NIEUWSBLAD
No. 107. 1904.
Donderdag 9 Juni
18e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Onkunde of misleiding
Praatjes over Se vertalmen.
Stemming 17 Juni.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
UIT 1)12 l'ÜRS.
elkkn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
ejn van
van I5 rogcis 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Juli
a. m. op ons blad abonneeren,
ontvangen liet tot dieu datum
gratis.
De Zeeuw steunt de volgende eandidaten
Kiesdistrict Middelburg.
H. J. VAN DER MEER.
Mr. A. A. DE VEER.
D. WISBOOM VERSTEGEN,
allen aftredende leden.
Kiesdistrict Vhssingen.
W. A. GRAAF VAN LIJNDEN.
A. LOOIS,
aftredende leden.
Kiesdistrict Zierikzee.
C. J. B00GERD.
J. B0ÜMAN.
C. HAGE.
Kiesdistrict Tholen.
A. HOLLESTELLE {aftr. lid).
H. J. TICHELMAN.
Kiesdistrict Goes.
B. M. DEN BOER.
M. DE JONGE Jz.
Mr. C. LUCASSE,
allen aftredend, en
J. G. P. TIMANS.
Kiesdistrict Hulst.
E. B. DUMOLEIJN.
A. MOERDIJK.
J. A. VAN ROMPTJ.
J. F. A. M. VAN WAESBERGHE,
allen aftredende leden.
In sommige liberale bladen kwam een
artikel voor, waarin met argumenten, ont
leend aan een Vliegend Blaadje van de Ver-
eeniging „Het vrije ruilverkeer"stemming
gemaakt werd tegen de ontworpen Tarief wet.
Versohillende artikelen voor dagelij ksch
gebruik werden daarin genoemd, terwijl
vooral den „kleinen luyden" toegeroepen
werdDoor de nieuwe wet zullen de
invoerrechten en dientengevolge ook de
prjjzen met het percentage, dat wij u noemeD,
worden verhoogd.
Een onbevooroordeeld lezer zal uit be
doeld schrjjven althans niets anders kunnen
opmakeD.
Daar echter controle op de verschillende
argumenten der oppositiepers en der oppo
sitiepartijen vooral in deze dagen weer
dubbel noodzakelijk is, hebben wij ons de
moeite getroost, de heeren van het Vliegend
Blaadje en van Het vrije ruilverkeer eens
na te rekenen. En wat blijkt dan?
lo. Dat men in gebreke bleef (onkunde
of opzet?), om te vermelder, dat van de
artikelen, waarop do aandacht werd geves
tigd, ook thans reeds zeer vele belast zijn
2o. dat men èn ten opzichte van de
onder lo. bedoelde ón ook ten opzichte van
andere levensbehoeiten de pecentage veel
te hoog apgaf en
3o. dat men vergat te zeggen, dat van
de naar de waarde belaste artikelen de
rechten worden geheven niet naar den maat
staf van de verkoop-, doch van de inkoops
prijzen.
We zullen deze beweringen zoeken te
staven.
De aandacht werd gevestigd op haver
mout, dat met 20 van de waarde zou
worden belast, stokvisch, schoenen, laarzen
en Hompen, die alle 10 duurder zouden
worden, kleeren en manuf acturen, hoeden en
petten, petroleum en bedden, die 12 in
prjjs zouden stijgen en schoppen en naai
machines, die 3 duurder zouden moeten
worden betaald.
„De havermoutzoo denkt ongetwijfeld
de onpartijdige lezer van het Vliegend
Blaadje, wordt 20 duurder.
Als ik tot hiertoe dus 10 ct. betaald heb
per pond (losse havermout) dan moet ik nu
voortaan 12 ct. betalen en dat is geen
kleinigheidEn wat is nu het geval
In het ontwerp wordt voorgesteld een
heffing van f2.50 op de 100 K.G. van dit
arlikel. Zelfs wanneer dit bedrag geheel
bjj de thans geldende prijzen gevoegd werd,
wat zeker niet het geval zou zijn, zou dat
toch slechts eene verhooging geven van
l'/i ct. per pond.
Hier wordt dus op zijn minst genomen
zeer sterk overdreven. Bij de duurdere soorten
komt dat nog sterker uit.
„Slokvisch zal 10 in prijs stijgen",
concludeert weer de lezer van het Vliegend
Blaadje uit hetgeen dat blaadje meldt. Wat
is de waarheid?
De Minister stelt voor van stokvisch
(gedroogde visch) te keffen f 1.50 per 100
K.G. De winkelprijs van stokvisch is hier
ter plaatse 30 ct. per pond.
Werd de prijs met 10 verhoogd, dan
zon dat dus zijn per K.G. 6 ct. of per
100 K.G. f6.—.
Hier wordt dus in 4 dubbele mate gefan
taseerd, tenzij de opstellers van het Vlie
gend Blaadje en de heeren van Vrij rtal
ver kerr adressen hebben of zelf klanten
zjjn van winkels, waar men Btokvisch ver
koopt a 7'/a ct. per pond.
„Voor onze kleeren, voor manufacturen,
zelfs voor hoeden en petten zullen we 12
meer moeten geven."
Ook hier weer sterke overdrjjving. Kleeren
en manufacturen en ook hoeden en petten
zijn ook thans reeds met 5 der waarde belast.
In het nieuwe ontwerp wordt voorge
steld een recht van 10 voor manufactu-
rou, dus slechts 5 en niet 12 meer
dan tegenwoordig; van gemaakts kleeren
zal 12 worden geüischt, van hoeden en
petten eveneens, zoodat ook ten opzichte
van de rechten op deze artikelen een on
juiste voorstelling wordt gewekt 1
Van de schoenen en laarzen, dio eveneens
10 meer zouden kosteri, geldt hetzelfde.
Ook heden ten dage zjjn ze reeds aan een
invoerrecht van 5 onderworpen, terwijl
hoi nieuwe ontwerp 6%—10% voorstelt!
Klompen zjjn tot hiertoe vrjj. „Voortaan
echter zult ge ze 10 hooger moeten in-
koopen," zoo laat men het voorkomen.
Waarheid is, dat voorgesteld wordt een
invoerrecht van f2.50 per 100 K.G.
In 100 K.G. klompen gaat +100 paar
van 45 ct. per paar. Had hot Vliegend
Blaadje geljjk, dan moest op zulk een paar
klompen dus 4*/2 ct. meer worden betaald,
terwjjl het in het ergsto geval slechts 2'/,
ct. kan zjjn. Trouwens de Minister zelf
spreekt in de Momorie van Toelichting
van een recht naar den maatstaf van
6 der waardo.
„Pe'roleum zal 12 duurder worden"
maakt een onpartjjdig lezer uit het ge
schrevene op.
Waarheid is, dat thans reeds f 0.55 por
100 K G. wordt betaald on in de nieuwe
wet f0.75 por 100 K.G. wordt voorgesteld.
Eene verhooging van 12 zooals, naar
men het laat voorkomen, het gevolg van
de nieuwe tariefwet zou zijn, beteekent
per Liter 1 ct.
De rechten worden echter slechts ver
hoogd met 20 ct. per 100 K.G. 125
Liter, zoodat, zelfs wanneer die 20 ct. op
de koopers wordt verhaald, dit bedragen
zou niet 1 ct. maar nog geen 'U ct. per
Liter. Hier vinden we dus zesvoudige over
drijving!
(Wat niet wegneemt dat wij bjj de Kamer
leden ernstig aandringen, dat petroleum-
recht van 'l6 cent per liter uit de wet te
lichten. Een voorstel in dien geest, zal
dan trouwens ook, naar wjj vermoeden,
wel inkomen. Red.)
„Zélfs voor ons bed zullen we 12
meer moeten betalen."
De werkelijkheid is, dat zeegras en kapok
onbelast bljjven. Op bedden, uit die in-
grediBnten vervaardigd, heeft dus de nieuwe
wet geen invloed.
Bedveeren zjjn, mits ongezuiverd ingevoerd,
eveneens vrij. Zjjn ze gezuiverd, dan wordt
voorgesteld een recht van f4.per 100
K.G, Uit die 100 K.G. worden 8 bed
den gemaakt. Op ieder bod kan dus ton
hoogste f0.50 prijsverschil komen.
Wanneer die f0.50 12 verhooging
boteekent, zooals het Vliegend Blaadje zegt,
dan Blapen de opstellers daarvan zeer zeker
op voeren of donzen bedden, die niet meer
koston dan f4.50 per stel. Geen wonder,
dat ze dan aan 't droomon gaan 1
f Dat "een schop of een naaimachine met
3% der waarde belast wordt, is waar.
Maar dan toch zeker, zooals hot ook
trouwens met andere artikelen het geval
is, met 3% van den inkoopsprjjs (fabrieks
prijs), zoodat, als ze hierdoor duurder zonden
worden, zeer zekor de prjjs van verkoop
(winkelprjjs) mot niot moor dan hoogstens
2% behoefde te stjjgon.
Alles Baamvattende bljjkt uit hot boven
staande duideljjk, dat wel dogoljjk naar
aanleiding van de propaganda voor Vrij
ruilverkeer mag worden gevraagd»On-
kunde of misleiding
Wanneer we bjj alles nog in aanmer
king nemeD, dat zelfs in hetzelfde geschrift
nog moet worden toegegeven, dat de win
kelprijzen van de ook in ons land vervaar
digde artikelen, die hier werden beproken,
zeer zeker niet ten volle met genoemd pro-
centage zal worden verhoogd, dan komen
de berekeningen nog in een geheel ander,
voor Vrij ruilverkeer nog ongunstiger licht
te staan.
We spreken du nog niet eens over andere
argumenten van de tegenstanders der
tariefwet.
Er wordt o. a. tegen het ontwerp in
gebracht, dat bjj v. de Duitsche labrikanten
bjj huDne regeering op repressaillemaat-
regelen zullen aandringen, omdat er ge
vaar voor hen bestaat, dat ze van de
Hollandsche markt zullen worden ver
drongen.
Men beroept zich daartoe op hetgeen
Duitsche bladen schreven en men waar
schuwt dan de regeering, om toch niet
zoo roekeloos te zjjn en het vadorland niet
in gevaar te brengen.
Alsof Duitschland met zjjne tariefwetton
zich ieta aan ons land stoort, ook al was
er van geene herziening sprake 1
Maar wat geeft men door die waar
schuwing feiteljjk toe? Dit, dat de buiten-
landsche fabrikanteD, zooal niet alles, dan
toch een groot deel van de hoogere hef
fingen zullen moeten betalen en niet de
Nederlandsche industrie of de Nedorlandsche
verbruikers.
De Duitschers weton trouwens meer van
de werking der hoogere invoerrechten dan
wij en zoowel de Duitsche industrie als
de Duitsche arbeider hebben reeds jaren
lang van onze lage en van de hooge Duitsche
tarieven geprofiteerd
Onze slotsom is, dat do Vliegende Blaadjes
zich wel eens nauwkeuriger gegevens mogen
verschaffen met de vigeerende wet en het
nieuwe wetsontwerp vóór zich, en tevens
dat de consumenten zich volstrekt niet
behoeven bang te makeD, dat de onjuiste
en sterk overdreven voorspellingen van de
mannen van het vrije ruilverkeer in vervul
ling znllen gaan.
De schommelingen, de soms zeer sterke
schommelingen in de prjjzen van verschil
lende verbruiksartikelen, zooals die ook
zonder wjjziging der invoerrechten zullen
bljjven bestaan, hebben werkolijk (denkt
slechts aan de petroleum- en steenkolon-
maatschappjjon 1) gansch andere oorzakon
dan een meerdere of mindere verhooging
dier rechten aan de grenzen des lands
RUSLAND en JAPAN.
Het bombardement van Port Arthur houdt
aan. Te Chitoe is alles rustig. l)och te
Port Arthur begint het 'te nijpen. Daar
toch worden nu reeds strenge straffen op
gelegd aan allen, die levensmiddelen ver
bergen of verkoopen.
De hoeveelheid levensmiddelen is niet
groot in de stad. Er zijn geen versche
groenten meer te krijgen en slechts weinig
melk en suiker. Wel bevindt er zich een
zekere hoeveelheid ingemaakte spijzen,
Ieder man ontvangt daarvan vier ons per
dag.
Het hoofivoedsel is beschuit, waarvan
ieder dageljjks tien ons ontvangt. Niemand,
vrouw of man, in de stad hoeft sedert ver
scheidene weken een voldoenden maaltijd
gehad.
Het gerucht gaat dat een zeeslag heeft
plaats gehad in de golf van Petsjiliterwijl
een ander gerucht, dat bij Taliën wan het
slagschip Jasjima op een mijn zou geloopen
en gezonken zijn, zich niet heeft bevestigd.
Men verneemt uit Liau-jang, dat gedu
rende de jongste vier weken Koeropatkin
het Russische leger geheel heeft gereor
ganiseerd, dat thans hervormd is tot een
degelijke, geljjkgozinde krach', gereed om
de moeilijke taak die hot wacht, tin uit
voer te brengen. Lrat ons dat hopen.
De gezondheidstoestand der troepen is
uitstekend Zij zijn vol vertrouwen op de
overwinning. Het schijnt, dat de opmarsch
een aanvang heeft genomeD.
Dinsdag deden de Japanneezen eon krach
tige poging om Port Arthur van de landzijde
te naderen, doch de Russen waren waak
zamer dan anders en beletten de samen
werking tusschen de Japansche troepen en
vloot.
Overigens geeu berichten dan van kleine
schermutselingen.
Ds. Talma en de Drankwet. Wjj
lezen in de Maasbode:
Die ds. Talma zwoegt wat af bij de
Drankwet-confectie 1 Het aaneenpassen
van al die artikelen en amondementon
moge voor de Kamer een vermoeiend
werk wezen, in het bjjzonder is het dit
toch voor den president der commissie van
rapporteurs een baantje, waarop men
bjj een wet als die van Modderman-Kuyper
niet tuk behoeft te wezen.
De heer Talma werkt soms als een, die
onder 't sweatings-systeom gebukt gaat.
Heel den dag is hjj steeds hoog ge
boord en in wapperende gekleodo jas
tusschen de groene banken present. Ik
zeg met opzet tusscbon de groene banken,
want de afgevaardigde van Tietjerkstera-
deel zweeft gedurig rond. Met de talrijke
vaders der talrijke amendementen en met
tal der nog talrjjker redenaars houdt hjj
ernstige gesprekken over het wel en wee
der vergunninghouders en hun klanten.
Want het wil heel wat zeggenzorgen,
dat in het uitgebreide net van bepalingen
en voorschriften geen steken vallen. En
dat zon toch met al die verwjjzingon naar
artikelen, welke al gepasseerd zijn of nog
komen moeten, licht kunnen gebeuren.
Maar do heer Talma waakt 1 Hij „is er
geducht in." Zoo nieuw kan goen denk
beeld wezen en het wemelt dezer
dagen van nieuwe denkbeelden 1 of
hij weet terstond te zeggen, in welk ver
band het al dan niet behoort te komen.
En dan gaat hjj met den opperaar van
het idee, knusjes met hem in éón bankje
gezeten, aan 't overleggen, hoe de zaak
't best in het reine kan gebracht. Worden
ze het eens, des te beter. Zoo niet, dan
pakt de heer Talma zjjn man in 't open
baar aan en houdt hij nummer zooveel
zijner redevooringen. Hjj en ministor
Kuyper zijn geabonneerd op het woord,
door den voorzitter te verleenen.
Nu ik die twee toch samen noem, een
paar vergelijkingen. Ook de premier zweeft
voortdurend rond, van spreker tot spreker.
Maar Z. Exc. doet dat leuk weg zoodat je
goed op hem moet letten teneinde hem
tusschen al die Ioopende heeren niet uit
het oog te verliezen. Met de oogen naar
den grond geslagen en de armen stillekens
langs zjjn korte gestalte, schuifelt hij voort.
De heer Talma echter pleegt reuzenstappen
te nemen, zoodat zjjn wapperjas wijd uit
holt. Daarbij kijkt bjj met zjjn opgewekt
gezicht voortdurend rond, terwjjl hij hij al
zjjn zwerftochten de heele drankwet mee
draagt. Dat zware pak papieren verlaat
hem geen oogenblik, Of hjj naar de spreek
plaats gaat dan wol naar den voorzitter,
naar zijn eigen bank dan wel naar een
medelid, het doot er niot toedo draiik-
wot vorgozelt hom. Ik wed, dat deze pape-
rassenovervloed zelfs zijn schaarscho tochton
naar do koffiekamor meemaakt, zóó onaf
scheidelijk is hij ermee vorbonden. 't Zal
dan ook wel eon keurig gerangschikte en
zorgvuldig bijgeplakte verzameling wozon
van al wat tot dusverre verschoon. En
zoo iets stel je niot rookejoos in gevaar
van verloren te gaan of in de war te raken.
Hoo zwaar intusschon zijn taak zjj, do
heer Talma gaat er geenszins onder gebukt.
Zijn eigenaardige glimlach blijft onver
stoorbaar. Er moet voor den togenstandor
wel iets prikkelends in dien glimlach zjjn.
Ge moogt u uitputten in argumenten, ge
moogt twjjfel uitspreken aan het juist in
zicht der commissie van rapporteurs, ja
go moogt wat de socialisten gaarne doen
sarcastisch worden en persoonljjkheden
verkoopen aan het adres van Tietjerkstera-
deei's uitverkorene, de heer Talma big ft
er bljjmoedig onder on zogt u met zjjn
breed-laehendo trekken»Wacht maar,
kereltje, straks is het mjjn beurt weer".
En als dan die beurt komt, klinkt vanaf
de spreekplaats een welluidende, forsche
stem, die in mooi gebouwde volzinnen en
met eigenaardig accent krachtig de eigen
zienswijze verdedigt en de aanvallen waardig
afweert.
Ds. Talma houdt er wol van kranig van
zich af te moeten sprekeD. Het schippe
rend beraadslagen over allerlei kleine be
palingen, waarmede hjj thans belast is,
moge hji al accuraat doen, in zijn element
is hjj daarmede niet. Hjj kan pas mot
voorliefde zjjn volle kracht ontplooien, als
de groote beginselen in 't debat zjjn, als
de atmosfeer der Kamer geladen is met
politiek. Dan vooral staat hjj zijn man,
vraag het maar aan don heer Borgesius,
met wien hij onlangs interrupties en uit
vallen wisselde. Dat was een lieve lust,
hoe rumoorig de Kamer zich toen ook ge
droeg
Hein. Wat hebben ze je nu eigenlijk
op da mouw gesteld?
Piét. Ze hebben gezegd, dat het Kabinet,
en vooral de minister-president, zooveel is
als een dictator, die de Kamer om zijn
pink draait.
Hein. Hm, hm.
Piet. E i dat de leden der meerderheid
slaafsche volgelingen zjjr, die de wetten
niet onpartijdig onderzoeken, maar den
minister blindelings gehoorzamen.
Hein. En heb je dat alles nu maar voor
zoete koek opgenomen
Piet. Ik moest wel. Het werd verteld
alsof niemand er aan twijfelde.
Hein. Laat ik je dan eens wat zeggen,
Piet. Diezelfde menschen, die je dat ver
teld hebben, gelooven het zelf zoo weinig,
dat ze een ander oogenblik klagen, dat het
kabinet al te groote zucht vertoont naar ge
meen overleg met de Kamer.
Piet. Ja, ja, dat heb ik ook wel ge
hoord. Het Ministerie was te meegaande,
te weinig vast.
Hein. Daar heb je 't, Piet. Wie een
hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok
vinden. En op dit gebied geldt dit meer
dan. elders. Do wijze, waarop in onzen tijd
de beschaafde landen worden geregeerd, is
eenigszins ingewikkeld.
Piet. Daar begrijp ik toch niets van.
Hein. Ik ook r.iet veel, en ik ga daar
over dan ook niet spreken. Maar dit wilde
ik zeggen, dat er voortdurend twee dingen
zijn, waart,nsschen een Ministerie het even
wicht moet bewareneigen zelfstandigheid
en samenwerking met de Kamers. Nu is
het altijd heel makkelijk voor wie een Ka
binet wil aanvallen, te zeggen dat het te
veel naar óénen of naar den anderen kant
overhelt; ro. 8. w. dat het te koppig of dat
het te zwak is.
Piet. En zóó doen ze nu ook, meen je,
Hein. Neen, nu doen ze 't gekker dan