NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 132. 1904 Zaterdag 6 Augustus, 18e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Bjj flit mier Moert een Bijwegl. RECLAMES. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De taak der Unie: Een school met den Bijbel. De Afscheiding. De timmerman en de hond. LANDBOU W. PHOSPHORZUUR naast STALMEST. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. In den laatsten tijd werden hier en daar stemmen vernomen, welke met minder of meer kracht van redenen trachten te be- toogen, dat de Unie Een school met den Bijbel haar recht van bestaan heeft ver loren. De Unie, zoo redeneerde men, dateert uit de felbewogen dagen, waarin Kappeijae zijn schepter zwaaide en het Christelijk onderwijs ten doode scheen op geschreven. In die benarde tijden, de tijden van achteruitzetting, van benauwdheid, vierde het solidariteitsgevoel zijn triumf en vereenigde zich al wat christelijk was onder de vaan der Unie. En die jeugdige vereeniging, uit den drang der tijden geboren, ze was en bleef hare roeping getrouw. Ze bracht bijeen, ze gaf leiding, ze steunde met woord en daad. Ze was gezegend en ze werd tot een zegen. „De vrije school voor heel de natie", dat was hare leuze, die ze voor aller oog in hare banier had geschreven. Doch door de goede gunst onzes Gods over ons is sinds de oprichting der Unie een kwart eeuw geleden de toestand anders ge worden. De donkere wolken trokken voor bij, een lichtstreep werd zichtbaar, straks gevolgd door een lieflijk morgenrood. De levensvatbaarheid van het Christelijk onderwijs was boven allen twijfel ver heven. Het groeide en bloeide in Noord en Zuid schier boven aller verwachting. Het ging dat onderwijs naar den Woorde Gods aan de kinderen onzes volks gebracht, als den man, die op den Heere vertrouwt, die naar het treffend schoone beeld van Jeremia, gelijk is aan den boom in het water geplant en zijne Wortelen uitschiet aan eene rivier, en het niet gevoelt, wan neer de verschroeiende woestijnwind over hem komt, maar wiens loof en gebladerte groen blijft. En die schoone, afgebeden ontwikkeling en vooruitgang van het vrije, Christelijk onderwijs zou dan, volgens sommigeD, die met hart en ziel er aan verbonden, ge streden hebben voor en nog wei ken aan den bloei, de Unie overbodig maken. De Unie heeft zich van baar schuldigen plicht zeer verdienstelijk gekweten, ze is oud en verouderd geworden en alzoo der ver dwijning nabij. Naar hunne meening heeft door de ver anderde politieke toestanden, door de zoo genaamde «pacificatie" op schoolgebied, deze zoo gezegende vereeniging haren tijd gehad. Het protest tegen de schoolwet Kappaijne, welke wet in haren oorspronke- Ijjken vorm reeds lang is begraven, hoewel niet vergeten, kan, zoo meent men, niet 5. FEUILLETON. Slot. Toch was ook voor deze stichting de sympathie der Vrienden" niet groot. Dr. Van Toorenenbergen betreurde het, dat het Seminarie een zoo geheel andere wending had genomen, dan hij gewenscht had want nu het in de eerste plaats een Schotsche zaak was geworden, vreesde hij, dat het later de oprichting eener soortgelijke in stelling in nationalen zin in den weg zou kunnen staan. Ds. De Liefde echter meende en mis schien zag hij wel goed dat de diepere grond van de weinige sympathie der «Vrien den", gelegen was in de vrees dat dit Seminarie de eerste stap zou zjjn tot een globale scheiding die hij voor zich echter niet vreesde, maar veeleer als het beste redmiddel voor de Hervormde kerk be geerde. Hoe het zijde «Vrienden" hielden zich op een afstand. En wie predikant wou langer luide weerklinken, onder het jongere geslacht, dat dien overleden staatsman niet gekend heeft-, en waaraan die bange toe standen van vroeger slechts bij overlevering bekend zijn. Alsof echter Kappejjne de eenige vijand was en is. Wij voor ons denken wel eens, dat er meer gevaar is voor verslapping, voor in zinking op het gebied van ons chr. onder wijs in deze dager, dan een kwarteeuw tevoren, toen elk man van christelijk be lijden en eenige geestelijke kracht, zich aangordde en schaarde onder de vaan der Unie. Neen, dit gevaar is niet denkbeeldig. Sterker vijand dan toen ligt thans voor de deur. De toekomst is zoo moedgevend, zoo heer lijk en daarom tot heden zoo zorgelijk. Lag niet in de steeds toenemende weelle van het Romeinsche volk de kiem verscho len van de latere ontbinding en is de rustige rust niet het onbedriegelijk ken- teeken van treurige verslapping en achter uitgang? Wee immers den veldheer, die tevreden met zijne aanvankelijke overwin ning, zou gaan rusten op zijne lauweren, wellicht op het oogenblik, dat de vijand bezig is zjjn uiteengeslagen troepen te ver zamelen of een machtiger tegenstander hem wacht. o, Hoe jammerlijk, hoe diep treurig zou het zijn, indien de actie voor het chris telijk ouderwijs, met zooveel inspanning en energie begonnen en voortgezet, hare veerkracht, haren prikkel zou verliezen en mede door onze schuld de schat te loor ging, de erfenis van het voorgeslacht, welke wij ongeschonden en ongerept dienen over te geven aan een volgende generatie. Maar en hierop leggen we nadruk die tjji zal nooit komen, indien maar niet ontbreekt de waakzaamheid en het kloek verstand, het vertrouwen in de kostelijke zaak, welke we voorstaan, het geloof aan de hulpe onzes Gods, die op het gebed zijnen dienaren zal doen gelukken, wat zij in Zijnen Naam ook op dit gebied zullen bouwer. Integendeel dan zal nog schooner toekomst dan wij verwachten, voor het Chr. onderwijs zijn weggelegd. Langzamerhand zal dan voor het oog verrijzen een gebouw, forsch en fiar, welks geheel, zoowel als de deelen, tot de lijnen toe, getuigenis afleggen van de gunst onzes Gods ook over ons volk. En hiertoe kan ook de Unie dienen, als een werktuig in 's Hearen hand. De taak, welke de Unie, onder de ver anderde politieke toestanden te vervullen heeP, is nog dezelfde als voorheen. Met welk doel is ze opgericht? Vooreersf,om aan vereenigingen ter bevordering van Chr. Onderwijs zadelijken en geldeljjken steun te verleenen, vervolgens om plaatselijk den bloei der vrjje school te bevorderen en eindelijk om (je verkregen organisatie te wo'den in de Hervormde kerk bleef naar de Rijksacademie gaan. Voor de afgescheiden studenten kwam er echter spoedig uitkomst. Op de eerst volgende Synode in 1854 te Zwolle kwam de hereeniging met ds. Brummelkamp en zijn volgelingen tot stand, en toen nu daarna de vraag weer aan de orde werd gesteld, of men al dan niet tot de oprich ting van een Theologische school zou over gaan, maakte men, wetende dat de kans op een inrichting *ten behoeve der Kerk, ofschoon met rechtstreeks van haar uitgaande"thans geheel verkeken was, vollen ernst met de oprichting eener school, rechtstreeks van de Kerk uitgaande. In de Twaalfde zitting der Synode, op Donderdagmorgen den 15 Juni 1854, werd onder opzien tot den Heere, met alge- meene stemmen tot de oprichting besloten. En ook over de plaats van vestiging kon men het nu eens worden. Want ofschoon onderscheidene steden, als Amsterdam, Gro ningen, Zwolle, Meppel, Kampen en Fra- neker waren genoemd, werd ten slotte toch met algemeen goedvinden de stad behouden en ze allengs vaster gestalte te laten aannemen. Wat dit laatste betreft, niemand zal in goeden gemoede kunnen verklaren, dat de organisatie van ons Chr. onderwijs een model mag heeten. Integen deel, elk ingewijde weet, dat ze, hoewel zeer verbeterd in de laatste tijden, nog veel te wenschen overlaat. Vereenigingen zijn er genoeg, we zouden zeggen te veel. Maar wat ontbreekt is de noodzakelijke eenheid. En hoewel die toestand zeer na tuurlijk is te verklaren, als in verband staande met de wordingsgeschiedenis van ons Christelijk onderwijs, mag noch kan hij ons ideaal zijn. Ons ideaal in dezen moet zjjn eenheid van organisatie door middel van vereenvoudiging. En dit streven naar centralisatie wordt ons gemakkelijk gemaakt, onder dit huidig Kabinet, dat er op uit is, om de schoolquaestie tot oplos sing te brengen. Komt deze oplossing tot stand, dan is de Unie het aangewezen lichaam, hetwelk de gemeenschappelijke belangen van al onze Chr. ScholeD, bij welke vereeniging ook aangesloten, zou moeten behartigen, om de organisatie, welke alle Christenen in den lande op schoolgebied vereenigt, steeds vaster gestalte te doen aannemen. Zoodoende kan ze voorts plaatselijk den bloei der Chr. school bevorderen en pro paganda maken voor het vrije, Christelijk onderwijs. Immers dit laatste is en blijft hoogstnoodig. Het is ondenkbaar, dat iemand, die den zegen van het onderwijs naar Gods Woord voor zijn persoon, zjjn gezin, zijn geslacht heeft ervareD, niet alle geoorloofde mid delen, waaronder ook zoo noodig Uniere denen en UniedageD, zou aangrijpen, om steeds meerderen van zijn dorp of zijne omgeving in die groote weldaad te doen deelen, ook op dit terrein zjjn de velden wit om te oogsten. En rusten kan de ware voorstander van het Chr. onderwijs niet, voordat de school met den Bijbel door de actie van het volk, weer wordt de school der natie. Want hij is er diep van doordrongen, dat het onderwijs naar Gods woord een dam kan opwerpen tegen de materialis tische strooming van dezen tijd, welke ook de kinderen onzes volks tracht mede- tevoeren naar een wissen ondergang. Voor deze veelomvattende taak biedt de Unie de helpende hand, ook door de offer vaardigheid ten bate van de scholen met den Bijbel, niet het minst door de jaar collecte aan te moedigen. Er blijft ook bij meerdere gelijkstelling van het bijzondere met het openbaar onderwijs nog zooveel te geven. Er is zooveel noodig voor deD bouw en het onderhoud der scholen immers niemand verwacht het onmogelijke van den Staat voor de opleiding onzer onderwij zers aan kweekscholen, voor traktementen en pensioenen. Ook in de toekomst, die het chr. onder- Kampen aangewezen. Den 6den December 1854 hield ds. De Moen, als Curator der school vanwege de provincie Overijssel, naar aanleiding van Salocno's gebed «Geef mij nu wijsheid en wetenschap", de inwijdingsrede in het kerkgebouw aan de Hofstraat te Kampen. Een eigen gebouw had men nog niet. Voor de college's van de bijna 40 studenten die zich hadden laten inschrijven, zou men zich vooreerst behelpen met de woningen der Docenten, de predikanten T. F. de Haan, S. van Velzen, A. Brummelkamp en H. de Cock. Deze vier Docenten, die ieder aan het hoofd hadden gestaan van een particuliere opleidingsschool, vertegenwoordigden ieder een eigen richting in de kerken. Het «zoo veel hoofdeD, zooveel zinnen" was dan ook vooral in den eersten tjjd, op de school van toepassing. De Curatoren vergaderingen en Synodes werden nog lang voor een groot deel in beslag genomen door het bij leggen van geschillen tusschen de Hoog leeraren, die natuurljjk ook onder de Stu denten ieder weer hun eigen aanhang had wijs wacht de heerljjko toekomst mogen we wel zeggen kan er van afschaffen dor Unie-collecte allerminst sprako zijn. Zij toch is een bron, een jaarlijks mild vloeiende bron, die in geenen deele mag gestopt worden. Integendeel, steeds meer klimmen, klim men altijd door moet het bedrag. In iedere stad en iedor dorp. Ook in onze schoone provincie. Ook op plaatsen, waar men het stichten eener christelijke school, hoe ook begeerd, vooralsnog tot do vrome wenschen rekent. Niet versaagd in ons getuigen en aan pakken. Maar bovenal niot vertraagd in het geven. Alloen in dien weg, den weg van voort durende opoffering, van groote, altijd voort- gaando toewjjding is onder Gods zegen het leven, de bloei, de ontwikkeling van ons christelijk onderwijs verzekerd. Daaraan te mogen arbeiden, zij ook voor dé toekomst de taak, tevens haar eere, van de Unie: Een school met den Bijbel. Een timmerman in da omstreken van Parijs is onlangs voor 5 franken boete ver oordeeld geworden wegens misplaatst ant woord tot de rechters die over zijn zaak recht uitspraken. De timmerman was door een gevaarlijken hond aangevallen gewor den zich in wettige zelfverdediging be vindende, had hij hem den kop met een bijl in tweeën gespleten. Waaruit eene vervolging volgde van den eigenaar van den hond. De zaak regelde zich voor de recht bank, toen een rechter zeide „Gij hadt den hond met de steel van den bijl van u kunnen afhoudeD. „Zekerlijk", antwoordde de timmerman, „en ik zou het ook"gedaan hebber, indien hij zich in plaats van mij met de tanden aan te vallen, hij zich met de staar tzjjde op mij geworpen had." Wanneer men aangevallen wordt, is het dan niet logisch het wapen te nemen dat U het best zal verdedigen. Het is om die reden dat Jongejuffrouw E. van Maar.en, Schoolstraat C 7, te Velp bij Arnhem, de Pinkpillen genomen heeft om zich tegen een aanval van bloedarmoede en zwakte te verdedigen die sedert drie jaren duurde Mijne ziekte, zoo schijjft zij, bestond daarin dat ik zoo ziek was dat ik niets meer kon doen. Ik kon niet verder gaan als van mijn bed naar mijn stoel. Door het lezen van een boekje waarin de genezing ver meld werd van een persoon, die aan het zelfde leed als ik, ben ik er toe over ge gaan om de Pinkpillen te probeeren. Na het gebruik van twee doozen was ik weder in staat iets te doen, en thans na de be handeling voortgezet te hebben, ben ik zoo den. Pas op de Synode te Franeker in 1863 werd door Curatoren gerapporteerd, dat de verhouding, ook naar hot eenparig getuigenis der Docenten zeiven, gewenscht mocht heeten. Was men door de gedeelde opleiding al verder van elkander verwijderd, door de eenheid van opleiding werd men steeds meer tot elkander gebracht. Omgang en samenwerking doe zelden de verschillen langzamerhand weg. En de kerken ge noten het profijt van deze betere verstand houding, gelijk ze vroeger van de twisten dezer partijmannen de dupe waren geweest. Dank zij de ëéne algemeene school, werden nu ook de kerken metterdaad één. Niet alleen echter aan den vrede, maar ook aan de waarheid was de Theologische school bevorderlijk. De aanstaande pre dikanten werden nu beter dan vroeger bekwaamd tot hun ambt, en bouwden zoo de kerken, die zij daarna dienden, beter op in het allerheiligst geloof. Wel ging ook dit langs lijnen van geleidelijkheid. Eerst was de opleiding nog hoogst ge brekkig; later bleef ze niet altoos even flink als een ander. Ik raad een ieder die lijdende is, zijne toevlucht tot de Pinkpillen te nemen. Wij raden alle menschen aan die een arm bloed hebben, om het voorbeeld van jongejuffr. Van Maanen na te volgen. Zjj zullen terstond de gezondheid terugbekomen, want de Pinkpillen zijn onovertreffeljjk tegen bloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte, rheumatiek. Zjj zijn ook een uit muntende versterker dor zenuwen en gaan met succes de neurasthenie, de zenuwuit putting, de zenuwpijnen tegen. Prijs f 1.75 de doos, f 9per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot terdam. Hoofd-depothouder voor Nederland en Apotheker. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrjjgbaar voor Middelburg en omstreken bij JOH. DE ROOS en voor Goes en omstreken bjj üebr. MULDER, Drogerjjen en Verfwaren. Het mag tegenwoordig als bekend ver ondersteld wordeD, dat naast Stikstof en Kali tot de drie noodzakelijke voedings stoffen rnn allo land- alsook van alle weideplanten het phos- phorzuur behoort. Ik noem Stikstof en Kali eerst, niet, omdat deze belangrijker zijn dan het phosphorzuur, want er is bjj vergelijking dezer drie geen sprake van voorraDgzjj zjjn alle drie even noodza kelijk, omdat het ontbreken van een der drie de aanwezigheid der beide andere geheel waardeloos maakt. Doch ik wilde de aandacht vestigen op het phosphorzuur, omdat dit opstel daarover handelen zal. Ik neem dus aan, dat ieder weet, dat phosphorzuur noodzakeljjk in den bodem aanwezig moot zijn, dat bij een te kort aan deze hoogst belangrijke voedingsstof een normale oogst ondenkbaar is. Het phosphorzuur wordt onder verschillende vormen in den grond gebracht, o. a. met den stalmest, met Peru guano, met super- phosphaat, met Thomasslakkenmeel. Een oogenblik vraag ik Uwe aandacht voor het laatste, voor het Thomasslakken meel. Het is overbodig te zeggeD, wat het is, hoe het bereid wordt, want iedere boer kent het, en anders kan hij het van zjjn jongens leereD, die naar den landbouw- cursus gaan. Wel wou ik er even op wijzen, dat het Thomasslakkenmeel voor den landbouwer, die veel stalmest gebruikt een uitstekende, een onontbeerlijke hulp meststof is op d9 meeste, ik zou haast zeggen op alle gronden. Ea wel om de volgende redenen. Ten eerste is het phos phorzuur in stalmest, vooral in den mest van koeien, in de minderheid. Iu den gier van paarden en runderen komt slechts zeer weinig phosphorzuur voor. Phosphor zuur is dus een noodzakeljjke aanvulling van stalmest. En nu acht ik het Thomas- zuiver in de gereformeerde lijn, en pas met het optreden van een geleerde als dr. Bavinek kreeg ze ook eenigermate een wetenschappelijk karakter. Maar met dat al zijn aan de Theologische school te Kampen gedurende een halve eeuw 500 mannen ge vormd, die als Dienaren des Woords, naar de mate van hun kracht en in het kader van hun tijd, krachtig hebben meege werkt tot bloei der kerk en tot bevordering vad het Koninkrijk Gods. Dat de kinderen der Scheiding deze school, vrucht van zooveel worsteling, lief hebben met heel met heel hun hart, mogen de kinderen der Doleantie hun dan ook waarlijk niet euvel duiden. Veeleer hebben zij het met beschaamdheid te erkennen, dat de mannen van '34 de eersten zijn ge weest die het hebben aangedurfd om met het Synodale staatscreatuur te breken de eersten ook, die op den grondslag van Gods Woord een Theologische school in bet leven hebben geroepen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1