m
müs
NIEUWSBLAD
TOOR ZEELAND
No. 85. 1904.
Zaterdag 16
18e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
aimachines
Bij dit immer Behoort een Bijvoegsel.
RECLAMES.
houdelijk naaiwerk.
Qerne borduren en stoppen
VERSCHIJNT
Wed.
(ttrootsche plannen.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te IViiddeiburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
Men verlieze <leu moed niet.
^wensckt te koopen, koope uitsluitend
want er worden vaak ook namaaksels
end M
seis 5f
el ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers- 0,025.
ii
En wat zijn nu de bovenbedoelde groot-
sche plannen
Devereeniging voor Gereformeerd School
onderwijs zal, op lijfsbehoud bedacht, en
indien de algemeene vergadering, hiertoe met
nagenoeg eenparige stemmen besluit, zich
omzetten in een bond van gereformeerde
scholen. En vervolgens wil zij meer dan
ooit de opleiding van bekwame onderwij
zers voor de gereformeerde scholen zich
ten doel stellen en ter hand nemen.
Vooreerst wil ze dus vormen een bond
van gereformeerde scholen, d. w. z. scholen,
die op den bodem der gereformeerde be-
ljjdenis staan. Voor andere scholen is in
dezen bond geen plaats.
Maar toch is hiermede niet genoeg ge
zegd. «Het zou onoprecht zijn", aldus luidt
het rapport «hierbij te doen, alsof de ker
kelijke qnaestie niet bestond.
De vereeniging voor Geref. Schoolondor-
is tot dusver wel is waar geen kerkelijke
vereeniging in den strikten zin des woords
geweest.
Maar zij bestond toch schier uitsluitend
uit leden van de Gereformeerde kerken.
In deze richting zich blijvende bewogen,
zou de Vereeeniging hare uitnoodiging tot
bijwoning eener vergadering moeten rich
ten tot zulke scholen, wier bestuur en
onderwijzend personeel geheel of grooten-
doels uit leden van de Gereformeerde
kerken bestond. »Geen enghartigheid",
luidt het verder, «drijft tot het geven van
ditadvies, maar wel oprechte en oerlijke zin."
Hier wordt klare wijn geschonken.
Genoemde vereeniging wil haar oud
standpunt blijven innemen. Ze wil zich
zeer nauw aansluiten aan de Gerf. kerken.
In dit opzicht blijft ze aan haar verleden
getrouw.
Dit komt o. m. uit in de keuze vau
haar bestuur.
Volgens art. 5 van het reglemont moeten
minstens vier van de zeven bestuursleden,
alzoo de grootste helft, tot do Geref. kerken
behooren. Wij voor ons vinden dit stand
punt wel wat exelusief. We voelen meer
voor eene vereeniging, welke goen bepaalde
kerkelijke belijdenis uitsluit, dan voor
eene, welke een bepaalde belijdenis voor
schrijft.
Voor eene vereeniging, die, gegrond op
de onveranderlijke waarheden der Hervor
ming, zich verklaart tegen alle ongeloof,
waar het wordt gevonden, en belijdt, om
enkele kenmerkende geloofsstukken te
noemen, de goddelijke ingeving der scbrift,
de rechtvaardiging des zondaars uit genade
door het geloof, de geheele bedorvenheid
der mensckelijke natuur door de zonde,
de noodzakelijkheid der wedergeboorte uit
den H. Geest, de verlossing door het plaats-
bekleedend lijden en sterven van Jezus
Christus, dien zij mot den Vader en den
H. Geest als den eenigen en eeuwigen God
erkent.
Zulk een vereeniging, die deze grond
waarheden des Bijbels belijdt en hand
haaft, sluit geene bepaalde kerkbelijdenis
uit en is toch niet kerkelijk mits
zij beruste op deze onveranderlijke waar
heden. Binnen haar gebied is er plaats, eene
ruime plaats zelfs, zoowel voor scholen,
die staan op dan bodem dsr gereformeerde
belijdenis, als voor die, welke een minder
belijnde uitdrukking der apostolische be
lijdenis voldoende achten.
Doch, boe dit ook zij, mocht dit plan
werkelijkheid worden en een bond van ge
reformeerde scholen de bestaande vereenig.
v. Geref. schoolonderwijs vervangen, dan
blijft er overigens voor de pas besproken
vereenigingen, bij name die voor Christelijk
Nationaal schoolonderwijs, genoeg plaats
en ruimte van bewegiDg over, om aan haar
doel te beantwoorden en tot zegen te big ven
strekken voor ons christelijk schoolleven.
En waardoor wordt nu de bedoelde bond
van gereformeerde scholen gevormd, on wat
is het streven en doel
Genoemde bond zal gevormd worden door
schoolvereonigingen, schoolbesturen, school-
commissiön, eoöporaties, die één of meer
gereformeerde scholen onderhouden, wier
leden voor de meerderheid tot de Geref.
kerken behooren, die instemmen met den
grondslag en het doel van den Bond, en
eene jaarlijkscbe contributie van minstens
25 gld. betalen. Op dezelfde veorwaarden
bunnen ook particulieren, die één of meer
Gereformeerde scholen onderhouden, mits
zij leden zijn eener Gereformeerde kerk, als
leden tot den bond toetreden.
En over het doel van den bond laat zich
bet reglement aldus uit
1. Bevordering van de uitbreiding en
den bloei van het Gereformeerd lager onder
wijs en samenwerking zooveel mogelijk met
alle voorstanders van het Chr. ond. en de
behartiging van die belangen, welke aan
het Chr. ond. gemeenschappelijk zijn.
2. De stichting en instandhouding van
één of meor kweekscholen ter opleiding
van Gereformeerde onderwijzers.
Voorts spreekt hetzelfde artikel van on
dersteuning van onderwijzers, die aan deze
kweekscholen worden opgeleid, alsmede van
toezicht en inspectie dit laatste wordt
alsdan ook een tak van werkzaamheid
op de bij den Bond aangesloten scholen.
ZijD dit waarlijk geen grootsche plannen?
In het bijzonder die van het oprichten van
Gereformeerde kweekscholen
En wat do deur dicht doet, hot Bestuur
acht die plannen volkomen uitvoerbaar.
Slechts een honderdtal gereformeerde scholen
alle met een jaarlijkscbe contributie van
25 gld. hebben toetetreden en men ban
tot de stichting van een dergelijke kweek
school overgaan.
Tegenover het benoodigd jaarlijksch be
drag van tien duizend gulden zouden als
inkomsten staan, behalve de schoolgelden
50 leerlingen per jaar a 400 gld. elk
de Rijkssubsudie voor lesuren en voor
iederen leerling, die slaagt, benevens de
contributie der aangesloten scholen. Op
een dorp ware zulk eene kweekschool nog
goedkooper tot stand te brengen.
Eu hiermede meenen we den hoofdin
houd van het verschenen rapport en advies
door het bestuur van de vereenig. v. Geref.
schoolonderwijs te hebben weergegeven.
Het is in de eerste plaats aangeboden
aan de eerstkomende algemeene vergadering.
Van hare beslissing zal bet afhsuger,
of deze grooteche plannen tot uitvoering
zullen komen. De denkbeelden in dit rap
port neergelegd, zijn de bespreking en de
overweging van alle vrienden van het Chr.
onderwijs overwaard, vooral nu wij zoo
zacbtkens aau toekomen aan de vervulling
onzer billijke wenschen op schoolgebied,
d.l. de geheele vrijmaking van dit onderwijs.
Toch wil het ons voorkomen, dat vele
scholen, afgedacht van de niet zoo geringe
jaarlijksche contributie, bezwaar zullen
maken tegen het c. i. wel wat exclusief
standpunt, d. 1. alleen gereformeerde sche
len in een bond te vereenigen, waardoor
onze viije scholen te kerkelijk zouden ge
kleurd worden en wij in dezen den weg
zouden opgaan van d9 vereeniging voor
ehr. volksonderwijs, die aan ditzelfde
euvel mank gaat. Doch, dit is ten slotte de
zaak der schoolbesturen, welke tot toedre
ding- tot den evertueel opterichten bond
zullen uitgenoodigd word6n.
15 April 1904.
Er loopt een legende door hot land, en dat
is de onwillekeurige schuld van do Goesche
Crt. De heer Talma sprak in zijn rede op het
Goesche schoolfeest, ongeveer letterlijk het
volgende
«Ik stuur daarom mijn kind liever naar
een slechte chr. school dan naar een goede
openbare school. Ik bedoel bier nn niet
mee een chr. school waarvan de onder
wijzer slecht is, want zoo een school is
geen Christelgke school; maar een Chr.
school waar de lokaliteit en de hulpmid
ÜITGAVE DER FIRMA
en van
delen (want dat gaat van de gelden der
voorstanders en de openbare school heeft
het van het Rijk) slecht zijn, en een open
bare school met goede lokalen en hulp
middelen."
De Goesche Courant schreef alleen in haar
„verslag" het door ons gecursiveerde deel
en deed naar aanleiding dier woorden er
nog een onverdiend, ongemotiveerd standje
voor den spreker bij.
Wij zouden hierop niet zijn ingegaan.
Maar nu de N. li. C. die anders zoo ge
trouw De Zdeuw leest, blijkbaar ons verslag
van Talma's rede over het hoofd zag, de
tirade uit het „verslag" der Goesche Crt.
overneemt (de Middelt. Crt. neemt ook het
standje over!) haasten wij ons haar hierop
attent te maken.
Intusschen denken wij er het onze van.
De Nederlander vestigt de aandacht op
het, ook door ons overgenomen stukje uit
De Baanbreker.
De Baanbreker had geschrevon over don
val van het ministerie.
Die val beduidt voor de arbeiders: geen
de vakbeweging knevelend arbeidscontract,
geen duurdere levensbenoodigdheden, geen
beslist weigeren van «ógemeen kiesrecht, geen
reactie op allerlei gebied.
De Nederlander zogt hierop. Daar zit
het hem niet. Het arbeidscontract toch
is overgenomen van mr. Drucker. Een
tariefsherziening is ook ingediend door
minister Pierson. Algemeen kiesrecht wei
geren doet niet alleen de rechterzijde.
De Baanbreker zei:
Wat het ministerie-K uyper voor de arbei
ders is geweest, wat zij er van te wachten
hebben, weten zij. Door nu zijn val mee te
veroorzaken, zullen zij zijn opvolger leeren
dat het proletariaat in de politieke weegschaal
danig meetelt, en dat het de slagen hem, toe
gebracht met woeker weet te beantwoorden.
Daar is het om te doen, zogt de Neder
lander.
,,Mr. Troolstra sprak van de wrekende
„band van het proletariaat". Do Baan
breker voegt er aan toe, dat „hot proleta
riaat de slagen hem toegebracht met woe
ker zal beantwoorden".
„Dit slaat op de handhaving van het
gezag, waarvoor de groote meerderheid
van ons volk het Ministerie uit de rech
terzijde dankbaar is.
„De sociaal-democraten blijken voortref
felijk te begrijpen, ouder welk régime zij
het sterkst zullen staan.
„Mogen dan de oogen wjjd geopend
blijven voor den inzet van den aanstaan
den stembusstrijd.
„Niet „het proletariaat", maar een partij
die het proletariaat misbruikt en verderft,
en die betrekkelijk het sterks! vertegen
woordigd is onder niet-arbeiders, onder-
vinde het in Juni, dat de slagen, in naam
van gezag en vrijheid aan het onrecht
toegebracht, in Nederland niet met woe
ker worden beantwoord, maar integendeel
bij de overgroote meerderheid der natie
sanctie en toejuiching vinden."
Er is gevaar dat sommige liberale of
vrijzinnige schrijvers, wanneer zij zoo straf
over de Tariefwet blijven doordenken, den
kluts zullen kwijt raken, allerlei spoken
zien en uitgelachen wordeö.
Tenminste een hunner grootste, de heer
Charles Boissevain, van het Handelsblad,
vertelt in ernste dat een „bande
laar (hem) verteld heoft dat als men eens
mot protectie begint, dan ook de differen-
tieele rechten voor Inditi verder moeten
worden ingevoerd, en dan zou er gevaar
komen voor een mogelijken oorlog met
Engeland."
Die minister Pierson heeft toch wat op
zgn geweten met zgn plan tot verhooging
van invoerrechten.
En ook zijn opvolger Harte die 't hart
heeft op zijn stramien voort te borduren.
Een pluimpje voor de leden der commis
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
sie van onderzoek „spoorweg-enquêie" is
hetgeen de heer Oudegeest, de soc. dern.-
leider der Aprilstaking van 1903 in Het
Volk van 2 April 1904 van haar zegt.
De schrijver zegt
„De kwakzalverij waarmee de heer Spr.
v. Eyk voor de erquête-oommissie is op
getreden heeft, waar de feiten zoo sprekend
waren, niet binnen verhoeden dat de com
missie de zaken in het ware licht zag,
zooals ook van menschsn als dezi leden waren,
verwacht kon worden
Tot deze leden behoorden o. a. de heeren
Talma en Ariöns.
Een bedekte waarschuwing tegen on
billijks eischen ligt in onderstaande woor
den vau dezen zelfden heer Oudegeest in
hetzelfde opstel
„Men mag zeer zeker van groote, kapi
taalkrachtige ondernemingen; verwachten
dat zij beter loon zullen betalen voor de
diensten welke zij vergen, dan kleine maat
schappijtjes, die van de concurrentie heel
wat te lijden hebben, en dikwijls op de
knnen moeten uitzuinigen, wat ze aan een
andere zijde ten offer moeten brengen om
h9t hoofd boven water te houden".
Deze opmerking moge door allen, ook
door sociaal democraten, in het oog ge
houden worden, wanneer daar van hen ook
eischen otn loonsverhooging uitgaan tot
bazen die iu dergelijke gevallen verkeeren.
Natuurlijk niet opdat deze laatsten er
op zondigen, wanneer de nijpende nood
over is.
Doch daar wordt iD den regel wél op
gepast.
RUSLAND en JAPAN.
Voorpostengevechten moeten aan de Ya-
loe al hebben plaats gehad.
Uit Petersburg zond het militair bestuur
onlsngs naar de Russische troepen aan de
Yaloe materiaal, dat hen ia staat zal stel
ler, door middel van vuur, de Japannoe-
zen te beletten de rivier over te steken.
Het proces is een militair geheim.
Hst apparaat is voor den toeschouwer
onzichtbaar en wordt op 10 K.M. afstand
de rivier geplaatst, waarheen het door elas-
tieke zeildoeken buizen, die onder den
grond gelegd zijn, een vloeistof zendt, die
op geheime wijze is geprepareerd. Indien
de Russen er in slager, dit apparaat bij
de Yaloe op te stellen, zal het absoluut
onmogelijk zijn de rivier over te steken.
De Russische regeering richtte ernstige
vertoogen tot die van China, eischende dat
de Japansche instructeurs in Chineeschen
dienst zullen worden afgedankt, evenals
de Japansche officieren, die zich in het
leger van generaal Ma bevinden. Rusland
beschouwt hunne voortdurende aanwezig
heid bij de Chineezen als een zeer ernstige
bedreiging voor zijn eigen belangen. Het
wijst erop, hoe dit buiten toestemming van
de regeeringte Peking geschiedt. De Japan
sche officieren met Ma, die zich nu ten
Noorden van den Grooten Muur bevinden,
zullen allicht een overwegenden invloed,
krijgen op de Chineesche troepen en zul
len daarvan gebruik maken, indien de
Japansche oporatiën het noodig maken, om
in Kuropatkino's achterhoede verwarring
tc brengen en te pogen haar wellicht af
te snijden van de andere troepen. Indien
Kuvopatkine te eeniger tjjd genoodzaakt
ware, aan een onverwachten overval van die
zijde weerstand te moeten bieden, dan zou
hg in groote ongelegenheid kunnen geraken.
Op die wijze zou China wel eens in den
oorlog kunnen betrokken worden, geheel
tegen de verwachting in van den Duitschen
Rjjkskansolier die in deu Rijksdag Dinsdag
zoo beslist mogelijk het tegendeel uitspraak,
en daarom voor geen wereldoorlog vreesde.
Het verpletterend bericht kwam tot
ons dat het groote Russische oorlogschip
«Petropavlofsk" bij Porth Arthur op een
torpedomgn liep en omsloeg, waarbij 700
mannen omkwamen en vele officieren en
adelborsten, ook de admiraal der vloot
Makarof. Slechts 20 manschappen en enkele
officieren, met name Grootvorst Cyrillus
werden gered.
De Russen zijn in dezen oorlog al heel
ongelukkig. Door de traagheid van ad
miraal Stark word hun vloot bij Port
Arthur vleugellam geslagen, en leed zij
ook daarna groote verliezen. En nu zgn
opvolger komt, aller vertrouwen wint, er
den moed en den durf inbrengt, en aan
vallend leert optreden, wordt hij op een
maal weggenomen. Wij staan hier voor
zeer droevige'raadselen. Admiraal Maka
rof was 56 jaar oud.
Grootvorst Cyrillus is een eigen neef
vau den Tsaaroudste zoon van groot
vorst Wladimir, broeder van den vorigen
Tsaar Alexander. Hij is geboren in 1876.
Zijn moeder is Hertogin Maria van Meck
lenburg Schwerin, half zuster van onzen
prins Hendrik. Hij is zwaar gewond.
Nog een andere ramp valt te boeken.
Bij het manoeuvreeren van het Russisch
smaldeel werd ook het slagschip „Pobjeda"
door een zoodanige mijn ontredderd, be-
neveds een torpedojager. Ook bet slag
schip „Poltawa" is eenige weken geleden
bij een vekeerde manoeuvre in de haven
van Port Arthur geramd. Daar de ge
torpedeerde slagschepen Tsesarewitsj en
Retwisan nog niet hersteld zijn heeft Rus
land op 't oogenblik nog slechts twee
slagschepen en een paar kru'sers in gebruik.
Het lijk van Makarof is niet terugge
vonden. Hij heeft helaas in zijn graf het
door hem ontworpen plan van deD oorlog
meegenomen.
Keizer Wilhelm zond don Czaar een
telegram van rouwbeklag.
Hoevele personen zijn er niet die het
leven met neerslachtigheid en moedeloosheid
aar: zien omdat zij het een of ander hebben
iu hun lichaamsgestel dat niet in orde is.
Wie Uwer heeft niet bij zichzelf gezegd,
welwe! 1 ik ben des morgens nog veel
moeier dan des avonds bij het naar bed
gaan. Die vermoeidheid komt voort uit
den slechten toestand van Uw bloedende
onzuiverheid Uwer ingewanden. Iedere
machine moet van tijd tot tijd gereinigd en
gesmeerd worden en gelooft gij niet waarde
lezer of lezeres dat U w lichaam veel over
eenkomst heefc met een gewone machine!
Wel zeker, het menseheljjk lichaamsgestel
i3 niet anders dan eene machine die van
dag tot dag moet onderhouden wordeD.
Zoo gij Uw lichaamsgestel niet onderhoudt
zal hetzelve in een slechten toestand ver
keeren. Zeer zeker hebt gij reeds zoovele
malen op deze zelfde plaats de talrijke,
wondervolle genezingen gelezen die door
de Pinkpillen van Dr. Williams verkregen
zijn geworden. Hieronder laten wij weder
de genezing volgen van Mej. Christina
Mej Rijnhout, volgens portret.
Rijnbout, wonende op den korten dijk te
Gorinchem.