NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 92. 1904.
Dinsdag 3 Mei
18e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Wachter, wat is er van den nacht?
II e c in t s i a ke n.
Gemengde Berichten.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p. 0,95.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Als we de week openende, in betrekking
tot het vaderlandsche nieuws vragen:
Wachter, wat is er van den nacht? dan
krijgen we ten antwoord: eerst de oppo
sitie tegen de Hooger-Onderwijswet. De
leden van de Eerste Kamer worden over
stelpt met adviezen die tot verwerping of
aanneming manen.
Eén ding wordt bij den ijver om deze
wet verworpen te zien o. i. uit 't oog ver
loren, n. 1. de gevolgen.
Indien de Eerste Kamer dit ontwerp
verwierp en de regeering trad af, welke
zouden de gevolgen zijn?
Wie zou de regeering aanvaarden?
De oppositie
Om hare eerste principiëele wetsontwerp
door de Tweede Kamer verworpen te zien
En verder roept de wachter voor de Pro
vinciale Juni-verkiezingen. Anti-clericaal
is de leus door de overzijde aangeheven.
Dat vaandel doet democraten van alle ga
ding, plus de wegstervende oud-liberalen
zich vereenigen.
Een leus die wel inhoudt wat men met
wil, maar niet zegt wat men wel wil.
En daar zal het toch wel op aankomen
als men sturen wil.
Men ga gerust zijn gang met het ex-
ploiteeren van het minder aangename:
tlericaal. Voor dat woord is ons volk
doof, het is haar al zoovele jaren in 't oor
geschreeuwd. Dat clericaal in partij-
term eensluidend is met godsdienstig
weet men al lang, en daarom mist anti-
clericaal voor de middenstof der kiezers
bekoring en schrikt anti-clericaal niet
meer af.
Lief vaderland kan rustig zijn. En nog
komt de wachter ons wjjzen op een derde
beweging in het volksleven, het is die
tegen de Tariefwet. Indirecte belastingen
zullen iets meer moeten opbrengen. In
plaats van 43 millioen dan 52 millioen.
Schrikkelijk, do catheders van onze ver
gaderzalen daveren.
De vermogensbelasting brengt maar 12'/2
millioen op. Dat betalen de rijken, de
armen zullen nu 52 millioen moeten op
brengen.
Dat is, werd kort geleden op een onzer
vergaderingen gezegd, zakkenrollers-werk.
Die redeneering moge klinken in een
propaganda-vergadering, maar bjj het minste
nadenken ontdekt men de onwaarheid.
Vooreerstbetalen de rijken niet aan de
indirecte belasting
In de tweede plaatsWaar komt de
ruim 100 millioen die boven deze 43 de
schatkist ontvaDgen moet van daan
In de derde plaatsIn hoe vele ver
schillende vormen grijpt de fiscus de veel
of weinig beiittenden De vermogens-be
lasting is slechts een van die vormen.
Die klinkende cijfers moeten dienen om
socialistische speeches aantrekkelijk te ma
ker, maar wie nadenkt snapt al spoedig
het ij dele van zoo'n redeneering.
En voorts signaleert de wachter de ko
mende herziening van de drankwet, die
slechts aan kleineren kring interesseert en
den een even veel te ver gaat als den ander
niet ver genoeg.
Alzoo luidt het rapport van den wachter
zeker niet: ik zie nog niets komen.
De klachten over gebrek aan werkzaam
heid, die zoo menige dagbladkolom hebben
gevuld zijn verstorven om plaats te maken
voor nog breedere betoogen dat het werk
niet a/zoo gebeuren moest.
Natuurlijk.
Waar is men anders oppositie voor
RUSLAND en JAPAN.
Het eerste ernstige treffen te land, nabij
de Yaloe, heeft plaats gehad. Naeenvijf-
daagsche worsteling werden de Russen in
een verwarde vlucht uit hun zeer ver
sterkte stellingen teruggeslagen en trokken
terug op Fang-hwang-tsjeng.
Door deze overwinning waren de Japan-
neezen in staat in steeds grooter getale
de rivier over te steken, en zich aan den
rechteroever der rivier te nesteler. De
overtocht geschiedde over pontonbruggen
bij nacht om den linkerflank der Russen
heen, en gesteund door de Japansche bat
terijen die op den linkeroever stonden op
gesteld.
Ter zee heeft nog een treffen plaats ge
had tus8chen een Russisch oorlogsschip
en een Japansch transportschip, welk laatste
vaartuig in den grond geboord werd. Een
compagnie Japanneezen kwam daarbij in
de golven om.
Thans beginnen de gevechten onder zee.
Da proeven aan Russische zijde met de
onderzeeërs genomen, zijn geslaagd. Ook
de Japanneezen hopen wonderen te ver
richten met hunne onderzeesche mijnen.
De tegenwoordige gevechten mogen minder
bloedig zij a en minder slachtoffers maker,
zij zijn leelijker, geniepiger en doen den
ken aan „een steek onder water" in zijn
hatelijkste beteekenis.
In ieder geval loopt het Russische
Wladiwostoksche smaldeel op die wijze
groot gevaar door deze Japansche mijnen
te worden vernield.
De Ozaar zal eind dezen zomer naar het
oorlogsterrein vertrekken.
Naar de berichten te oordeeler, gelooven
wij dat Rusland niet heel vriendschappe
lijk tegenover de Zending staat.
Mantsjoerije ondervindt dit ten minste.
Dit land, driemaal zoo groet als Groot
Brittanje, telt 20 miljoen zielenhet volk
is een sterk gespierd ras, bestaande uit
Chineezen en Mantsjoe's (die China over
wonnen hebben). Zendingsarbeid werd in
Mantsjoerije begonnen in 1870 door twee
Iersche leeraars. In het begin waren de
inboorlingen vijandig en het pad der zen
delingen was met vele moeielijkheden
bezeb
In 1873 waren er slechts drie bekeer
lingen in 1899 waren er 19,000, en tot
op den tijd van den „Boxer" opstand ver
meerderde het getal bestendig met 50 pro
cent ieder jaar. Op dien tijd waren er
ongeveer zestig buitenlandsche zendelingen
in het veld. Bijzondere aandacht werd
sedert dien tijd gegeven aan de kweeking
van inboorling-helpers. Het geneeskundig
werk was het middel voor het banen van
den weg voor het Evangelie. De jongste
berichten houden in dat Rusland alle mo
gelijke hinderpaleu in den weg legt voor
de hervatting van het zendingsweik in de
verlatene zendingsposten, en Mantsjoerije
geplaatst heeft onder den Griekschen ar
chimandriet van Pekin (gezagvoerder over
kloosters in de Grieksehe Kerk), het geven
van alle Christelijk onderwijs beperkt tot
de leden der Orthodoxe Grieksehe Kerk,
en de bestaande zendingsgebouwen zich
toegeëigend heeft voor het gebruik der
„Orthodoxe Kerk."
Uit de Tweede Kamer.
Na de pauze kwam Donderdag do Minister
aan het woord. Z.Ex. zou over de artike
len niet sprekeD, die waren eerst later aan
de orde, maar direct op de hoofdzaak in
gaan. Met de ditdrukking „beteugeling
van drankzucht" bedoelde de regeering
noch drankhandel, noch drankgebruik. Er
wordt een ziekte door aangegeven, van
physioken en psychischen aard, bepaald een
volksvergiftiging door voortduiend drank
gebruik. Hoewel ons volk over 't algemeen
matig genoemd kan worden en de natie
als een geheel beschouwd gezond moge zijn,
toch is het alcoholisme ook hier als eene
„etterbuil", die dient te worden uitgesne
den, zal niet het geheele lichaam onder
mijnd worden. Met treurige voorbeelden
uit Normandiö, waar het drankvorbruik
schrikbarend is, staafde de Minister zjjn
beweren, dat de drankvergiftiging een bron
en oorsprong is van alle mogeljjke ziels-
en lichaamskwalen. Bestrijding van zulk
een kwaal door de overheid is plicht. De
regeering zoekt door de wet aan te vullen
de actie van particulieren op dit gebied.
Vervolgens zet de Minister het standpunt
der regeering uiteen. Ze meent nog altijd
dat het beginsel der wet van '81 goed is.
Toch heeft deze wet niet gegeven, wat ze
geven kan. Het was wenschelijk de be-
btaande wet te verscherpen. Verscherping
der bepalingen om op te treden tegen de
vreeselijke draDkzonde, zonder tekort te
doon aan de rechten der tappers. En deze
komen door dit ontwerp in het voordeel.
Vooreerst zal de clandestione drankhandel
tot kleiner proportiën worden teruggebracht.
Daarbij zal de rechtsonzekerheid voor de
tappers verdwijnen, ze blijven toch tot hun
dood in het bezit van de vergunning. Voorts
zullen zij wat het vergunningsrecht betreft
beroep hebben op de Gedeputeerden enz.
Verder zet de Minister uiteen, hoe men
niet te doen heeft met eene politieke wet,
doch meer met een economisch vraagBtulr,
over welks oplossing geen enkele partij
eenstemmig is. Daarom zal zich ook de
regeering niet door politieke invloeden
laten leiden. Evenmin zich onvorzetteljjk
toonen, hoewel ze niet zooals dhr. Talma
een kleine winst stelt boven den val van
het ontwerp.
Liever dus afstemming dan ingrijpende
verzwakking. Zulk eene afstemming is
voor den Minister een wenk om zich nu
terug te trekken, tijdelijk althans, om straks
te meer te bereiken.
In geen geval eenige concessie tegenovor
het drankkapitaal. Hier geldt het woord
van lord Rosebery „het oogenblik is ge
komen, dat de Staat overwonnen wordt
door het drankkapitaal, of het drankkapi
taal moet zwichten voor den Staat. En
Gladstone zei: „pest, oorlog en hongers
nood richten zulke verwoestingen niet aan,
als de drank onder de volkeren".
Na de rede van den Min. v. Binnenl.
Zaken begon de stroom der welsprekend
heid bij vernieuwing te vloeien. Het be
gon met dhr. v. d. Zwaag, besprekende
do quaestie van het algemeen verbod, zich
daarbij vooral richtend tegen dhr. Talma,
die getracht hoeft sprekers betoog be
lachelijk te maken en er zelf6 het socia
lisme bij gehaald heeft. Volgens spreker
is algemeen verbod het eenige middel om
krachtig in te grijpen in den bestaanden
toestand.
Na dezen afgevaardigde kwam dhr. Brants
voornamelijk om te protesteeren tegen de
sche's van dhr. Nolting over de arbeiders
toestanden in het plaatsje, waar spreker
burgemeester is. Volgens dhr. Brants be
vat het wetsontwerp veel meer goede, be
schermende maatregelen dan de wet van
'81. En dhr. Schaper meldt zich aan als
„drankbestrijder" en tevens als „drank
aanprijzer". Spreker brengt hulde aan de
regeering voor de beschermende bepalin
gen in het ontwerp, alsmede voor haar
krachtig woord, waarmede zij de persoon
lijke actie heeft geridderd. Vervolgens is
dhr. Bolsius aan het woord. In zijn re
pliek geeft deze afgevaardigde te kennen,
dat hij niet is tegen strafbepalingen, omdat
ze overtredingen scheppen, maar wel omdat
ze onuitvoerbaar blijken.
Zoo b. v. de splitsing van „sljjterij" en
„tapperij". Spreker verdedigt zich vooral
tegen het verwijt van slapheid als drank
bestrijder. Bij zooveel verschil van ge
voelen als in deze Kamer merkbaar is,
laat dit verwijt hem koud.
Zoo bevelen dhr. Schaper en Melchers
bij het Gothenburger stelsel, ook „local
option" aan. En dhr. Talma, even krach
tig drankbestrijder als genoemde heeren,
keurt beide zaken af.
Meent daarbij dhr. Talma, dat dit ont
werp een machtige schrede vooruit zal zijn
in de drankbestrijding, spreker bekruipt
de vrees, dat het volk dezen reuzenstap
niet zal kunnen bijhouden. Eu na eene
besehuldiging van „laster" ingebracht te
hebben tegen dhr. Schaper, die Brabant
met Normand'ë in alcoholverbruik heeft
gelijk gesteld, wat volstrekt onwaar is,
eindigt hij zijn repliek, met dhr. Schaper
toe te roeper, die aldus gesproken heefr,
omdat het zuiden godsdienstig, katholiek
is, dat de godsdienst in Brabant en Lim
burg nog sterk genoeg is, om dhr. Schaper
en zijn vriendjes er buiten te houden.
De afgevaardigde van Goes, repliceerende,
ziet in de ongelijkmatige bepalingen be
treffende de onderlinge concurrentie van
cafó's en restaurants de groote fout van het
stelsel in dit ontwerp. Nog steeds is dh".
Lehman van meening, dat de beperking
van drankgelegenheden geen gelijken tred
zal houden met de vermindering van ge
bruik. Op het platteland met zijn lange
wegen kan wellicht het drankgebruik daar
door iets verminderen, maar in de steden
toch zeker niet.
Men moest kunnen hebben huizen, waar
uitsluitend alcohol en huizen waar uitslui
tend andere dranken verkocht worden.
Zoo zou men het alcoholgebruik kunnen
isoleerer. Van het standpunt der regee-
iiog juicht spreker dit ontwerp toe. De
bedoeling is te waardeeren n.l. verbetering
van de bestaande wet. Met het denkbeeld
van dhr. Talma, dat men het stelsel dier
wet nog niet kan afschaffen, omdat het nog
niet goed heefc doorgewerkt, kan spreker
zich niet vereenigen. Dit denkbeeld gaat
trouwens niet op. De wet is geen politieke
wet, heeft de Minister gezegd. Ieder der
leden kan alzoo iederen maatregel op zich
zelf beoordeolen. Eerlijkheidshalve zal dhr.
Lohman dan ook stammen voor alle maat
regelen ten dienste der tappers. En legen
de wet stemmen gaat niet, om de een
voudige reden, dat er niets beters is. Spreker
zal zich echter verheugen, als de regee
ring er kans toe ziet, om de wet in te
trekken.
Ook dhr. Talma repliceert en verklaart
o. a. dat hij noode zou zien eene verzwak
king van het ontwerp.
Het was voorwaar geen wonder, dat de
Voorzitter na de rede van dhr. Melchers,
gericht tegen den Minister, dhr. Passtoors,
Brants en Bolsius op bekorting der de
batten aandrong.
Nog kwamen aan het woord dhr. Staal
man, die nog eenmaal de hoop uitsprak,
dat de regeering geen verslapping van het
ontwerp zal toelaten, dhr. Rink, die be
toogde, dat de Minister, die eene mooie
causerie hield en van de drankellende
sprak, nog in gebreke was gebleven om
te bewijzen, dat het ontwerp voor ons land
nuttig en noodzakelijk is, en last not least
dhr. Troelstra.
Deze afgevaardigde meende te moeten
wijzen op de zonderlinge houding der re
geering. Eerst heette dit ontwerp een zeer
belangrijk deel van het regeeringsprogram
en later bij de discussies, is het in geen
enkel opzicht een politiek onderwerp meer.
Hoe is die houding te rijmen Merkwaardig
is het verschijnsel, dat juist de steun komt
van 's Ministers ergsten politieken tegen
stander, den afgevaardigde van Zutfen.
Met dit ontwerp zal naar aller opinie
van daar het lustelooze „katterige" van
het debat niets bereikt worden. Men
kan zooveel ontduiken als men wil.
De clandestiene verkoop zal even welig
tieren als voorheen. Men regelt bjj dit
ontwerp den verkoop in het klein en dat
is de fout. Alleen dan zou men met kracht
tegen het drankmisbruik kunnen optredeD,
wanneer alle plaatsen, waar jenever, hetzij
in het groot of in het klein verkocht wordt,
onder contróle van de wet bracht.
Nu zal deze wet al heel weinig goeds
tot stand kunnen brengen. Sociale actie
en drankbestrijding dienen samen te gaan,
zegt dhr. Troelstra.
Dinsdag a. s. is de Minister aan het
woord.
Kantongerecht te Goes.
In de zitting van 30 April 1904 zijn
veroordeeld wegens: overtred. leerplichtwet:
A. de K. te Goes, A. M. te Ierseke, ieder
f 1 b. s 1 d. h„ F. de P. te 's Heerenhoek
f2 b. s. 2 d. h.jagen zond. verg.: P. van
H., te Philippine, f3 b. s. 2 d. h.jagen
zond. acte en verg.: J. A. van O., te Coljjns-
plaat 2 X f5 b. s. 2 X 3 d, h. verb, yerkl.
bevol uitl. geweer of fl s. 1 d. h., J. W.
te Ierseke 2 x f 10 b. s. 2 x4d. h. verb,
verkl. geweerjagen zond. macht, en verg.
M. V. te Coljjnsplaat, 2xf3b. s. 2x2
d. h. verb, verkl. bevel uitl. geweer of f2
s. 1 d. b„ P. van S. te Oudelande, 2 X f 2
b. s. 2 x 2 d. h. verb, verkl. bevel uitl.
geweer of f 0.50 s. 1 d. h.zich met geweer
in veld bev.: L. D. te Wissenkerke, f5 b.
s. 3 d. h, verb, verkl. geweer niet beletten
dat hond wild opspoortI. B. to Oudelande,
f-3 b. s. 2 d. lo.; wildverv. ingesl. jachttijd:
J. A. van O. te Colijnsplaat, f5 b. s 3d.
h. verb verkl- bevel uitl. haas of fl 8. 1
d. h.. J. G. te Ierseke, f10 b. s. 5 d. h.
verb, verkl. bevel uitl. 2 hazen of f2 s. 2
d. h.met stride wild bemacht. enz.P. H.
te Schore, 2 X f2 b. s. 2 X 2 d. h. bevel
verniet, strik zich met strik in veld bev. enz.
J. J. K. te Kapelle, f3 b. s. 2 d. h. bevel
verniet, strik nachtrumoer J. O. te Baar
land, f 5 b. s. 3 d. h.vee laten loopen op
eens anders grondJ. B. te Nisse, en J. van
O. te Driewegen, ieder f3 b. s. 2 d. h.
loopen over grond met verb, toegangA. K.
te Cats, f 1 b. s. 1 d. h.sterk, drank toed,
zond. verg.: M. M. te Kruiningen, f20 b.
s. 10 d. h.poging doen om in beweging
zijnden trein te stappen M. F. te Kapelle,
f 2 b. s. 2 d. h.boksbeugel dragen op openb.
weg: M. J. W. te Borssele, f3 b. s. 2 d.
b.herberg te laat open houden: S. de V. te
KruiningeD. f3 b. s. 2 d. h.zich te laat
bev. in herbergI. O. te Kruiningen, f 3 b.
s. 2 d. h.mestvaalt hebben in bebouwde kom
A. B. te Hansweert, f 3 b. s. 2 d. h.vuilnis
op straat werpen: F. M. te Colijnsplaat, f 1
b. s. 1 d. h.
te zwaren last vervoerenJ. M. te Krui
ningen, P. van Z. en P. S. te Kapelle ieder
f3 b. s. 2 d. h., I. van der B. te Goes f2
b. s. 2 d. h„ P. R. en J. V. te Ierseke
ieder f3 b. s. 2 d. h.; als geleid er van voer
tuig niet bestendig daarbij blijven: J. R. te
Goes f2 b. P. 2 d. b.; Schelde bev. zonder
concentG. D. te Ierseke, J. van O., M. M„
C. J. K., P. C. de J., J. M. te Wemeldinge
ieder f l b. s. ld. b., Ph. P M. H., J. P.
te Ierseke ieder f2 b. s. 2 d. h., T. M.
van de V. en J. van O. te Ierseke ieder
f2 b. s. 2 d. b.; Schelde bev. zond. verg.:
G. D. te Ierseke f3 b. s. 3 d. h.; Schelp-
visch rapen aan waterk. dijkJ. O. van H.
te Goes f2 b. s. 2 d. h.'s nachts in vaar
water liggen zond. licht: J. G. te Hanswe9rd,
C. H. te Krabbendijke ieder f2 b. s. 2d.b.;
fietsen zond. bel of hoorn: M. P., F. de J.
te Ierseke, J. Z. te Kapelle, B. op 't H. te
Axel, G. M. T. te Kattendijke ieder f 1 b.
s. 1 d. b.fietsen zond. lichtA. B., F. B„
en P. S. te Kapelle, J. M. te *s Heerenhoek,
A. F. te Rilland-Bath, J. L. en W. K. te
Wemeldinge, H. de B. te Krabbendijke,
J. de V. te Kattendijke ieder fl b. 1
d. h.dronkenschapR. W. te Wemeldinge
f2 b. s. 2 d. h., S. B. te Cortgene f 3 b.
e. 2 d. h.dronkenschap bij le herh.J. C.
van H. te Goes f 15 b. s. 3 d. h.
Vrijgesproken werdenH. B. te Goes,
beklaagd van overtr. leerplichtwet, C. J. B.
te Rilland-Bath en J. de P. te 's Heer Abts-
kerke, beiden beklaagd van overtr. jachtwet.
Ontslagen van rechtsv.J. E. te Ierseke,
beklaagd van overtr. Scheldereglement.
Voorts werd bekrachtigd het verstek
vonnis d.d. 23 Januari 1904, waarbij J. K.
te Hausweerd wegens jachtdelict werd ver
oordeeld tot 2 X f 3 b. s. 2 x 2 d. h. verb,
verkl. geweer bevel tot uitl. of te betalen
f 1 s. d. h. en waartegen verzet was gedaan.
Onze Middelburgsche corresp. sohrijft:
Ook de kunst is een gave Gods, en een
schoone gave, die het rijke leven rijker
maken kan.
Wie een uurtje toeven kan of kon in
de zalen van het nieuwe kunstmuseum,
deel uitmakende van de Schuttershof-ge
bouwen en daar niet kwam als kunstken-
nend criticus, maar eenvoudig als belang
stellend beschouwer, zal ongetwijfeld ge
nieten of genoten hebben.
Het moet hem wel opvallen dat een