft en alzoo niet wan delt, hy moge zich Calvinist noemen, maar dan is hij in niets onderscheiden van een Calvinist zonder God. Hij valt te avond of morgen uif, uit zijne vastigheid, ook al ware hij voorzitter eener Christelijke Jonge lingsvereeniging of onderwijzer aan eene Christelijke school. Die het ervaren hebben gelukkig zijn het slechts enkelen, en voor meerderen beware ons 's Geestes ontdekkend licht! staan, hetzij in de S. D. A. P., hetzij in eenige andere party der revolutie, daar voor ons als bakens in zee. Vooral onzen jeugdigen antirevolutionai ren binden wjj daarom, gelijk onszelver, des Psalmdichters woord op het hart „Doorgrond my o God 1 en ken mijn harte beproef mij en ken mijne gedachten en zie of bij my een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg"! (Ps. 139 23, 24). Dat is het onfeilbare middel tegen het geen wy in een onzer vorige opstellen betitelden als wereldsch calvinisme, waar voor de Heere onze antirev. party altijd moge bewaren. Van^trijd en Zegen. Er is een boek verschenen, getiteld „Van Strijd en Zegen" een boek, dat op den lijdensweg van het Christelijk Onderwijs als een forsch monument zich verheft. Bij gelegenheid van het 50 jarig bestaan der Vereeniging voor Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en over- zeesche bezittingen is dit Gedenkboek uit gegeven, In ruim 700 pagina's, voorzien van vele portretten, verhaalt het boek ons de geschiedenis van het Christelijk Onder wijs in Nederland, behelst het de geschie denissen der voornaamste „voortrekkers", spreekt het van strijd, maar niet minder van zegen. O, hoe zouden wij dat boek wensehen in handen van alle voorstanders van 't Christelijk OnderwijsHoe zouden ze ver sterkt en bemoedigd worden bij 't lezen van den geloofsmoed en van het geloofsver trouwen, dat de manneD, die vooraan in den strijd stonden heeft bezield 1 Maar hoe gaarne zouden we het bosk ook zien in de handen van die weifelende broeders, die zeggen, dat ze 't eens zijn met ons in belijdenis, dat ze eveneens ernst wen sehen te maken met de volbrenging der doopsbelofte, entoch de openbare school voorstaan Nog telkens ontmoet ik van die „hin kenden op twee gedachten", die, weliswaar, niet volkomen tevreden zijn met de neutrale school, maar evenzeer huiverig zijn van de Christelijke school, omdatomdat van den 18 den passato, om zich bjj hem te willen bekend maken, als om hem uit den grond zijns harten te bedanken, onder- tussohen zal hij zich aan geen leugens, waarvan hij de zwakheid des harten be klaagt, stooren, maar blijven continueeren met het ongemak des hoofds zonder trekken te genezen. M. J. Belgrado, Diaconie- hoofdmeester in de Muyderstraat 144. Deze advertentie werd op de volgende, niet malsche wijze beantwoord, door des schrjjvers broeder H. J. Belgrado. In een der volgende nommers van de Amst. Courant zegt hij het volgende Pligtvereissching. Ik ondergeteekende, met groote ver baasdheid, doch innerlijke smart, gelezen hebbende het verfoeielijk annonceeren van u, mjjn broeder M. J. Belgrado, Zeere Koppen Mr. ten opzichte van uw eigen moeder, voedster en leermeesteresse, met haar te ontkennen en haar te blameeren, ja, omdat zij meener, dat het Christelijk Onderwijn een vergun mij het woord een zaakje der afgescheidenen is. Hoe nu Is de opvoeding onzer kinde ren naar den eisch van Gods Woord, alleen de plicht der Gereformeerden Hebben zy alleen dan dien plicht ge voeld en volbracht Neen, voorwaar, dat Christelijke deugden niet anders dan vruchten van 't Christ, geloof zijn, d. i. het geloof in Christus, dat men dat geloof in Christus niet zal hebben, als Zijn dierbare naam onzen kinderen stelselmatig onthouden wordt, is een overtuiging, die leeft in het hart van elk getoovig Protestant. Oak van U, mjjn Hertormden medebroeder, die vasthoudt aan de belijdenis onzer vaderen Gjj moet u afwenden van een school, die schijnbaar zich grondend op een alge meen geloof, op een algemeene verdraag zaamheid, in der waarheid, berust op een algemeen ongeloof en algemeene onver schilligheid. Da Christelijke school is niet het troe telkind eener politieke party, noch de noodzakelijke consequentie eener kerke lijke fractie, maar een levend protest tegen dien geest des tijde, die het geloof, tot een private zaak verlaagt, als een bewjjs van Btipte gehoorzaamheid aan het bevel„Leer den jongen de eerste begins alen naar den eisch zjjns wegs" van de opvolging dar vriendelijke uitnoodiging onzes Heilands „Laat de kinderen tot Mij komer." Nog zijn wij in den strijd Gadenken we het woord van jhr. De Savornin Lohman„bewaart uw vryheid, houdt het kruit droog, het oog op onzen Koning, hóóg onze banier 1" Straks wacht ons de zegen Ofschoon, vooral hier in Zeeland, de strijd nog lang niet volstreden is, laten we be denker, dat de geschiedenis van het Chris telijk Onderwijs is eene geschiedenis van Strijd en Zegen! W. v. D. 17 Augustus 1904. Verschenen is het vier en veertigste jaarverslag van de vereeniging voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. Dit aitjjd degelijk verslag bevat behalve een openingswoord van den voorzitter dr. J. Woltjer bij ge legenheid der laatstgehouden algemeene vergadering te Utrecht, ook een keurig referaat van dhr. Bjjleveld en daarenboven veel lezenswaardigs. Vooral is interessant het verbaal ran eene ontslagquaestie, welke bij de Hoofd commissie ter sprake werd gebracht. Het gold eene onderwijzeres die door een schoolbestuur op staanden voet niet eervol werd ontslagen. In plaats van zich tot de hoofdcommissie te wenden, riep zij de bemiddeling in van het Hoofdbestuur van het Nederl. Onderwijzers Genootschap. Dit richtte zich tot het schoolbestuur met het verzoek om het niet-eervol ontslag te vervangen door een eervol. Tot verwondering van de Hoofdcommissie evenals of zjj kwakzalverijen bezigt, daar ik uit meene, dat gij in dit vak der ge nezinge alleen wilt zjjn, om de ingezetenen te kunnen afvragen 400 a 500 guldens voor een zeeren kop, daar gij het voor een zesde minder ook heel wel stellen kunt, en dan nog den naam der Professoren misbruikt bij uwe schurftpractjjk. Schaamt u, of ik zal uwe geheele practjjk die mjj zoo wel bewust is als u, ten druk bren gen op de substantie van een kaartenblad tot gemak der ljjders, en u meteen herin neren hoe gjj in Zeeland de kwakzalver speelde met een Hansworst, daar menig ljjder het slachtoffer van werd, omdat gjj vergat de lessen van uwe moeder die gij thans noemt die vrouw- O, voorbeeld der weerspannigenKeert af van uwe dwa lingen. Weet het publiek dan niet dat gjj zelf lijdt aan kopzeer en een pruik draagt Eert uwe brave, weldenkende moeder, ge lijk u de eerste plicht gebiedt, en zoo niet gal ik van het character van uwe was het schoolbestuur bereid zich tegen over genoemd genootschap te verantwoorden, zonder evenwel aan het verzoek te voldoen. Daarop riep dit Hoofdbestuur de hulp in van de Hoofdcommissie, die zich bereid verklaarde tot een onderzoek over te gaan, mits de onderwijzeres dit persoonlijk aan vroeg. Dit lag echter niet in de bedoeling van genoemd hoofdbestuur. Voorzien van een volmacht der onderwijzeres vroeg het ander maal bij de Hoofdcommissie gehoor. Natuur lijk met hetzelfde resultaat. En daarop gaf het aan de gevoerde cor respondentie publiciteit met de volgende ontboezemingen «Wij kunnen begrijpen, dat de bijzondere onderwijzers(eressen) zich met hunne geschil len hoe langer hoe meer wenden tot de alge meene vakvereenigingen van Nederlandsche onderwijzers, het Nederlandsch Onderwijzers- Genootschap en hoe de schoolbesturen het trachten voor te stellen, alsof ons Genoot schap zich met de zaken van het bijzonder onderwijs niet had te bemoeien. Wij zullen echter zoo vrij zijn, ons het lot en het belang aantetrekken van al onze col lega's in Nederland, voor zoover die onze tusschenkomst vragen of wenschelijk achten en wij eischen de erkenning van het recht der vakvereeniging, om de belangen der onder- derwijzers te behartigen." En verder «Welke overwegingen de Hoofdcommissie van het C. N. O. hebben geleid, om de be middeling eener vakorganisatie aftewijzen, kunnen wij slechts gissen, maar waar voor eene ontslagen onderwijzeres de kans op herstel van recht zoo uiterst gering is en de Hoofd commissie voornoemd hare taak zoo slecht opvat, dat ze in plaats van terstond een grondig onderzoek in te stellen, als haar van betrouw bare zijde een nauwkeurig gedocumenteerd rapport van een onrechtvaardig ontslag wordt medegeeld, allerlei uitvluchten zoekt en de zaak tot schade van het Chr. Nat. School- onderw. eenvoudig laat liggen, weken en maanden lang, daar mochten wij niet ver trouwen, dat zij bij die commissie in goede handen wasEn daar ons thans blijkt, dat voor een ontslagen onderwijzeres geen recht is te vinden bij het hoogst college, dat daarvoor is aangewezen, brengen wij ter wille onzer bijzondere collega's deze historie voor de rechtbank der publieke opinie." Terecht voegt het verslag er aan toe »Of het Ned. Ond. Genootschap voor de verheffing van de positie van den bijzonderen onderwijzer ook in den bloeitijd van het libe ralisme gepleit heeft, is de Hoofdcommissie onbekend. Maar, om bij dit geval te blijven, zooveel blijkt wel duidelijk, dat het hier minder ging om het rechtsherstel eener ver ongelijkte onderwijzeres, dan wel om de eer van genoemd Genootschap." Dit wordt echter niet gezegd, alsof de positie onzer onderwijzers niet dringend behoefte heeft aan verbetering. Het is echter duideljjk dat zonder de hulp der overheid daarin niet afdoende is te voor zien. Maar evenzeer is hot waar, dat de amb tenaarspositie van den onderwijzer ons ideaal niet kan zjjn. oude bekende het daglicht verleenen. H. J. Belgrado, Diamantslijper, zoon van de wed. M. J. Belgrado, geadmitteerde Hoofdmeesteresse in de Uilenburgerstraat over het Koster-hofje No. 994. De broeder M. J. beantwoordde deze publieke afstraffing op deze kalme wjjze: M. J. Belgrado, Diaconie Hoofdmeester dezer stad, getrouw aan zjjn voornemen te vinden in deszelfs annonce in de Amst. Cour. van 21 Augustus 1. 1. en diensvol gens met een veragtend stilzwijgen voorbij gaande al hetgeen dat door njjd en laster jegens hem in verschillende Amsterdamsche couranten is geplaatst, adverteert dat bjj dageljjks tot 11 ure des voormiddags ad viseert over het ongemak des Hoofds, en ook zulke zeer spoedig en geheim zonder trekken of hair verliezen radicaal geneest woond in de Muiderstraat bjj het Planta- giehuis in No. 144.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1