NIEU No. 118. 1904 Dinsdag 5 Juli 18e Jaargang HISTORISCH CHRISTELIJK VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN Ff WAKKKI Uit de Tweede Kamer. i'-J i ww ET-iKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. aawcisarffism Nu de stemmingen voor de Staten zjjn afgeloopon, en het laud tot zijn oude rust is teruggekeerd, sta hier de ernstige vraag aan de kiesvereenigingen, wat zij nu ver der doen zullen. Ds. Schreuder heeft op het Zomerfeest don Zuid-Bevelanders toegeroepen: vrien den de tjjd der rust is voor u voorbij. De geest des ongeloofs begint ook op uwe erve do vleugels uit te slaan. Ongeloof en revolutie zjjn ook in uwe dorpen neergestreken, en verkondigen u in meetings en clubs hunne valsche theorieën. Tegen deze vijanden hebt gij u te wa- peneD, gij hebt om te zien naar de Btevigste en zekerste middolen van verweer. Wapent u derhalve met het Woord en met het zwaard des Goeste3, opdat gij hen kunt weerstaan. Dat woord van vermaan was ons uit het hart gegrepen. Het kome in de eerste plaats tot onze kiesvereenigingen, tot onze clir.' werkliedenvereenigiDgen, tot onze school- vereenigingen en tot onze eenige ocb, waarom zoo lang nog de eenige 1 anti revolutionaire propaganda-club. Dit roepen wij u too met het oog op den ernst der tjjden. Het ongeloof treedt te driester op, en de tegenstanders der chr. beginselen ver menigvuldigen. Hierover behoeven wij niet verder te praten. Wie maar even zien kan, die ziet het. Maar ook de positie, waarin de antire volutionaire partjj, onder de toelating Gods gekomen is, wel verre van tot rust uit te noodigeD, roept tot verdubbelde krachts inspanning. Reeds de wet der natuur leert, dat ra een wat sterke inspanning gemeenlijk een reactie intreedt die tot traagheid doetneigen. Die wet zal zich ook op het terrein van het publieke leven doen gelden, wanneer daar onder ons volk niet een goede kern overbljjft, die de wacht bljjft betrekken op de wallen. Bjj brand is 't een goede gewoonte dat een deel der burgers inrukt, wanneer het grootste gevaar geweken is, doch een ander deel het piket op het terrein vertoeft om bij moge'ijke nieuwe opflikkering der vlammen klaar te zjjn. Kiesvereenigingen en gij anderen zoo straks genoemd, gij hebt „brandpiket". Mogen de anderen al rustig slapen gaan, gjj moet op blijven; gij moet mobiel zijn; gij moet de wacht blijven betrekken bjj het beginsel; en met het oog op hetgeen komen kan, op de plaats rust, het geweer bij den voet u tot verweer gereed houden. Het is waar, na inspanning mag ont spanning komeD, doch die ontspanning der lusteloosheid mag geen duurzame hobbe- ljjkheid worden. Wat gjj nu van dezon winter te doen hebt, behoeven wjj u niet te zeggen. Gjj weet het reeds, en meer dan oene kies- vereeniging nam reeds een kloek besluit. Maar voor wie 't nog niet deed, herin neren wjj even wat wij tor onderhouding van de actie noodzakeljjk achten. De kieejeroen'gingen hebben zich te zetten tot ijverige bestudeering en bespre king van Ons Program. OnB Program van Beginselen in de eerste plaats. En dan ook ons program van actie. Die programs moeten naarstig bekeken en besproken en doorgewerkt worden. Zulks kaD geschieden onder leiding van den voorzitter. Maar dan moot er ook eens per maand, gedurende het winterseizoen, een spreker van onze richting in het openbaar optre den met een onderwerp rakende de sociale quaestie. Na afloop van de lezing worde debat met geestverwanten en tegenstanders toe gestaan. Op deze wijze zal de Kiesvereniging, wat de doorwerking der beginselen aan gaat, vruchtbaar kunnen optreden. En wat er dan verder nog te doen is De Kiezerslijsten bestudeeren. Onderzoeken wie, hetzij als loon-, hetzij als woning-, hetzij als spaarkiezer nog in aanmerking kan komen voor het kiezer- schap. Dergelijken moeten bezocht en opgewekt en herinnerd wordeD. Verder moet door bezoek en gesprek eu door verspreiding van Chr. Staatkun dige blaadjes de liefde voor onze begin selen, do belangstelling in de politiek worden gewekt en versterk*. Vooral populaire geschriften, zooals de Groningsche Kiesvereeniging en de Bond van Antirev. propagandaclubs die uitgeeft, moeten onder ons volk, doch vooral bij de grensbewoners, de bezwaarde medestanders, hier en daar ook bij de eerlijke tegen standers bezorgd worden. Er is ook groote behoefte aan jonge mannen die zich op de hoogte stellen van de wetsontwerpen die van dit Kabinet uit gaan, en zich oefenen in de toetsing van deze ontwerpen aan de beginselen. Hierbij is de pers de beste voorlichtster en ook wij wenscheD, naar vermoger, daarbij behulpzaam te zijn. Zyn wij op die wjj ze werkzaam, dan is er roden om te verwachten dat men het district, de streek, de plaats der inwoning, waar het liberalisme nog oppermachtig is, zal kunnen omzetter, zoodat vertegenwoor digers van onze richting, of althan3 uit de drie meest bekende Chr. partjjen gekozen worden. Meer nog, want daar komt het op aan, wanneer het district of de plaats der in woning reeds zoo ver kwam dat de meer derheid der afgevaardigden naar Kamer, Staten of Raad al antiliberaal werd dan is er kans dat langs dien weg het district aan het liberalisme ontrukt wordt. Onze opmerking geldt vooral het kies district Goes. Daar heeft men binnen enkele jaren slechts alle liberalen, op één na uit de Staten geweerdnaar de Kamer enkel mannen uit de Christelijke partijen afge vaardigd, en in menigen dorpsgemeenteraad de meerderheid gebracht aan Christe lijke zij. Maar is daarmee het district, het dorp aan het liberalisme ontrukt, omgezet in Chri3teiijken geest, antirevolutionair ge worden Dat weet men wel beter. Iozonderheid tegen het conservatisme ga de strjjd. Er is groot gevaar, wanneer een partij in de meerderheid is, dat zij rusten ga op hare lauwerendat de geest der bewaring en bestendiging over haar vaar dig wordt, en zjj vrede gaat leeren vinden in de doffe atmosfeer van het laat-maar- waaien Hiertegen moet men waken. Vooruit, blijft de leus. VooruR, zjj het 0ok met bescheiden eischeD, in langzamen tred. Maar dan toch vooruit. En de voortstuwende krachtdat moeten zijn de Kiesvereenigingen, de Propa gandaclubs, de Christenwerklieden. Het Calvinisme aan het hoofd der be weging 4 Juli 1904. Onze opmerking inzake den einduitslag der Statenverkiezingen voor het liberalisme was nog te gunstig voor de liberalen. Onze einduitkomst wasverlies van een stem over 't geheele land. Een lezer maakt ons er attent op dat dit verlies 9 bedraagt, onder meer 2 in Over- ijselin Utrecht 2 en 4 in Noord Holland, tegen 1 winst in Den Haagden zetel in Friesland wonnen niet zjj, maar hun bond- genooten. Nog vraagt men ons hoe 's rijks schat kist wèl kan varen bjj een Statenverkiezing. Men vrage dit aan de rijkstelegraaf en aan de brievenbestellers. In 1889 vergaderde in de maand Novem ber de geneeskundige raad voor Zeeland te Middelburg. Daar werd medegedeeld dat pogingen in het werk moeten worden gesteld om van neutrale zjjde zoo mogeljjk een krankzinnigengesticht op te richten in Zeeland. Tevens deelde de socretaris mede dat van christelijke zijde getracht werd in het zuiden dos lands oen krankzinnigengesticht op te richten. Dus als in 1904. Ook nu van twee kanten dusdanige plannen. Maar met dit verschil dat van noutrale zjjde wederom de pogingen schjjnen opgegeven, terwjjl, Gode zij dank, de christelijke actie door werkt, en wij binnen betrekkelijk korten tjjd in Zeeland klaar hopen te zijn. 'Mr. Sybrandi heeft 't bij de liberalen verkorven. Uit zjjn redevoeringen in O re- rijsel gehouden zijn eenige uitspraken op geschreven en die worden hem nu in 't aangezicht geworpen door zijn staatkundige tegenstanders. Daar het bij ervaring bekend is dat de liberalen niet te vertrouwen zijn in het citeeren en concludeeren (dat wil zeggen het doen van aanhalingen en het trekken van besluiten) kan men de aanvallen op m". Sybrandi gerust laten voor hetgeen zjj zjjn. Trouwens hjj heeft reeds aan den leider van al die aanvallen, mr. v. Over stralen in de Zwolsob? Crt. geantwoord dat wat hem te laste gelegd wordt omtrent de uiting, wearbjj bjj van de leer van Darwin gewaagde, beslist valsch is en dat hjj den hoer Bos, die de beschuldiging ten aanzien van dit punt het eerst geuit had, te zijner tijd cok in do Zwolsche Crt. zal beantwoorden, als de redaotie tot opneming van zjjn antwoord bereid is. Na de zalrainterpellatie kwam die van den heer Pastoors over de Velzerpont. Een ware lijdensgeschiedenis, die pont n. 1. Wat al proefnemingen om ze goed te krij gen. Tal van autoriteiter, de ingenieurs niet te vergeten, zijn er aan te pas ge komen, de eene reparatie volgde op de andere nu al de zevende sinds April en nog steeds klacht op klacht. Een ware toestand voor de bewoners aan beide zijden van het kanaal. En al dat getob kost het rijk al meer dan twee millioeD. Die toestand daar te Velzen is onhoudbaar, zoo dacht en sprak dhr. Passtoors, de afgevaardigde van Bever wijk. Hij wilde dan ook eenvoudig, dat de Minister die proefnemingen maar staakte. Het werd er toch niet beter op. Dan maar liever de boel radicaal aanpakken en een flinke, royale brug met electrischa beweeg kracht. Dat is nu alles goed en wel, zei minis ter De Marez Oyens, maar feitelijk zjjn mij de handen in dezen wel wat gebon den. Er is indertijd in deze zelfde Kamer uitgemaakt, dat er een pont zijn zal, zoo lang niet bewezen is, dat de overgang beslist onmogelijk is. En dit laatste valt nu niet zoo gemak kelijk te bewijzen. Vandaar die herhaalde proefneming. Daarenboven is de pont door de deskundigen nog volstrekt niet «opge geven". De hoeren ingenieurs willen nog wel eens probeeren. De zaak staat nrg zoo hopeloos niet. Met de tram ging het ni9t, dat is zoo, maar tegenover die tram hebben we ni9t de minste verplichting. En zoo zal het derde millioentje er aan gaan, merkte dhr. Lieftinck, afgevaardigde van Franeker en would-be grappenmaker, spijtig op. Al wa3 de pont goed, dan is de brug nog beter ook met het oog op de kosten. En nu moet zoo'n pont eens zinken. Wee dan Amsterdam. In zijn verbolgenheid dreigde de ex-dominé zoo waar met eene motie. Dat geknoei met die pont moet uit zijn. Doch het bleef bij een dreigement. Het behoefde trouwens ook niet, want dhr. Passtoors was mans genoeg, om zelf dit varkentje te wasschen. Hij stelde een voudig voor, de proefnemingen te staken. Dan was ook de Minister af van zjjn ver plichtingen jegens zijn ambtsvoorganger en da vroegere Kamer. Die motie kwam echter niet in stemming. Ze werd uitgesteld, nadat cla Minister beloofd had de proeven te staken in afwachting van de latere be slissing der Kamer. Van de Velserpont kwam men op het „snelvuurgeschut". Inderdaad een heele sprong. Zooals men weet, werd die wet vroeger aangenomen en nu ging het over de middelen tot uitvoering n.l. pecunia. De gelden werden toegestaan. Behalve eenige liberalen, stemden tegen de socia listen en de vrijzinnig-democraten. Ook dhr. Staalman. Voorts ging het ontwerp van de „bankbiljetten" de muntbiljetten zullen verdwijnen onder den hamer door en toen kwam er nog een hartig woordje over de ridderorden of zoogenaamde „lintjes", waarvoor een extra sommetje was aange vraagd. De heeren socialisten waren daarover niet best te spreken. Vooral niet dhr. Ketelaar. Hij moest van die „ijdelheid" niets hebben. Te hooi en te gras worden zij uitgedeeld die ridderorden. Het kost maar geld. Er moest maar eens een be lasting op komen. Minister Haite trachtte dat kwelduiveltje van sommigen te bezweren door de op merking, dat het geld voor de ridderorden volstrekt niet weggeworpen is. Ze waren productief genoeg, die uitgaven, want onze nationale belangen werden er door bevor derd. Da buitenlanders b.v. worden niet voor de aardigheid gedecoreerd. Hot is veelal oen blijk van waardeering tegenover bewezen diensten. Meer voeten in de aarde had nog de behandeling van het wetsontwerp tot toe lating van schippers op koopvaardijschepen. We zullen echter onze lezers niet ver moeien met de verschillende beschouwingen van sommige leden er kwam zelfs nog een amendement evenmin met de ver dediging van het ontwerp door den Minister. Belanghebbenden verwijzen we naar de Handelingen. Genoeg is het te weten, dat het zonder stemming werd aangenomen. En nu kwam de clou n.l. de finale van da drankwet. Het was een volle Kamer. Slechts een zestal ontbraken op het appel. Zeker noodgedrongen, zooals o. a. do heer Fruijtier, die de zitting van Gede puteerden moest bijwonen. Nog eenige korte ceremonies en de eindstemming volgde. Het ontwerp werd aangenomen met goede meerderheid. Tegen stemden van de rechterzijde de heeren De Ram en Jansan, en van de linkerzijde vóór de heeren Roëil en v. Karnebeek. Vooraf hadden dhr. Borgesius en Troelstra hunne bezwaarde harten ontlast. De huishoudelijke raming werd nu vast gesteld in comité-generaal en de Kamer ging tot nadere bijeenroeping uiteen. Sprokkelingen uit de historie. XII. In dan goeden, ouden tijd, toen de school meester rog koster, voorlezer, klokkenluider en hondenslager was, kwam het nu meer dan twee en halve eeuw geleden in een onzer vaderlandsehe dorpsgemeenten voor, dat zulk een titularis zich voor een dezer baantjes eigenlijk te voornaam achtte. Koster, dat was goed en klokkenluider nu ja, dat kon nog, maar hondenslager, zie, dat was nu zoo heelemaal beneden 's meesters waardigheid. Te vergeefs beduidde men onzen paeda- goog, dat zijn waardige ambtsvoorgangers, zaliger gedachtenis, nooit het minste be zwaar gemaakt hadden, om de verschillende functies waar te nemen en alzoo ook om op zijn tijd de honden uit de kerk te houden of te jagen, hem daarbij ten overvloede wijzende op het loffelijk voorbeeld van zijne collega's in de omliggende kerkdorpen. Niets mocht baten, om den man tot andere gedachten te brengen. Stijf bleef hjj in dezen op zijn stuk staan en meende maar, dat die baantjes van koster en hondenslager niet bjj elkander pasten. Al het mngeljjke deed hjj dan ook om van dit laatste baantje aftekomen. !HEai*aemn*wTOrowmamRmr9?reimntEa9aEQ5R2iHn:'- Zoo had de maD, zeker in don uitersten nood, het op een accoordje zoeken te gooien met don doodgraver. Die zou dan de hondenwacht op zich nemeD, voor oene kleinigheid natuurljjk en een paar nieuwe schoenen por jaar. Maar daar werd ter elfder ure een schotje voor geschoten. Het mocht niet, zeiden de heeren. Sommige dorpelingen gaven den meester geljjk. Moeilijk, zoo spraken ze, kan toch meester Forsius onder den dienst te geljjk uit den Bijbel voorlezen en de blaffende honden uit do kerk jagen. Wat eon aan stoot en ergernis zou dit geven. AndereD, dio om des lieven vredes wille gaarne trachtten te [schikken en te plooien, wilden aan die oneenigheid een einde maken, door te bepalen dat de honden geheel en al buiten de kerk zouden gesloten worden. Dan was er geen hondenslager moer noodig en kon het baantje gevoegelijk opgeheven worden. Zoo was en bleef die hondenge schiedenis het was in het hartje van den winter, zoo ongeveer tegen Kerstdag hot ondorwerp van de gesprekken. Nu stond gelukkig in doze gemeente een verstandige, hoewel oolijke dominé. In het oerst liet hij zich al heel weinig met die malle geschiedenis in. Schertsend schreef hjj or van aan een vriend «Onze koster wil geen cynicus (hondenslager) zjjn omdat do man zich voor een Diogenes houdt. Maar op den duur kon onze pastor er zich niet bu ten houden. Do zaak moest behandeld worden. Er werd eene ver gadering belegd, liefst een paar dagen voor Korstdag. Het geval werd van alle kanten bezien en besproken. Men ging op de principia in. Er werd n.l. govraagd, of een koster, met behoud van de eer van zijn ambt, hondenslager zjjn kon, ja of neen. Het meerondoel der aanwezigen oordeelden van ja. Want, zoo redeneerde men, al be hoort dat niet tot het wezen van de hoofd betrekking, eenige bjj komende, op zich zelf minder eerwaardige bezigheden ont nemen daaraan het eervolle toch niet. Neem b.v. een dominé. Als deze op het schavot of bij do galg met den beul in aanraking komt, om een boosdoener te vertroosten, wordt daardoor zjjn ambt ontoerd Of als een dokter zich meer dan hem lief is, met een zieke moet inlaten tot oen onderzoek der urine toe, of wel een schout met een gewonen gerechtsdienaar samen werkt, moeten daarom die mannen minder geacht worden Immers neen. Daarbij kwamen er praetische bezwaren. Het gaat tegen alle gewoonte in. Ner gens in den geheelen omtrek is dit baantje van hondenslager van hot kosterambt ge scheiden. Zelfs niet op die plaatsen, waar de inkomsten meer dan duizend daalders 's jaars bedragen. En stel nu, dat wij voor ons een afzonderlijk persoon daar voor aanstelden, hoe zouden wij door ons doon de kerkbesturen van de kleinere dorpen in de bDUrt in moeiljjkheid brengen. De kosters aldaar zouden zeker het voor beeld van hun collega hier willen volgen. De heeren waren er niet voor te vinden. Na lang heen en weer praten nam dominé wellicht om er een eind aan te maken op zich, om van den kansol af te kon digen, dat niemand voortaan groote of kleine jacht- of huisbonden of eenige rekels in de kerk mede mocht brengen, op straffe van arbitraire veroordeeling. Zoo hadden daar de menschen de honds dagen tweemaal in dat jaar en wel 's zomers en 's winters. En of het werk sprak, toen de dominé een paar dagen later nl. den tweeden Kerst dag voor een collega in de buurt optrad vermoedeljjk hadden zij geruild gaf deze zotte geschiedenis hem opnieuw stof tot humor. Hjj zag nl. van den predikstoel, hoe een diaken, die onder den dienst rondging, om de liefdegaven in te zameleD, onder de bedrijven door met zooveel kracht tegen een hond sloeg, die tegen hem gromde, dat de Bteel brak en hij verder alleen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1